Base description which applies to whole site

2.2 Prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda

In de Veiligheidsagenda hebben de Minister van Veiligheid en Justitie, het college van procureurs-generaal en de regioburgemeesters doelstellingen geformuleerd voor de periode 2015–2018. Deze Veiligheidsagenda is complementair aan de lokale veiligheidsagenda’s. In onderstaande tabel worden de prestatie-indicatoren omtrent de belangrijkste thema’s gepresenteerd. Een uitgebreide toelichting evenals de definities zijn te vinden in de Veiligheidsagenda 2015–2018.6

Overzicht prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda
   

Nulwaarde

Realisatie

Doel

   
     

2015

2016

2017

2018

High Impact Crimes1

         

Aantal overvallen (maximaal)

1.633

1.239

1.596

1.563

1.540

Aantal straatroven (maximaal)

7.002

4.731

6.534

6.204

5.931

Aantal woninginbraken (maximaal)2

87.345

64.560

80.765

65.000

(76.357)

61.000

(72.346)

Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit3

         

Aantal aangepakte criminele samenwerkings-verbanden (csv’s)

950

1.188

950

950

950

           

Afnemen crimineel vermogen4

         

Crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt (x € 1 mln.)

70

143,5

100,6

110,6

115,6

             

Aanpak cybercrime5

         

Aantal complexe onderzoeken naar cybercrime

20

32

30

40

50

Aantal reguliere onderzoeken naar cybercrime

180

124

190

230

310

           

Aanpak kinderporno6

         

Totaal aantal interventies

600

842

620

650

700

Aantal complexe en grootschalige onderzoeken

20

25

20

25

25

Aantal reguliere grootschalige onderzoeken

215

364

230

235

240

             

Aanpak horizontale fraude7

         

Aantal aan OM aan te leveren zaken

1.500

2.077

1.600

1.900

2.300

1

Bron: Veiligheidsagenda 2015–2018. De nulwaardes betreffen waarden uit 2013. In de Veiligheidsagenda zijn naast de streefwaarden voor de aantallen ook ophelderingspercentages voor High Impact Crimes te vinden.

2

Voor meer informatie omtrent de doelstellingen in 2017 en 2018 zie de Veiligheidsagenda 2015–2018, p11–13.

3

Bron: Jaarbericht OM en politie. Genoemde aantallen zijn een minimum streefwaarde van het aantal criminele samenwerkingsverbanden dat middels strafrechtelijk onderzoek wordt aangepakt (zij het projectmatig onderzoek of TGO-onderzoek). Handhaving van het aantal onderzoeken gaat gepaard met kwalitatieve versterking van de strafrechtelijke aanpak, waarbij deze meer gericht wordt op kopstukken en sleutelfiguren. Sturing op het aantal onderzoeken betreft een wijziging ten opzichte van de voor 2013 en 2014 gehanteerde indicator «percentage bekende csv’s dat wordt aangepakt».

4

Bron: OM, Monitor Afpakken.

5

Bron: Jaarbericht Landelijke Eenheid nationale politie. In de Veiligheidsagenda 2015–2018 is overeengekomen dat het aantal complexe onderzoeken stijgt tot 50, en het totaal aantal onderzoeken tot 360. Het aantal complexe onderzoeken is inclusief tenminste 20 grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime. De geformuleerde doelstelling betreft een wijziging ten opzichte van de jaren 2013 en 2014, waarin enkel de complexe onderzoeken door het Team High Tech Crime werden geregistreerd.

6

Bron: Jaarbericht OM. In de gemeenschappelijke Veiligheidsagenda 2015–2018 is overeengekomen dat de aanpak van kinderporno wordt versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal interventies zal stijgen tot 700, waarvan tenminste 265 complexe en grootschalige onderzoeken in 2018. Dit betekent een wijziging van de doelstelling ten opzichte van 2013 en 2014, waarin werd gekeken naar het aantal ingestroomde verdachten. Door middel van de nieuwe prestatie-indicator kan effectiever op de aanpak worden gestuurd.

7

Bron: Jaarbericht OM. In de Veiligheidsagenda is overeengekomen dat het aantal strafzaken horizontale fraude zal stijgen van 1.500 tot 2.300.

6

Kamerstukken II, 2014–2015, 28 684, nr. 412.

Licence