Base description which applies to whole site

2.2 De productartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer). In de verdiepingsbijlage is een meerjarige mutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

12 Hoofdwegennet

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

2.917.637

3.928.676

– 355.595

– 243.248

3.329.833

Uitgaven

2.011.120

1.830.898

463.343

– 182.811

2.111.430

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

100%

12.01 Verkeersmanagement

9.691

10.282

20

200

10.502

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

678.756

608.157

11.756

10.312

630.225

12.02.01 Beheer en onderhoud

498.217

495.717

16.947

– 46

512.618

12.02.04 Vervanging

180.539

112.440

– 5.191

10.358

117.607

12.03 Aanleg

443.676

317.725

386.588

– 171.231

533.082

12.03.01 Realisatie

351.349

291.640

189.388

– 5.423

475.605

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

92.327

26.085

197.200

– 165.808

57.477

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

371.932

385.286

– 4.400

– 23.406

357.480

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

567.712

567.594

11.233

1.314

580.141

12.06.01 Apparaatskosten RWS

446.542

446.907

11.032

1.330

459.269

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

121.170

120.687

201

– 16

120.872

12.07 Investeringsruimte

– 60.647

– 58.146

58.146

0

0

12.09 Ontvangsten

55.525

129.053

– 56.757

24.980

97.276

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verhoging van € 10,3 miljoen. Een verhoging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 10,4 miljoen), met daartegenover een verlaging als gevolg van overige mutaties (€ 0,1 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 10,4 miljoen. De hogere uitgaven in 2016 binnen het programma Vervanging en Renovatie worden veroorzaakt bij de brug bij Ewijk door meer geconstateerde rijdekschades dan gecontracteerd. Daarnaast zijn de financiële effecten van de gewijzigde aanpak uitgewerkt met de aannemer. Ook bij de Galecopperbrug was sprake van meer rijdekschades. Het nadelig saldo wordt in 2017 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

12.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft verlagingen van in totaal € 171,2 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 156,6 miljoen), overboekingen in het kader van het programma Beter Benutten (€ 9,6 miljoen), een overboeking naar het Gemeentefonds / BTW-Compensatiefonds voor de A58 Aansluiting Goes (€ 4,5 miljoen) en overige mutaties (€ 0,5 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is in 2016 sprake van een onderprogrammering van € 113,8 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 42,8 miljoen minder gerealiseerd, wat leidt tot een voordelig saldo van € 156,6 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering is het saldo van projecten met een hogere en een lagere realisatie. De projecten met een hogere realisatie zijn onder andere:

  • A4 Delft-Schiedam (€ 42,7 miljoen): om de tunnel eind 2015 veilig te kunnen openstellen is er meerwerk verricht en zijn er aanvullende beheersmaatregelen getroffen. Dit heeft geleid tot extra uitgaven van € 15 miljoen. Na de openstelling zijn de restpunten aan de tunneltechnische installatie en de aansluiting op de verkeerscentrale Rhoon opgepakt. Hier is € 28 miljoen mee gemoeid.

  • A9 Badhoevedorp (€ 14,1 miljoen): de hogere uitgaven worden veroorzaakt door een versnelling van de uitvoering door de aannemer, hogere uitgaven voor het verwijderen van niet gesprongen explosieven en door hogere grondprijzen in enkele onteigeningszaken.

  • A28 Knooppunt Hoevelaken (€ 7,9 miljoen): de hogere uitgaven worden veroorzaakt doordat dit jaar al voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd door de opdrachtnemer.

De projecten met een lagere realisatie zijn onder andere:

  • N18 Varsseveld-Enschede (€ 42,5 miljoen): voor dit project is de DBFM-conversie in 2017 in plaats van 2016 voorzien.

  • Beter Benutten (€ 24,0 miljoen): de kasmiddelen worden op basis van de voortgang en liquiditeitsbehoefte van de maatregelen ter beschikking gesteld. De liquiditeitsvraag bleef achter bij de verwachting.

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (€ 20,7 miljoen): meerkosten als gevolg van de veilige verplaatsing van de spoorbrug over de A1 worden niet meer voorzien en de bestuurlijke besluitvorming over de bomencompensatie bij Amstelveen duurt langer dan gepland. Daarnaast verloopt de vastgoedverwerving en nadeelcompensatie langzamer dan gepland.

  • Lucht-Weg (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) (€ 6,0 miljoen): de lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat er dit jaar geen aanvragen voor maatregelen luchtkwaliteit zijn ontvangen.

Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Programma Beter Benutten

In het kader van het programma Beter Benutten wordt dit artikelonderdeel in 2016 met € 9,6 miljoen verlaagd, met name door:

  • Diverse overboekingen naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds voor het project multimodale haven, het programma I centrale, Intelligente Transport Systemen (ITS), Tour de Force (agenda fiets 2020) en de showcase zelfsturende bussen (€ 7,0 miljoen).

  • Op de begroting Hoofdstuk XII wordt bij de 2e suppletoire begroting budget binnen artikel 98 overgeheveld van ERTMS naar Beter Benutten. Om de projectbudgetten ongewijzigd te houden vindt op het Infrastructuurfonds een overboeking plaats van Beter Benutten naar ERTMS (€ 2,7 miljoen).

Gemeentefonds / BTW compensatiefonds: A58 Aansluiting Goes

Voor de aansluiting Goes op de A58 draagt IenM in totaal € 9,0 miljoen bij, waarvan € 4,5 miljoen in 2016 (€ 50%). Het BTW-deel hiervan is overgeboekt naar het BTW-compensatiefonds.

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 23,4 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 24,0 miljoen) met daartegenover een verhoging als gevolg van overige mutaties (€ 0,6 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 24,0 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt door de volgende projecten:

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere, deeltraject A1/A6 (€ 7,8 miljoen): er wordt rekening mee gehouden dat een aantal uitgaven niet in dit jaar zullen plaatsvinden.

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere, deeltraject A9 Gaasperdammerweg (€ 7,8 miljoen): in 2016 is minder budget nodig als gevolg van het opschuiven van watercompensatie Bijlmerweide en het later afrekenen van het verleggen van kabels en leidingen.

  • Aflossing tunnels (€ 6,9 miljoen): de aflossing Wijkertunnel is bijgesteld voor de op 11 juli 2016 nieuw vastgestelde tarieven.

  • A10 2e Coentunnel (€ 1,4 miljoen): de lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt door vertraging bij de onderhandelingen over nadeelcompensatie.

Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

12.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 25,0 miljoen. De hogere ontvangsten in 2016 worden veroorzaakt door ontvangsten van de gemeente Zoeterwoude met betrekking tot de A4 Burgerveen-Leiden (€ 4,8 miljoen) en een vooruitontvangst van de gemeente Amstelveen A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (€ 19,1 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2017 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2016 worden met name veroorzaakt door:

  • A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 (€ 205,9 miljoen): de verplichtingenruimte schuift door voor de onderdelen die buiten het hoofdcontract vallen waaronder verantwoording en toezicht en risicoreservering.

  • A15 Maasvlakte-Vaanplein (€ 62,2 miljoen): de verplichtingen vallen lager uit vanwege het doorschuiven van verplichtingenruimte voor nadeelcompensatie, resterende werkzaamheden na de voltooiing en risicoreservering.

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (€ 34,6 miljoen): de verplichtingen vallen lager uit voornamelijk als gevolg van een administratieve correctie van € 58,0 miljoen, een verlaging op het deeltraject A9 Gaasperdammerweg van € 25,8 miljoen als gevolg van het doorschuiven van de risicoreservering en een verhoging van € 49,2 miljoen met name als gevolg van de contract close van het deeltraject A6 Almere.

  • N33 Assen-Zuidbroek (€ 32,1 miljoen): dit project is opengesteld en verkeert in de exploitatiefase, het verplichtingenbudget is derhalve niet meer benodigd.

  • Programma Aansluitingen (€ 21,4 miljoen): de lagere verplichtingen worden veroorzaakt door het doorschuiven van de gunning van de A15-N3 van 2016 naar 2017.

  • Programma Vervanging en Renovatie (€ 20,0 miljoen): de onderuitputting op de verplichtingen komt doordat in 2016 geen verplichtingen meer worden aangegaan met betrekking tot de Wantijbrug.

Hier tegenover staan hogere verplichtingen op:

  • N18 Varsseveld-Enschede (€ 97,4 miljoen) en A27/A1 Utrecht Noord – knooppunt Eemnes – aansluiting Bunschoten (€ 121,5 miljoen): in 2016 zijn de contracten van deze DBFM-projecten gesloten.

Artikel 13 Spoorwegen

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

13 Spoorwegen

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

2.244.286

2.929.650

– 217.865

– 547.979

2.163.806

Uitgaven

2.447.262

2.765.102

– 504.155

– 206.464

2.054.483

Waarvan juridisch verplicht

 

94%

   

100%

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.291.436

1.299.080

– 77.998

– 2.317

1.218.765

13.03 Aanleg

963.385

1.152.380

– 309.051

– 184.808

658.521

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

671.883

762.227

– 164.848

– 100.571

496.808

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

52.643

55.908

– 39.944

– 3.686

12.278

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

115.134

206.333

– 102.997

– 72.349

30.987

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

123.725

127.912

– 1.262

– 8.202

118.448

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

157.384

193.101

– 23.589

– 9.335

160.177

13.07 Rente en aflossing

17.020

48.786

– 31.765

– 1

17.020

13.08 Investeringsruimte

18.037

71.755

– 61.752

– 10.003

0

13.09 Ontvangsten

299.796

315.354

– 13.814

– 12.839

288.701

13.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit vier mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 184,8 miljoen. Verlagingen als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 170,0 miljoen) en overboekingen naar het Provinciefonds, Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds voor OV-SAAL middellange termijn (€ 11,3 miljoen) en Vleuten-Geldermalsen (€ 5,0 miljoen), met daartegenover een verhoging als gevolg van overige mutaties (€ 1,5 miljoen). Daarnaast vinden een aantal fasewisselingen plaats.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is in 2016 sprake van een onderprogrammering van € 26,5 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 143,5 miljoen minder gerealiseerd, wat leidt tot een voordelig saldo van € 170,0 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering wordt met name veroorzaakt door de volgende projecten:

  • Vleuten-Geldermalsen (€ 20,9 miljoen): de lagere uitgaven in 2016 hangen samen met een geactualiseerd termijnschema van de aannemer op een deelproject van Vleuten-Geldermalsen. Daarnaast zijn vanuit de regio in 2016 minder aanvragen ingediend voor specifieke maatregelen en is in 2016 een deel van het projectbudget onvoorzien niet benodigd.

  • PHS (€ 20,7 miljoen): de lagere uitgaven in 2016 worden met name veroorzaakt doordat de grondverwerving bij de deelprojecten Rijswijk-Rotterdam, Den Bosch-Vught, en Spooromgeving Geldermalsen trager verloopt dan gepland. Daarnaast is bij het deelproject Doorstroomstation Utrecht (DSSU) in 2016 sprake van een gunstige kostenontwikkeling en worden de geplande betalingen voor de uitvoering van ondergrondse trillingsreducerende constructies volgens een ander ritme gerealiseerd.

  • Beter Benutten Decentraal Spoor (€ 13,3 miljoen): de voor dit programma gereserveerde middelen worden aan de medeoverheden beschikbaar gesteld op basis van getekende plannen van aanpak. In 2016 zijn minder plannen van aanpak getekend dan verwacht.

  • Grensoverschrijdend Spoorvervoer (€ 10,2 miljoen): de lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat de IenM bijdrage aan het regionale project Hengelo-Bielefeld vertraagt. Pas in 2017 wordt duidelijk of aan de door IenM gestelde voorwaarden (met name de inpasbaarheid in de dienstregeling) wordt voldaan.

  • Utrecht Centraal (€ 9,1 miljoen): de lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat vertraging is opgetreden in de voortgang van het gemeentelijke deel van het project.

  • Goederenroute Elst-Deventer-Twente (€ 7,1 miljoen): bij het deelproject Zutphen is een vertraging opgetreden doordat de benodigde buitendienststelling later plaatsvindt dan verwacht. Daarnaast heeft de aanbesteding van de onderdoorgang Oostriklaan in Deventer vertraging opgelopen. Hierdoor vertraagt een deel van de uitgaven naar 2017.

  • Toegankelijkheid Stations (€ 6,7 miljoen): vanwege noodzakelijke aanpassingen in de diverse bestemmingsplannen en het combineren van meerdere activiteiten op de locaties, verschuift een deel van de uitgaven naar 2017.

  • Intensivering Spoor in Steden (€ 6,7 miljoen): in 2016 zijn minder uitkeringen aangevraagd door gemeenten dan geraamd.

Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Provinciefonds / Gemeentefonds / BTW-compensatiefonds: OV-SAAL middellange termijn

Voor de uitvoering van het programma OV SAAL middellange termijn wordt € 11,3 miljoen overgeboekt naar het Provinciefonds (provincie Noord-Holland), Gemeentefonds (gemeente Weesp) en het BTW-compensatiefonds.

Provinciefonds / BTW-compensatiefonds: Vleuten-Geldermalsen

Dit betreft een overboeking naar het Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds van € 5 miljoen ten behoeve van een bijdrage aan de provincie Utrecht voor het project Vleuten-Geldermalsen voor de spoorkruising Amersfoort.

Fasewisseling projecten

De deelprojecten PHS Ede en LVO Aftellers zijn overgegaan van de planuitwerkingsfase (13.03.04) naar de realisatiefase (13.03.01).

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 9,3 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt door lagere betalingen aan Infraspeed. Infraspeed heeft voor de aanleg van de HSL-Zuid een lening afgesloten waarvan IenM het renterisico draagt. Als gevolg van de lage rentestand vallen de beschikbaarheidsvergoedingen aan Infraspeed lager uit. Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

13.08 Investeringsruimte

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 10,0 miljoen, namelijk een verhoging als gevolg van de definitieve vaststelling BOV-subsidie 2015 (€ 3,3 miljoen) en een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 13,3 miljoen).

Definitieve vaststelling BOV-subsidie 2015

Uit de definitieve vaststelling van de BOV-subsidie ProRail over het jaar 2015 blijkt dat bij een aantal werkzaamheden meevallers zijn opgetreden in plaats van vertragingen. Hierdoor is in 2016 € 3,3 miljoen minder BOV-subsidie nodig. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de Investeringsruimte Spoorwegen.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 13,3 miljoen. Dit bedrag bestaat voor € 3,3 miljoen uit de terugbetaling van de BOV-subsidie door ProRail. Daarnaast wordt er in 2016 geen nieuwe dekking meer vanuit de investeringsruimte Spoorwegen voorzien, waardoor de resterende middelen ook naar 2017 schuiven (€ 10,0 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

13.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 12,8 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 14,0 miljoen), met daartegenover een verhoging als gevolg van overige mutaties (€ 1,2 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 14,0 miljoen. De lagere ontvangsten in 2016 worden veroorzaakt doordat de definitieve afrekening van de HSL-heffing over het jaar 2015 vertraagt naar 2017 (€ 7,4 miljoen), een bijdrage van provincies in het kader van decentrale lijnen verschuift naar 2017 (€ 2,2 miljoen), en doordat het nog af te sluiten convenant met Havenbedrijf Rotterdam over de onderhoudskosten van de sporen op de Tweede Maasvlakte naar verwachting niet meer dit jaar wordt gesloten (€ 4,4 miljoen). Het nadelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2016 worden met name veroorzaakt door:

  • PHS (€ 266,8 miljoen): de lagere verplichtingen in 2016 worden veroorzaakt door een vertraging van het tracébesluit van het vierde kwartaal van 2016 naar de eerste helft van 2017 van het deelproject Rijswijk-Delft Zuid. Hierdoor verschuift ook de subsidieaanvraag voor de realisatie van 2016 naar 2017.

  • Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte (€ 74,9 miljoen): de planstudie van het deelproject herinrichting van de emplacement Waalhaven Zuid vertraagt waardoor in 2016 minder verplichtingenbudget nodig is.

  • Sporendriehoek Noord Nederland (€ 45,6 miljoen): de lagere verplichtingen in 2016 worden veroorzaakt door vertragingen van de deelprojecten Spoorknoop Groningen en Blokverdichting Meppel.

  • Opstellen reizigerstreinen (€ 41,2 miljoen): om tot een optimale invulling van de beschikbare middelen te komen wordt momenteel een verkenning doorlopen die naar verwachting eind 2016 gereed is. Hierna zullen realisatiebeschikkingen worden afgegeven.

  • Infraspeed (€ 19,9 miljoen): de lagere verplichtingen in 2016 worden veroorzaakt door lagere betalingen aan Infraspeed. Infraspeed heeft voor de aanleg van de HSL-zuid een lening afgesloten waarvan IenM het renterisico draagt. Als gevolg van de lage rentestand vallen de beschikbaarheidsvergoedingen aan Infraspeed lager uit.

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

14 Regionaal, lokale infrastructuur

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

182.873

478.768

– 275.494

– 89.269

114.005

Uitgaven

278.714

189.797

– 39.047

– 9.627

141.123

Waarvan juridisch verplicht

 

46%

   

82%

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

133.159

128.526

– 27.301

– 868

100.357

14.01.02 Planuitw.progr. Reg/lok

22.868

21.136

– 15.638

– 497

5.001

14.01.03 Realisatieprogr. Reg/lok

113.210

109.373

– 13.646

– 371

95.356

14.01.04 Investeringsruimte

– 2.919

– 1.983

1.983

0

0

14.02 Regionale Mob. Fondsen

0

0

0

0

0

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

145.555

61.271

– 11.746

– 8.759

40.766

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

93.298

25.221

– 11.746

– 8.759

4.716

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob.fondsen

36.050

36.050

0

0

36.050

14.03.03 RSP – ZZL: REP

16.207

0

0

0

0

14.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit drie mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 0,9 miljoen. Een verhoging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 6,5 miljoen), met daartegenover verlagingen als gevolg van een overboeking naar het BTW-compensatiefonds voor de A12/A20 Parallelstructuur Gouwe (€ 6,6 miljoen) en overige mutaties (€ 0,8 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 6,5 miljoen. De hogere uitgaven in 2016 worden met name veroorzaakt doordat het project A12/A20 Parallelstructuur Gouwe voorspoediger verloopt dan verwacht. Hierdoor wordt een mijlpaalbetaling in 2016 gerealiseerd in plaats van in 2017. Het nadelig saldo wordt in 2017 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

BTW-compensatiefonds: A12/A20 Parallelstructuur Gouwe

Dit betreft een overboeking naar het BTW-compensatiefonds voor de uitvoering van het project A12/A20 Parallelstructuur Gouwe.

14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 8,8 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt door vertragingen bij twee RSP-projecten. Het project Sporen in Assen is vertraagd vanwege een herziene planning van treinvrije periodes (€ 3,3 miljoen). Daarnaast vertragen de voorbereidende werkzaamheden van het project Leeuwarden Werpsterhoek vanwege een uitgelopen grondonderzoek (€ 5,4 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2016 worden met name veroorzaakt door:

  • A12/A20 Parallelstructuur Gouwe (€ 6,3 miljoen): de lagere verplichtingen in 2016 worden voornamelijk veroorzaakt door een overboeking naar het BTW-compensatiefonds voor de uitvoering van het project A12/A20 Parallelstructuur Gouwe.

  • RSP-ZZL (€ 82,9 miljoen): de lagere verplichtingen in 2016 worden veroorzaakt door vertraging van het ontwerp-tracébesluit voor het RSP-project Groningen-Leeuwarden (€ 67,7 miljoen). Daarnaast vertraagt het RSP-project Sporen in Assen vanwege een herziene planning van de treinvrije periodes (€ 15,2 miljoen).

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

15 Hoofdvaarwegennet

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

     

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 
 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

1.131.208

1.338.236

– 16.935

14.124

1.335.425

Uitgaven

854.411

915.751

70.706

– 124.423

862.034

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

100%

15.01 Verkeersmanagement

8.412

8.412

16

0

8.428

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

411.347

426.597

– 950

– 18.697

406.950

15.02.01 Beheer en onderhoud

288.426

290.471

22.140

0

312.611

15.02.04 Vervanging

122.921

136.126

– 23.090

– 18.697

94.339

15.03 Aanleg

141.226

184.346

15.351

– 76.712

122.985

15.03.01 Realisatie

122.646

171.652

6.175

– 59.203

118.624

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

18.580

12.694

9.176

– 17.509

4.361

15.04 Geïntegreerde Contractvormen/PPS

6.184

9.738

35.478

– 29.014

16.202

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

301.578

300.994

6.475

0

307.469

15.06.01 Apparaatskosten RWS

271.463

271.826

6.418

0

278.244

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

30.115

29.168

57

0

29.225

15.07 Investeringsruimte

– 14.336

– 14.336

14.336

0

0

15.09 Ontvangsten

32.620

24.103

74.938

– 7.882

91.159

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 18,7 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat het groot onderhoud van stuwen binnen het project RINK Limburg is getemporiseerd ten gunste van andere prioritaire projecten (€ 14,4 miljoen). Daarnaast is sprake van vertraging bij de realisatie van de maatregelen van twee bruggen (de Postbrug en de Vlakebrug) binnen de Modernisering Objecten Bediening Zeeland (MOBZ) (€ 3,1 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

15.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit drie mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 76,7 miljoen. Verlagingen als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 83,8 miljoen) en een overboeking naar het Gemeentefonds voor Lekkanaal-Het Klooster (€ 2,5 miljoen), met daartegenover een verhoging als gevolg van correcties op de DBFM-conversies van Zeetoegang IJmond en 3e Kolk Beatrixsluis (€ 9,6 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is in 2016 sprake van een onderprogrammering van € 12,4 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 71,4 miljoen minder gerealiseerd, wat leidt tot een voordelig saldo van € 83,3 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering wordt met name veroorzaakt door de volgende projecten:

  • Twentekanalen, verruiming fase 2 (€ 6,4 miljoen): het betreft een actualisatie van de kasreeks op basis van de met de regio overeengekomen bestuursovereenkomst.

  • Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 62,8 miljoen): de onderuitputting komt doordat meer tijd nodig is voor het bereiken van overeenstemming over grondverwerving (€ 17,1 miljoen) en verschuivingen in de kasplanning (€ 45,7 miljoen).

Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Gemeentefonds: Lekkanaal-Het Klooster

Naar het Gemeentefonds is € 2,5 miljoen overgeboekt voor een bijdrage aan de gemeente Nieuwegein voor de landschappelijke inpassing van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op het bedrijvenpark «Het Klooster» in Nieuwegein. Hierin begrepen is de bijdrage vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed.

Correcties DBFM-conversies Zeetoegang IJmond en 3e Kolk Beatrixsluis

In de ontwerpbegroting 2017 hebben de DBFM-conversies Zeetoegang IJmond en 3e Kolk Beatrixsluis plaatsgevonden en zijn de budgetten vanaf 2016 overgeboekt van 15.03 Aanleg naar 15.04 Geïntegreerde Contractvormen. Deze overboekingen worden in 2016 voor in totaal € 9,6 miljoen teruggedraaid, omdat de uitgaven voor het niet-DBFM gedeelte in 2016 nog op 15.03 Aanleg worden verantwoord.

15.04 Geïntegreerde contractvormen

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft verlagingen van in totaal € 29,0 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 19,4 miljoen) en correcties op de DBFM-conversies van Zeetoegang IJmond en 3e Kolk Beatrixsluis (€ 9,6 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 19,4 miljoen. De lagere uitgaven komen voornamelijk door wijzigingen in de kasplanning met betrekking tot de DBFM-conversie van het project Zeetoegang IJmond (€ 14,8 miljoen). Daarnaast loopt bij het project Derde Kolk Beatrixsluis de verrekening met betrekking tot een tweetal posten (conditionering en gronden) vertraging op (€ 3,7 miljoen). Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Correcties DBFM-conversies Zeetoegang IJmond en 3e Kolk Beatrixsluis

In de ontwerpbegroting 2017 hebben de DBFM-conversies Zeetoegang IJmond en 3e Kolk Beatrixsluis plaatsgevonden en zijn de budgetten vanaf 2016 overgeboekt van 15.03 Aanleg naar 15.04 Geïntegreerde Contractvormen. Deze overboekingen worden in 2016 voor in totaal € 9,6 miljoen teruggedraaid, omdat de uitgaven voor het niet-DBFM gedeelte in 2016 nog op 15.03 Aanleg worden verantwoord.

15.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 7,9 miljoen. De lagere ontvangsten hangen voornamelijk samen met de lagere uitgaven met betrekking tot het project verbreding Wilhelminakanaal (€ 10,3 miljoen). De uitgaven worden niet meer in 2016 gedaan waardoor ook de ontvangsten doorschuiven naar 2017. Daarnaast zijn er hogere ontvangsten in het kader van verkeersbegeleidingstarief op scheepvaart (€ 4,0 miljoen). Het nadelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De hogere verplichtingen in 2016 worden met name veroorzaakt door:

  • 3e Kolk Beatrixsluis (€ 71,4 miljoen): in 2016 is het contract van dit DBFM-project gesloten.

  • Vaarweg Lemmer-Delfzijl, fase 1 (€ 50,7 miljoen): het verplichtingenbudget van dit project is eenzijdig opgehoogd om de totale verplichtingen in lijn te brengen met de totale uitgaven.

Hier tegenover staan lagere verplichtingen op:

  • Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 46,1 miljoen): de verschuivingen in de kasplanning hebben ook lagere verplichtingen tot gevolg.

  • Programma Vervanging en Renovatie (€ 37,3 miljoen): het groot onderhoud van stuwen binnen het project RINK Limburg is getemporiseerd ten gunste van andere prioritaire projecten (€ 27,7 miljoen). Daarnaast is sprake van vertraging bij de realisatie van de maatregelen van twee bruggen (de Postbrug en de Vlakebrug) binnen de Modernisering Objecten Bediening Zeeland (€ 9,6 miljoen).

  • Zeetoegang IJmond (€ 12,9 miljoen): de wijzigingen in de kasplanning met betrekking tot de DBFM conversie hebben ook lagere verplichtingen tot gevolg.

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

185.987

241.641

– 9.357

– 129.588

102.696

Uitgaven

98.963

165.045

– 34.851

– 48.698

81.496

Waarvan juridisch verplicht

 

49%

   

100%

17.01 Westerscheldetunnel

0

0

0

0

0

17.02 Betuweroute

4.555

7.416

– 1.381

– 4.021

2.014

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

20.183

38.436

– 31.914

– 5.138

1.384

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

4.604

5.702

3.204

– 1.972

6.934

17.07 ERTMS

41.338

55.446

– 5.739

– 15.806

33.901

17.08 Zuidasdok

28.283

58.045

979

– 21.761

37.263

17.09 Ontvangsten

40.441

41.838

– 454

– 446

40.938

17.02 Betuweroute

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 4,0 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 4,5 miljoen) en een verhoging als gevolg van overige mutaties (€ 0,5 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 4,5 miljoen. Op de Betuweroute worden maatregelen getroffen in het kader van brandveiligheid. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat de uitvoering van deze zogenoemde plasbrandverkleinende maatregelen minder snel verloopt dan verwacht. Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft verlagingen van in totaal € 5,1 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 5,0 miljoen) en overige mutaties (€ 0,1 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 5,0 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat de planuitwerkingfase voor de geluidsmaatregelen HSL-Zuid nog niet is afgerond. Voorts zijn de onderzoeken naar zettingsproblematiek nog niet afgerond. Hierdoor vertragen de maatregelen om de geluidshinder en de zettingsproblematiek te mitigeren. Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

17.07 ERTMS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 15,8 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2016 (€ 18,5 miljoen) en een verhoging als gevolg van een overboeking in het kader van het programma Beter Benutten (€ 2,7 miljoen).

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 18,5 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden met name veroorzaakt door het later op gang komen van de inhoudelijke werkzaamheden van het programma en daarmee ook het moment waarop specifieke werkzaamheden bij ProRail, NS en externe expertise volop van start zijn gegaan. Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Programma Beter Benutten

Op de begroting Hoofdstuk XII wordt bij de 2e suppletoire begroting budget binnen artikel 98 overgeheveld van ERTMS naar Beter Benutten. Om de projectbudgetten ongewijzigd te houden vindt op het Infrastructuurfonds een overboeking plaats van Beter Benutten naar ERTMS (€ 2,7 miljoen).

17.08 ZuidasDok

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 21,8 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat de factuur voor de aankoop van de autoparkeergarage niet meer in 2016 wordt verwacht. De voorgenomen aankoop bevindt zich in de afrondende fase. De daadwerkelijke betaling zal echter pas plaatsvinden als de omgevingsvergunning voor de vervangende parkeergarage verleend is. De afgifte van de omgevingsvergunning wordt – gezien de doorlooptijd van deze procedure – niet eerder dan in 2017 verwacht. Hierdoor schuift de betaling voor de parkeergarage ook door naar 2017. Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2016 worden met name veroorzaakt door:

  • Hogesnelheidslijn-Zuid (€ 75,1 miljoen): de lagere verplichtingen in 2016 worden veroorzaakt doordat de planuitwerkingfase voor de geluidsmaatregelen HSL-Zuid nog niet is afgerond. Daarnaast zijn de onderzoeken naar zettingsproblematiek nog niet afgerond. Hierdoor vertragen de maatregelen om de geluidshinder en de zettingsproblematiek te mitigeren.

  • ZuidasDok (€ 75,5 miljoen): de verplichting voor de tunnel en de A-10 wordt naar verwachting grotendeels in 2017 aangegaan in plaats van voor een deel in 2016 (€ 50,0 miljoen). Verder is de verplichting met betrekking tot de projectorganisatiekosten 2016 (€ 22,2 miljoen) neerwaarts bijgesteld.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

18 Overige uitgaven en ontvangsten

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

132.798

72.036

– 68.337

– 2.609

1.090

Uitgaven

93.481

35.544

– 71.018

37.469

1.995

Waarvan juridisch verplicht

 

47%

   

46%

18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen

0

0

0

0

0

18.02 Beter Benutten

128.431

61.845

– 61.845

0

0

18.03 Intermodaal vervoer

3.045

5.627

– 4.723

– 709

195

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

0

1.908

– 1.908

0

0

18.06 Externe veiligheid

2.005

6.164

– 2.542

– 1.822

1.800

18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise

0

0

0

0

0

18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov.uitgaven

0

0

0

0

0

18.07.02 Subsidies algemeen

0

0

0

0

0

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

0

0

0

0

0

18.08.01 Apparaatskosten RWS

0

0

0

0

0

18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten

0

0

0

0

0

18.11 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

18.11.01 Programmaruimte

0

0

0

0

0

18.11.02 Beleidsruimte

0

0

0

0

0

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

0

0

0

0

0

18.12.01 Beheer en onderhoud

0

0

0

0

0

18.12.02 Vervanging

0

0

0

0

0

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

0

0

0

0

0

18.14 Minregel: rentevrijval

0

0

0

0

0

18.15 Ramingsbijstelling en kasschuif

– 40.000

– 40.000

0

40.000

0

18.15.01 Ramingsbijstelling

0

0

0

0

0

18.15.02 Kasschuif

– 40.000

– 40.000

0

40.000

0

18.16 Reservering Omgevingswet

0

0

0

0

0

18.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

18.09.01 Ontvangsten

0

0

0

0

0

18.09.02 Tolopgave

0

0

0

0

0

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

0

207.607

0

0

207.607

18.06 Externe veiligheid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 1,8 miljoen. De lagere uitgaven in 2016 worden veroorzaakt doordat er dit jaar minder woningen worden aangekocht dan voorzien. Naar verwachting worden dit jaar drie woningen voor een totaalbedrag van € 1,8 miljoen aangekocht. Het voordelig saldo wordt in 2017 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

18.15 Ramingsbijstelling en kasschuif

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2016.

Saldo 2016

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 40 miljoen, welke wordt veroorzaakt door het inpassen van de minregel van € 40 miljoen. Deze minregel is het gevolg van de in de begroting 2016 verwerkte kasschuif van 2016 naar 2017 van € 40 miljoen ten behoeve van het rijksbrede financiële beeld. De meerjarige programmering is hierop toen niet aangepast, met een minregel in 2016 als gevolg. Het nadelig saldo wordt in 2017 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Verplichtingen

De lagere verplichtingen worden met name veroorzaakt door het programma Externe Veiligheid, waar een deel van het budget in 2016 niet benodigd is voor de aankoop van woningen.

Artikel 19 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Stand

vastgestelde

begroting

Stand 1e

suppletoire

begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e

suppletoire

begroting

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Ontvangsten

5.355.569

5.184.182

– 118.935

– 38.481

5.026.766

19.09 Ten laste van begroting IenM

5.355.569

5.184.182

– 118.935

– 38.481

5.026.766

19.09 Ontvangsten

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten is het gevolg van de overboekingen met de begroting Hoofdstuk XII. De belangrijkste overboekingen worden toegelicht in paragraaf 2.1. Overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties.

Licence