Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsagenda 2017

Investeren in Veiligheid en Justitie

Veiligheid en Justitie zorgt voor de rechtsstaat in Nederland, zodat mensen in vrijheid kunnen samenleven, ongeacht hun levensstijl en opvattingen. Het werk van Veiligheid en Justitie is het werk van velen die samen zorgen voor een veiliger en rechtvaardiger samenleving door mensen rechtsbescherming te bieden en waar nodig in te grijpen. In 2017 blijft het kabinet zich sterk maken voor een veilig Nederland en een sterke rechtsstaat. Daarom heeft het kabinet besloten om vanaf 2017 structureel € 450 mln. extra in te zetten voor maatschappelijke prioriteiten en het oplossen van knelpunten. Dit komt bovenop de extra € 250 mln. structureel waartoe het kabinet in het najaar van 2015 heeft besloten.

Onderstaande tabel geeft een uitsplitsing van deze extra middelen.

Intensiveringen VenJ (€ mln.)

2017

2018

2019

2020

2021

Nederland Veiliger

         

Investering prestaties Nationale Politie

221

199

252

221

180

Versterken gebiedsgerichte inzet politie

10

10

10

10

10

Investering ondermijnende criminaliteit en afpakken

7

10

10

10

10

Uitbreiding speciale interventieteams

10

18

22

22

22

Investering cybersecurity/aanpak cybercrime

5

14

14

14

14

Versterking grens- en vreemdelingentoezicht

20

       
           

Bestendiging en Versterking Rechtsstaat

         

Intensivering Openbaar Ministerie

13

17

19

19

19

Investering kwaliteit Rechtspraak

35

35

35

35

35

Investering in vakmanschap DJI

10

10

     
           

Oplossing knelpunten

120

136

88

119

160

           

Totaal

450

450

450

450

450

Een deel van de totale intensiveringen staat vooralsnog niet op de VenJ-begroting maar op de aanvullende post.

De forse investering in de prestaties van de nationale politie garandeert dat zij haar belangrijke rol in de samenleving beter kan vervullen. Door een grotere beschikbaarheid van wijkagenten en een betere toerusting maakt de politie een kwaliteitsslag in de wijken. De afgelopen jaren is ondermijnende criminaliteit met succes bestreden, in het bijzonder in Zuid-Nederland. Deze aanpak wordt onverkort voortgezet, waarbij een extra investering alle betrokken partijen nog beter in staat stelt effectiever op te treden. Deze succesvolle aanpak leidt tot een groter beroep op het forensisch onderzoek. Daarom komt er meer ruimte voor het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de private aanbieders van forensisch onderzoek om aan de toegenomen vraag te voldoen. Omdat criminaliteit niet mag lonen en criminelen in hun portemonnee moeten worden getroffen, wordt extra geïnvesteerd in de capaciteit van het Openbaar Ministerie en de FIOD om meer crimineel geld af te pakken. Het kabinet geeft met een intensivering op de aanpak van mensenhandel uitvoering aan de motie Voordewind. Om terrorisme beter te kunnen bestrijden, wordt ook hierin verder geïnvesteerd. De Dienst Speciale Interventies wordt uitgebreid, zodat zij beter in staat is landelijk te opereren. Verder is geld vrijgemaakt om beter op te treden tegen cybercrime. Dat is belangrijk, want de digitalisering van onze samenleving zorgt niet alleen voor economische groei en menselijk gemak. Ook criminelen benutten deze nieuwe mogelijkheden. Daarom geeft het kabinet een impuls aan cybersecurity en de aanpak van cybercrime met een stevige investering, onder meer door versterking en uitbouw van het Nationaal Detectie Netwerk (NDN). In tijden van grote migratiestromen is het belangrijk dat onze grenzen worden gecontroleerd en dat we weten wie zich in ons land bevindt. Daarom wordt het toezicht op onze grenzen en de in Nederland aanwezige vreemdelingen verder versterkt.

Daarnaast krijgt de rechterlijke macht meer financiële ruimte voor een structurele investering in de kwaliteit en vindt een intensivering plaats bij het Openbaar Ministerie voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit en de zorg voor slachtoffers. Niet alleen criminaliteit evolueert, ook de populatie in onze gevangenissen verandert. Dit vereist beter opgeleid gevangenispersoneel. Met extra geld investeert het kabinet in de kwaliteit van onze vakmensen in de penitentiaire inrichtingen.

Tot slot wordt met additionele middelen een oplossing geboden voor knelpunten, zoals tegenvallers en nog in te vullen taakstellingen. Hiermee wordt de begroting verder op orde gebracht. Het resultaat van deze investeringen en maatregelen is dat Nederland veiliger wordt en dat de rechtsstaat verder wordt versterkt. Dat is belangrijk. Want geen veiligheid zonder rechtsstaat. En geen rechtsstaat zonder veiligheid.

Nederland Veiliger

De meeste vormen van geregistreerde criminaliteit dalen in Nederland. Deze daling wordt bevestigd door slachtofferenquêtes. Dat is heel goed nieuws maar het is geen reden tot achteroverleunen. De georganiseerde en financieel-economische criminaliteit moet stevig worden aangepakt evenals de verschuiving van «offline» naar «online» criminaliteit. Ondanks de positieve ontwikkeling van het criminaliteitsbeeld moeten we dus alert blijven en ons blijven inspannen om Nederland veilig te houden en veiliger te maken.

De afgelopen jaren hebben we geïntensiveerd in de bestrijding van de georganiseerde misdaad en de ondermijnende effecten daarvan op de samenleving («ondermijnende criminaliteit»). Een voorbeeld is de subsidie voor de Taskforce Brabant Zeeland en het Integraal Afpakteam Brabant Zeeland en de extra investering vanaf 2016 van jaarlijks € 3 mln. in de aanpak van ondermijnende criminaliteit in Zuid-Nederland. Vanaf 2017 wordt hiervoor wederom een extra structureel bedrag gereserveerd. De intensieve inzet is niet alleen zichtbaar in het toenemend aantal gestarte strafrechtelijke onderzoeken, maar in toenemende mate ook in de inzet van het lokaal bestuur en de groeiende samenwerking met partijen buiten de strafrechtketen. Een goed voorbeeld van de verscherpte aandacht voor ondermijnende criminaliteit via een brede, integrale overheidsinzet is de aanpak van criminele motorbendes (OMG’s). Rijk, gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en de Belastingdienst treden daarbij als één overheid op. Dat werpt zijn vruchten af, niet alleen in de vorm van een groeiend aantal opsporingsonderzoeken naar leden van criminele motorbendes, maar vooral ook doordat veel maatregelen worden getroffen die het dit soort clubs steeds moeilijker maakt om te functioneren. Clubhuizen van motorbendes worden gesloten, dan wel de vestiging van nieuwe clubhuizen wordt voorkomen. De samenwerkende partners zijn vastbesloten om in 2017 en daarna door te gaan op deze weg. Onderdeel van het verder versterken van de aanpak is ook dat het OM onderzoekt of een criminele motorbende op civielrechtelijke gronden kan worden verboden.

Bovenstaande is eveneens van belang om het hoofd te bieden aan een ander fenomeen dat effectief moet worden aangepakt om Nederland Veiliger te maken: cybercriminaliteit. Ook op dit terrein zoeken ministerie, politie en OM nadrukkelijk de samenwerking met private partners. Technologische ontwikkelingen vereisen niet alleen voortdurende aanpassing van de werkwijzen in de opsporing; ook herijking van het wettelijk kader is noodzakelijk. Zo heeft dit kabinet de straffen voor cybercriminaliteit in 2015 al verhoogd en is de Wet Computercriminaliteit III3 inmiddels ingediend. Deze laatste voorziet in uitbreiding van de opsporingsbevoegdheden. Het kabinet investeert vanaf 2017 structureel in cybersecurity en de aanpak van cybercrime. Waar in 2015 sprake was van het doorzetten van zorgelijke trends op het gebied van de veiligheidssituatie in het digitale domein, kan nu gesproken worden van toenemende en reële cyberdreigingen. Het kabinet zal, in het licht van de toenemende dreiging, het Nationaal Detectie Netwerk (NDN) verder versterken en uitbouwen. Met het NDN worden cyberaanvallen op overheidsnetwerken onderkend, zodat deze aanvallen aangepakt kunnen worden en de effecten ervan beheersbaar worden gemaakt en worden gegevens uitgewisseld met private partijen.

Net als cybercriminaliteit hebben ook delicten als overvallen, straatroven en woninginbraken, de zogenoemde «High Impact Crimes» (HIC) een groot effect op slachtoffers. Na de goede resultaten van de afgelopen jaren streven we in 2017 naar een verdere voortzetting hiervan. We stimuleren actieve betrokkenheid van burgers; dit moet leiden tot een grotere heterdaadkracht van de politie – en uiteindelijk tot hogere ophelderingspercentages. Verder richt de HIC-aanpak zich in 2017 ook op het terugdringen van geweld in uitgaansgebieden en geweld in het openbaar vervoer. De campagnes «Maak het inbrekers niet te makkelijk» en «boefproof» worden gecontinueerd. VenJ investeert circa € 10 mln. in HIC, € 11 mln. in slachtofferzorg (incl. Slachtoffer in Beeld) en € 2 mln. in de integrale aanpak van kindermishandeling en jeugdgroepen. Ook investeert VenJ in 2017 verder in (technische) preventie, zorgvuldige bejegening van slachtoffers en het bieden van perspectief aan risicojongeren. Dit laatste onder meer via het traject «Alleen jij bepaalt wie je bent», waarbij topsporters worden ingezet om kwetsbare jongeren te helpen. Een mooi voorbeeld dat laat zien dat Veiligheid en Justitie samen met partners (o.a. gemeenten en politie) tot goede resultaten kan komen – resultaten die Nederland veiliger maken.

In het verlengde van de aanpak van concrete criminaliteitsfenomenen, gaat VenJ in 2017 hard aan de slag om de kwaliteit van de opsporing fundamenteel te verbeteren. De sterkte/zwakte-analyse «Handelen naar waarheid» en de onderzoeken van de Inspectie VenJ en het WODC op het thema opsporing bieden daarvoor geschikte handvatten. In 2017 wordt hiervoor een aanvullende bijzondere bijdrage beschikbaar gesteld van € 19,7 mln. Eerst is het zaak de basis in de opsporing op orde te krijgen, zoals de intake en screening bij de aangifte, de parate kennis van de politiemedewerkers en de kwaliteit van de processen-verbaal.

Eind 2017 moet de nieuwe politie-organisatie er staan, zoals die in de herijking is aangegeven. Dat wil zeggen: inclusief een stabiele ICT en betrouwbare informatievoorziening en met méér aandacht voor het welzijn van het personeel. Doel blijft de versterking van kennis en kunde op basis waarvan de politie zich ontwikkelt tot een slimme, flexibele en adaptieve organisatie op de verschillende facetten van het politiewerk. Met de structurele investering in de nationale politie zorgt het kabinet voor een gedegen meerjarig financieel fundament. Hiermee kan de politie de ontwikkeling van haar organisatie en het presterend vermogen waarmaken, zoals opgenomen in het inrichtingsplan en de herijkingsnota. Bovendien zal de korpschef met voorrang verbeteringen realiseren op het gebied van de financiële governance en interne sturing en beheersing. Behalve de investeringen in de opsporing, wil het kabinet ook een kwaliteitsslag maken in de wijken. Door de noodzakelijke aandacht voor terrorismebestrijding en vreemdelingen is de wijkagent de afgelopen jaren ook op andere gebieden ingezet. De bestaande vacatures voor wijkagenten worden met voorrang ingevuld en de wijkagenten zullen tenminste 80% van hun tijd weer aan de wijk kunnen besteden. Ook komen er voldoende operationele experts voor de complexe taken in de wijken. Het kabinet trekt vanaf 2017 structureel € 10 miljoen extra uit voor een betere toerusting van de medewerkers in de gebiedsgebonden politie. Mobiel werken en verbetering van de (mogelijkheden tot) informatie-uitwisseling tussen samenwerkingspartners zijn daarbij prioritaire thema’s.

In het politiedomein vindt eveneens meer en betere samenwerking plaats. Zo wordt het gezag in een eerder stadium betrokken bij beleids- en beheersvraagstukken over de politie. Ook wordt op basis van een gemeenschappelijk gedragen visie (gezag, politie, ministerie) in 2017 gewerkt aan een toekomstbestendige opsporing. In deze toekomstvisie krijgen ook relatief nieuwe ontwikkelingen meer aandacht. Bijvoorbeeld internationalisering, digitalisering, big data4 en het ontstaan van complexe netwerken. In 2017 wordt dit al zichtbaar – onder meer door het aantrekken van méér hoogopgeleide specialisten (mede ter vervanging van de uitstroom in de recherche) en de verdere ontwikkeling van de intelligence. De verdergaande digitalisering van de samenleving en de toenemende aandacht voor de effectiviteit van het opsporingsonderzoek vragen om een meer fundamentele herbezinning op de vraag wat de forensische opsporing nodig heeft om ook in de toekomst de criminaliteit effectief te kunnen opsporen. Een expertgroep heeft hiervoor aanbevelingen gedaan.

In 2017 werken we verder aan een goede aansluiting van de veiligheidsketen op het sociale en lokale domein en aan het bevorderen van informatiedeling. Het gaat erom op het juiste moment de meest geschikte interventie in te zetten en ook de continuïteit van de zorg te waarborgen. Zo voorkomen we dat de doelgroep verstoken blijft van hulp en onnodig weer in het justitiële circuit terecht komt met alle gevolgen voor de maatschappij en de veiligheidsketen van dien. De proeftuinen en experimenten met kleinschalige voorzieningen voor justitiële jeugdzorg – in 2016 gestart, in nauwe samenwerking met het lokaal bestuur en zorgaanbieders – worden in 2017 afgerond. Na evaluatie worden ze vertaald naar structurele werkwijzen.

De verbinding van zorg en veiligheid komt ook goed tot uitdrukking in de samenwerking van de veiligheidshuizen met andere netwerken en organisaties, zoals ZSM en Veilig Thuis. In 2017 werkt VenJ verder aan de randvoorwaarden om domeinoverstijgende samenwerking mogelijk te maken via model-werkprocessen, betere informatievoorziening en het faciliteren van informatie-uitwisseling tussen professionals. De uitkomsten van het inspectieonderzoek naar de samenwerking tussen ZSM, het Veiligheidshuis en de hierin participerende justitiepartners zullen we hierbij betrekken. In dit kader levert VenJ in 2017 ook een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van het Plan van aanpak verwarde personen, dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

Complementair daaraan hebben we naar aanleiding van de zaak Bart Van U. en het onderzoeksrapport hierover van de Commissie Hoekstra, een groot aantal concrete maatregelen genomen in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en het wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg. Ook zetten we in 2017 de versterking van de uitvoering van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden voort. Voor de tenuitvoerlegging van vonnissen wordt de in gang gezette procedure voor persoonlijke prioritering verder geïmplementeerd. Voor de uitvoering van het totaal aan maatregelen is een bedrag van jaarlijks € 17 mln. gereserveerd. In samenwerking met de betrokken uitvoeringsorganisaties worden concrete plannen uitgewerkt die in 2017 en volgende jaren tot uitvoering komen. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, de Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg toetsen de implementatie van de maatregelen. De heer mr. R.J. Hoekstra voert een monitor uit.

We zien dat er sprake is van een dalende recidive, een afname van de werkvoorraad van ten uitvoer te leggen straffen en een afnemende populatie in het gevangeniswezen. Dat is natuurlijk positief. Tegelijkertijd vragen veranderingen in aard en grootte van de groep gestraften en maatschappelijke ontwikkelingen om heroriëntatie op de uitvoering van strafrechtelijke sancties. De doelgroep die met sanctie-uitvoering te maken krijgt, is steeds complexer. Een groot deel van de gedetineerden heeft een relatief korte celstraf, waardoor de beschikbare tijd om in detentie een duurzame gedragsverandering tot stand te brengen beperkt is. Daarnaast hebben verwarde personen die te maken hebben met sanctie-uitvoering, licht verstandelijk beperkten en psychiatrische patiënten een eigen en persoonsgerichte aanpak nodig. Deze gevarieerde doelgroep vraagt om een gedifferentieerde aanpak, waarbij genoegdoening voor het slachtoffer en resocialisatie goed samen moeten gaan. Hiertoe moeten nieuwe interventies en flexibiliteit in de voorzieningen worden ingericht. Er wordt extra geld geïnvesteerd in de opleiding van DJI-personeel om met de veranderende populatie om te kunnen gaan. Daarnaast rondt VenJ in 2017 de strategische verkenning Koers en Kansen voor de sanctie-uitvoering af. Daarbij wordt duidelijk de link gelegd met de lokale samenleving; goede terugkeer van de gestrafte in de wijk is een gezamenlijke opgave met justitiepartners, de gemeenten en lokale zorgverleners. Een ander goed voorbeeld van terugkeer in de samenleving zijn de Social Impact Bonds. Hierin werken publieke en private partners nauw samen om ex-gedetineerden aan het werk te helpen en zo de recidive te verlagen.

De terroristische aanslagen in bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland en België hebben op pijnlijke wijze bevestigd dat de bestrijding van terrorisme alleen effectief kan zijn als dit gebeurt via een aanpak die internationaal goed is afgestemd. Intensieve samenwerking en snelle actuele informatie-uitwisseling zowel nationaal als internationaal staan hierbij centraal. Voor de beleidsmatige en operationele activiteiten van alle diensten in de contraterrorisme-keten blijft het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland leidend. Ook in 2017 zal dit dreigingsbeeld weer drie keer verschijnen. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme (2014)5 voorziet in maatregelen om de jihadistische beweging in Nederland te bestrijden en te verzwakken en de voedingsbodem voor radicalisering weg te nemen. Kenmerkend voor de Nederlandse aanpak is de integraliteit, waarbij zowel repressieve als preventieve maatregelen worden ingezet. Ook werken we in Nederland persoonsgericht, waardoor het leveren van maatwerk beter mogelijk wordt. In 2017 versterken we de internationale samenwerking verder waar het gaat om informatie-uitwisseling. Daarnaast wordt in 2017 verder ingezet op het versterken van de samenwerking in de nationale contraterrorisme-keten en wordt middels extra investeringen gewerkt aan 24/7 landelijke beschikbaarheid van de Dienst Speciale Interventies. De activiteiten beschreven in het actieprogramma worden in 2017 afgerond of bestendigd. Aan de hand van de medio 2016 verschenen Nationale Contraterrorisme-strategie 2016–2020 wordt de aanpak van jihadisme en de organisatie daarvan geborgd. In nauwe samenwerking met alle betrokken ketenpartners en ministeries werkt VenJ – ook hier weer – aan een brede integrale aanpak. Deze aanpak betreft alle vormen van extremisme en terrorisme die een bedreiging vormen voor onze nationale veiligheid.

Ook de dreigingen in het digitale domein nemen toe, niet alleen in aantallen, maar ook in omvang en complexiteit. Juist in het zich snel ontwikkelende digitale domein is het zaak om consequent te investeren om het tempo van de toenemende dreigingen het hoofd te bieden. Nauwe publiek private samenwerking is op dit dossier onmisbaar. Aan de hand van de opeenvolgende Nationale Cyber Security Strategieën werkt VenJ aan het vergroten van de digitale weerbaarheid van ons land. Ook in 2017 zal dit raamwerk leidend zijn in de aanpak en doorontwikkeling van de integrale cybersecurity-aanpak. Een belangrijke mijlpaal hierin is de implementatie in 2018 van de Netwerk en Informatie Beveiligingsrichtlijn (NIB-richtlijn). Dit vergt in 2017 nog veel voorbereidingen. De nieuwe meldplicht cybersecurity, die naar verwachting in 2017 in werking treedt, zal in belangrijke mate bijdragen aan onze kennis over cyberincidenten en de ontwikkeling van mogelijkheden om deze te vermijden. Met de intensivering in cybersecurity kan het Nationaal Detectie Netwerk verder worden versterkt.

2017 is ook het jaar van de implementatie van de Nationale Veiligheidsstrategie. Op basis van een capaciteitenanalyse werken we aan versterking van de meest prioritaire (generieke) capaciteiten van o.a. de veiligheidsregio’s. Met de verantwoordelijke ministers en vitale (private) organisaties monitoren we zorgvuldig of de continuïteit van de vitale infrastructuur is gewaarborgd, dan wel moet worden versterkt. Hierbij betrekken we de bevindingen uit de Staat van de Rampenbestrijding 2016 van de Inspectie VenJ die in de tweede helft van 2016 uitkomt. Waar nodig voeren we (extra) maatregelen door om de weerbaarheid van vitale processen te vergroten. Het ministerie, de veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad ronden in 2017 de implementatie af van de gezamenlijke doelstellingen voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. Ook zal VenJ aandacht blijven houden voor de eventuele gevolgen voor de nationale veiligheid in Nederland van (onder meer) buitenlandse overnames en investeringen in het Nederlandse bedrijfsleven. De conclusies van de recente interdepartementale verkenning van de specifieke veiligheidsrisico’s die samenhangen met inhuur en aanbesteding, worden in 2017 uitgevoerd.

Bestendiging en versterking rechtsstaat

Voor de democratische rechtsstaat is een goed werkende juridische infrastructuur essentieel. Die infrastructuur vergt voortdurend onderhoud om aansluiting te houden bij maatschappelijke ontwikkelingen en zo de rechtsstaat te bestendigen en te verstevigen. Dit draagt bij aan vertrouwen van burgers en bedrijfsleven in de rechtsstaat. Bij de versterking van de rechtsstaat gaat het ook om de bewaking van rechtvaardigheid, ordening van de markt en de handhaving van rechtsstatelijke kernwaarden op andere terreinen. De organisaties die in het rechtsbestel werken moeten ieder voor zich en in onderlinge samenwerking ervoor zorgen dat burgers en bedrijven conflicten kunnen oplossen en, waar nodig, elkaar kunnen aanspreken op hun rechten en plichten. De versterking van de rechtsstaat krijgt concreet gestalte over de hele linie: het civiel recht, het bestuursrecht, het strafrecht, maar ook ten aanzien van de rechtsbijstand en de aandacht voor slachtoffers.

In het civiele recht werkt Veiligheid en Justitie onder meer aan het programma KEI (Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak) en modernisering van het faillissementsrecht. Samen met de rechtspraak werkt het departement aan vereenvoudiging, uniformering en digitalisering van het procesrecht voor civiele en bestuursrechtelijke zaken. KEI moet voor een ieder leiden tot een beter toegankelijke rechtspraak, die sneller kan werken en beter in staat is «maatwerk» te leveren. Dat alles met behoud van de huidige, hoge vakinhoudelijke kwaliteit. De benodigde wetgeving is dit jaar afgerond en de uitrol van het digitaal procederen vindt vanaf 2017 plaats.

Het bestuursrecht wordt beter afgestemd op de behoeften van de burger. In zijn contacten met de overheid moet de burger – nog duidelijker dan nu – ervaren dat er sprake is van een meer responsieve rechtsstaat, waarin de overheid open en interactief contact heeft met de burger. Dit versterkt het vertrouwen van de burger in de overheid, en biedt ook voor de overheid voordelen doordat beleid sneller en goedkoper gerealiseerd kan worden. Het wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht om te komen tot integrale geschilbeslechting in het sociaal domein wordt verder vorm gegeven.

De wet Kansspelen op afstand (Koa) treedt naar verwachting in 2017 in werking. Deze wet biedt de honderdduizenden Nederlanders die deelnemen aan online kansspelen bescherming tegen kansspelverslaving. Ook maakt de wet beter toezicht mogelijk: op eerlijk spel, maar ook om fraude en witwassen te voorkomen. In 2017 wordt het loterijstelsel herijkt. De modernisering van het kansspelbeleid betreft ook de casinomarkt. De wet voor de herinrichting van de casinomarkt treedt indien de Tweede Kamer instemt in 2017 in werking. Het huidige monopolie op speelcasino’s wordt losgelaten en het staatsaandeelhouderschap van Holland Casino wordt op termijn opgeheven.

De robuustheid van de rechtsstaat wordt verder versterkt door een eigentijds en toegankelijk wetboek van Strafvordering. Daarnaast wordt de samenwerking in de strafrechtketen verder verbeterd. Het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB) is van start gegaan. Hieraan nemen politie, OM, rechtspraak, executie-organisaties en departement deel. Samen met ketenorganisaties, professionals en de samenleving wordt antwoord gegeven op vragen zoals: Hoe dienen de taken van de strafrechtketen in de samenleving te worden uitgevoerd en wat verwacht de samenleving? Wat willen de ketenorganisaties gezamenlijk bereiken? Dit proces leidt in 2017 tot vaststelling van de maatschappelijke ambities van de strafrechtketen, het stellen van prioriteiten en aansluitende doelstellingen en prestatie-indicatoren.

Succesvolle ketensamenwerking komt tot stand door een gezamenlijke inzet. Deze gezamenlijke inzet komt mede tot uiting door duidelijke afspraken over de wijze waarop de betrokken organisaties ketenvoorzieningen bekostigen en eventuele baten verdelen (zogenaamde ketenfinanciering). Het Bestuurlijk Ketenberaad onderzoekt de verschillende modellen voor deze vorm van financiering, die bijvoorbeeld al wordt toegepast bij de getroffen maatregelen naar aanleiding van het rapport van de commissie Hoekstra.

Om de toegang tot het recht te garanderen, kunnen sommige groepen in de samenleving een beroep doen op het stelsel van de rechtsbijstand. De commissie-Wolfsen heeft eind 2015 haar rapport «Herijking rechtsbijstand – Naar een duurzaam stelsel voor de gesubsidieerde rechtsbijstand» opgeleverd. In de kabinetsreactie hierop van mei 2016 zijn maatregelen gepresenteerd om het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand beheersbaar en toekomstbestendig te maken. Deze maatregelen garanderen de toegang tot de gesubsidieerde rechtsbijstand voor min- en onvermogenden. In het najaar van 2016 start het daarvoor benodigde wetgevingstraject. In 2017 zullen verschillende voorbereidingen voor de implementatie van de maatregelen worden getroffen, zoals verbetering van de dienstverlening en de samenwerking in de eerste lijn en versterking van de regierol van de Raad voor Rechtsbijstand. Verder zal in 2017 de evaluatie van de forfaitaire puntentoekenning worden afgerond.

Bij een rechtsstaat past ook dat recht wordt gedaan aan slachtoffers van strafbare feiten: zij moeten de hulp en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. Ook hiermee draagt de overheid bij aan een rechtvaardige samenleving. De afgelopen jaren is al veel nieuw beleid, wet- en regelgeving tot stand gebracht om de positie van slachtoffers te versterken. In 2017 ligt de nadruk op een goede uitvoering in de praktijk. In nauw overleg met de ketenorganisaties en maatschappelijke partners zijn prioriteiten voor de komende vier jaar. Dat heeft geleid tot een meerjaren-programmering voor het slachtofferbeleid; deze wordt parallel aan de begroting aan uw Kamer aangeboden. De Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kan een rol spelen bij het voorkomen van slachtofferschap. De VOG is een instrument dat de integriteit in kwetsbare sectoren en situaties kan waarborgen. Daarom zet VenJ in 2017 in op versterking van het VOG-instrument. Dit gebeurt in lijn met de brief «de Toekomst van de VOG», die begin 2016 naar uw Kamer is gestuurd. Speerpunten voor 2017 zijn onder meer: communicatie over de VOG voor jongeren, het afwijzen van een VOG op basis van politiegegevens en verbeterde internationale samenwerking op het gebied van preventieve informatie-uitwisseling. Ook wordt in 2017 de gratis VOG-regeling verduurzaamd, voor vrijwilligers die werken met kinderen of verstandelijk beperkten.

Bij een goed functionerende rechtsstaat hoort ook een voortvarende en juiste tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Hiervoor is het essentieel dat ketenpartners beschikken over actuele en kwalitatief goede informatie. Via het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) leggen we voor deze informatie-uitwisseling ketenbrede kwaliteitscriteria vast. Dit programma zorgt ervoor dat er in 2017 éénduidige ketenafspraken komen over de vorm, tijdigheid en kwaliteit van aanlevering, zodat de datakwaliteit kan worden geborgd. Het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) coördineert de feitelijke tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen en zorgt voor een goede afstemming van de verschillende uit te voeren straffen en maatregelen.

Om de vitaliteit van de justitiële ketens te behouden en te kunnen blijven inspelen op de behoeften van een veranderende maatschappij zijn de komende jaren verdere moderniserings- en beheersmaatregelen noodzakelijk. VenJ kan de vitaliteit van de justitiële ketens niet alleen waarborgen. Daarvoor is nodig dat in gevallen waarin andere interventies doeltreffender kunnen zijn, justitiële interventies slimmer worden ingezet. In specifieke situaties is het bijvoorbeeld redelijk dat degene die gebruik maakt van de juridische infrastructuur ook daaraan een zekere bijdrage levert aan de instandhouding hiervan. Gelet op bovenstaande is een reeks maatregelen in voorbereiding die daarop aansluiten. Dit pakket, dat dient ter invulling van de eerder in de begroting opgenomen taakstelling strafrechtketen, leidt tot structurele besparingen op de VenJ-begroting, oplopend tot € 52,5 mln. in 2021.

Migratie en Asiel

Onder het Nederlandse voorzitterschap zijn er in EU-verband belangrijke stappen gezet om te komen tot betere beheersbaarheid van de asielproblematiek. De afspraken tussen de EU en Turkije hebben er direct aan bijgedragen dat het cynische verdienmodel van smokkelaars een grote klap is toegebracht; het aantal migranten dat zijn leven waagt op de Egeïsche Zee is drastisch gedaald, en belangrijker nog, daarmee ook het aantal verdrinkingen. In combinatie met het sluiten van de zogenoemde Westelijke Balkanroute is ook de ongecontroleerde stroom migranten door het Europese continent tegengegaan De EU heeft maatregelen genomen om de spontane asielinstroom te beperken en te komen tot een meer billijke verdeling van asielaanvragen die worden ingediend in de EU. Nederland is voorstander van dergelijke maatregelen. Ze kunnen immers bijdragen aan een meer gereguleerde asielinstroom naar ons land. Opvang in de regio in combinatie met hervestiging blijft uitgangspunt van het beleid.

Zowel het belang van het beheersen en controleren van de migratiestromen als van de bestrijding van terrorisme is de afgelopen periode toegenomen. Voor 2017 vraagt dit om versterking van het toegangsbeleid: bewaking van de buitengrenzen via een effectief en efficiënt grenstoezicht. Dit beleid moet migratiecriminaliteit en illegale migratie tegengaan en maximaal bijdragen aan de veiligheid in Nederland en het Schengengebied. En tegelijkertijd niet overbodig hinderlijk zijn voor de bonafide reiziger. Dit vraagt om een continue balans tussen mobiliteit en veiligheid. Op nationaal en Europees niveau wordt hiertoe al nauw samengewerkt, bijvoorbeeld in het kader van het EU-Turkije Actieplan.

Een intensievere samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de uitvoeringsorganisaties in de vreemdelingen- en strafrechtketen is ook voor het toezicht van belang. In de loop van 2016 is de asielinstroom door de Europese en nationale maatregelen fors gedaald. Het kabinet verwacht dat de ingezette daling zich in 2017 zal voortzetten.

Het afgelopen jaar is onder druk van de hoge instroom in een kort tijdsbestek door middel van Bestuursakkoorden een nieuwe basis gelegd tussen lokaal, provinciaal en landelijk bestuur met als doel de opvangproblematiek het hoofd te bieden en een snelle doorstroming te bewerkstelligen van vergunningshouders naar huisvesting, mede met het oog op een snelle integratie. De onderlinge samenwerking in het vreemdelingendomein heeft hiermee een forse impuls gekregen.

Aan vreemdelingen, die op grond van het asielbeleid daarvoor in aanmerking komen, biedt Nederland bescherming. Met het oog daarop blijven de zorg voor een snelle doch zorgvuldige asielprocedure en een humane opvang inclusief adequate medische zorg ook in 2017 belangrijke uitgangspunten. Tegelijkertijd onderkennen we ook dat de asielprocedure ook kan worden misbruikt. Het toezicht op de grenzen en op de vreemdelingen wordt daarom versterkt.

Vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven, moeten terug naar het land van herkomst of een veilig derde land waar de toegang is gewaarborgd. Nederland biedt hierbij op zorgvuldige en humane wijze hulp aan. De Inspectie Veiligheid en Justitie houdt toezicht op de begeleide gedwongen terugkeer van vreemdelingen en vreemdelingenbewaring. Zij ziet er op toe dat alle betrokken instanties hun taken bij het terugkeerproces humaan en zorgvuldig uitvoeren. De Wet Terugkeer en Vreemdelingenbewaring treedt, afhankelijk van de parlementaire behandeling, naar verwachting het eerste kwartaal van 2017 in werking. Deze wet verankert de alternatieven voor bewaring en het ultimum remedium-karakter van bewaring. Ook voert deze wet een bestuursrechtelijk regime in voor vreemdelingenbewaring en grensdetentie.

Voor vreemdelingen die wel (tijdelijk) in Nederland mogen blijven is het ook in 2017 belangrijk dat er steeds voldoende opvang is en dat vergunninghouders snel een woning krijgen toegewezen in de gemeente. Dat stelt vergunninghouders in staat snel te beginnen aan de integratie en het zoeken van werk.

VenJ Verandert

Eind vorig jaar is onder externe leiding een taskforce beleidsalternatieven aan de slag gegaan. Deze taskforce heeft voorstellen gedaan die de beleidsdomeinen overstijgen. De voorstellen die het meest kunnen bijdragen aan verbetering van de effectiviteit en efficiency worden op dit moment uitgewerkt. Het ministerie bereidt ook een nieuwe sturingsstructuur voor die in 2017 zal worden ingevoerd. Deze structuur kenmerkt zich door een steviger op concern-niveau gepositioneerde financiële control-functie en de aanwezigheid van meer «checks and balances» in de aansturing van de uitvoeringsorganisaties. In 2017 zal Veiligheid en Justitie blijven inzetten op het verbeteren van de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering van het departement, zoals geconstateerd door de Algemene Rekenkamer. Bijlage VII gaat in op de voortgang van de verbetermaatregelen.

Het ministerie zal in 2017 verder gaan met het programma «VenJ verandert». Het verbeteren van de openheid en transparantie, het tegengaan van verkokering en de versterking van de financiële sturing wordt in het komend begrotingsjaar met kracht voortgezet. Op deze manier komt VenJ tegemoet aan de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om de controlfunctie binnen het departement te verbeteren. Met ingang van 2017 kent het ministerie een controlmodel met twee in plaats van drie lagen.

Bedrijven en kennisinstellingen worden betrokken bij de uitdagingen van het ministerie en het ontwikkelen van innovaties. De wijze waarop het ministerie communiceert met de samenleving verandert blijvend. We hervormen onze omgang met WOB-verzoeken en maken onderzoeksrapporten van het WODC eerder openbaar. Elk half jaar wordt eveneens een overzicht van rapporten van de Auditdienst Rijk gepubliceerd.

Het succes van het werk van alle betrokken mensen die bij het ministerie en de daaronder vallende organisaties werken, wordt niet alleen bepaald door de vraag of er voldoende geld voorhanden is. Het gaat vooral ook om de manier waarop het werk wordt gedaan. In 2017 versterken we de samenwerking binnen en tussen de afdelingen van het ministerie en met de vele partners verder. De veranderingen in het beheer van de beleidsagenda’s en de financiële sturing moeten leiden tot een transparant ministerie dat de spil is in het netwerk van alle organisaties die samen de veiligheid en de rechtsstaat vorm geven. Van ons ministerie wordt verwacht dat wij altijd zoeken naar wegen om ons werk sneller, beter, efficiënter en zo mogelijk meer voor hetzelfde of liefst minder geld te kunnen doen.

3

Kamerstukken II, 2015–2016, 34 372, nr. 2.

4

Op 28 april jl. heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid een advies uitgebracht onder de titel «Big Data in een vrije en veilige samenleving». Het kabinet zal zijn standpunt over dit advies dit jaar naar de Kamer zenden. In dit verband kan gewezen worden op de proef met een «broedkamer» voor Big Data analyses (Kamerstukken II, 2015-2016, 29 279, 298, blz. 3).

5

Kamerstukken II, 2013–2014, 29 754, nr. 253.

Licence