Base description which applies to whole site

2. AGENDA DELTAFONDS

Werken aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening vraagt continu inspanningen en investeringen. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd: de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daarbij verandert het klimaat, waardoor het warmer wordt en rivierafvoeren en regenval grotere extremen zullen vertonen. Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland nu en in de toekomst te beschermen tegen hoogwater en de zoetwatervoorziening op orde te houden.

Het Deltafonds is het financieel fundament voor de concrete projecten die voortkomen uit het Deltaprogramma op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening, voor zowel aanleg als beheer, onderhoud, renovatie en vernieuwing. Daarnaast worden maatregelen op het gebied van waterkwaliteit ten behoeve van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water gefinancierd uit het Deltafonds.

In de beleidsagenda van Begroting hoofdstuk XII en in het Deltaprogramma 2017 wordt inzicht geboden in de beleidsdoelen en verdere onderdelen van het Deltaprogramma.

Mijlpalen en resultaten 2017

Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2017 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2017 start.

Beheer, onderhoud en vervanging

Voor het beheer en onderhoud tot en met 2017 zijn afspraken over prestaties gemaakt voor het watermanagement en beheer en onderhoud waterveiligheid, waaronder kustlijnhandhaving door middel van zandsuppleties en het onderhouden van stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze afspraken over prestaties zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van het Deltafonds. In 2017 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:

Beheer, onderhoud en vervanging

Hoofdwatersystemen

• Zandsuppleties basiskustlijn

• Levensduurverlengend onderhoud aan stuwen Nederrijn/ Lek

• Programma stroomlijn ten behoeve van de beheersing van de hoogwaterveiligheid in het rivierengebied.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.

Aanleg

In 2017 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid, onder andere door het uitvoeren van de programma’s HWBP-2, HWBP, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier. Hieronder volgen de mijlpalen die IenM bij deze programma’s in 2017 wil behalen:

Programma’s Waterveiligheid

Programma

Mijlpaal

Project

HWBP 2

• Start realisatie

• HWBP 2 Hoogwaterkering Den Oever

 

• HWBP 2 Markermeerdijk Hoorn–Edam–Amsterdam

• Oplevering

• HWBP 2 Dijkversterking Spui Oost

 

• HWBP 2 Dijkversterking Hoekse Waard Zuid

 

• HWBP 2 Dijkversterking Eiland van Dordrecht

 

• HWBP 2 Zwakke Schakels Zeeuws Vlaanderen

 

• HWBP 2 Waddenzee Friese kust

 

• HWBP 2e toetsing <25 mln. WS-deel: IJsselmeer, kleibekleding en pipingmaatregelen

 

• HWBP 2 Dijkversterking Hoekse Waard Noord

 

• HWBP 2 < 25 mln. WS-deel: Ipensloter en Diemerdammer sluizen

 

• HWBP 2 Versterking Eemdijken en Zuidelijke Randmeren

HWPB

• Start realisatie

• Gameren

• Eemshaven-Delfzijl

• Oplevering

• Eemdijk / Spakenburg

• Lemsterhoek

• Noorderhaven Harlingen

• Spuihaven Schiedam

• Keersluis de Whaa

• IJsseldijk Gouda (urgent deel)

• Blerick bij de oude gieterin

• Pannerden / Loo

Maaswerken

• Start realisatie

• n.v.t.

 

• Oplevering

• Grensmaas: Itteren

• Grensmaas: Hoogwaterdoelstelling

• Dijkringen clusters A (Ohé en Laak)

• Dijkringen clusters B (Grevenbicht-Roosteren)

Ruimte voor de Rivier

• Start realisatie

• n.v.t.

• Oplevering

• Extra Uiterwaardvergraving Millingerwaard

 

• Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden

Overige

• Start realisatie

• n.v.t.

 

• Oplevering

• Legger Vlieland en Terschelling

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor de lopende programma’s wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen, de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer, het Deltaprogramma 2017 en het MIRT Overzicht 2017. Het Deltaprogramma is te vinden op de website2 van de deltacommissaris.

Begroting op hoofdlijnen

Verlenging looptijd investeringsfondsen tot en met 2030

Mede ingegeven door de motie van het lid Harbers c.s. (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300, nr. 50) zijn binnen het kabinet gesprekken gevoerd over de verlenging van de Infrastructuurfonds en het Deltafonds. Via de Kamerbrief over de voortgang MIRT (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 A, nr. 70) bent u geïnformeerd dat het kabinet heeft besloten om het Infrastructuurfonds en het Deltafonds bij de Ontwerpbegroting 2017 met twee jaar te verlengen tot en met 2030.

Budgettaire effecten van verlenging Deltafonds

Bijdrage aan Deltafonds en ontvangsten van derden

Met de verlenging tot en met 2030 komt de bijdrage aan het Deltafonds – zoals toegelicht in beleidsartikel 26 van begrotingshoofdstuk HXII – voor de jaren 2029 en 2030 beschikbaar. De jaarlijkse bijdrage bedraagt € 1,2 miljard. In totaal komt met deze verlenging een bijdrage van € 2,3 miljard beschikbaar. Naast deze bijdrage is ook sprake van structurele ontvangsten van de Waterschappen die bij deze begroting geraamd worden voor de jaren 2029 en 2030 (totaal circa € 0,3 miljard). In totaal gaat het dus om een ruimte van € 2,6 miljard.

Inpassing doorlopende verplichtingen

De middelen die vrijkomen door deze verlenging worden bij voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die zijn benodigd voor de instandhouding van het huidige areaal. In deze begroting is de omvang hiervan technisch bepaald door de omvang van de doorlopende verplichtingen in het begrotingsjaar 2028 als uitgangspunt te hanteren. Op basis van dit uitgangspunt is voor de jaren 2029 en 2030 samen € 1,8 miljard benodigd. Het komend jaar zal de onderbouwing van deze budgetten nader worden bezien, hierbij worden ook de consequenties van areaalgroei als gevolg van het huidig aanlegprogramma betrokken. Dit kan resulteren in mutaties op de gealloceerde budgetten.

Verdeling van de ruimte voor dit kabinet

Om de flexibiliteit binnen het Deltafonds te garanderen, heeft het kabinet besloten dat gedurende de huidige kabinetsperiode van de investeringsruimte van € 0,8 miljard die met deze verlenging tot en met 2030 ontstaat nog maximaal € 0,4 miljard mag worden bestemd voor (nieuwe) ambities en risico’s. Deze zijn voor het Deltafonds opgenomen in het Deltaprogramma.

Aanwending resterende ruimte

De ruimte die resteert na aftrek van bovengenoemde posten is volledig vrij beschikbaar voor toekomstige kabinetten. Zoals het zich nu laat aanzien gaat het op het Deltafonds om een totaal bedrag van € 0,4 miljard. Dit bedrag kan nog wijzigingen, indien het komend jaar blijkt dat de omvang van de doorlopende verplichtingen voor de jaren 2029 en 2030 moet worden bijgesteld.

IBO flexibiliteit in infrastructurele planning

Naar het thema flexibiliteit in de infrastructurele planning is ook een Interdepartementaal Beleidsonderzoek uitgevoerd. Het kabinet zal de Kamer in september een kabinetsreactie op het IBO aanbieden, waarmee tevens wordt voorzien in een inhoudelijke reactie op de motie Harbers c.s. (Kamerstuk II 2014–2015, 34 300, nr. 50). De kabinetsreactie zal onder meer ingaan op het borgen van flexibiliteit binnen de fondsen en zal tevens een visie bieden op de wijze en het moment waarop de fondsen in de toekomst kunnen worden verlengd.

Verwerking ramingsbijstelling op het Deltafonds

Als gevolg van de tegenvallende ruilvoetontwikkeling heeft het Kabinet besloten tot ramingsbijstellingen op de departementale begrotingen. Voor de IenM begrotingen gaat het om een ramingsbijstelling van 106 miljoen per jaar. De ramingbijstelling is naar rato van de begrotingsomvang in 2017 verdeeld over Hoofdstuk XII (€ 12 miljoen per jaar), het Infrastructuurfonds (€ 81 miljoen per jaar) en het Deltafonds (€ 13 miljoen per jaar).

Belangrijkste wijzigingen

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2016. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in bijlage 2: Verdiepingsbijlage.

BEGROTING OP HOOFDLIJNEN
   

Art

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022–2028

2029–2030

Stand ontwerpbegroting 2016

1.211.461

1.088.837

1.119.898

1.135.768

1.027.892

1.378.181

8.225.662

 

Mutaties 1e suppletoire wet 2016

48.440

– 5.675

170

400

400

400

2.800

 

Stand Voorjaarsnota 2016

1.259.901

1.083.162

1.120.068

1.136.168

1.028.292

1.378.581

8.228.462

 

Belangrijkste mutaties Deltafonds

25.177

– 178.506

– 21.945

– 47.340

141.960

– 34.906

– 83.363

2.588.878

 

Kaderrelevante mutaties DF

                 

1

Kasschuif Deltafonds

   

– 150.000

   

150.000

     

2

Ramingsbijstelling Deltafonds

05

 

– 12.819

– 13.790

– 13.790

– 13.790

– 9.906

– 89.733

 

3

CAO Loonakkoord 2015

div

1.561

1.353

1.353

1.353

1.353

1.353

9.471

 

4

Kustwacht: Onderhoud Dornier vliegtuigen

div

   

– 5.500

– 5.500

– 5.500

– 5.500

– 33.000

 

5

Loon- en prijsbijstelling 2016

div

5.655

5.526

5.829

5.776

5.604

6.242

45.074

 

6

Afsluitdijk verzorgingsplaatsen A7/fietspad

01

10.300

   

2.000

2.000

2.000

13.500

 

7

Diverse overboekingen ander departementen

div

5.284

473

473

473

473

473

– 675

 

8

Bijdrage min Wonen en Rijksdienst: Grote wateren

05

1.380

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 28.000

 

9

Vrijval HWBP-2

01

     

– 31.812

       

10

Verlenging Deltafonds

                 
 

– Bijdragen van hoofdstuk XII

               

1.991.042

 

– Waterakkoord

               

304.250

 

– Ontvangsten derden

               

299.256

11

Bijdragen derden

div

   

3.000

 

6.900

– 25.448

   

12

Eenvoudig Beter

05

 

– 19.131

– 9.310

– 1.840

– 1.080

– 120

 

– 5.670

 

Overige

 

997

92

           
                     
 

Mutaties binnen kader DF

                 
                     

13

Vrijval HWBP-2

01

           

– 327.183

 
   

01

           

218.122

 
   

05

           

109.061

 

14

WBI 2023

01

           

25.000

 
   

05

           

– 25.000

 

15

Maakbare programmering

01

– 5.236

– 6.266

– 4.899

– 4.038

 

5.236

15.203

 
   

05

5.236

6.266

4.899

4.038

 

– 5.236

– 15.203

 

16

Inpassen minregels prijsbijstelling

01

– 17.863

         

17.863

 
   

05

17.863

         

– 17.863

 

Stand ontwerpbegroting 2017

 

1.285.078

904.656

1.098.123

1.088.828

1.170.252

1.343.675

8.145.099

2.588.878

Ad 1. IenM faciliteert een kasschuif van € 250 miljoen, waarvan € 150 miljoen op het Deltafonds en € 100 miljoen op het Infrastructuurfonds, uit 2017 naar 2020 ten behoeve van het generale beeld. De meerjarige programmering wordt hier niet op aangepast.

Ad 2. Als gevolg van de tegenvallende ruilvoetontwikkeling heeft het Kabinet besloten tot ramingsbijstellingen op de departementale begrotingen. Voor de IenM begrotingen gaat het om een ramingsbijstelling van € 106 miljoen per jaar. De ramingbijstelling is naar rato van de begrotingsomvang in 2017 verdeeld over Hoofdstuk XII (€ 12 miljoen per jaar), het Infrastructuurfonds (€ 81 miljoen per jaar) en het Deltafonds (€ 13 miljoen per jaar). Binnen de fondsen wordt de ramingsbijstelling opgevangen binnen de resterende investeringsruimte tot en met 2030.

Ad 3. In het najaar van 2015 is een akkoord bereikt tussen de Minister voor Wonen en Rijksdienst en betrokken vertegenwoordigers van de vakbonden CNV Overheid, Ambtenarencentrum en CMHF voor het CAO sector Rijk 2015–2016. Dit betreft de verwerking van het loonruimte-akkoord (€ 9,5 miljoen structureel, waarvan € 1,4 miljoen Deltafonds). Daarnaast heeft het ABP de premie voor 2016 verhoogd vanwege een stijging van de kosten en ten behoeve van een verbetering van de vermogenspositie van het fonds. Als gevolg hiervan wordt IenM deels gecompenseerd voor de herstelopslag ABP voor het jaar 2016 (€ 1,5 miljoen incidenteel, waarvan € 0,2 miljoen Deltafonds).

Ad 4. Dit betreft een overboeking naar het Infrastructuurfonds voor de IenM-bijdrage in het jaarlijks onderhoud van de Dornier vliegtuigen voor de Kustwacht.

Ad 5. Jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd worden voor loon- en prijsontwikkelingen. Dit betreft de toegekende loonbijstelling en prijsbijstelling tranche 2016 die nader wordt toegedeeld binnen de begrotingen Hoofdstuk XII en de fondsen.

Ad 6. Deze mutatie betreft de financiering van het wegontwerp, de verzorgingsplaatsen A7 en fietspad op de Afsluitdijk. De kosten wegontwerp en verzorgingsplaatsen A7 worden vanuit het Infrastructuurfonds gefinancierd (€ 19,5 miljoen) en de fietspaden door de provincies Noord-Holland en Friesland (€ 10,3 miljoen).

Ad 7. Dit betreft overboekingen van diverse ministeries. Het Ministerie van Economische Zaken levert een bijdrage aan de projecten Wind op zee, aardbevingsbestendigheid dijken, Ocean clean-up en aan Deltares. Daarnaast is budget overgeboekt van het ministerie Wonen en Rijksdienst voor het overdragen van de verkoopactiviteiten vastgoed. Vanaf 2017 worden de verkoopactiviteiten van het RVB niet meer via de begroting van WenR gefinancierd, de budgetten worden daarom overgeboekt naar IenM.

Ad 8. In overleg met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), worden naar aanleiding van de kadastrale wijziging van de tenaamstelling, Grote Wateren overgebracht naar IenM. Het gaat hierbij om inkomsten uit areaal waarop Rijkswaterstaat (RWS) het materieel respectievelijk feitelijk beheer reeds uitvoert. De middelenoverboeking van RVB naar IenM (RWS) betreft in totaal € 4 miljoen per jaar. Deze overboeking wordt zichtbaar bij opbrengst derden in de staat van baten en lasten.

Ad 9 en 13. Conform afspraken Financiering Nieuwe Waterveiligheidsnormen (18 juni 2014)3 worden middelen die vrijvallen uit het HWBP-2 naar rato toegevoegd aan het HWBP. De middelen zijn voor één derde door de waterschappen ingebracht en voor tweederde door het rijk. Bij ontwerpbegroting 2017 valt er bij het HWBP-2 € 327 miljoen vrij. Hiervan wordt € 218 miljoen toegevoegd aan het budget voor het (nieuwe) HWBP en wordt € 109 miljoen toegevoegd ten behoeve van de waterveiligheidsopgave op het Deltafonds. Deze middelen worden, middels een kasschuif in 2026 toegevoegd aan de programmaruimte van het Deltafonds.

In het verlengde hiervan wordt de bijdrage van de waterschappen aan het Deltafonds verlaagd met € 31,8 miljoen. De reden hiervoor is dat de waterschappen 1/3 aan het HWBP-2 hebben bijgedragen. De HWBP projecten kennen een projectgebonden aandeel, dat buiten het Deltafonds door de Waterschappen zelf wordt gefinancierd. Derhalve wordt een deel van de vrijval HWBP-2 teruggegeven aan de waterschappen ter financiering van het projectgebonden aandeel.

Ad 10. Met de verlenging tot en met 2030 komt de bijdrage aan het Deltafonds – zoals toegelicht in beleidsartikel 26 van begrotingshoofdstuk HXII – voor de jaren 2029 en 2030 beschikbaar. De jaarlijkse bijdrage bedraagt € 1,2 miljard. In totaal komt met deze verlenging een bijdrage van € 2,3 miljard beschikbaar. Naast deze bijdrage is ook sprake van structurele ontvangsten van de Waterschappen die bij deze begroting geraamd worden voor de jaren 2029 en 2030 (totaal circa € 0,3 miljard). Het begrotingsbedrag 2028 is in het kader van de budgettaire verwerking van het Bestuursakkoord Water verlaagd met € 152 miljoen. Dit in verband met een budgettair neutrale kasschuif vanuit de periode 2021–2028 naar de jaren daarvoor. Daar deze verlaging die structureel doorgetrokken mag worden zijn de jaren 2029 en 2030 elk verhoogd met € 152 miljoen. Om de flexibiliteit binnen het Deltafonds te garanderen, heeft het kabinet besloten dat gedurende de huidige kabinetsperiode van de investeringsruimte die met deze verlenging tot en met 2030 ontstaat nog maximaal € 0,4 miljard mag worden bestemd voor (nieuwe) ambities en risico’s.

Ad 11. Deze mutatie betreft een bijdrage van € 3 miljoen in 2018 van provincie Flevoland en Noord-Holland ten behoeve van luwtemaatregelen Hoornse Hop, een bijdrage in 2020 van de regio voor het project havendammen Den Oever en een desaldering van € 25,4 miljoen voor de bijdrage van de provincie Overijssel met betrekking op het project Ruimte voor de Rivier.

Ad 12. Voor de eenmalige uitgaven ten behoeve van het programma Eenvoudig Beter zijn middelen vrijgemaakt uit de investeringsruimten van het Infrastructuurfonds (€ 148,6 miljoen) en van het Deltafonds (€ 37,2 miljoen). De op de investeringsfondsen vrijgemaakte middelen staan gereserveerd op artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds en worden tranchegewijs naar de Begroting hoofdstuk XII overgeheveld.

Ad 14. Deze mutatie betreft een budgetoverheveling van € 25 miljoen vanuit de programmaruimte Deltafonds voor de financiering van Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2023.

Ad 15. Met deze kasschuif wordt de omvang van het apparaat RWS in balans gebracht met de productieopgave voor de periode 2017–2020.

Ad 16. In de vorige begrotingen zijn de kaseffecten van de kortingen op de prijsbijstelling tranche 2013 en 2014 zichtbaar gemaakt als minregels op de investeringsruimtes van de modaliteiten. Bij deze begroting worden de kaseffecten voor het jaar 2016 ingepast binnen het aanlegartikel.

Overprogrammering

Het instrument overprogrammering is door het kabinet ingezet om te zorgen dat de budgetten voor aanleg van infrastructuur ook daadwerkelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Op het Deltafonds fluctueert de programmering en is per jaar afwisselend sprake van een situatie van over- en onderprogrammering. Over de begrotingsperiode tot en met 2021 is op het Deltafonds per saldo sprake van een overprogrammering van circa € 323 miljoen. In de totale periode tot en met 2030 is het volledige programma altijd gedekt. Voor de verdere toelichting voor opzet en werking van het instrument op de fondsen wordt naar de leeswijzer van het Infrastructuurfonds verwezen. Voor meer details over dit instrument op het Deltafonds wordt naar artikelonderdeel 1.02 Overige Aanlegprojecten verwezen.

Gemiddelde uitgaven

Onderstaand zijn de gemiddelde jaarlijkse uitgaven per productartikel in de periode 2016–2030 gepresenteerd.

Gemiddelde uitgaven van het Deltafonds 2016–2030 (€ 1.175 miljoen)

Gemiddelde uitgaven van het Deltafonds 2016–2030 (€ 1.175 miljoen)
Licence