Base description which applies to whole site

Artikel 6. Uitvoering rijksvastgoedbeleid

Met de oprichting van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) in 2014 is de aansturing van de uitvoering van het rijksvastgoedbeleid geconcentreerd binnen één directoraat generaal RVB. Tot het moment van agentschapsvorming van het RVB blijven de verantwoordelijkheden en mandaten formeel belegd bij de bestaande baten-lastenagentschappen Rgd, DVD en RVOB.

A Algemene doelstelling

Uitvoering geven aan rijksvastgoedbeleid door:

  • het verzorgen van de rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor rijkshuisvesting en het uitvoeren van het rijkshuisvestingsbeleid;

  • het realiseren van een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van rijksdoelstellingen.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Wonen en Rijksdienst is, als opdrachtgever en uitvoerder verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • het beheer en onderhoud van de monumenten die aan de Rijksgebouwendienst zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

Daarnaast is de Minister voor Wonen en Rijksdienst als uitvoerder op het terrein van rijksvastgoed verantwoordelijk voor:

  • het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere Ministers is gelegd;

  • de coördinatie van de samenwerking en afstemming tussen de diensten die onderdeel vormen van het rijksvastgoedstelsel, zowel in de regio als landelijk (regiefunctie). Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de diensten fungeert de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR). Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de departementen ten aanzien van rijksvastgoed fungeert de Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed (ICRV). De Minister draagt zorg voor de ondersteuning van de RVR en de ICRV en is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de rijks(brede) vastgoedportefeuillestrategie, die de ministerraad jaarlijks vaststelt. De Minister wordt in deze taak ondersteund door het RVB;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk.

Verantwoordelijkheden overtollig vastgoed

De Minister voor Wonen en Rijksdienst verzorgt de ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere Ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een Minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende Minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.

Met ingang van 1 juli 2014 neemt het Rijksvastgoedbedrijf overtollig vastgoed van andere departementen over tegen betaling vooraf. De (netto-)opbrengst uit verkoop van dit vastgoed aan derden wordt begroot en verantwoord in de agentschapsbegroting en agentschapsjaarrekening. Vastgoed dat voor 1 juli 2014 overtollig is gesteld, wordt nog volledig begroot en verantwoord door de betreffende Minister.

C Beleidswijzigingen

In 2016 zijn geen beleidswijzigingen gepland.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen:

163.108

213.325

144.746

143.769

145.031

146.739

148.863

                 

Uitgaven:

162.415

213.325

144.746

143.769

145.031

146.739

148.863

 

Waarvan juridisch verplicht

   

72%

       
                 

6.1

Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting

59.416

119.912

54.394

54.761

56.631

58.495

60.797

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

59.416

119.912

54.394

54.761

56.631

58.495

60.797

 

Bijdrage aan Rgd voor huisv Koninklijk Huis, HoCoSta's en AZ

38.798

37.919

39.452

42.851

44.721

47.020

49.322

 

waarvan paleizen

 

16.515

15.104

16.416

16.253

16.238

16.225

 

Bijdrage aan Rgd voor monumenten

11.328

73.339

5.576

5.576

5.576

5.576

5.576

 

Bijdrage aan Rgd voor rijkshuisvesting

9.290

8.654

9.366

6.334

6.334

5.899

5.899

                 

6.2

Beheer materiele activa

102.999

93.413

90.352

89.008

88.400

88.244

88.066

 

Opdrachten

14.682

12.679

11.179

11.179

11.179

10.979

10.979

 

Beheer en plankosten

14.682

12.679

11.179

11.179

11.179

10.979

10.979

 

Bekostiging

64.233

59.465

58.949

58.917

58.864

58.908

58.910

 

Zakelijke lasten

64.233

59.465

58.949

58.917

58.864

58.908

58.910

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

24.084

21.269

20.224

18.912

18.357

18.357

18.177

 

Bijdrage RVOB

24.084

21.269

20.224

18.912

18.357

18.357

18.177

                 

Ontvangsten:

148.547

155.894

186.568

157.135

146.003

142.080

140.741

D2 Budgetflexibiliteit

Het uitgavenbudget van artikel 6 is voor 72% juridische verplicht.

Bijdragen aan baten lastenagentschappen

De middelen voor het huisvesten van het Koninklijk huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken zijn grotendeels belegd met vergoedingen voor lopende projecten waarover met de gebruikers afspraken zijn gemaakt. Het restant wordt als beleidsmatig gebonden beschouwd, omdat hiermee kleinere investeringen in de huisvesting worden gerealiseerd.

De middelen voor monumenten worden, voor zover ze niet juridisch zijn verplicht als beleidsmatig gebonden beschouwd, gezien de zorg die het RVB heeft voor deze monumenten. De middelen voor rijkshuisvesting worden, voor zover ze niet juridisch zijn verplicht, als beleidsmatig gebonden beschouwd. Dit is met name van belang voor de middelen voor de uitvoering van het programma FCIB (Functioneel Controleren, Inregelen en Beproeven), die door de betrokken departementen zijn overgeboekt naar dit artikel.

Beheer Materieel activa

De middelen voor Beheer Materieel Activa Opdrachten in 2016 bedragen € 90,3 mln. Het gaat om betaling van zakelijke lasten aan lagere overheden. De juridische verplichting tot betaling van deze lasten berust op lokale belastingwetgeving.

Het niet-juridische verplichte deel van de totale uitgaven bedraagt in 2016 € 31,4 mln. Hiervan is € 11,2 mln. noodzakelijk voor de onderhoud en instandhouding van onroerende zaken van de Staat. Het restant ad € 20,2 mln. behelst de bijdrage van het moederdepartement aan het baten-lastenagentschap RVB.

E Toelichting op de instrumenten

6.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting

Bijdrage aan baten-lastenagentschappen

Bijdrage aan Rgd voor huisvesting Koninklijk Huis, HoCoSta’s en AZ

Deze bijdragen zijn bedoeld voor betalingen aan de Rgd om de kosten te dekken van huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken. Voor het Koninklijk Huis betreft het de drie staatspaleizen: paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam.

In mei heeft het kabinet naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning besloten om de uitgaven die worden gedaan voor de Koning uitgebreider toe te lichten. Op de begroting van Wonen en Rijksdienst staan de huisvestingsbudgetten voor de paleizen.

Hieronder volgt een nadere toelichting. Bij de begroting van de Koning(I) is een extracomptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd.

Specifieke toelichting huisvesting Koninklijk Huis

Krachtens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 4) worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van Wonen en Rijksdienst.

Als bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor huisvesting van het Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken is in de begroting € 39,5 mln. opgenomen, waarvan € 15,1 mln. voor de paleizen.

De € 15,1 mln. voor de paleizen is opgebouwd uit een aantal componenten.

  • Ten eerste de zogenaamde «1-opslag» van circa € 50/m2 BVO (bruto vloer oppervlak). Deze opslag wordt ook in rekening gebracht bij alle gebruikers van het huidige rijkshuisvestingsstelsel. Deze opslag is een vergoeding voor belastingen, onderhoud en apparaatskosten RVB. De 1-opslag bedraagt € 4 mln.

  • Ten tweede rente en afschrijving. Dit betreft de investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Hiervan is € 4 mln. rente en € 5 mln. afschrijvingen.

  • Het restant (€ 2 mln.) zijn betalingen van WenR aan het RVB voor investeringen op basis van in wet- en regelgeving (o.a. brandveiligheid) en kosten voor kleinere aanpassingen.

Ook voor latere jaren zijn deze middelen nodig, omdat gebouwen structureel onderhouden moeten worden, er langdurig wordt afgeschreven en er rente wordt betaald op de leningen.

Door de investeringen voor paleis Huis ten Bosch (zie hierna) loopt dit op met circa € 1,5 mln. per jaar vanaf 2017.

Paleis Huis ten Bosch

De totale uitgaven voor de renovatie zijn begroot op € 59 mln. Via de begroting van Wonen en Rijksdienst wordt € 15 mln. bijgedragen aan de renovatie. De overige € 44 mln. komt ten laste van de batenlasten-begroting van het agentschap Rijksgebouwendienst. Daarvan is reeds € 20 mln. ten laste van het resultaat 2014 gebracht ten bate van een voorziening en € 24 mln. wordt ten laste gebracht van het resultaat 2015.

Paleis Noordeinde

In 2016 worden geen verbouwingen of renovaties uitgevoerd.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Voor 2016 staan geen verbouwingen of renovaties op het programma, behoudens het maken van een tweetal hellingbanen aan de Damzijde om het paleis beter toegankelijk te kunnen laten zijn voor mindervaliden. Begin 2016 start voor de Burgerzaal een bouwhistorisch onderzoek. Dit is nodig om een bouwkundig plan te kunnen maken voor de renovatie van de zaal.

Bijdrage aan Rgd voor monumenten

Er wordt bijgedragen aan de Rgd voor het beheer en onderhoud van monumenten die resteren na de overdracht van 31 monumenten in 2015 aan de Nationale Monumentenorganisatie. Ook de bij het Rijk achterblijvende monumenten betreffen objecten die naar hun aard niet geschikt zijn voor huisvesting van rijksdiensten. Het RVB zet zich in voor het bevorderen van de gebruiksmogelijkheden en verhuurbaarheid van de monumenten.

Beoogde prestaties voor 2016 zijn:

 

Basiswaarde

Peildatum

Streefwaarde

Periode

Gebruiksgraad monumenten zonder huisvestingsfunctie per jaar ultimo

95%

2009

95%

2016

Bron: WenR/RVB administraties: monumentencatalogus en contractadministratie.

Toelichting

Een deel van de monumenten zonder huisvestingsfunctie is naar hun aard niet geschikt voor gebruik, zoals gedenknaalden of grafmonumenten. Deze objecten zijn buiten de berekening van de gebruiksgraad gehouden.

Bijdrage aan de Rgd voor rijkshuisvesting

De Rgd draagt bij aan de realisatie van rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing in de rijkshuisvesting, de duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk te verbeteren; de doelmatige werking van het rijkshuisvestingstelsel te bevorderen. En ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Dit gebeurt door middel van zorgvuldig en transparant aanbesteden, de coördinatie van publieke aanbestedende diensten en afstemming met de markt. En ook door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, voor de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst. Dit komt tot uiting bij het tot stand brengen, het wijzigen en het beheren van gebouwen, werken en terreinen waarover de zorg van het Rijksvastgoedbedrijf zich uitstrekt.

Afgelopen jaren is FCIB (het Functioneel Controleren, Inregelen en Beproeven van klimaatinstallaties), als een innovatief principe in de rijkshuisvesting geïmplementeerd en is een belangrijk fundament gelegd voor een energiezuinigere rijkshuisvesting. In vervolg daarop wordt vanaf 2016 de focus gelegd op het stimuleren en introduceren van innovaties in het vastgoed van het Rijksvastgoedbedrijf, die het mogelijk moeten maken om vanaf 2019 bijna energieneutraal te bouwen en op de langere termijn de portefeuille naar geheel energieneutraal te ontwikkelen. Jaarlijks zal de Rgd rapporteren om de kennis over innovaties te delen met andere actoren in de utiliteitssector die twee jaar later dan het rijk bijna energieneutraal moeten bouwen.

6.2 Beheer materiële activa

Opdrachten

Beheer en plankosten (niet-rijkshuisvesting)

Het gaat hierbij om uitgaven voor onderhoud en beheer van de onroerende zaken. Beheerkosten zijn (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding, bijvoorbeeld energie-, beveiligings- en taxatiekosten.

Bekostiging

Zakelijke lasten

Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat. Gedacht moet worden aan de onroerendzaakbelasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen bij de onroerende zaken van de Staat. De uitgaven bestaan voor 80% uit gemeentelasten en voor 20% uit waterschapslasten.

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

Bijdrage RVOB

Het betreft de bijdrage aan het RVOB voor de uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die de Staat toebehoren en het vertegenwoordigen van het Rijk bij bepaalde gebiedsontwikkelingsprojecten. De uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer houdt hoofdzakelijk in: het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van onroerende zaken. De diverse taakstellingen van de kabinetten Rutte I en Rutte II zijn in de bijdragen verwerkt.

Ontvangsten

Zakelijke lasten

Het merendeel van de ontvangsten betreft de vergoeding die het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf ontvangt vanuit de gebruiksvergoeding in het rijkshuisvestingsstelsel voor het betaalde eigenarendeel van de onroerendezaakbelasting. Daarnaast gaat het om terugbetalingen door de huurders van door het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf betaalde gebruikerslasten.

Ingebruikgevingen

Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (verhuring) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.

Het gaat hierbij om inkomsten uit verpachting, huur en verhuur jachtgenot.

Verkoop bodemmaterialen

Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen zoals zand.

Vervreemding

Het gaat hierbij om de vervreemding van de onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat.

Het betreft de inkomsten uit met name vervreemding van agrarische onroerende zaken en om vervreemding van overige onroerende zaken.

Veiling huurrechten benzinestations

Het betreft de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen.

Restitutie RVB huisstelsel

Het betreft de rijksbrede vereenvoudiging van de tarieven voor huisvesting.

Licence