Base description which applies to whole site

3.4. Budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel worden voor zowel de verplichtingen, de uitgaven als de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven.

Tabel 3.4.1. Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Verplichtingen:

2.493.652

2.410.098

2.187.740

2.166.927

2.148.141

2.074.840

2.064.840

               

Uitgaven:

2.493.504

2.410.097

2.187.740

2.166.927

2.148.141

2.074.840

2.064.840

Waarvan juridisch verplicht

   

100%

       
               

Opdrachten

             

1. Kosten Financiële-verhoudingswet

0

100

100

100

100

100

100

               

Bijdragen aan medeoverheden

             

1. Algemene uitkering ca en de aanvullende uitkeringen

229.520

2.004.151

2.019.582

2.014.662

2.008.313

2.003.284

1.993.284

2. Decentralisatie-uitkeringen

2.263.984

405.846

168.058

152.165

139.728

71.456

71.456

               

Ontvangsten:

2.493.504

2.410.097

2.187.740

2.166.927

2.148.141

2.074.840

2.064.840

               

Ontvangsten ex art. 4 Fvw

2.493.504

2.410.097

2.187.740

2.166.927

2.148.141

2.074.840

2.064.840

In tegenstelling tot een departementale begroting zijn bij een fonds als het provinciefonds de verplichtingen leidend. Dit houdt in dat zij, eenmaal geaccordeerd, altijd geheel tot uitbetaling komen. Geld dat in enig jaar nog niet aan provincies wordt uitgekeerd, wordt automatisch aan het volgende begrotingsjaar toegevoegd.

Op basis van de Financiële-verhoudingswet (voor de uitkeringen aan de gemeenten en provincies) is het percentage juridisch verplicht bijna 100%. Alleen een deel van de «Kosten Financiële-verhoudingswet» is op voorhand niet juridisch verplicht.

Ontvangsten

Wetsartikel 4, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet regelt dat bij (begrotings)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen voor het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het provinciefonds. Op grond van het tweede lid zijn de uitgaven en de inkomsten over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het provinciefonds een post Ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet geraamd (zie in tabel 3.4.1.).

Ter informatie geeft figuur 3.4.2. het verloop van de uitkering uit het provinciefonds (totaal Bijdragen aan medeoverheden) per inwoner van 2004–2022 weer. De bedragen 2004 tot en met 2016 zijn op basis van de jaarverslagen. De bedragen 2017 tot en met 2022 zijn op basis van de cijfers in de voorliggende begroting.

Figuur 3.4.2.Uitkering provinciefonds in euro’s per inwoner

Figuur 3.4.2.Uitkering provinciefonds in euro’s per inwoner

De provincies ontvangen in 2018 uit het provinciefonds € 2.187.640.000. Per inwoner komt de uitkering uit op een landelijk gemiddelde van € 127. Ten opzichte van 2017 betekent dit een mutatie van € – 14 per inwoner.

Licence