Base description which applies to whole site

4.1. Opbouw verplichtingen en uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting

Verplichtingen

Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de verplichtingen van het gemeentefonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2017 naar de stand ontwerpbegroting 2018.

Tabel 4.1.1. Opbouw verplichtingen gemeentefonds (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

27.143.169

26.967.324

26.843.377

26.687.820

26.627.709

26.437.863

             

Mutatie nota van wijziging 2017

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

570.822

450.817

451.228

461.372

463.162

461.539

             

Stand 1e suppletoire begroting 2017

27.763.991

27.468.141

27.344.605

27.199.192

27.140.871

26.949.402

             

Nieuwe mutaties

– 105

813.729

819.945

816.215

760.858

775.048

             

Stand ontwerpbegroting 2018

27.763.886

28.281.870

28.164.550

28.015.407

27.901.729

27.724.450

Waarvan verplichtingenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet

2.711

1.711

1.711

1.711

1.961

1.961

Waarvan verplichtingenbedrag kosten Waarderingskamer

2.441

2.441

0

0

0

0

Waarvan verplichtingenbedrag algemene uitkering

15.392.106

16.400.415

16.347.197

16.278.325

16.199.485

16.089.648

Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkeringen overig

1.290.729

1.258.369

1.258.369

1.268.913

1.320.631

1.320.632

Waarvan verplichtingenbedrag decentralisatie-uitkeringen

1.156.528

828.579

845.304

849.683

779.137

759.784

Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkering sociaal domein

9.830.578

9.790.355

9.711.969

9.616.775

9.600.515

9.552.425

Waarvan verplichtingenbedrag budget A+O fonds

6.640

0

0

0

0

0

Waarvan verplichtingenbedrag bijdrage aan VNG

74.689

0

0

0

0

0

Waarvan verplichtingenbedrag bijdrage aan KING

7.464

0

0

0

0

0

Uitgaven

Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de uitgaven van het gemeentefonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2017 naar de stand ontwerpbegroting 2018.

Tabel 4.1.2. Opbouw uitgaven gemeentefonds (x € 1.000)
   

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

27.143.169

26.967.324

26.843.377

26.687.820

26.627.709

26.437.863

               

Mutatie nota van wijziging 2017

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017

628.787

450.817

451.228

461.372

463.162

461.539

               

Stand 1e suppletoire begroting 2017

27.821.956

27.468.141

27.344.605

27.199.192

27.140.871

26.949.402

               

Mutaties nog niet eerder opgenomen in een begrotingsstuk:

           

1)

LHBT Regenboogsteden (decentralisatie-uitkering)

451

         

2a)

Aanpassing macrobudget Wsw 2021 (integratie uitkering sociaal domein)

       

– 37.507

 

2b)

Aanpassing macrobudget Wsw (integratie-uitkering sociaal domein)

     

14.770

14.670

14.543

3)

Wachtlijsten internationaal onderwijs (decentralisatie-uitkering)

5.350

         

4a)

Groeiopgave Almere (decentralisatie-uitkering)

709

336

336

336

336

336

4b)

Groeiopgave Almere (algemene uitkering)

– 709

– 336

– 336

– 336

– 336

– 336

5a)

Correctie Waterschapswegen (integratie-uitkering)

 

– 3.531

– 3.612

– 3.695

– 3.780

– 3.780

5b)

Correctie Waterschapswegen (decentralisatie-uitkering)

 

3.531

3.612

3.695

3.780

3.867

5c)

Correctie Waterschapswegen (algemene uitkering)

         

– 87

6)

Bodemsanering Griftpark Utrecht (decentralisatie-uitkering)

500

500

500

     

7)

LHBT Coördinatie Rainbow cities network (decentralisatie-uitkering)

13

         

8)

City Deal Zorg en Veiligheid (decentralisatie-uitkering)

15

         

9a)

Beëindigen betalingen aan derden (kosten Waarderingskamer)

   

– 2.441

– 2.441

– 2.441

– 2.441

9b)

Beëindigen betalingen aan derden (budget A+O-fonds)

 

– 6.640

– 6.640

– 6.640

– 6.640

– 6.640

9c)

Beëindigen betalingen aan derden (bijdrage aan VNG)

 

– 5.799

– 5.799

– 5.799

– 5.799

– 5.799

9d)

Beëindigen betalingen aan derden (bijdrage aan KING)

 

– 7.464

– 7.464

– 7.464

– 7.464

– 7.464

9e)

Beëindigen betalingen aan derden (algemene uitkering)

 

19.903

22.344

22.344

22.344

22.344

10)

Versterking gemeentelijke aanpak jihadisme (decentralisatie-uitkering)

5.801

         

11)

Aanvulling Buurtsportcoaches (decentralisatie-uitkering)

18

         

12a)

Correctie VTH-taken (integratie-uitkering)

 

– 46.700

– 46.700

– 46.700

– 46.700

– 46.700

12b)

Correctie VTH-taken (decentralisatie-uitkering)

 

46.700

46.700

46.700

46.700

46.700

13)

No Risk polis (integratie-uitkering sociaal domein)

       

– 36.000

– 40.000

14)

Gezond in de stad (decentralisatie-uitkering)

 

14.440

14.440

14.440

14.440

– 5.000

15)

Stichting Adoptievoorzieningen (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 672

– 672

– 672

– 672

– 672

16)

Kindertelefoon (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 3.830

– 3.830

– 3.830

– 3.830

– 3.830

17)

Vertrouwenswerk jeugd AKJ (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

18a)

Vrijval Bonus Beschut Werk (decentralisatie-uitkering)

– 9.844

         

18b)

Vrijval Bonus Beschut Werk (integratie-uitkering sociaal domein)

9.844

         

19a)

Extramuralisering 2018 Wmo (integratie-uitkering sociaal domein)

 

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

19b)

Extramuralisering 2018 Wmo (integratie-uitkering)

 

6.600

6.600

6.600

6.600

6.600

20

Intensieve zorg voor kinderen met een somatische aandoening (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 12.850

– 12.850

– 12.850

– 12.850

– 12.850

21a)

Compensatie vervallen ouderentoeslag (integratie-uitkering sociaal domein)

 

3.682

3.682

3.682

3.682

3.682

21b)

Compensatie vervallen ouderentoeslag (integratie-uitkering)

 

1.318

1.318

1.318

1.318

1.318

22a)

Groeiruimte 2018 Wmo (integratie-uitkering sociaal domein)

 

44.000

44.000

44.000

44.000

44.000

22b)

Groeiruimte 2018 Wmo (integratie-uitkering)

 

16.000

16.000

16.000

16.000

16.000

23)

MIRT Onderzoek A2 (decentralisatie-uitkering)

10

         

24)

Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (algemene uitkering)

 

2.471

1.759

1.759

1.759

1.759

25a)

Onderzoeksprogramma CPB (kosten financiële verhoudingswet)

– 250

– 250

– 250

– 250

   

25b)

Onderzoeksprogramma CPB (algemene uitkering)

 

– 250

– 250

– 250

– 250

 

26)

RSP Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

36.277

         

27)

Pilot Nederlandse Kernwaarden (decentralisatie-uitkering)

70

         

28)

Weerbaar opvoeden (decentralisatie-uitkering)

57

         

29)

Erfgoed en ruimte (decentralisatie-uitkering)

42

         

30)

We can young (decentralisatie-uitkering)

98

         

31)

Verander- en versnellingstrajecten Sociaal Domein (decentralisatie-uitkering)

2.250

         

32)

Fort Oranje (decentralisatie-uitkering)

5.300

         

33)

Doventolk leefdomein (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 10.750

– 10.965

– 10.965

– 10.965

– 10.965

34)

Luisterend oor (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 3.517

– 4.174

– 4.174

– 4.174

– 4.174

35a)

Tijdelijke oplossing anonieme hulplijn (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 657

       

35b)

Tijdelijke oplossing anonieme hulplijn (decentralisatie-uitkering)

 

657

       

36)

Uitvoeringskosten VWS (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 50

– 50

– 50

– 50

– 50

37)

Uitvoeringskosten SVB trekkingsrechten PGB (integratie-uitkering sociaal domein)

– 6.400

– 35.600

       

38)

Compensatie coulancegroep GGZ-B (integratie-uitkering sociaal domein)

18.000

         

39)

Transformatie sociaal domein (integratie-uitkering sociaal domein)

     

– 18.000

   

40)

Zorginfrastructuur (integratie-uitkering sociaal domein)

 

27.800

       

41a)

Accres tranche 2017 (algemene uitkering)

– 67.707

– 67.707

– 67.707

– 67.707

– 67.707

– 67.707

41b)

Accres tranche 2018 (algemene uitkering)

 

804.594

804.594

804.594

804.594

804.594

               

Totaal nieuwe mutaties

– 105

813.729

819.945

816.215

760.858

775.048

               

Stand ontwerpbegroting 2018

27.821.851

28.281.870

28.164.550

28.015.407

27.901.729

27.724.450

Waarvan uitgavenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet

2.711

1.711

1.711

1.711

1.961

1.961

Waarvan uitgavenbedrag kosten Waarderingskamer

2.441

2.441

0

0

0

0

Waarvan uitgavenbedrag algemene uitkering

15.387.230

16.400.415

16.347.197

16.278.325

16.199.485

16.089.648

Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkeringen overig

1.290.731

1.258.369

1.258.369

1.268.913

1.320.631

1.320.632

Waarvan uitgavenbedrag decentralisatie-uitkeringen

1.219.062

828.579

845.304

849.683

779.137

759.784

Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkering sociaal domein

9.830.883

9.790.355

9.711.969

9.616.775

9.600.515

9.552.425

Waarvan uitgavenbedrag budget A+O fonds

6.640

0

0

0

0

0

Waarvan uitgavenbedrag bijdrage aan VNG

74.689

0

0

0

0

0

Waarvan uitgavenbedrag bijdrage aan KING

7.464

0

0

0

0

0

Toelichting op de nieuwe mutaties

Onderstaand worden de mutaties toegelicht voor zover nog niet eerder toegelicht in een begrotingsstuk. De «Mutaties 1e suppletoire begroting 2017» zijn toegelicht in de 1e suppletoire begroting 2017 (TK 34 730-B, nr. 1 en TK 34 730-B, nr. 2).

1) LHBT Regenboogsteden (decentralisatie-uitkering)

Betreft een overboeking vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kader van het LHBT (Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen, Transgenders) Emancipatiebeleid, bestemd voor 40 Regenboogsteden, die zich hebben aangemeld voor een verlenging van de samenwerking op LHBT-gebied. Deze steden zetten zich in voor de gezamenlijke doelstelling de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT te verbeteren.

2) Aanpassing macrobudget Wsw (integratie-uitkering sociaal domein)

Bij de jaarlijkse extrapolatie worden budgetten neerwaarts of opwaarts bijgesteld indien er sprake is van mutaties op de structurele budgetreeks. Bij de extrapolatie van het deelbudget voor de integratie-uitkering sociaal domein Participatie heeft op twee momenten een verkeerde bijstelling plaats gevonden. Bij de extrapolatie van 2020 is het macrobudget structureel ca. € 15 miljoen te veel naar beneden bijgesteld. Voor 2020 en verder wordt daarom in het macrobudget nu een correctie verwerkt van ca. € 15 miljoen. In de begroting van het gemeentefonds is bij de extrapolatie 2021 het budget incidenteel opwaarts bijgesteld met € 23 miljoen, terwijl een neerwaartse bijstelling van € 14,5 miljoen plaats had moeten hebben. Om die reden wordt nu een incidentele neerwaartse correctie verwerkt van € 37,5 miljoen.

3) Wachtlijsten internationaal onderwijs (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een overboeking vanuit het Ministerie van Economische Zaken voor de gemeenten Amsterdam en Den Haag voor het wegwerken van wachtlijsten voor internationaal onderwijs.

4) Groeiopgave Almere (decentralisatie-uitkering)

Conform de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0 uit 2013 beweegt de decentralisatie-uitkering Groeiopgave Almere mee met de jaarlijkse accresberekening. Vanwege de positieve ontwikkeling van het accres wordt de decentralisatie-uitkering daarom opwaarts bijgesteld, ten laste van de algemene uitkering.

5) Correctie Waterschapswegen/knelpunten verdeelproblematiek (integratie-uitkering, decentralisatie-uitkering en algemene uitkering)

De integratie-uitkering Correctie Waterschapswegen zal niet binnen afzienbare termijn opgenomen (kunnen) worden in de algemene uitkering. Deze uitkering wordt daarom omgezet naar een decentralisatie-uitkering. Tevens wordt de jaarlijkse toename van de uitkering verwerkt, ten laste van de algemene uitkering, voor het extrapolatiejaar 2022.

6) Bodemsanering Griftpark Utrecht (decentralisatie-uitkering)

Aan de gemeente Utrecht wordt vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aanvullend budget toegekend voor de Bodemsanering van het Griftpark.

7) LHBT Rainbow Cities Network (decentralisatie-uitkering)

In het kader van het LHBT Emancipatiebeleid wordt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanvullend budget toegekend aan de gemeente Amsterdam voor de coördinatie van het Rainbow Cities Network.

8) City Deal Zorg en Veiligheid (decentralisatie-uitkering)

Vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt aanvullend budget toegekend aan de gemeente Maastricht voor de bestaande City Deal Zorg en Veiligheid.

9) Beëindigen betalingen aan derden (kosten Waarderingskamer, budget A+O fonds, bijdragen VNG, bijdragen KING en algemene uitkering)

Vanuit het gemeentefonds zijn de afgelopen jaren betalingen gedaan aan derden, i.c. de Waarderingskamer, de Stichting A+O fonds Gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten. Deze betalingen zijn door de Auditdienst Rijk als onrechtmatig aangemerkt. Daarom is BZK in overleg met de VNG een traject gestart om deze betalingen per 1 januari 2018 te beëindigen. De betrokken instellingen zullen met ingang van 2018 de kosten zelf in rekening brengen bij de gemeenten. De daarvoor gereserveerde middelen vloeien terug in de algemene uitkering. Vanwege uitvoeringstechnische aspecten kan de Waarderingskamer deze werkwijze pas in 2019 implementeren. Het budget voor 2018 blijft gereserveerd op de begroting van het gemeentefonds. Dit budget zal bij 1e suppletoire begroting 2018 worden overgeboekt naar de BZK-begroting. De betaling kan daarna, rechtmatig, ten laste van die begroting verricht worden.

10) Versterking gemeentelijke aanpak jihadisme (decentralisatie-uitkering)

In de kamerbrief Versterking Veiligheidsketen van 27 februari 2015 (TK 29 754, nr. 302) is aangekondigd dat er versterkingsgelden beschikbaar worden gesteld voor de aanpak van jihadisme ter ondersteuning van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme. In het bijzonder voor de integrale lokale aanpak van gemeenten, met nadruk op de versterking van de preventieve aanpak. Hiertoe worden middelen overgeboekt vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar het gemeentefonds.

11) Aanvulling Buurtsportcoaches (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een aanvullende bijdrage vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de aanstelling van Buurtsportcoaches (Brede impuls combinatiefuncties) in de gemeente Ridderkerk.

12) Correctie VTH-taken (integratie- en decentralisatie-uitkering)

In het kader van het groot onderhoud gemeentefonds zijn (in 2013 en 2014) de mogelijkheden verkend om deze uitkering onder te brengen in de algemene uitkering. Deze verkenning heeft niet geleid tot een uitkomst die aansluit bij de algemene uitkering of de integratie-uitkering. Op grond van de Financiële-verhoudingswet wordt deze uitkering daarom omgezet naar een decentralisatie-uitkering.

13) No Risk polis (integratie-uitkering sociaal domein)

De uniforme No-risk polis voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk is structureel gemaakt, de oorspronkelijke regeling had een horizonbepaling van 2020. De extra uitgaven, inclusief uitvoeringskosten, voor het Rijk worden gecompenseerd door een verlaging van het macrobudget Participatiewetuitkeringen en de integratie-uitkering sociaal domein. Door middel van een rekenregel op basis van de meest actuele gegevens worden de uitgaven en de daarmee gepaard gaande uitname bij gemeenten voor 2021 en verder om de vijf jaar herijkt. De eerste herijking vindt plaats in 2021. Deze mutatie betreft de uitname uit de integratie-uitkering sociaal domein.

14) Gezond in de stad (decentralisatie-uitkering)

Het stimuleringsprogramma Gezond in de Stad (GIDS) wordt voortgezet in de jaren 2018 tot en met 2021. Dit conform de brief van de Staatssecretaris van VWS van 23 maart 2017 aan de Tweede Kamer (TK 32 793, nr. 267). Binnen het gemeentefonds was een bedrag van € 5 miljoen al meerjarig beschikbaar. Er vindt voor de periode 2018–2021 nu een ophoging plaats naar € 19,440 miljoen. Het beschikbare budget van € 5 miljoen wordt vanaf 2022 teruggeboekt naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

15) Stichting Adoptievoorziening (integratie-uitkering sociaal domein)

In verband met het beëindigen van betalingen aan derden (zie ook de toelichting op mutatie nummer 9) wordt ook de financiering van de Stichting Adoptievoorzieningen via de VNG stop gezet. Met ingang van 2018 zal de financiering van de Stichting Adoptievoorzieningen geschieden ten laste van de begroting van het Ministerie van Veiligheid & Justitie.

16) Kindertelefoon (integratie-uitkering sociaal domein)

In verband met het beëindigen van betalingen aan derden (zie ook de toelichting op mutatie nummer 9) wordt ook de financiering van de Kindertelefoon via de VNG stop gezet. Met ingang van 2018 zal de financiering van de Kindertelefoon geschieden ten laste van de begroting van het Ministerie van Volksgezindheid, Welzijn en Sport.

17) Vertrouwenswerk Jeugd (integratie-uitkering sociaal domein)

In verband met het beëindigen van betalingen aan derden (zie ook de toelichting op mutatie nummer 9) wordt ook de financiering van het Vertrouwenswerk Jeugd door het Advies- en Klachtenbureau Jeugd (AKJ) via de VNG stop gezet. Met ingang van 2018 zal de financiering van het Vertrouwenswerk Jeugd geschieden ten laste van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

18) Vrijval Bonus Beschut Werk (integratie-uitkering sociaal domein en decentralisatie-uitkering)

Op het beschikbare budget 2017 voor de decentralisatie-uitkering Bonus beschut werk is een bedrag overgebleven van € 9,844 miljoen. Het kabinet heeft, mede naar aanleiding van een toezegging van de Staatssecretaris van SZW aan de Tweede Kamer op 27 oktober 2016, besloten dat de resterende middelen voor de gehele looptijd van de bonusregeling beschikbaar blijven voor gemeenten. Voor 2017 betekent dit dat het bedrag van € 9,844 miljoen wordt toegevoegd aan de integratie-uitkering Sociaal domein, onderdeel Participatie.

19) Extramuralisering 2018 Wmo (integratie-uitkering en integratie-uitkering sociaal domein)

Dit betreft het uitdelen van de extramuraliseringsmiddelen 2018 aan de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging en aan de integratie-uitkering Sociaal domein, onderdeel Wmo 2015. Doordat steeds meer ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen, maken minder mensen gebruik van zorg in intramurale instellingen. Daardoor doen meer mensen een beroep op extramurale zorg via de Wmo. Gemeenten worden gecompenseerd voor de stijgende kosten van de Wmo.

20) Intensieve zorg voor kinderen met een somatische aandoening (integratie-uitkering sociaal domein)

Sinds 1 januari 2015 is persoonlijke verzorging tot 18 jaar onder de Jeugdwet komen te vallen. Hierop geldt één uitzondering: de persoonlijke verzorging die onderdeel is van de intensieve kindzorg valt onder de Zorgverzekeringswet. Na de decentralisatie zijn er veel signalen geweest dat deze afbakening tot problemen leidt. Naar aanleiding van deze signalen is de denktank «kinderen met een intensieve zorgvraag» in het leven geroepen. Geconstateerd is dat een meer passende «knip» voor de hand ligt. Hiertoe komt een breder deel aan persoonlijke verzorging onder de Zorgverzekeringswet te vallen. Hiermee gaat een verschuiving van de integratie-uitkering Sociaal domein, onderdeel Jeugd, naar de Zorgverzekeringswet gepaard.

21) Compensatie vervallen ouderentoeslag (integratie-uitkering en integratie-uitkering sociaal domein)

Als onderdeel van het Belastingplan 2015 is de ouderentoeslag per 2016 afgeschaft. Door deze ouderentoeslag was sprake van een extra vrijstelling op het vermogen voor AOW-gerechtigden. Het afschaffen van de ouderentoeslag resulteert zonder aanvullende maatregelen vanaf 2018 voor een deel van de AOW-gerechtigden in hogere eigen bijdragen voor de langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning. Om dit effect niet te laten optreden heeft het kabinet een compenserende maatregel getroffen binnen de systematiek van de eigen bijdragen.

Als neveneffect van deze maatregel ontvangen gemeenten voor een deel van de groep AOW-gerechtigden lagere ontvangsten aan eigen bijdragen. Dit neveneffect treedt vanaf 2018 op omdat de hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend op grond van het inkomen en vermogen van T-2 en de ouderentoeslag per 2016 is afgeschaft. In het bestuurlijk overleg tussen de VNG en het Ministerie van VWS van 11 mei 2017 is overeenstemming bereikt om gemeenten hiervoor te compenseren met een bedrag van € 5 miljoen structureel vanaf 2018. De € 5 miljoen compensatie wordt naar rato toegedeeld aan de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging en de integratie-uitkering Sociaal domein, onderdeel Wmo 2015.

22) Groeiruimte 2018 Wmo (integratie-uitkering en integratie-uitkering sociaal domein)

Deze mutatie betreft het uitdelen van de volumegroei 2018 aan de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging en aan de integratie-uitkering Sociaal domein, onderdeel Wmo 2015.

23) MIRT onderzoek A2 (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een aanvullende bijdrage vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan de gemeente Den Bosch bestemd voor extra onderzoeksbudget inzake het MIRT-onderzoek A2 Deil – Den Bosch – Vught.

24) Innovatie en kwaliteit kinderopvang (algemene uitkering)

De kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk veranderen per 1 januari 2018. Dat is de uitwerking van het project Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang. Dit heeft ook gevolgen voor de kosten voor toezicht en handhaving door gemeenten. In 2018 is sprake van incidentele kosten van € 0,712 miljoen. Vanaf 2018 is sprake van structurele kosten van € 1,759 miljoen per jaar. Deze middelen worden beschikbaar gesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

25) Onderzoeksprogramma CPB (kosten Financiële-verhoudingswet en algemene uitkering)

Het meerjarige CPB onderzoeksprogramma Decentrale overheden, dat nu loopt tot medio 2017, wordt met vier jaar verlengd tot medio 2021. Hiervoor wordt een bedrag van € 2 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken. Dit bedrag wordt voor de helft gefinancierd door het Rijk, uit het onderzoeksbudget voor het gemeentefonds, en voor de helft door VNG/gemeenten, uit de algemene uitkering.

26) RSP Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een bijdrage vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor Concrete bereikbaarheidsprojecten. Deze bijdrage is bestemd voor de gemeente Assen voor de uitvoering van diverse projecten.

27) Pilot Nederlandse kernwaarden (decentralisatie-uitkering)

Vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontvangen nog eens vier gemeenten een bijdrage voor de pilot Nederlandse kernwaarden. De focus van de pilot ligt op de overdracht van de Nederlandse kernwaarden (zoals vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en participatie en de democratische rechtsstaat). In deze pilot worden vier verschillende manieren van waardenoverdracht in het kader van inburgering onderzocht, om inzicht te krijgen welke vormen van waardenoverdracht met meest effectief zijn.

28) Weerbaar opvoeden (decentralisatie-uitkering)

Betreft een overboeking vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor aanvullende bijdragen in het kader van de pilot Weerbaar opvoeden. In deze pilot wordt in twee fasen een laagdrempelig aanbod van professionele opvoedondersteuning gestimuleerd, zowel bij algemene opvoedingsvragen als bij specifieke, meer «taboe»-opvoedingsvragen, zoals het bespreekbaar maken van radicalisering.

29) Erfgoed en ruimte (decentralisatie-uitkering)

Betreft een aanvullende bijdrage vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanuit de beleidsnota Visie Erfgoed en Ruimte (Kiezen voor Karakter). Deze bijdrage is bestemd voor de pilot omgevingsvisie Deventer.

30) We can Young (decentralisatie-uitkering)

In totaal hebben tien gemeenten positief gereageerd op de uitnodiging van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het programma «We can young» uit te voeren. Het programma heeft als doel de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren te vergroten en daarmee een bijdrage leveren aan de preventie van geweld tegen vrouwen. Jongeren (changemakers) worden zich bewust van de ongelijkheid en stereotiepe beeldvorming die ten grondslag ligt aan geweld en proberen met eigen acties een cultuurverandering te realiseren.

31) Verander- en versnellingstrajecten sociaal domein (decentralisatie-uitkering)

Gemeenten en Rijk werken met ingang van 2017 samen binnen het programma sociaal domein in een aantal verander- en versnellingstrajecten om zo het sociaal domein verder te ontwikkelen. Daarbij worden knelpunten en weerbarstige vraagstukken in de uitvoering geïdentificeerd en samen met relevante organisaties en partijen gezocht naar concrete oplossingen en het verspreiden van goede voorbeelden. Bij aanvang van het programma in 2017 wordt gestart met 15 thematrajecten onder leiding van minimaal twee trajectregisseurs: één vanuit een departement en één vanuit een gemeente. De trajectregisseurs zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering en voortgang van de trajecten. Om aan deze verantwoordelijkheid invulling te kunnen geven, wordt een bedrag van € 150.000 aan elk van deze 15 betrokken gemeenten toegekend middels een decentralisatie-uitkering. Met deze middelen kunnen de betreffende gemeenten uitvoering geven aan de invulling van het programma. Totaal gaat het om € 2,25 miljoen. Dit bedrag wordt overgeboekt vanuit de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

32) Fort Oranje (decentralisatie-uitkering)

Om de gemeenten te faciliteren bij de aanpak van Fort Oranje wordt vanuit de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een bedrag van € 5,3 miljoen toegevoegd aan het gemeentefonds en via een decentralisatie-uitkering aan de centrumgemeente Breda uitgekeerd. Met de VNG en Financiën is afgesproken dat deze middelen in het volgende jaar (2018) worden verrekend met de uitkering van LPO-middelen aan gemeenten.

33) Doventolkvoorziening leefdomein (integratie-uitkering sociaal domein)

In verband met het beëindigen van betalingen aan derden (zie ook de toelichting op mutatie nummer 9) wordt ook de financiering van de doventolkvoorziening leefdomein via de VNG stopgezet. Met ingang van 2018 zal de financiering van de doventolkvoorziening leefdomein geschieden ten laste van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

34) Luisterend oor (integratie-uitkering sociaal domein)

In verband met het beëindigen van betalingen aan derden (zie ook de toelichting op mutatie nummer 9) wordt ook de financiering van de anonieme hulplijn (in de Wmo het «anoniem luisterend oor» genoemd) via de VNG stopgezet. Met ingang van 2018 zal de financiering van de anonieme hulplijn geschieden ten laste van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het bedrag is in 2018 incidenteel lager, omdat voor een achttal gemeenten in dat jaar een uitzondering wordt gemaakt (zie ook de toelichting op mutatie 35).

35) Tijdelijke oplossing anonieme hulplijn (integratie-uitkering sociaal domein en decentralisatie-uitkering)

Voor een achttal gemeenten wordt in 2018 een uitzondering gemaakt op de financiering van een anonieme hulplijn. Deze acht gemeenten ontvangen in 2018 eenmalig een decentralisatie-uitkering. Daarmee kunnen zij hun eigen hulplijn financieren.

36) Uitvoeringskosten VWS (integratie-uitkering sociaal domein)

In verband met het beëindigen van betalingen aan derden (zie ook de toelichting op mutatie nummer 9) wordt de financiering van een viertal taken gecentraliseerd. Met ingang van 2018 zal de financiering van deze taken (zie de mutaties 16, 17, 33 en 34) geschieden ten laste van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit is vooruitlopend op een formeel-juridische aanpassing van de bestaande verantwoordelijkheden van gemeenten. In verband met de uitvoering van deze gecentraliseerde taken wordt een bedrag overgeboekt naar het apparaatskostenbudget van VWS.

37) Uitvoeringskosten SVB trekkingsrechten PGB (integratie-uitkering sociaal domein)

Betreft de uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank voor trekkingsrechten PGB van het gemeentelijke domein. Voor 2017 gaat het om een aanvullende bijdrage van € 6,4 miljoen in verband met hogere uitvoeringskosten door een stijging van het aantal zorgovereenkomsten van het gemeentelijk domein en reorganisatiekosten. Voor de uitvoeringskosten van de SVB voor 2018 is overeengekomen om op basis van de conceptbegroting 2018 een bedrag van € 35,6 miljoen uit de integratie-uitkering Sociaal domein te nemen.

38) Compensatie in verband met de coulancegroep GGZ-B (integratie-uitkering sociaal domein)

Per 2018 zal sprake zijn van een herverdeling van de middelen voor beschermd wonen omdat de zogenaamde coulancegroep aan de huidige historische reconstructie voor beschermd wonen wordt toegevoegd Tijdens het Bestuurlijk Overleg van het Ministerie van VWS met de VNG op 28 augustus 2017 is afgesproken in 2017 incidenteel een aanvullend bedrag van € 18 miljoen over alle 43 centrumgemeenten te verdelen. volgens het aandeel van de centrumgemeenten in de huidige verdeling van beschermd wonen.

39) Transformatiefonds (integratie-uitkering sociaal domein)

Tijdens het Bestuurlijk overleg van het Ministerie van VWS met de VNG op 28 augustus 2017 is afgesproken om drie maal € 18 miljoen te reserveren (2018–2020) voor het transformatiefonds. Hiertoe wordt in 2020 een bedrag van € 18 miljoen teruggeboekt naar VWS zodat dit aan de eerder gemaakte reservering kan worden toegevoegd. Het eerder gereserveerde bedrag voor 2017 wordt ingezet voor de compensatie voor de coulancegroep GGZ-B.

40) Zorginfrastructuur (integratie-uitkering sociaal domein)

De huidige regeling voor zorginfrastructuur vanuit het Rijk loopt per 1 januari 2018 af. Tijdens het hierboven genoemde bestuurlijk overleg is afgesproken dat een deel van de middelen, te weten € 27,8 miljoen, vanaf 2018 structureel wordt gereserveerd voor de gemeenten. Voor 2018 wordt het budget via de integratie-uitkering sociaal domein beschikbaar gesteld aan gemeenten om aan de vraag naar afbouw dan wel (een vorm van) continuering van bestaande projecten te kunnen voldoen. Er worden geen verplichtingen vanuit het Rijk ten aanzien van de huidige regeling overgedragen aan de gemeenten. VWS gaat voor de periode van 2019 en verder met alle betrokkenen in overleg om te bezien hoe een nieuwe brede innovatieregeling vanaf 2019 kan worden vormgegeven.

41) Accres tranches 2017 en 2018 (algemene uitkering)

Het gemeentefonds en het provinciefonds ontwikkelen zich evenredig met de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (NGRU). Nemen de NGRU van jaar op jaar toe, dan neemt ook de algemene uitkering van de fondsen toe. Bij een afname van de NGRU geldt het omgekeerde. De groei of krimp van de fondsen als gevolg van deze normeringsystematiek wordt accres genoemd. Het accres van tranche 2017 bedraagt € 189,9 miljoen positief. Dat is een negatieve bijstelling van € 67,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2017 van het gemeentefonds. Het accres van tranche 2018 bedraagt € 804,6 miljoen.

Licence