Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

x € 1.000
   

Beleidsartikel

Uitgaven

 

Stand vastgestelde begroting 2018

 

12.218.217

       
 

Belangrijkste suppletoire uitgaven mutaties:

   
       

1.

Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ)

32, 34, 37, 91

19.557

2.

Onderuitputting en inzet exploitatieoverschot

32, 91, 92

– 84.300

3.

Asiel

37

129.737

4.

Asiel: Oda-toerekening

37

– 94.221

5.

Eindejaarsmarge Eurojust

91

13.000

6.

Dekking Besparingsverlies vitale ketens

92

– 17.000

7.

Loonbijstelling 2018

alle

240.654

8.

Prijsbijstelling 2018

alle

45.973

9.

Eindejaarsmarge

alle

86.278

       
 

Overige mutaties

 

– 23.175

       
 

Stand 1e suppletoire begroting 2018

 

12.534.720

Toelichting

Uitgaven

1. Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ)

Het uitgavenkader is in het jaar 2018 in totaal met € 19,6 mln. en in 2019 met € 60,8 mln. verhoogd op basis van de meest recente uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ).

2. Onderuitputting en inzet exploitatieoverschot

Om dekking te geven aan de tegenvallers is op basis van de realisaties in de afgelopen begrotingsjaren (onderuitputting en exploitatieoverschotten uitvoeringsorganisaties) de begrotingsraming verlaagd. Zie ook tabel belangrijkste ontvangsten.

3. Asiel

De Meerjaren Productieprognose (MPP) leidt tot extra productie bij IND en een hogere bezetting bij het COA. Met deze mutatie wordt de bijstelling van de MPP voor de asielketen voor 2018 en enkele andere kleine mutaties in het budget van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verwerkt.

4. Asiel: ODA-toerekening

De kosten voor de eerstejaarsopvang worden toegerekend aan ODA. In de toerekening wordt de MPP-mutatie voor de instroom 2018 verwerkt, net als de bijstelling en de nacalculatie over 2017. Dit leidt tot een overheveling tussen de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS).

5. Eindejaarsmarge Eurojust

De technische verrekening met het Rijksvastgoedbedrijf voor wat betreft de egalisatieregeling heeft in 2017 niet plaatsgevonden. Door middel van de eindejaarsmarge worden de gelden toegevoegd aan 2018, zodat verrekening dit jaar alsnog kan plaatsvinden.

6. Dekking besparingsverlies vitale ketens

Besparingsverlies vitale ketens betreft het niet realiseren van maatregelen in de begroting 2017 als invulling van de taakstelling op de strafrechtketen. Een deel van de maatregelen blijkt (juridisch) niet haalbaar, waaronder de maatregelen aangaande doeltreffende aanpak zeer jeugdige daders en het onderdeel «kind centraal in een efficiëntere en effectievere jeugdbeschermingsketen». Deze tegenvaller wordt gedekt door inzet van de prijsbijstelling tranche 2018 en eindejaarsmarge.

7. Loonbijstelling 2018

De loonbijstelling 2018 is met deze mutatie aan de begroting van JenV toegevoegd en is vervolgens verdeeld naar de desbetreffend artikelen.

8. Prijsbijstelling 2018

De prijsbijstelling 2018 wordt ingezet voor dekking van JenV-brede problematiek (m.n. besparingsverlies vitale ketens, zie punt 6).

9. Eindejaarsmarge 2018

De eindejaarsmarge 2018 is met deze mutatie aan de begroting van JenV toegevoegd en is ingezet om de uitvoeringproblematiek in 2018 te dekken.

Overzicht belangrijkste ontvangstenmutaties 2018 x € 1.000
   

Beleidsartikel

Ontvangsten

 

Stand vastgestelde begroting 2018

 

1.596.196

       
 

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   
       

1.

Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) Griffierechten

32

– 26.474

2.

Onderuitputting en inzet exploitatieoverschot

34, 37

29.400

       
 

Overige mutaties

 

9.722

       
 

Stand 1e suppletoire begroting 2018

 

1.608.844

Toelichtingen:

Ontvangsten

1. Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) Griffierechten

Het ontvangstenkader is verlaagd met € 26,5 mln. op basis van de meest recente uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) Griffierechten. De verwachting is dat de instroom van zaken in de civiele sector en – in minder mate – in de sector bestuur lager zullen uitvallen dan geraamd.

2. Onderuitputting en inzet exploitatieoverschot.

Om dekking te geven aan de tegenvallers is op basis van de realisaties in de afgelopen begrotingsjaren (onderuitputting en exploitatieoverschotten uitvoeringsorganisaties) de begrotingsraming verlaagd. Zie ook tabel belangrijkste uitgaven.

Licence