Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Structuur

De opzet en structuur van de begroting voor Hoofdstuk XII zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. De begrotingstoelichting kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd.

  • 1. Allereerst is de begrotings(wet)staat voor Hoofdstuk XII voor het jaar 2018 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de budgetten die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.

  • 2. In de Beleidsagenda is vervolgens een overzicht gegeven van prioriteiten voor 2018 en de hoofdlijnen van het (budgettaire) beleid. Daarna is eerst op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelsgewijze toelichting bij dit wetsvoorstel wordt per beleidsartikel beschreven wat per beleidsthema de algemene doelstelling is, wat de rollen en verantwoordelijkheden van de Minister hierbij zijn en welke budgetten er per financieel instrument voor het beleidsthema zijn begroot.

  • 4. In de verdiepingsbijlage (bijlage 2) worden per beleidsartikel de belangrijke mutaties toegelicht. In deze bijlage is door middel van een meerjarige mutatietabel op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit is een aanvulling op de «standen» die in de (niet-)beleidsartikelen zijn opgenomen.

  • 5. De overige bijlagen geven voor enkele specifieke onderwerpen inhoudelijk meer toelichting of betreffen overzichtsconstructies.

Mede naar aanleiding van overleg met de Tweede Kamer zijn in aanvulling op de rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande punten verwerkt:

  • Het beleidsartikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen kent de artikelonderdelen bijdrage aan het Infrastructuurfonds en bijdrage aan het Deltafonds. Per artikelonderdeel is een overzicht opgenomen van de bijdrage per modaliteit aan het Infrastructuurfonds en Deltafonds tot en met 2031.

  • Op de beleidsartikelen van Hoofdstuk XII waarop de bijdragen aan het Infrastructuurfonds/Deltafonds betrekking hebben wordt direct onder de betreffende tabel «budgettaire gevolgen van beleid» extracomptabel de betrokken bijdrage aan het Infrastructuurfonds/Deltafonds gepresenteerd (zoals opgenomen in artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen). Hiermee worden de beleidsprestaties van de investeringen die worden verantwoord op de investeringsfondsen betrokken bij het formuleren van het integrale beleid, inclusief beleidsindicatoren.

Groeiparagraaf

In de groeiparagraaf worden de belangrijkste verbeteringen in de begroting beschreven ten opzichte van het voorgaande jaar.

Verbeteringen informatievoorziening via de begrotingscyclus

In aanloop naar de begroting 2017 is er door de rapporteurs mw. Visser en dhr. Hoogland namens de vaste Kamercommissie IenM voor de begrotingscyclus samengewerkt met vertegenwoordigers vanuit IenM om tot verbetervoorstellen voor de informatievoorziening via de begrotingscyclus te komen. In het Wetgevingsoverleg Jaarverslagen op 30 juni 2016 hebben zij over hun aanbevelingen gerapporteerd. Naar aanleiding van deze aanbevelingen zijn er reeds in de begroting 2017, het MIRT Overzicht 2017 en het jaarverslag 2016 verbeteringen aangebracht. Deze verbeteringen zijn toegelicht in de groeiparagraaf van de begroting 2017.

In de begroting 2018 en het MIRT Overzicht 2018 zijn de volgende verbeteringen aangebracht:

  • 1. In het MIRT Overzicht 2018 is bij alle projecten de koppeling tussen project- en beleidsdoelstellingen meer expliciet gelegd. Dit is gedaan door in alle projectbladen in het MIRT Overzicht een onderdeel toe te voegen waarin is aangegeven op welke wijze het desbetreffende project een bijdrage levert aan (een van) de beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in de beleidsbegroting van IenM.

  • 2. Conform aankondiging in de begroting 2017 is onderzocht of in het MIRT Overzicht 2018 een financiële eindverantwoording kan worden geïntroduceerd voor opgeleverde projecten in lijn met de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer op dat vlak. Uitkomst van dit onderzoek is dat de vanaf het MIRT Overzicht 2017 opgenomen tabel «ontwikkelingen planning en budget» bij alle projecten in de planuitwerking- en realisatiefase vanaf het MIRT Overzicht 2018 jaarlijks met een jaar zal worden uitgebreid. Op deze wijze wordt geleidelijk het overzicht uitgebreid en ontstaat op termijn voor alle projecten het door de Algemene Rekenkamer aanbevolen totaaloverzicht van de ontwikkelingen in de planning en het budget.

  • 3. In het MIRT Overzicht 2018 is voor alle projecten in de realisatiefase de voortgang van de realisatie inzichtelijk gemaakt door in de tabel «gerealiseerd budget» het gerealiseerde budget uit te drukken als percentage van het totale beschikbare budget.

  • 4. In het MIRT Overzicht 2018 is aanvullend inzicht verschaft in de rijksmiddelen die per departement beschikbaar zijn gesteld voor opgaven in het ruimtelijk domein.

  • 5. In bijlage 4 instandhouding van de begrotingen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds is inzicht geboden in de budgetbehoefte voor instandhouding.

Met de doorgevoerde verbeteringen zijn alle aanbevelingen van de rapporteurs mw. Visser en dhr. Hoogland verwerkt. Het komende jaar zal de nadruk liggen op het bevorderen van de kwaliteit van de doorgevoerde verbeteringen.

Nieuwe indicator «Waterhuishouding op orde» artikel 11

In het kader van de nieuwe meerjarige prestatieafspraken (2018–2021) tussen de directoraten-generaal en Rijkswaterstaat over het Beheer en Onderhoud, is gekozen voor een nieuwe indicator die beter aansluit bij de beleidsdoelstellingen voor de waterhuishouding van het Hoofdwatersysteem. De oude indicatoren «Beschikbaarheid Streefpeilen voor Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet» en «Spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend» zijn vervangen door een indicator «Waterhuishouding op orde». De indicator is uitgebreid omdat in de vorige indicator (beschikbaarheid streefpeilen) alleen het peilbeheer van de genoemde belangrijke watersystemen werd gemeten. In de vernieuwde indicator worden ook de overige peilgereguleerde rijkswateren meegenomen: de Midden Limburgse en Noord Brabantse kanalen, de Twentekanalen, de Noord-Nederlandse en Zeeuwse kanalen. Ook wordt nu in alle jaargetijden gemonitord. Naast het reguliere peilbeheer toont deze indicator ook in hoeverre wateroverlast en -tekorten met de infrastructuur voorkomen kunnen worden en de verzilting bestreden wordt.

Indicatoren Wegen en Verkeersveiligheid artikel 14

Met het toezenden van de Nationale Markt en Capaciteitsanalyse op 1 mei 2017 aan uw Kamer is de indicator voor acceptabele reistijd uit de Nota Mobiliteit en de SVIR vervallen en vervangen door de hoofdwegennet indicator. Hiermee wordt een file top 50 van files met de hoogste economische verlieskosten in beeld gebracht. Daarnaast is afronding van de beleidsdoorlichting voor het beleidsartikel 14 in 2017 voorzien. Hier wordt ook gekeken of de gehanteerde indicatoren, kengetallen en streefwaarden zinvol zijn en hoe de monitoring verbeterd kan worden ingezet om afwegingen bij beleids- en besluitvorming beter te ondersteunen.

Indicatoren Spoorveiligheid artikel 16

In het wetgevingsoverleg met uw Kamer over de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2017 (kamerstuk 34 550 XII, nr. 2) is door het lid Visser gevraagd om een nadere, Nederlandstalige toelichting te geven op de daarin gehanteerde spoorveiligheidsindicatoren. Met ingang van de begroting voor het jaar 2018 is de toelichting op de gehanteerde spoorveiligheidsindicatoren verduidelijkt en zijn deze in lijn gebracht met de Beleidsimpuls Railveiligheid en de nieuwe systematiek.

Verwerking moties

Motie Schouw c.s.

In juni 2011 is de motie Schouw (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-20, nr. 537) aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma’s een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. Voor IenM heeft de Raad voor 2018 geen specifieke aanbevelingen gedaan (COM 2016; 339).

Motie Hachchi c.s.

In oktober 2012 is de motie Hachchi (Kamerstukken II 2011–2012 33 000 I, nr. 28) aangenomen. Een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland, inclusief die vanuit de IenM begrotingen, is opgenomen bij de begroting van het BES-fonds.

Motie Leegte c.s.

In januari 2015 is de motie Leegte (Kamerstukken II 2014–2015 30 196, nr. 278) aangenomen. In de begroting van het Ministerie van Economische Zaken wordt daarom een totaaloverzicht gepresenteerd van de maatregelen van alle ministeries in het kader van het Energieakkoord. Hierin zijn ook de maatregelen die onder de verantwoording van IenM vallen opgenomen. Bij de betreffende beleidsartikelen 14 Wegen en verkeersveiligheid en 19 Klimaat worden de maatregelen genoemd.

Licence