Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.

Tabel 2: Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2018 (Tweede suppletoire begroting) (x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2018

Vastgestelde begroting 2018

 

7.117.510

Stand 1e suppletoire begroting 2018

 

7.166.982

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   

1) Personele uitgaven

1

41.125

2) Belasting en invorderingsrente

1

32.000

3) Bijdrage agentschappen

1

10.330

4) Afdrachten Staatsloterij

3

103.650

5) Schade-uitkering EKV

5

– 52.700

6) Dotatie begrotingsreserve EKV

5

49.904

7) Bijdrage aan medeoverheden

6

223.365

8) Loon- en prijsbijstelling

10

– 72.583

Overige mutaties

 

18.477

Stand 2e suppletoire begroting 2018

 

7.520.550

Toelichting

  • 1. De personele uitgaven zijn verhoogd door:

    • a) Het toedelen van de middelen voor de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling vanaf artikel 10 (+ € 53,7 mln.);

    • b) Een budgetneutrale technische herschikking van de materiële uitgaven naar de post Eigen personeel van artikel 1 (+ € 49,2 mln.). Tegenover deze verhoging staat een even grote verlaging van de materiële uitgaven op de post Materiele uitgaven – Overige van artikel 1. Op deze wijze wordt beter aangesloten bij de indeling van de Rijksbegrotingsvoorschriften.

    • c) In de brief Beheerst vernieuwen (Kamerstukken II 2017–2018, 31 066, nr. 403.) is aangegeven dat de Belastingdienst overgaat op de Rijksbrede werkwijze met het indienen van bestedingsplannen voor budgetoverheveling van de Aanvullende Post. Zoals in de bijlage van deze brief is vermeld, staat budget voor Beheerst Vernieuwen op de Aanvullende Post gereserveerd. Naar aanleiding van de ingediende bestedingsplannen zijn in de begroting 2019 middelen overgeboekt vanuit de Aanvullende Post naar de begroting van het Ministerie van Financiën (+ € 6,1 mln.);

    • d) Een overboeking vanuit artikel 10 voor de uitvoeringskosten van fiscale wetgeving (+ € 3,1 mln.);

    • e) Een overboeking vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de uitvoeringskosten voor de implementatie van de Wet tegemoetkomingen loondomein (+ € 2,4 mln.).

    De personele uitgaven zijn verlaagd door:

    • a) De bijdrage aan de Rijksbrede problematiek (– € 40 mln.). Het kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 2018 besloten dat ministeries een bijdrage leveren aan de Rijksbrede problematiek;

    • b) Een kasschuif van 2018 naar 2020 voor Beheerst Vernieuwen (– € 27 mln.). Door deze kasschuif komt het benodigde budget overeen met het kasritme van de uitgaven.

    • c) Het besluit van de inspecteur om het bezwaarschrift van de Belastingdienst inzake de Regeling voor Vervroegde Uittreding te honoreren. De betaling van de RVU-heffing is per september 2018 stopgezet. Dit betekent een vrijval in 2018 (– € 6 mln.). De in het verleden betaalde middelen zullen naar verwachting in 2019 worden terug ontvangen op de Financiën begroting.

    Per saldo is het budget op de post Personele uitgaven verhoogd met € 41,1 mln.

  • 2. Als gevolg van bijstellingen van aanslagen uit oude belastingjaren (voor 2013), waarvoor nog de oude heffingsrenteregeling van toepassing is, zijn de rentevergoedingen hoger dan geraamd (+ € 32 mln.).

  • 3. Dit betreft een hogere raming van de uitgaven aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Logius is het agentschap dat zorgt voor de producten en diensten voor de digitale overheid (+ € 10,3 mln.).

  • 4. Op basis van de Wet op de Kansspelen komen de opbrengsten van de Staatsloterij toe aan de Staat. Op basis van de fusieovereenkomst met de Lotto worden deze opbrengsten verrekend met de afdrachten van de Lotto, waarna 63% van het totaal toekomt aan de Staat (+ € 103,7 mln.). De verrekening is een technische post bij de uitgaven en de ontvangsten, omdat tegenover deze uitgave een even grote ontvangst staat. Zie punt 5 van de tabel met de belangrijkste ontvangstenmutaties.

  • 5. De uitgaven voor schade-uitkering exportkredietverzekering (EKV) vallen lager uit dan verwacht omdat er in 2018 geen grote schades zijn geweest (– € 52,7 mln.).

  • 6. Het saldo van EKV-premies, schades en recuperaties (+ € 49,9 mln.) wordt in de risicovoorziening gestort om toekomstige schades op te kunnen vangen. De storting is het saldo van:

    • a. Lagere schade uitkeringen (– € 50,5 mln.) en overige kosten (+ € 0,2 mln.) aan de uitgaven kant;

    • b. Lagere ontvangsten van schaderecuperaties en premies (– € 0,4 mln.). Zie punt 6 en 7 van de tabel met de belangrijkste ontvangstenmutaties.

  • 7. Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het btw-compensatiefonds (BCF). Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij het BCF (+ € 223,4 mln.). Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten. Zie punt 8 van de tabel met de belangrijkste ontvangstenmutaties.

  • 8. De middelen voor de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling zijn verdeeld binnen de begroting (– € 72,6 mln.).

In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.

Tabel 3: Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2018 (Tweede suppletoire begroting) (x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2018

Vastgestelde begroting 2018

 

144.081.447

Stand 1e suppletoire begroting 2018

 

146.836.288

Belangrijkste suppletoire mutaties:

 

1) Belastingontvangsten

1

92.140

2) Kosten vervolging

1

35.000

3) Belasting- en invorderingsrente

1

24.000

4) Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen

3

390.140

5) Afdrachten Staatsloterij

3

103.650

6) Schade-restituties EKV

5

– 39.172

7) Premies EKV

5

38.750

8) Ontvangsten btw-compensatiefonds

6

223.365

Overige mutaties

 

877

Stand 2e suppletoire begroting 2018

 

147.705.038

Toelichting

  • 1. In de Najaarsnota 2018 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht.

  • 2. Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, enz.). Er hebben meer invorderingsmaatregelen plaatsgevonden dan verwacht, waardoor meer kosten zijn doorberekend (+ € 35 mln.).

  • 3. De ontvangsten voor de belasting en invorderingsrente zijn hoger dan verwacht (+ € 24 mln.). Dit is het gevolg van hogere belastingaangiften waarover rente moet worden betaald. Daarnaast is er een gunstigere verdeelsleutel voor de verdeling van de rente tussen de Belastingdienst en de Sociale Fondsen.

  • 4. De realisatie dividend en afdrachten staatsdeelnemingen voor 2018 valt hoger uit dan geraamd (+ € 390 mln.). Dit wordt met name veroorzaakt door het in september van ABN Amro ontvangen interim-dividend.

  • 5. Zie de toelichting bij punt 4 van de tabel met de belangrijkste uitgavenmutaties.

  • 6. Bij het verhalen van uitgekeerde schades op andere landen worden minder schaderestituties gerealiseerd dan geraamd. Daarom moet de begrotingsraming naar beneden worden bijgesteld (– € 39,2 mln.).

  • 7. De premie-inkomsten zijn hoger dan eerder geraamd, omdat er naar verwachting nog een omvangrijke transactie in verzekering zal worden genomen (+ € 38,8 mln.).

  • 8. Zie de toelichting bij punt 7 van de tabel met de belangrijkste uitgavenmutaties.

Licence