Base description which applies to whole site

3.3 De beleidsartikelen (Nationale Schuld)

Artikel 11 Financiering Staatschuld

Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 11 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000.000)1
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

 

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

46.911

54.862

– 1.889

1395

54.368

Waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

           

Uitgaven (1a) + (2a) + (3)

46.911

54.862

– 1.889

1395

54.368

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

100%

   

100%

           

(1a) Rente

6.901

6.928

– 59

– 6

6.863

– Rentelasten vaste schuld

6.873

6.900

– 60

– 7

6.833

– Rentelasten vlottende schuld

28

28

1

1

30

– Uitgaven voortijdige beëindiging

0

0

0

0

0

           

(2a) Leningen

39.991

47.917

– 1.830

1.406

47.493

– Aflossing vaste schuld

39.991

40.435

1.124

680

42.239

– Mutatie vlottende schuld

0

7.482

– 2.954

726

5.254

           

(3) Opdrachten

19

17

0

– 4

13

– Overige kosten

19

17

0

– 4

13

           

Ontvangsten (1b) + (2b)

42.585

42.395

– 7.063

195

35.527

           

(1b) Rente

1.871

2.101

731

195

3.027

– Rentebaten vaste schuld

0

0

0

0

0

– Rentebaten vlottende schuld

388

323

– 25

– 11

287

– Rente derivaten lang

1.483

1.305

– 88

– 7

1.210

– Ontvangsten voortijdige beëindiging

0

473

844

213

1.530

           

(2b) Leningen

40.714

40.294

– 7.794

0

32.500

– Uitgifte vaste schuld

40.714

40.294

– 7.794

0

32.500

– Mutatie vlottende schuld

0

0

0

0

0

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Algemeen

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ook worden hier de rentelasten op derivaten verantwoord. Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld onder Leningen in de tabel opgenomen. De derde post betreft onder Opdrachten de overige kosten, welke met name bestaan uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.

Uitgaven en Verplichtingen

Rentelasten vaste schuld (– € 60 mln. – € 7 mln. = – € 67 mln.)

De rentelasten komen in 2017 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.

Rentelasten vlottende schuld (+ € 1 mln. + € 1 mln. = + € 2 mln.)

De raming is bijgesteld op basis van de gerealiseerde rentelasten. De werkelijk betaalde rente is iets hoger dan eerder verwacht op basis van de rekenrente van het CPB.

Aflossing vaste schuld (+ € 1.124 mln. + € 680 mln. = + € 1.804 mln.)

De aflossingen zijn toegenomen doordat leningen met een vervaldatum in 2018 vervroegd zijn afgelost in 2017.

Mutatie vlottende schuld (– € 2.954 mln. + € 726 mln. = – € 2.228 mln.)

Veranderingen in de vlottende schuld zijn het resultaat van veranderingen in het kassaldo, inkopen van vaste schuld en de verwerking van het financieringsplan 2017 (minder uitgifte vaste schuld, meer uitgifte vlottende schuld). De omvang van de vlottende schuld daalt per saldo minder dan eerder geraamd.

Overige kosten (– € 4 mln.)

In de begroting was rekening gehouden met een derde DDA (Dutch Direct Auction), maar deze zal niet meer plaatsvinden. Daardoor vallen de uitvoeringskosten van het Agentschap naar verwachting lager uit.

Ontvangsten

Rentebaten vlottende schuld (– € 25 mln. – € 11 mln. = – € 36 mln.)

De rentebaten op de vlottende schuld veranderen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen. Het grootste effect in 2017 tot nu toe is dat minder rente is ontvangen in de periode januari tot en met september dan aan het begin van het jaar was geraamd omdat de werkelijke rentestanden minder negatief waren dan eerder geraamd. De raming is gebaseerd op de rentepercentages van het CPB.

Rente derivaten lang (– € 88 mln.- € 7 mln. = – € 95 mln.)

Het Agentschap heeft rentederivaten beëindigd. Als gevolg hiervan zijn de rentebaten op derivaten gedaald.

Ontvangsten voortijdige beëindiging (+ € 844 mln. + € 213 mln. = € 1.057 mln.)

Het voortijdig beëindigen van rentederivaten leidt tot eenmalige ontvangsten. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.

Uitgifte vaste schuld (– € 7.794 mln.)

De uitgifte van vaste schuld is lager als gevolg van de verwerking van de afspraken in het financieringsplan 2017. Het betreft een verschuiving van de uitgifte van vaste schuld naar uitgifte van vlottende schuld.

Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 12 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000.000)1
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

 

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.533

1.533

0

0

1.533

Waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

Uitgaven (1a) + (2a) + (3a)

1.533

1.533

0

0

1.533

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

100%

   

100%

           

(1a) Rente

33

33

0

0

33

– Rentelasten

33

33

0

0

33

– Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

0

0

0

0

           

(2a) Leningen

1.500

1.500

0

0

1.500

– Verstrekte leningen

1.500

1.500

0

0

1.500

           

(3a) Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

0

0

0

0

– Agentschappen

0

0

0

0

0

– RWT's en derden

0

0

0

0

0

– Sociale Fondsen

0

0

0

0

0

– Decentrale overheden

0

0

0

0

0

           

Ontvangsten (1b) + (2b) + (3b)

6.542

6.239

1.321

172

7.732

           

(1b) Rente

168

179

– 2

7

184

– Rentebaten

168

179

– 2

2

179

– Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

0

0

0

5

5

           

(2b) Leningen

1.363

1.373

417

– 193

1.597

– Ontvangen aflossingen

1.363

1.373

417

– 193

1.597

           

(3b) Mutaties in rekening-courant en deposito's

5.011

4.688

905

359

5.952

– RWT's en derden

0

0

0

0

0

– Sociale Fondsen

3.911

3.588

905

359

4.852

– Decentrale overheden

1.100

1.100

0

0

1.100

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Algemeen

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s), decentrale overheden en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s, decentrale overheden en sociale fondsen in het kader van geïntegreerd middelenbeheer.

Ontvangsten

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging (+ € 5 mln.)

De rentebaten worden bij tweede suppletoire begroting hoger geraamd. Dit is het gevolg van ontvangsten als gevolg van voortijdige beëindiging van leningen door agentschappen.

Ontvangen aflossingen (+ € 417 mln. – € 193 mln. = € 224 mln.)

De ontvangen aflossingen op leningen door agentschappen zullen naar verwachting hoger uitkomen dan geraamd bij eerste suppletoire begroting. De standen zijn aangepast op basis van de realisaties tot en met oktober 2017.

Sociale fondsen (+ € 905 mln. + € 359 mln. = € 1.264 mln.)

Het tekort bij de sociale fondsen zal naar verwachting verder afnemen. Dit leidt tot een toename van de ontvangsten.

Licence