Base description which applies to whole site

BIJLAGE 1 SZA-KADER INCLUSIEF VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Deze bijlage bevat de volgens de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) verplichte aansluitingstabellen en (per artikel) de verplichte tabellen van het verdiepingshoofdstuk. In aanvulling daarop zijn dergelijke tabellen ook voor de premiegefinancierde regelingen opgenomen. De bijlage begint met een toelichting op de opbouw van het SZA-kader.

B.1.1 HET SZA-KADER

Het SZA-kader bevat zowel uitgaven van regelingen die begrotingsgefinancierd zijn als uitgaven van regelingen die premiegefinancierd zijn. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden uit belastinginkomsten betaald. De premiegefinancierde uitgaven worden voornamelijk door middel van premies gefinancierd. Tabel B.1.1 bevat een toelichting op de opbouw van de SZA-uitgaven.

Tabel B.1.1 SZA uitgaven (x € 1 mld)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totale uitgaven begroting

31,4

31,8

32,2

32,7

33,4

33,8

– Correctie rijksbijdragen

13,2

13,1

13,4

13,5

13,7

13,9

– Correctie Rbg-eng

0,6

0,6

0,6

0,4

0,4

0,4

– correctie LIV en LKV

     

0,5

0,8

0,8

– Correctie ontvangsten

0,8

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

+ Loon- en prijsbijstelling

0,0

0,3

0,5

0,7

0,9

1,0

A. SZA-uitgaven begroting

16,9

17,7

18,1

18,4

18,7

19,2

             

Totale uitgaven premie

56,5

57,5

58,0

58,3

58,8

59,2

– Correctie ontvangsten

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

B. SZA-uitgaven premie

56,1

57,1

57,6

57,9

58,4

58,8

             

C. Integratie-uitkering sociaal domein

2,9

2,7

2,5

2,4

2,3

2,2

             

Totale SZA-uitgaven (lopende prijzen) (A+B+C)

75,9

77,5

78,2

78,7

79,4

80,1

Allereerst wordt voor een dubbeltelling gecorrigeerd omdat sociale fondsen voor een deel gefinancierd worden uit begrotingsmiddelen (correctie rijksbijdragen). Dit betreft hoofdzakelijk een bijdrage aan het Ouderdomsfonds, welke nodig is omdat de opbrengsten van de AOW-premie onvoldoende zijn om de AOW-uitgaven te dekken. In 2016 worden de SZA-uitgaven hierdoor met € 13,1 miljard gecorrigeerd. Tevens vallen de apparaatuitgaven van SZW en enkele andere uitgaven niet onder het SZA-kader maar onder het kader Rbg-eng (€ 0,6 miljard). Vanaf het jaar 2018 worden de SZA-uitgaven gecorrigeerd voor de uitgaven ingevolge het lege-inkomensvoordeel (LIV) en de loonkostenvoordelen (LKV). Voor het gedeelte van de ontvangsten dat tot de niet-belastingontvangsten wordt gerekend wordt eveneens gecorrigeerd: € 0,6 miljard (terugontvangsten kinderopvang en Tegemoetkoming ouders) en € 0,4 miljard (ontvangsten UFO). De middelen voor de Wsw en het participatiebudget maken onderdeel uit van de integratie-uitkering sociaal domein. Deze uitgaven blijven onderdeel van het SZA-kader en worden bijgeteld. Het uitgavenplafond (SZA-kader) wordt in lopende prijzen uitgedrukt, wat betekent dat rekening wordt gehouden met toekomstige loon- en prijsontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de uitgaven. Voor de begrotingsgefinancierde regelingen staan de hiervoor gereserveerde middelen (€ 0,3 miljard) niet op de SZW-begroting, maar op een afzonderlijke begrotingspost die door de Minister van Financiën wordt beheerd. De premiegefinancierde uitgaven zijn al uitgedrukt in lopende prijzen. In lopende prijzen bedragen de SZA-uitgaven in 2016 € 77,1 miljard.

B.1.2 DE AANSLUITINGSTABELLEN

In dit onderdeel van de begroting worden de samenvattende aansluitingstabellen van de premie- en de begrotingsgefinancierde regelingen weergegeven, zowel voor de uitgaven als voor de ontvangsten. De mutaties in deze tabellen worden per artikel gedetailleerd opgenomen in het verdiepingshoofdstuk in onderdeel B.1.3 van deze bijlage.

De opbouw van deze tabellen verschilt van elkaar. Bij de begrotingsgefinancierde regelingen worden, conform de RBV, de mutaties als gevolg van de nota van wijziging, de 1e suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de nieuwe mutaties (Miljoenennota) vermeld. Bij de premiegefinancierde regelingen is geen sprake van een nota van wijziging of van een suppletoire wet. Voor deze regelingen worden de mutaties uitgesplitst naar uitvoeringsmutaties, macromutaties, loon- en prijsmutaties, beleidsmatige mutaties en kasschuiven. Bovendien wordt een onderverdeling aangebracht in reëel en nominaal.

Tabel B.1.2 Aansluitingstabel uitgaven begrotingsgefinancierd begroting 2015 naar begroting 2016 (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Ontwerpbegroting 2015

32.421.680

32.875.952

33.671.999

33.985.288

34.402.969

 

Vastgestelde begroting 2015

32.421.680

32.875.952

33.671.999

33.985.288

34.402.969

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 956.075

– 1.771.464

– 2.151.987

– 2.238.954

– 2.220.560

 

Totaal tot en met Voorjaarsnota 1e suppletoire

31.465.605

31.104.488

31.520.012

31.746.334

32.182.409

 

Mutaties Miljoenennota

– 19.498

662.662

659.869

980.384

1.232.411

 

Ontwerpbegroting 2016

31.446.107

31.767.150

32.179.881

32.726.718

33.414.820

33.843.461

Tabel B.1.3 Aansluitingstabel ontvangsten begrotingsgefinancierd begroting 2015 naar begroting 2016 (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Ontwerpbegroting 2015

1.685.276

1.702.071

1.677.543

1.681.076

1.687.165

 

Vastgestelde begroting 2015

1.685.276

1.702.071

1.677.543

1.681.076

1.687.165

 

Mutaties Voorjaarsnota

133.083

30.133

22.950

5.018

– 8.362

 

Totaal tot en met Voorjaarsnota 1e suppletoire

1.818.359

1.818.359

1.732.204

1.700.493

1.686.094

 

Mutaties Miljoenennota

31.001

– 8.197

30.163

34.124

66.157

 

Ontwerpbegroting 2016

1.849.360

1.724.007

1.730.656

1.720.218

1.744.960

1.740.604

Tabel B.1.4 Aansluitingstabel uitgaven premiegefinancierd begroting 2015 naar begroting 2016 (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Ontwerpbegroting 2015 reëel

56.529.702

56.396.879

56.178.668

56.131.989

55.853.717

55.623.471

Mutaties:

           

Uitvoeringsmutaties

107.691

118.849

142.168

147.740

167.848

163.318

Macro mutaties

– 530.034

– 798.978

– 928.243

– 1.013.166

– 941.101

– 910.477

Loon- en prijsontwikkeling

511.156

509.226

507.390

506.278

502.412

497.914

Beleidmatige mutaties

– 181.675

46.187

124.471

23.133

24.608

22.417

Kasschuiven

2.545

5.078

3.680

1.141

– 373

– 2.049

Diverse overige mutaties

63.366

11.024

– 15.685

– 19.993

– 13.127

– 14.804

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

56.502.751

56.288.265

56.012.449

55.777.122

55.593.984

55.379.790

             

Ontwerpbegroting 2015 nominaal

633.920

1.445.949

2.124.191

2.810.012

3.490.510

4.174.385

Mutaties:

           

Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

–122.764

271.028

327.984

228.563

217.872

122.361

Uitdelen loon- en prijsontwikkeling

– 511.156

– 509.226

– 507.390

– 506.278

– 502.412

– 497.914

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

1.207.751

1.944.785

2.532.297

3.205.970

3.798.832

             

Ontwerpbegroting 2016 totaal

56.502.751

57.496.016

57.957.234

58.309.419

58.799.954

59.178.622

Voor de aansluitingstabel van de ontvangsten premiegefinancierd wordt verwezen naar de aansluitingstabel bij artikel 5 van het verdiepingshoofdstuk.

B.1.3 HET VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Dit onderdeel bevat het verdiepingshoofdstuk van de SZW-begroting. In deze paragraaf wordt voor alle artikelen op de SZW-begroting de mutatie van uitgaven en ontvangsten tussen de ontwerpbegroting 2015 en de huidige ontwerpbegroting 2016 gedetailleerd toegelicht. Dit gebeurt zowel voor de begrotingsgefinancierde als voor de premiegefinancierde regelingen.

B.1.3.1 Arbeidsmarkt

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

17.525

22.442

22.417

23.407

22.407

22.407

Amendementen

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

121

– 984

– 1.032

168

– 32

– 32

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Budgettair neutrale herschikkingen

1.729

650

– 759

– 1.081

– 1.081

– 1.081

2. Overboekingen met departementen

– 396

– 500

– 500

– 500

– 120

 
             

Stand ontwerpbegroting 2016

18.604

21.233

19.751

21.619

20.799

20.919

  • 1. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 2. Er zijn in totaal 6 overboekingen met andere departementen verwerkt.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

33.748

36.067

36.067

36.067

36.067

36.067

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Bijstelling raming boeteontvangsten

– 8.278

– 6.431

       
             

Stand ontwerpbegroting 2016

25.470

29.636

36.067

36.067

36.067

36.067

  • 1. Bijstelling van de raming boeteontvangsten op basis van realisatiegegevens.

B.1.3.2 Bijstand, Participatiewet, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

6.529.723

6.594.724

6.605.624

6.740.347

6.881.476

6.973.134

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 25.768

– 9.418

202.049

116.342

100.342

157.067

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Macro mutaties

24.681

12.625

– 101.335

– 136.469

– 158.006

– 182.582

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

14.772

14.838

15.053

15.613

15.773

15.958

3. Budgettair neutrale herschikkingen

– 277

1.059

1.511

1.264

1.264

– 992

4. Taaleis

0

– 2.500

– 5.000

– 5.000

– 5.000

– 5.000

5. Harmonisatie instrumenten Participatiewet

0

– 5.000

– 7.000

– 10.000

– 13.000

– 14.000

6. Overboekingen met departementen

– 3.523

– 3.500

       

7. Kasschuif sectorplannen

– 16.475

8.250

8.225

     
             

Stand ontwerpbegroting 2016

6.523.133

6.611.078

6.719.127

6.722.097

6.822.849

6.943.585

  • 1. De ramingen voor het Macrobudget participatiewetuitkeringen, AIO en de TW zijn aangepast op basis van ontwikkelingen in de werkloosheid en realisaties en op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV, de SVB en de gemeenten.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten Macrobudget participatiewetuitkeringen, BBZ, AIO, TW en Onderstand CN op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Door invoering van de Wet Taaleis ontstaat een hogere uitstroom uit de Participatiewet en nemen de uitkeringslasten af.

  • 5. Het Macrobudget participatiewetuitkeringen is verlaagd omdat loonkostensubsidies worden stopgezet als betreffende werknemers een ziektewetuitkering ontvangen. Dit vloeit voort uit het wetsvoorstel Harmonisatie van instrumenten in de Participatiewet.

  • 6. In 2015 en 2016 is een bedrag van € 3,5 miljoen overgeboekt naar het Gemeentefonds ten behoeve van extra inzet van centrumgemeenten op jeugdwerkloosheid.

  • 7. Het betaalritme van de eerste en tweede tranche sectorplannen is gewijzigd. Met deze kasschuif wordt het kasritme van de beschikbare middelen daarop aangepast.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

500

500

500

500

500

500

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

26.000

         
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Boedelscheiding SVB Nederlandse Antillen

903

3.475

2.572

2.572

2.572

 

2. Correctie

– 500

– 500

– 500

– 500

– 500

– 500

3. Restituties

15.814

         
             

Stand ontwerpbegroting 2016

42.717

3.475

2.572

2.572

2.572

 
  • 1. Opbrengsten uit de boedelscheiding van de SVB op de Nederlandse Antillen.

  • 2. Correctie van de ontvangstenraming op terugontvangsten beleidondersteunende budgetten.

  • 3. De restituties hebben betrekking op verrekeningen inzake betaalde rijksvergoedingen Bijstand aan zelfstandigen in 2014.

B.1.3.3 Arbeidsongeschiktheid

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

604

624

646

678

711

757

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

13

13

14

14

15

16

2. Ramingsbijstelling

136

128

118

110

102

93

             

Stand ontwerpbegroting 2016

753

765

778

802

828

866

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. De ramingsbijstelling heeft betrekking op volume- en prijsontwikkelingen en op de koersverschillen tussen de dollar en de euro.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

8.959.444

8.999.726

9.060.192

9.121.339

9.233.883

9.386.452

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

94.492

94.895

74.627

60.594

60.049

52.662

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

91.197

91.867

92.700

93.490

94.807

96.383

3. Overig

2.715

2.587

2.408

2.352

2.314

2.257

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

9.147.848

9.189.075

9.229.927

9.277.775

9.391.053

9.537.754

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

107.305

207.778

295.645

384.023

477.079

575.753

Mutaties:

           

4. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 16.108

43.190

57.380

58.042

59.413

60.459

5. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

– 91.197

– 91.867

– 92.700

– 93.490

– 94.807

– 96.383

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

159.101

260.325

348.575

441.685

539.829

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

9.147.848

9.348.176

9.490.252

9.626.350

9.832.738

10.077.583

  • 1. Het geraamde aantal mensen met een IVA-uitkering en de gemiddelde jaaruitkering in de IVA zijn naar boven bijgesteld. Hierdoor zijn de IVA-uitgaven opwaarts bijgesteld. De WGA-uitgaven zijn neerwaarts bijgesteld. Dit komt met name doordat de instroom in de WGA neerwaarts is bijgesteld en de doorstroom van de WGA naar de IVA opwaarts. Deze bijstellingen zijn gedaan op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV. De WAO-uitgaven zijn opwaarts bijgesteld. Dit komt met name door een hogere gemiddelde uitkering en een lagere uitstroom op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. Diverse overige mutaties.

  • 4. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 5. Zie 2.

B.1.3.4 Jonggehandicapten

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 4 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

3.113.430

3.184.000

3.227.228

3.146.345

3.194.554

3.224.494

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 60.200

– 35.345

– 35.498

– 35.345

– 30.497

– 20.490

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

28.756

29.421

29.918

29.274

29.891

30.247

2. Uitvoering

21.466

         

3. Compensatie Jeugdwerkloosheid

– 3.700

– 3.700

       
             

Stand ontwerpbegroting 2016

3.099.752

3.174.376

3.221.648

3.140.274

3.193.948

3.234.251

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Bijstelling van de raming op basis van de Juninota van het UWV. De gemiddelde prijs valt hoger uit dan eerder is geraamd.

  • 3. Uit het re-integratiebudget zijn ter dekking van de intensivering van de maatregelen Jeugdwerkloosheid middelen overgeheveld naar artikel 11 (zie artikel 11).

B.1.3.5 Werkloosheid

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

41.859

45.301

48.396

57.297

67.130

85.498

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

2.912

16.036

13.083

2.346

9.930

9.541

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

281

442

546

577

744

917

2. Uitvoering

3.530

4.841

5.271

1.337

1.236

1.846

             

Stand ontwerpbegroting 2016

48.582

66.620

67.296

61.557

79.040

97.802

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. De raming van de IOW-uitgaven is naar boven bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV. De ontwikkeling van de IOW-uitgaven volgt meerjarig de doorwerking van WW-instroom uit voorgaande jaren, de AOW-leeftijdsverhoging en de WW-duurverkorting. De uitgavenraming van de Cessantiawet is neerwaarts bijgesteld als gevolg van volume- en prijsontwikkeling.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

7.495.036

7.321.433

7.242.252

7.159.532

6.801.605

6.416.032

             

Mutaties:

           

1. Macro mutaties

– 530.034

– 774.640

– 905.405

– 994.107

– 924.758

– 896.688

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

105.975

101.431

99.581

97.386

92.087

85.672

3. Betalingssystematiek WW

– 117.000

         

4. Fraudewet

10.751

10.555

10.191

10.271

10.423

10.501

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

6.694.728

6.658.779

6.446.619

6.273.082

5.979.357

5.615.517

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

144.937

227.302

305.305

382.259

440.378

489.133

Mutaties:

           

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 38.962

8.299

– 5.224

– 20.330

– 29.217

– 40.236

6. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

–105.975

–101.431

–99.581

–97.386

–92.087

–85.672

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

134.170

200.500

264.543

319.074

363.225

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

6.964.728

6.792.949

6.647.119

6.537.625

6.298.431

5.978.742

  • 1. Op basis van neerwaarts bijgestelde werkloosheidsramingen van het CPB en uitvoeringsinformatie van het UWV is de raming van het volume uitkeringsjaren WW meerjarig neerwaarts bijgesteld. Tevens is de raming van het saldo overige lasten en baten WW neerwaarts bijgesteld. Dit betreft onder meer de loonovername bij faillissement.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. De betalingssystematiek van de WW-uitkering gaat als gevolg van de inkomensverrekening in de Wwz over van een wekensystematiek naar een maandsystematiek. De uitkering wordt dan na afloop van de maand waarop deze betrekking heeft uitbetaald. Dit zorgt voor een kaseffect waardoor de WW-uitgaven in 2015 € 117 miljoen lager uitkomen.

  • 4. Naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de Fraudewet op punten aangepast. Dit leidt naar verwachting tot hogere WW-uitgaven.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 6. Zie 2.

Ontvangsten premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

420.085

420.085

420.085

420.085

420.085

420.085

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 41.494

– 41.494

–  41.494

– 41.494

– 41.494

– 41.494

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

6.409

6.409

6.409

6.409

6.409

6.409

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

385.000

385.000

385.000

385.000

385.000

385.000

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

8.343

13.236

17.861

22.534

27.257

32.030

Mutaties:

           

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 1.934

1.013

591

154

– 287

– 732

4. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

– 6.409

– 6.409

– 6.409

– 6.409

– 6.409

– 6.409

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

7.840

12.043

16.279

20.561

24.889

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

385.000

392.840

397.043

401.279

405.561

409.889

  • 1. Overheidswerkgevers zijn eigen-risicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is naar beneden bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van het UWV.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 4. Zie 2.

B.1.3.6 Ziekte en zwangerschap

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

6.743

6.830

6.920

7.054

7.192

7.383

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

102

104

105

106

108

111

2. Uitvoering

521

482

442

408

373

334

3. Nadere afrekening over 2014

117

         
             

Stand ontwerpbegroting 2016

7.483

7.416

7.467

7.568

7.673

7.828

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Bijstelling van de Ziekteverzekering Caribisch Nederland op grond van volume- en prijsontwikkelingen en vanwege koersverschillen tussen de dollar en de euro.

  • 3. Begrotingsgefinancierde regelingen worden gedurende het jaar aan uitvoeringsinstanties bevoorschot en achteraf exact afgerekend. De nabetaling over 2014 heeft betrekking op de TAS.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

2.595.946

2.590.438

2.586.962

2.590.376

2.589.123

2.587.797

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 28.050

– 46.419

– 49.393

– 46.158

– 35.104

– 27.659

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

39.213

39.621

39.643

39.924

40.177

40.318

3. Harmonisatie instrumenten Participatiewet

 

12.000

18.000

26.000

32.000

35.000

4. Overige mutaties

1.195

– 227

– 2.267

– 2.258

– 2.241

– 2.233

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

2.608.304

2.595.413

2.592.945

2.607.884

2.623.955

2.633.223

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

51.467

81.509

109.858

138.795

167.815

197.110

Mutaties:

           

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 12.254

10.919

10.837

11.313

12.377

13.283

6. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

– 39.213

– 39.621

– 39.643

– 39.924

– 40.177

– 40.318

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

52.807

81.052

110.184

140.015

170.075

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

2.608.304

2.648.220

2.673.997

2.718.068

2.763.970

2.803.298

  • 1. De raming is bijgesteld op basis van uitvoeringsgegevens van het UWV. Bij de WAZO zijn zowel het volume als de gemiddelde hoogte van de uitkering naar beneden bijgesteld. De ZW-uitgaven zijn op basis van uitvoeringsgegevens van het UWV in beperkte mate naar boven bijgesteld.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. Met het wetsvoorstel Harmonisatie van instrumenten in de Participatiewet komt de gemeentelijke doelgroep van de banenafspraak onder de no-riskpolis in de ZW te vallen.

  • 4. Diverse overige mutaties.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 6. Zie 2.

B.1.3.7 Kinderopvang

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

2.408.446

2.445.825

2.499.102

2.566.716

2.635.254

2.642.458

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 239.802

– 288.277

– 355.372

– 404.002

– 455.621

– 445.925

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

6.319

6.290

6.264

6.323

6.372

6.419

2. Budgettair neutrale herschikkingen

990

– 84

– 363

– 482

– 682

– 682

3. Technische correctie

       

557

 

4. Kasschuif

– 1.176

717

459

     

5. Intensivering kinderopvang

20.000

220.000

269.000

293.000

293.000

293.000

6. Uitvoering

– 43.000

– 19.000

– 19.000

– 43.000

– 43.000

– 43.000

             

Stand ontwerpbegroting 2016

2.194.777

2.365.471

2.400.090

2.418.555

2.435.880

2.452.270

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Als gevolg van de stijging van de uitgaven in 2020 stijgen ook de uitgaven 2019 op kasbasis (AWIR-effect).

  • 4. Kasschuif van middelen voor invoering van het peuterplan vanwege uitstel van invoering naar 2018 (€ 0,459 miljoen) en een kasschuif voor de subsidieregeling Versterking Taal- en Interactievaardigheden Beroepskrachten en Gastouders in de Kinderopvang (€ 0,717 miljoen).

  • 5. Intensivering in de kinderopvangtoeslag door het verhogen van de toeslagpercentages vanaf 2016. De hiermee gepaard gaande hogere kosten in januari 2016 (€ 20 miljoen) worden in december 2015 betaald.

  • 6. Ramingsbijstelling kinderopvangtoeslag op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

1.408.866

1.419.568

1.393.933

1.399.137

1.406.458

1.406.458

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

97.913

32.617

25.344

6.206

– 7.933

– 9.673

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Restituties

342

         

2. Bijstelling ontvangstenraming

20.000

– 20.000

       
             

Stand ontwerpbegroting 2016

1.527.121

1.432.185

1.419.277

1.405.343

1.398.525

1.396.785

  • 1. De restituties hebben betrekking op verrekeningen inzake betaalde rijksvergoedingen Kinderopvangtoeslag in 2014.

  • 2. Ramingsbijstelling ontvangsten kinderopvangtoeslag op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst.

B.1.3.8 Oudedagsvoorziening

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

31.890

35.632

31.987

26.449

22.826

17.229

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

76.355

         
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

366

368

375

361

371

368

2. Verlengen en uitbreiden Overbruggingsregeling AOW

 

400

700

900

3.900

10.700

3. Uitvoering

3.527

3.475

3.604

3.551

3.675

3.559

4. Overige mutaties

 

139

287

283

293

288

5. Nadere afrekening over 2014

1.199

         
             

Stand ontwerpbegroting 2016

113.337

40.014

36.953

31.544

31.065

32.144

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. De OBR wordt verlengd van 1-1-2019 tot 1-1-2023 en de OBR wordt verruimd door deze, voor wat betreft de versnelling van de verhoging van de AOW-leeftijd, ook open te stellen voor mensen die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 met Vut- of prepensioen zijn gegaan.

  • 3. Bijstelling van de Algemene Ouderdomsverzekering Caribisch Nederland op grond van volume- en prijsontwikkeling en op de koersverschillen tussen de dollar en de euro.

  • 4. Diverse overige mutaties.

  • 5. Begrotingsgefinancierde regelingen worden gedurende het jaar aan uitvoeringsinstanties bevoorschot en achteraf exact afgerekend. De nabetaling over 2014 heeft betrekking op de MKOB.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

           
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Restituties

621

         
             

Stand ontwerpbegroting 2016

621

         
  • 1. De restituties hebben betrekking op verrekeningen inzake betaalde rijksvergoedingen OBR in 2014.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

35.465.812

35.550.439

35.453.030

35.467.128

35.454.500

35.467.135

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

40.829

65.524

112.622

131.704

143.381

139.064

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

268.524

270.317

269.739

269.905

269.849

270.043

3. Tijdelijke inkomensondersteuning AOW

– 75.426

         

4. Uitstel kostendelersnorm 1,5 jaar

 

27.000

104.000

     

5. Versnelde verhoging AOW leeftijd

 

– 3.368

– 7.720

– 13.138

– 17.815

– 23.084

6. Overige mutaties

4.636

2.638

743

– 906

6.700

7.372

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

35.704.375

35.912.550

35.932.414

35.854.693

35.856.615

35.860.530

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

312.453

892.396

1.361.176

1.837.825

2.323.150

2.815.160

Mutaties:

           

7. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

– 43.929

213.525

270.802

186.165

182.878

97.043

8. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

– 268.524

– 270.317

– 269.739

– 269.905

– 269.849

– 270.043

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

835.604

1.362.239

1.754.085

2.236.179

2.642.160

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

35.704.375

36.748.154

37.294.653

37.608.778

38.092.794

38.502.690

  • 1. De raming is op basis van uitvoeringsinformatie van de SVB bijgesteld. Het aantal mensen met een AOW-uitkering stijgt als gevolg van de gestegen levensverwachting.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. Het wetsvoorstel inkomensondersteuning AOW is niet per 1-1-2015 maar per 1-2-2015 in werking getreden. Hierdoor is de financieringsschuif van algemene middelen naar het Ouderdomsfonds ook niet met ingang van 1-1-2015 geformaliseerd. De inkomensondersteuning is in januari 2015 nog uit de algemene middelen naar de SVB overgemaakt ten behoeve van de bevoorschotting door de SVB in januari. Dit is in de 1e suppletoire begroting 2015 geformaliseerd.

  • 4. Omdat de invoering van de kostendelersnorm AOW met 1,5 jaar extra is uitgesteld tot 1 januari 2018 vallen de AOW-uitgaven in 2016 en 2017 hoger uit.

  • 5. Door de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd vallen ook de uitgaven aan de inkomensondersteuning AOW hoger uit.

  • 6. Diverse overige mutaties.

  • 7. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 8. Zie 2.

B.1.3.9 Nabestaanden

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

829

858

887

931

977

1.040

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

18

19

19

20

21

22

2. Uitvoering

208

195

183

173

162

151

3. Overige mutaties

 

11

23

23

24

25

             

Stand ontwerpbegroting 2016

1.055

1.083

1.112

1.147

1.184

1.238

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Bijstelling van de Algemene weduwen- en wezenverzekering Caribisch Nederland op grond van volume- en prijsontwikkeling en vanwege de koersverschillen tussen de dollar en de euro.

  • 3. Diverse overige mutaties.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

470.327

442.201

428.713

415.320

405.270

405.376

             

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

4.004

3.816

3.685

3.558

3.478

3.472

2. Overige mutaties

– 2.569

3.952

2.330

883

1.866

1.133

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

471.762

449.969

434.728

419.761

410.614

409.981

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

4.670

7.943

10.144

10.749

10.858

11.109

Mutaties:

           

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 666

1.649

2.245

2.208

2.259

2.309

4. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

– 4.004

– 3.816

– 3.685

– 3.558

– 3.478

– 3.472

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

5.776

8.704

9.399

9.639

9.946

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

471.762

455.745

443.432

429.160

420.253

419.927

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Diverse overige mutaties.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 4. Zie 2.

B.1.3.10 Tegemoetkoming ouders

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

5.389.722

5.348.967

5.307.978

5.286.704

5.263.602

5.243.347

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 10.566

16.266

36.147

40.074

44.345

46.916

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Nader afrekening over 2015

1.238

         

2. Geen woonlandbeginsel Marokko

2.300

1.200

1.800

1.700

1.600

1.500

3. Kinderbijslag Caribisch Nederland

 

1.740

1.740

1.740

1.740

1.740

4. Uitvoering

– 76.243

– 84.152

– 76.404

– 76.147

– 76.082

– 76.066

5. Verhoging WKB-bedragen

4.716

45.447

31.222

31.000

30.952

30.947

             

Stand ontwerpbegroting 2016

5.311.167

5.329.468

5.302.483

5.285.071

5.266.157

5.248.384

  • 1. Begrotingsgefinancierde regelingen worden gedurende het jaar aan uitvoeringsinstanties bevoorschot en achteraf exact afgerekend. De nabetaling over 2014 heeft betrekking op de AKW.

  • 2. Als gevolg van een uitspraak van het Hof van Den Haag mag op de WKB het woonlandbeginsel niet toegepast worden voor Marokko en moeten bestaande rechten geëerbiedigd worden.

  • 3. Budgettair effect van het invoeren van een kinderbijslagvoorziening voor Caribisch Nederland.

  • 4. Uitvoeringsinformatie van de belastingdienst geeft aanleiding om de eerdere raming van het kindgebonden budget naar beneden bij te stellen.

  • 5. Ter ondersteuning van de inkomenspositie van gezinnen wordt het 2e kindbedrag eenmalig en het bedrag voor 3e en verdere kinderen structureel verhoogd.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

237.589

241.563

242.870

241.600

240.568

240.175

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 330

– 1.984

– 1.894

– 688

71

367

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Nader afrekening over 2015

2.100

         

2. Overige mutaties

– 3

– 109

– 553

– 426

– 243

– 161

3. Verhoging WKB-bedragen

2

445

2.789

3.525

3.558

3.529

             

Stand ontwerpbegroting 2016

239.358

239.915

243.212

244.011

243.954

243.910

  • 1. De restituties hebben betrekking op verrekeningen inzake betaalde rijksvergoedingen TOG, TOG+ en WKB in 2014.

  • 2. Diverse overige mutaties.

  • 3. De onder punt 5. bij de uitgaven opgenomen mutatie leidt ook tot hogere ontvangsten.

B.1.3.11 Uitvoering

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

462.130

409.864

359.257

353.033

333.241

331.196

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

2.487

49.691

72.871

60.208

47.932

41.041

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

658

582

510

502

473

470

2. Uitvoering

 

– 1.947

1.594

1.215

1.072

1.061

3. Budgettair neutrale herschikkingen

– 36.297

– 4.623

– 580

485

485

1.708

4. Harmonisatie instrumenten Participatiewet

 

1.000

1.000

1.000

2.000

2.000

5. Extra inzet jeugdwerkloosheid

3.700

3.700

       
             

Stand ontwerpbegroting 2016

432.678

458.267

434.652

416.443

385.203

377.476

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitvoeringskosten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. De ramingen zijn bijgesteld voor veranderde volumeprognoses van diverse regelingen.

  • 3. Budgettair neutrale herschikkingen zowel binnen de totale uitvoeringskosten (begroting en premiegefinancierde) als binnen de SZW-begroting.

  • 4. Met het wetsvoorstel Harmonisatie van instrumenten in de Participatiewet komt de gemeentelijke doelgroep van de banenafspraak onder de no-riskpolis in de ZW te vallen, de uitvoeringskosten voor het UWV nemen daardoor toe.

  • 5. Ten behoeve van intensivering van de maatregelen Jeugdwerkloosheid zijn extra middelen beschikbaar gesteld (zie ook toelichting artikel 4).

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

10.000

         
             

Stand ontwerpbegroting 2016

10.000

         
Uitgaven premiegefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015 reëel

1.543.137

1.492.642

1.407.519

1.378.294

1.369.336

1.360.679

             

Mutaties:

           

1. Macro mutaties

 

– 24.338

– 22.838

– 19.059

– 16.343

– 13.789

2. Loon- en prijsbijstelling 2015

2.243

2.174

2.042

2.015

2.014

2.026

3. Uitvoering

420

4.849

4.312

1.600

– 478

– 749

4. Overige mutaties

8.635

13.921

– 1.047

– 1.247

– 2.247

– 2.247

5. Kasschuiven

2.545

5.078

3.680

1.141

– 373

– 2.049

6. Herschikkingen binnen de totale uitvoeringskosten

48.754

– 11.847

– 17.852

– 18.817

– 19.519

– 21.086

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

1.605.734

1.482.479

1.375.816

1.343.927

1.332.390

1.322.785

             

Stand ontwerpbegroting 2015 nominaal

13.088

29.021

42.063

56.361

71.230

86.120

Mutaties:

           

7. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 10.845

– 6.554

– 8.056

– 8.835

– 9.838

– 10.497

8. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2015

– 2.243

– 2.174

– 2.042

– 2.015

– 2.014

– 2.026

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

0

20.293

31.965

45.511

59.378

73.597

             

Stand ontwerpbegroting 2016 totaal

1.605.734

1.502.772

1.407.781

1.389.438

1.391.768

1.396.382

  • 1. De raming is aangepast aan de ontwikkelingen in de werkloosheid.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitvoeringskosten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 3. De raming is bijgesteld op basis van volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door het UWV en de SVB.

  • 4. Diverse overige mutaties.

  • 5. De kasschuiven betreffen correcties op eerder verwerkte kasschuiven.

  • 6. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de totale uitvoeringskosten (zowel begrotings- als premiegefinancierd).

  • 7. Nominale ontwikkeling van bovenstaande mutaties van de uitvoeringskosten (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 8. Zie 2.

B.1.3.12 Rijksbijdragen

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 12 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

13.952.163

14.340.968

15.106.410

15.320.204

15.507.182

15.719.710

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 744.610

– 1.546.410

– 2.084.410

– 2.012.510

– 1.938.410

– 1.940.210

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Macro mutaties

– 1.500

66.300

69.900

73.900

78.200

82.700

2. Uitvoering

– 1.016

156

298

601

1.002

1.318

3. Rijksbijdrage Ouderdomsfonds

 

286.300

286.700

129.300

77.400

77.600

             

Stand ontwerpbegroting 2016

13.147.314

13.378.898

13.511.495

13.205.037

13.725.374

13.941.118

  • 1. De raming van de rijksbijdrage in de heffingskorting AOW is op basis van macro-economische gegevens bijgesteld.

  • 2. De ramingen van de rijksbijdragen ZEZ, AO en Anw-tegemoetkoming zijn op basis uitvoeringsgegevens uit de juninota van het UWV bijgesteld.

  • 3. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bijgesteld op basis van macro informatie van het CPB.

B.1.3.13 Integratie en maatschappelijke samenhang

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

123.166

121.907

122.584

113.558

112.558

112.558

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

25.223

21.425

14.550

12.100

13.100

13.100

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

337

339

336

336

331

331

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 1.556

725

1.275

6.050

4.000

4.000

3. Overboekingen met andere departementen

– 126

– 118

– 118

– 118

   
             

Stand ontwerpbegroting 2016

147.044

144.278

138.627

131.926

129.989

129.989

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er zijn twee overboekingen met OCW en VWS verwerkt.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

1.000

800

600

200

   
             

Stand ontwerpbegroting 2016

1.000

800

600

200

   

B.1.3.96 Apparaat

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

277.741

228.340

223.522

215.609

215.399

215.269

Amendementen

750

750

750

750

750

750

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

11.565

1.039

1.039

– 461

– 461

– 461

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

1.035

884

865

831

830

830

2. Budgettair neutrale herschikkingen

446

5.491

7.444

8.136

8.161

8.266

3. Overboekingen departementen

1.293

1.734

1.732

1.732

1.732

1.732

4. Herverdeling prijzen kantoren

 

7.056

1.197

880

821

777

5. Rijksschoonmaakorganisatie

2.683

16.960

24.549

26.749

55.893

55.685

6. Kasschuif

– 500

 

500

     
             

Stand ontwerpbegroting 2016

295.013

262.254

261.598

254.226

283.125

282.848

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er zijn 9 overboekingen met andere departementen verwerkt. Twee daarvan (totaal € 1,7 miljoen) hebben betrekking op de inrichting van een gezamenlijk financieel dienstencentrum.

  • 4. Interdepartementale herverdeling van de huisvestingsbudgetten in verband met de eenheidsprijzen voor huisvesting in 2020.

  • 5. Vanaf 2016 wordt de Rijksschoonmaakorganisatie geleidelijk op de begroting van SZW geplaatst. Onder de uitgaven zijn zowel de transitiekosten als de kosten van de schoonmakers opgenomen. Onder de ontvangsten staan de schoonmaakkosten die bij departementen worden gedeclareerd.

  • 6. Met een kasschuif sluiten de middelen «Van werk naar werk» beter aan op de behoefte.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

3.573

3.573

3.573

3.572

3.572

3.572

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 500

– 500

– 500

– 500

– 500

– 500

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Inningskosten Brzo

 

1.995

4.244

5.085

5.085

5.085

2. Rijksschoonmaakorganisatie

 

12.928

21.611

23.868

55.685

55.685

             

Stand ontwerpbegroting 2016

3.073

17.996

28.928

32.025

63.842

63.842

  • 1. Doorberekening van de toezichtskosten Besluit Risico’s Zware Ongevallen (Brzo) aan bedrijven met ingang van 2016.

  • 2. Zie uitgavenmutatie nr. 5.

B.1.3.98 Algemeen

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 98 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

46.326

47.445

42.552

42.362

47.562

43.362

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

– 6.289

– 996

– 513

– 488

– 283

– 188

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2015

1.112

1.029

642

401

423

423

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 901

– 1.301

– 2.006

– 3.731

– 3.536

– 3.631

3. Overboekingen departementen

– 4.155

– 565

– 565

– 565

– 565

– 565

4. Uitvoeringskosten Kinderbijslag Caribisch Nederland

492

1.219

776

776

776

460

5. Kasschuif

– 1.600

400

1.200

     
             

Stand ontwerpbegroting 2016

34.985

47.231

42.086

38.755

44.377

39.861

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2015 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er zijn 2 overboekingen met andere departementen verwerkt. Een bedrag van € 4,2 miljoen ten behoeve van de Landelijke Coördinatiepunten Fraudebestrijding is overgeboekt naar het Gemeentefonds.

  • 4. De uitvoeringskosten Kinderbijslag Caribisch Nederland zijn toegevoegd aan het budget voor de Rijksdienst Caribisch Nederland.

  • 5. De handhaving voorlichtingscampagne «weet hoe het zit» is een half jaar uitgesteld. Het gereserveerde budget voor deze campagne zal nu in 2016 tot uitgaven leiden. In de uitvoeringskosten van de sectorplannen dient een kasschuif van € 1,2 miljoen te worden verwerkt van 2015 naar 2017.

B.1.3.99 Nominaal en onvoorzien

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 99 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

19.383

42.225

66.489

84.594

90.898

92.898

Amendementen

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

12.497

5.509

– 14.901

– 17.386

– 10.905

6.588

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Uitdelen LPO naar artikelen

– 3.174

– 2.865

– 2.370

– 2.087

– 2.074

– 2.071

2. Budgettair neutrale herschikkingen

 

– 9.478

– 11.629

– 14.761

– 16.961

– 18.961

3. Overboekingen departementen

– 2.815

– 3.637

– 1.087

2.463

7.663

8.663

4. Diverse reserveringen en dekkingen

– 1.856

22.855

14.881

14.667

– 1.991

9.140

5. Kasschuif

– 10.953

6.048

9.307

1.524

– 5.926

 

6. Voorschoolse voorziening peuters

 

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

7. Uitbreiding kraamverlof

   

40.000

65.000

70.000

70.000

8. Beschut werk

 

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

9. Lage-inkomensvoordeel (LIV)

     

493.000

493.000

493.000

10. Uitvoeringskosten LIV

   

7.000

7.000

7.000

7.000

11. Loonkostenvoordelen

       

297.000

297.000

             

Stand ontwerpbegroting 2016

12.707

90.282

147.315

683.639

987.329

1.032.882

  • 1. Toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2015 naar de begrotingsartikelen om de budgetten op prijspeil 2015 te brengen.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er zijn 6 overboekingen met andere departementen verwerkt. De 2 voornaamste betreffen een uitname uit het Gemeentefonds in verband met de harmonisatie van het instrumentarium Participatiewet (€ 8 miljoen in 2016 oplopend tot € 23 miljoen in 2020) en een toevoeging aan het Gemeentefonds in verband met uitvoeringskosten ZZP pensioen (-/- € 4 miljoen in 2015 oplopend tot -/- € 14 miljoen in 2020).

  • 4. Diverse reserveringen en dekkingen binnen de SZW-begroting.

  • 5. Diverse kasschuiven.

  • 6. Het kabinet heeft middelen vrijgemaakt waarmee gemeenten extra aanbod kunnen creëren, zodat alle peuters gebruik kunnen maken van een voorschoolse voorziening.

  • 7. Per 1 juli 2017 wordt het kraamverlof verlengd naar 5 dagen. Dit leidt tot drie dagen extra kraamverlof.

  • 8. Het kabinet geeft met een investering van cumulatief € 100 miljoen in de periode 2016–2020 een impuls aan het creëren van nieuw beschut werk.

  • 9. Per 1 januari 2017 wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) ingevoerd via het Wetsvoorstel tegemoetkomingen loondomein. De LIV is een gericht loonkostenvoordeel dat het voor werkgevers aantrekkelijker maakt om mensen met lage inkomens aan te nemen of in dienst te houden. De LIV wordt na afloop van het jaar uitbetaald.

  • 10. Uitvoeringskosten lage-inkomensvoordeel.

  • 11. Per 1 januari 2018 worden de premiekortingen oudere en arbeidsgehandicapte werknemers omgevormd naar loonkostenvoordelen: een loonkostenvoordeel voor werkgevers voor het in dienst nemen van deze werknemers. De loonkostenvoordelen worden na afloop van het jaar uitbetaald.

Licence