Base description which applies to whole site

BIJLAGE 6.2 VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Dit onderdeel bevat het verdiepingshoofdstuk van de SZW-begroting. In deze paragraaf wordt voor alle artikelen op de SZW-begroting de mutatie van uitgaven en ontvangsten tussen de ontwerpbegroting 2017 en de huidige ontwerpbegroting 2018 gedetailleerd toegelicht. Dit gebeurt zowel voor de begrotingsgefinancierde als voor de premiegefinancierde regelingen.

De opbouw van deze tabellen verschilt van elkaar. Bij de begrotingsgefinancierde regelingen worden, conform de RBV, de mutaties als gevolg van de nota van wijziging, de 1e suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de nieuwe mutaties (Miljoenennota) vermeld. Bij de premiegefinancierde regelingen is geen sprake van een nota van wijziging of van een suppletoire wet. Voor deze regelingen worden de mutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting 2017 uitgesplitst naar uitvoeringsmutaties, macromutaties, loon- en prijsmutaties, beleidsmatige mutaties en kasschuiven. Bovendien wordt een onderverdeling in standen aangebracht in reëel en nominaal.

1. Arbeidsmarkt
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

15.992

20.819

20.349

20.469

20.469

 
             

Amendement

100

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

415

– 132

– 282

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijs bijstelling 2017

56

56

56

56

56

 

2. Overboekingen met departementen

83

– 3.700

0

0

0

 

3. Budgettair neutrale herschikking

– 43

492.830

930.000

885.000

885.000

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

16.592

509.873

950.123

905.525

905.525

905.525

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De belangrijkse overboeking die inmiddels is uitgevoerd betreft de bijdrage aan het Ministerie van EZ ten behoeve van het maatschappelijke programma arbeidsomstandigheden, dat door TNO wordt uitgevoerd.

  • 3. Budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting. De overboeking van het Lage-InkomensVoordeel (LIV), het LoonKostenVoordeel (LKV) en het Minimumjeugdloonvoordeel (Jeugd LIV) van artikel 99 naar artikel 1 valt onder deze post.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Bijstelling boeteontvangsten

3.000

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

27.000

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

  • 1. De raming voor de boeteontvangsten is voor 2017 naar boven bijgesteld. Deze bijstelling komt door het wegwerken van achterstanden en door een verschuiving van WAV- naar Arbo-boetes die sneller betaald worden.

2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

6.802.144

6.980.551

7.068.161

7.113.127

7.179.669

 

Amendement

– 5.600

– 500

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

67.306

– 335.660

– 326.033

– 217.297

– 129.458

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

68.694

69.920

72.322

74.762

76.225

 

2. Macro mutaties

– 1.914

74.133

112.354

225.064

281.160

 

3. Overboekingen met departementen

– 267

0

0

0

0

 

4. Budgettair neutrale herschikkingen

– 40

9.650

10.000

10.000

10.000

 

5. Kasschuiven

6.190

– 8.303

2.113

0

0

 

6. Structurele no-riskpolis banenafspraken en beschut werk

0

0

0

0

– 21.000

 

7. Armoede onder kinderen

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

 

8. Temporisering afbouw algemene heffingskorting bijstand (Participatiewet)

0

6.097

9.000

9.000

9.000

 

9. Uitstel quotumheffing

0

0

15.000

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

6.951.513

6.810.888

6.977.917

7.229.656

7.420.596

7.554.707

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op het loon- en prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De ramingen voor het macrobudget Participatiewetuitkeringen, de AIO en de TW zijn aangepast op basis van ontwikkelingen in de werkloosheid en realisaties op basis van uitvoeringsinformatie van gemeenten, de SVB en het UWV.

  • 3. Er zijn in totaal 4 overboekingen met andere departementen verwerkt. De voornaamste overboeking in 2017 betreft een overboeking naar het Ministerie van Financiën van € 0,2 miljoen voor het programma Wijzer in Geld.

  • 4. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting. De overboeking van de bijdrage aan het pensioenfonds Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) van artikel 99 naar artikel 2 valt hieronder.

  • 5. De kasschuiven hebben betrekking op de uitvoering van de subsidieregeling armoede en schulden, waar de middelen beschikbaar voor 2017 volgens het benodigde kasritme worden ingezet voor 2018 en 2019. Verder zijn er voor de scholingsvouchers (subsidies kansberoepen) middelen beschikbaar voor 2017 die volgens het benodigde kasritme worden ingezet voor 2018.

  • 6. De uniforme no-risk polis voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk is structureel gemaakt. De extra uitgaven, inclusief uitvoeringskosten, voor het Rijk worden gecompenseerd door een verlaging van het macrobudget Participatiewetuitkeringen en de integratie-uitkering sociaal domein. Door middel van een rekenregel op basis van de meest actuele gegevens worden de uitgaven en de daarmee gepaard gaande uitname bij gemeenten om de vijf jaar herijkt. De eerste herijking vindt plaats in 2021. Deze mutatie betreft de verlaging van het macrobudget Participatiewetuitkeringen.

  • 7. Voor het kansrijk opgroeien van kinderen heeft het Rijk € 100 miljoen beschikbaar gesteld. € 15 miljoen hiervan is toegevoegd aan artikel 2 voor subsidies ten gehoeve van in natura ondersteuning van kinderen in armoede.

  • 8. De afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand wordt getemporiseerd in 2018. De effecten hiervan op de uitkeringshoogte worden geboekt op de nominalen van de uitkeringsregelingen. Het gedragseffect op de bijstand, doordat prikkels tot werk kleiner worden, wordt geboekt op artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet.

  • 9. Omdat de sector overheid de banenafspraak niet heeft gehaald, heeft het kabinet besloten tot het activeren van de quotumregeling voor de sector overheid. Besloten is niet te heffen in 2019 over 2018, hierdoor treedt een besparingsverlies op van € 15 miljoen.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

2.572

2.572

2.572

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ontvangsten

42.015

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

44.587

2.572

2.572

0

0

0

  • 1. De ontvangstenmutatie heeft betrekking op terugbetaling van te hoge voorschotten inzake Rijksvergoedingen, zoals Bijstand zelfstandigen (€ 15,5 miljoen) en Toeslagenwet (€ 4,3 miljoen), ontvangsten uit terugvorderingen in verband met onderrealisatie bij de Wsw (€ 22 miljoen) en overige ontvangsten (€ 0,2 miljoen).

3 Arbeidsongeschiktheid
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

787

809

832

867

902

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

14

15

15

16

16

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

801

824

847

883

918

953

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

9.313.439

9.393.480

9.507.646

9.661.439

9.817.543

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

164.940

167.407

169.594

172.406

175.099

 

2. Uitvoering

24.828

92.175

96.250

79.165

43.735

 

3. Uitboeken WIA-taakstelling

0

10.000

20.000

30.000

40.000

 

4. Overige mutaties

0

50

100

100

100

 

Stand OB 2018 reëel

9.503.207

9.663.112

9.793.590

9.943.110

10.076.477

 
             

Stand OB 2017 nominaal

161.451

306.325

457.940

628.814

829.109

 

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

3.489

41.353

127.143

225.519

311.020

 

6. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 164.940

– 167.407

– 169.594

– 172.406

– 175.099

 

Stand OB 2018 nominaal

0

180.271

415.489

681.927

965.030

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

9.503.207

9.843.383

10.209.079

10.625.037

11.041.507

11.478.297

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de geraamde uitgaven aan de arbeidsongeschiktheidsregelingen naar boven bijgesteld. De IVA-uitgaven zijn naar boven bijgesteld, doordat zowel het aantal personen met een IVA-uitkering als de gemiddelde jaaruitkering naar boven zijn bijgesteld. De WGA-uitgaven zijn naar boven bijgesteld doordat het aantal personen met een WGA-uitkering naar boven is bijgesteld en de gemiddelde jaaruitkering ook naar boven is bijgesteld. De WAO-uitgaven zijn naar beneden bijgesteld door een lager gemiddelde jaaruitkering en een neerwaartse bijstelling van het aantal personen met een WAO-uitkering.

  • 3. In het sociaal akkoord is afgesproken dat sociale partners met concrete maatregelen zouden komen die ervoor zorgen dat minder mensen een beroep hoeven te doen op een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit de WIA. Deze taakstelling is structureel uitgeboekt bij de Voorjaarsnota 2017, omdat er geen zicht is op concrete maatregelen van de sociale partners.

  • 4. Dit betreft het besparingsverlies als gevolg van het niet halen van 1 januari 2018 als invoeringsdatum voor het wetvoorstel WIA voor mensen die met een loonkostensubsidie hebben gewerkt. De ingangsdatum is nu 1 januari 2019.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 6. Zie 1.

4 Jonggehandicapten
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 4 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

3.239.793

3.213.509

3.259.339

3.292.815

3.327.955

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 29.350

29.562

29.594

41.637

42.088

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

56.456

57.687

59.392

61.179

62.803

 

2. Ramingsbijstelling Wajong

– 5.457

– 2.409

– 1.741

– 1.703

– 2.259

 

3. Ramingsbijstelling re-integratie Wajong

– 22.000

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

3.239.442

3.298.349

3.346.584

3.393.928

3.430.587

3.409.460

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Op basis van de Juninota van het UWV is de raming van de uitgaven van de uitkeringslasten Wajong naar beneden bijgesteld.

  • 3. Op basis van de Juninota van het UWV is de raming van de uitgaven aan re-integratie Wajong naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten begrotingsgefinacierd artikel 4 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ontvangsten

18.150

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

18.150

0

0

0

0

0

  • 1. De ontvangstenmutatie heeft betrekking op terugbetaling door het UWV van te hoge voorschotten in 2016 inzake de uitkeringslasten Wajong (€ 13,3 miljoen) en de re-integratie Wajong (€ 4,8 miljoen)

5 Werkloosheid
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

190.345

66.141

68.238

90.241

112.915

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 2.300

9.421

17.983

21.883

30.675

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

1.084

1.009

1.452

2.026

2.607

 

2. Uitvoering

2.889

10.521

10.588

73

– 3.414

 

3. Tijdelijke regeling aanpassing dagloonbesluit

– 18.000

70.000

0

0

0

 

4. Budgettair neutrale herschikking

– 340

– 300

0

0

0

 

5. Kasschuiven

– 5.000

– 302

4.858

44

400

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

168.678

156.490

103.119

114.267

143.183

137.636

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en de bijgestelde werkloosheidsramingen van het CPB zijn de IOW-uitgaven tot en met 2020 opwaarts bijgesteld en vanaf 2021 neerwaarts. De opwaartse bijstelling in de eerste jaren wordt met name veroorzaakt doordat de gerealiseerde WW-instroom van 60-plussers hoger blijkt dan verwacht. De IOW-instroom komt hierdoor met een aantal jaren vertraging ook hoger uit. In de latere jaren verwachten we op basis van de lagere CEP-werkloosheidsverwachtingen van het CPB juist een lagere IOW-instroom.

  • 3. De wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen heeft voor enkele groepen onbedoeld geleid tot een lager WW-dagloon. In 2017 zijn starters, flexwerkers en werknemers die na de wachttijd voor de WIA minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn hiervoor gecompenseerd. Op basis van uitvoeringsinformatie zijn de kosten van compensatie aan deze groepen neerwaarts bijgesteld. Voor 2018 is geld vrijgemaakt voor compensatie aan de groep herlevers en werknemers die minder dan twee jaar ziek zijn geweest.

  • 4. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting ten behoeve van de ambassadeur ouderenwerkloosheid en uitvoering subsidies.

  • 5. Er is een kasschuif om de middelen ten behoeve van de Ambachtsacademie die niet in 2018 en 2019 nodig zijn door te schuiven naar 2020 en 2021. De middelen voor het 2e loopbaanadvies worden in 2017 bijna niet gebruikt en worden doorgeschoven naar het jaar 2019 waarin de middelen wel nodig zijn.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ontvangsten

1.171

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

1.171

0

0

0

0

0

  • 1. De ontvangstenmutatie betreft een terugontvangst op het voorschot aan het UWV in 2016 voor de subsidieregeling 50-plus (€ 1,2 miljoen).

Uitgaven premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

5.399.200

5.105.584

4.823.604

4.525.675

4.285.132

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

117.363

104.102

95.691

90.548

88.175

 

2. Macro mutaties

– 433.004

– 835.811

– 929.171

– 799.661

– 590.881

 

3. Dagloonbesluit

0

9.500

9.500

4.500

4.500

 

Stand OB 2018 reëel

5.083.559

4.383.375

3.999.624

3.821.062

3.786.926

 
             

Stand OB 2017 nominaal

99.662

181.731

262.646

345.661

437.872

 

4. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

17.701

64.380

92.571

121.090

154.308

 

5. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 117.363

– 104.102

– 95.691

– 90.548

– 88.175

 

Stand OB 2018 nominaal

0

142.009

259.526

376.203

504.005

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

5.083.559

4.525.384

4.259.150

4.197.265

4.290.931

4.484.643

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Op basis van neerwaarts bijgestelde werkloosheidsramingen van het CPB en uitvoeringsinformatie van het UWV is de raming van het WW-volume meerjarig neerwaarts bijgesteld. Ook de overige WW-lasten zijn op basis van uitvoeringsinformatie meerjarig neerwaarts bijgesteld. Dit betreft met name de faillisementsuitkeringen en het verhaal op faillissementsuitkeringen.

  • 3. De wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen heeft onbedoeld geleid tot een lager WW-dagloon voor herlevers en mensen die minder dan twee jaar ziek zijn geweest. Vanaf 2018 wordt dit structureel gerepareerd.

  • 4. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 5. Zie 1.

Ontvangsten premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

358.780

358.780

358.780

358.780

358.780

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

8.316

8.317

8.316

8.316

8.317

 

2. Uitvoering

7.930

– 8.947

– 8.946

– 8.946

– 8.947

 

Stand OB 2018 reëel

375.026

358.150

358.150

358.150

358.150

 
             

Stand OB 2018 nominaal

6.688

12.843

19.650

27.570

36.904

 

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

1.628

7.215

12.193

16.443

19.667

 

4. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 8.316

– 8.317

– 8.316

– 8.316

– 8.317

 

Stand OB 2018 nominaal

0

11.741

23.527

35.697

48.254

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

375.026

369.891

381.677

393.847

406.404

419.362

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Overheidswerkgevers zijn eigen-risicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door het UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is naar boven bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van het UWV.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 4. Zie 1.

6 Ziekte en zwangerschap
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

7.450

7.549

7.650

7.801

7.951

 

Mutaties Voorjaarsnota

257

257

257

257

257

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

180

182

184

186

189

 

2. Ramingsbijstelling

306

130

130

130

130

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

8.193

8.118

8.221

8.374

8.527

8.682

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. In 2016 is er € 0,3 miljoen te weinig bevoorschot voor de uitkeringslasten Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers (TAS). Dit bedrag wordt in 2017 verrekend met de SVB. Vanaf 2018 zijn er extra middelen voor Caribisch Nederland voor de werkgeverslasten voor zwangerschapsverlof (€ 0,13 miljoen vanaf 2018).

Uitgaven premiegefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

2.584.631

3.304.354

2.819.258

2.775.482

2.740.483

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

34.836

34.101

56.055

37.483

37.736

 

2. Uitvoering

68.521

120.286

135.157

125.055

141.293

 

3. Kasschuiven transitievergoeding

0

– 755.000

295.807

459.193

0

 

4. Uitboeken pilot ziektewet

0

15.000

15.000

15.000

15.000

 

5. Structurele No-riskpolis banenafspraak en beschut werk

0

0

0

0

53.000

 

6. Overige mutaties

1.071

– 785

– 1.151

– 1.826

117

 

Stand OB 2018 reëel

2.689.059

2.717.956

3.320.126

3.410.387

2.987.629

 
             

Stand OB 2017 nominaal

48.153

91.207

139.390

194.847

257.207

 

7. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

– 13.317

31.293

133.689

181.061

180.858

 

8. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 34.836

– 34.101

– 56.055

– 37.483

– 37.736

 

Stand OB 2018 nominaal

0

88.399

217.024

338.425

400.329

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

2.689.059

2.806.355

3.537.150

3.748.812

3.387.958

3.500.320

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De raming van de ZW is naar boven bijgesteld. Dit komt voornamelijk door volumestijgingen van zieke werklozen en eindedienstverbanders. Verder is de raming opwaarts bijgesteld op basis van de uitvoeringsinformatie van het UWV over de uittreding van eigenrisicodragers bij de vangnetgroepen uitzendkrachten en eindedienstverbanders.

  • 3. De beoogde inwerkingstreding van het wetsvoorstel aanpassing transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid is verschoven naar 1 juli 2019 en daarmee zijn de middelen verschoven van 2018 naar 2019 en 2020.

  • 4. De taakstelling «pilots Ziektewet» zijn bij de Voorjaarsnota 2017 uitgeboekt, omdat er geen concrete maatregelen zijn genomen om de pilots landelijk uit te rollen.

  • 5. De uniforme no-risk polis voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk is structureel gemaakt. Hierdoor zullen de uitgaven aan het macrobudget Participatiewetuitkeringen en de integratie-uitkering sociaal domein (onderdeel van het Gemeentefonds) afnemen. Door middel van een rekenregel op basis van de meest actuele gegevens worden de uitgaven en de daarmee gepaard gaande uitname bij gemeenten om de vijf jaar herijkt. De eerste herijking vindt plaats in 2021. Deze mutatie betreft een bijstelling van de uitgaven aan de Ziektewet.

  • 6. Overige mutaties met onder andere de leeftijdsverlaging in de no-riskpolis voor ouderen die vertraagd is met 1 jaar. Met deze kasschuif sluiten de middelen beter aan bij de behoefte.

  • 7. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 8. Zie nr 1.

7 Kinderopvang
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

2.597.959

2.710.940

2.750.462

2.778.105

2.802.582

 

Mutaties Voorjaarsnota

27.923

36.606

23.801

10.877

– 1.752

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

42.765

44.736

45.156

45.389

45.582

 

2. Ramingsbijstelling

– 2.570

17.487

22.193

22.017

21.667

 

3. Diverse kasschuiven

– 7.600

6.600

1.000

0

0

 

4. Budgettair neutrale herschikkingen

0

14.830

– 14

– 3

0

 

5. Overige mutaties

0

– 1

– 1

– 1

– 1

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

2.658.477

2.831.198

2.842.597

2.856.384

2.868.078

2.881.306

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De Belastingdienst betaalt gedurende het toeslagjaar altijd meer uit dan waar uiteindelijk recht op blijkt te bestaan. Dit komt bijvoorbeeld doordat huishoudens verminderd gebruik van kinderopvang pas laat aanpassen waardoor verrekening binnen het jaar (deels) onmogelijk wordt. Deze «overfinanciering» wordt in de jaren erna teruggevorderd. De verwachte overfinanciering is licht naar boven bijgesteld, hetgeen leidt tot hogere uitgaven. In 2017 vinden daarnaast naar verwachting minder nabetalingen plaats over eerdere jaren, waardoor in 2017 per saldo sprake is van een kleine meevaller.

  • 3. In 2017 waren middelen gereserveerd voor DUO voor de voorbereidingen voor Directe Financiering Kinderopvang. In afwachting van besluitvorming over het wetsvoorstel Directe Financiering Kinderopvang zullen ook in 2018 voorbereidende werkzaamheden van DUO plaatsvinden. De middelen van 2017 schuiven daarom deels door naar 2018.

  • 4. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 5. Overige mutaties.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

1.426.533

1.424.773

1.417.870

1.428.958

1.431.602

 

Nota van wijziging

           

Mutaties Voorjaarsnota

9.075

3.747

3.605

1.537

– 202

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ramingsbijstelling

– 32.448

22.455

16.818

19.891

21.438

 

2. Beslagvrije voet

0

– 6.900

– 11.200

– 7.900

– 5.100

 

3. Werkgeversbijdrage

82.965

104.149

115.848

129.119

142.645

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

1.486.125

1.548.224

1.542.941

1.571.605

1.590.383

1.595.911

  • 1. Meerjarig zijn de ontvangsten hoger als gevolg van de hoger geraamde overfinanciering, zie de toelichting bij punt 2 aan de uitgavenkant. Specifiek voor 2017 zijn de ontvangsten lager als gevolg van minder terugontvangsten in 2017 over toeslagjaren 2012 en 2014.

  • 2. Het proactief hanteren van de beslagvrije voet (wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet) leidt vanaf de voorziene inwerkingtreding in 2018 tot minder terugvorderingen kinderopvangtoeslag.

  • 3. De te ontvangen werkgeversbijdrage kinderopvang is aan de hand van de raming van het CPB naar boven bijgesteld.

8 Oudedagsvoorziening
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

24.887

23.942

24.975

25.004

25.997

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 224

– 230

– 431

– 481

– 489

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

413

407

421

419

435

 

2. Ramingsbijstelling

63

328

339

334

369

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

25.139

24.447

25.304

25.276

26.312

27.135

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Vanaf 2018 zijn er hogere uitkeringslasten voor de algemene ouderen voorziening Caribisch Nederland. De bijstelling in 2017 heeft te maken met een nabetaling van het ministerie aan de SVB over 2016 voor de Overbruggingsregeling AOW (OBR). De uitgaven aan de OBR vielen € 63.000 hoger uit dan gedurende 2016 aan de SVB is bevoorschot. Dit bedrag wordt in 2017 verrekend met de SVB.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

37.079.477

37.259.417

37.099.067

37.102.898

37.136.861

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

506.461

508.371

508.917

508.783

509.111

 

2. Uitvoering

– 80.508

– 101.169

– 71.081

– 39.975

– 35.237

 

3. Uitboeken AOW-kostendelersnorm

0

0

214.347

214.357

214.370

 

4. Verlagen inkomensondersteuning AOW

0

– 31.195

– 31.350

– 31.425

– 31.486

 

Stand OB 2018 reëel

37.505.430

37.635.424

37.719.900

37.754.638

37.793.619

 
             

Stand OB 2017 nominaal

397.726

899.525

1.694.599

2.350.742

3.180.838

 

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

108.735

238.857

219.212

496.626

571.710

 

6. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 506.461

– 508.371

– 508.917

– 508.783

– 509.111

 

Stand OB 2018 nominaal

0

630.011

1.404.894

2.338.585

3.243.437

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

37.505.430

38.265.435

39.124.794

40.093.223

41.037.056

42.181.696

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De raming van de uitkeringslasten AOW en de inkomensondersteuning AOW (IOAOW) zijn meerjarig bijgesteld. De bijstelling heeft grotendeels te maken met een lagere gemiddelde uitkering van de AOW dan eerder is geraamd. Verder is nieuwe uitvoeringsinformatie van de SVB in de ramingen verwerkt.

  • 3. Het kabinet Rutte/Asscher heeft besloten de AOW-kostendelersnorm niet meer in te voeren.

  • 4. Het kabinet heeft een pakket maatregelen getroffen om de koopkracht van kwetsbare groepen in 2018 te repareren. Gepensioneerden gaan er door het koopkrachtpakket volgend jaar in doorsnee in koopkracht op vooruit, onder andere door een verhoging van de ouderenkorting. Om binnen het beschikbare budget tot een evenwichtig koopkrachtbeeld te komen, is een kleine verlaging van de inkomensondersteuning AOW doorgevoerd.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 6. Zie nr 1.

9 Nabestaanden
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

1.253

1.288

1.324

1.377

1.429

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

23

24

24

25

26

 

2. Ramingsbijstelling

0

36

36

37

38

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

1.276

1.348

1.384

1.439

1.493

1.549

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Als gevolg van een verwacht lager niet-gebruik zijn er vanaf 2018 hogere uitkeringslasten voor de Algemene Weduwen en Wezen verzekering BES.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

405.580

384.056

370.840

364.842

358.201

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

4.557

4.283

4.074

3.918

3.825

 

2. Uitvoering

– 21.733

– 22.732

– 26.704

– 33.416

– 34.286

 

Stand OB 2018 reëel

388.404

365.607

348.210

335.344

327.740

 
             

Stand OB 2017 nominaal

4.763

7.001

8.956

11.379

14.427

 

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

– 206

1.220

3.425

5.377

6.615

 

4. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 4.557

– 4.283

– 4.074

– 3.918

– 3.825

 

Stand OB 2018 nominaal

0

3.938

8.307

12.838

17.217

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

388.404

369.545

356.517

348.182

344.957

343.054

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van de SVB is de raming meerjarig neerwaarts bijgesteld. Uit de gegevens van de SVB blijkt dat minder personen gebruik maken van de nabestaandenuitkering dan eerder verwacht.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 4. Zie nr 1.

10 Tegemoetkoming ouders
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

5.560.635

5.533.099

5.505.550

5.475.891

5.452.624

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 6.982

– 35.120

– 58.548

– 75.432

– 93.630

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

45.377

65.221

64.679

64.197

63.766

 

2. Ramingsbijstelling

1.571

0

0

0

0

 

3. Verhoging WKB-bedragen

0

36.000

36.000

36.000

36.000

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

5.600.601

5.599.200

5.547.681

5.500.656

5.458.760

5.429.108

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. In 2016 is er € 1,6 miljoen te weinig bevoorschot voor de uitkeringslasten Wet Kindgebonden Budget (WKB) buitenland. Dit bedrag wordt in 2017 met de SVB verrekend.

  • 3. Het tweede kindbedrag van het kindgebonden budget wordt verhoogd met € 71 per jaar om de inkomenspositie van gezinnen met lage en middeninkomens te ondersteunen.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

285.799

288.284

290.228

298.432

272.989

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 16.486

– 17.067

– 4.045

– 457

– 1.448

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

1.909

2.261

3.031

2.786

2.663

 

2. Beslagvrije voet

0

– 1.000

– 1.700

– 1.400

– 1.400

 

3. Ramingsbijstelling

13.029

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

284.251

272.478

287.514

299.361

272.804

270.069

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de ontvangsten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De ontvangsten kindgebonden budget worden lager vanaf 2018 als gevolg van minder terugvorderingen door het proactief hanteren van de beslagvrije voet (wetsvoorstel beslagvrije voet).

  • 3. In 2016 is er € 13 miljoen te veel bevoorschot voor de uitkeringslasten Algemene Kinderbijslag Wet (AKW). Dit bedrag wordt in 2017 terugbetaald door de SVB.

11 Uitvoering
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

434.478

388.292

350.686

335.803

336.532

 

Mutaties Voorjaarsnota

44.378

72.825

37.325

37.264

37.301

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

8.368

7.478

6.752

6.465

6.480

 

2. Ramingsbijstelling

19.888

1.108

1.303

1.190

1.488

 

3. Wet GDI en wet MEBV

0

750

750

750

750

 

4. Herschikking begroting/premie

– 18.390

– 4.019

– 8.314

– 10.113

– 9.351

 

5. Overboeking departementen

– 112

– 30

– 30

– 30

– 30

 

6. Kasschuif

– 2.150

2.150

0

0

0

 

7. Budgettair neutrale herschikkingen

90

20

20

20

20

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

486.550

468.574

388.492

371.349

373.190

371.452

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitvoeringskosten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De raming is bijgesteld op basis van volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door het UWV en de SVB. Verder is er in 2016 € 19,9 miljoen te weinig bevoorschot voor de uitvoeringskosten Wajong. In 2017 wordt dit bedrag betaald aan het UWV.

  • 3. Betreft de meerkosten als gevolg van de wet Generieke Digitale Intrastructuur (GDI) en de wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer (MEBV) bij de SVB.

  • 4. De verdeling tussen begrotings- en premiegefinancierde uitvoeringskosten wordt regulier aangepast op basis van informatie van het UWV en de SVB. De herschikking bij begrotingsgefinancierd is grotendeels opgenomen in de 1e suppletoire begroting. De reeksen in deze bijlage bij begrotingsgefinancieerd en premiegefinancierde uitgaven komen dan ook niet overeen (zie de algemene opmerkingen aan het begin van deze bijlage).

  • 5. Naar het Ministerie van BZK is een bijdrage overgemaakt voor de dienstverlening door de Algemene Bestuursdienst bij de benoeming van raden van bestuur bij het UWV en de SVB.

  • 6. De voorziene uitvoering van de handhavingsrichtlijn voor detacheringen wordt later geïmplementeerd dan eerder voorzien. De middelen worden daarom van 2017 naar 2018 overgeboekt.

  • 7. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ramingsbijstelling

15.627

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

15.627

0

0

0

0

0

  • 1. In 2016 is er € 14,6 miljoen te veel bevoorschot voor de uitvoeringskosten Wajong re-integratie. Dit bedrag wordt in 2017 terugbetaald door het UWV. In 2016 is er € 1 miljoen te veel bevoorschot voor de uitvoeringskosten SVB. Dit bedrag wordt in 2017 terugbetaald door de SVB.

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand OB 2017 reëel

1.524.021

1.516.633

1.444.910

1.442.268

1.434.635

 

Mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

28.337

27.522

28.396

27.892

28.039

 

2. Macro mutaties

0

– 61.603

– 55.142

– 44.805

– 31.048

 

3. Ramingsbijstelling

0

8.352

7.027

6.114

6.373

 

4. Dienstverlening WGA

0

10.380

0

0

0

 

5. Herschikkingen begroting/premie

– 10.367

– 37.629

– 27.103

– 25.152

– 25.943

 

6. Capaciteit verzekeringsartsen

0

0

44.000

44.000

44.000

 

7. Wet GDI en wet MEBV

0

6.131

20.246

21.760

23.267

 

8. Jeugd LIV

0

0

5.000

5.000

5.000

 

9. Structurele no-riskpolis banenafspraak en beschut werk

0

0

0

0

4.000

 

10. Kasschuif transitievergoeding en informatiebeveiliging SVB

0

– 27.000

14.000

13.000

0

 

11.Overige mutaties

1.532

1.952

1.632

1.632

1.632

 

Stand OB 2018 reëel

1.543.523

1.444.738

1.482.966

1.491.709

1.489.955

 
             

Stand OB 2017 nominaal

22.516

56.701

77.598

106.976

140.778

 

12. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

5.821

2.812

21.389

31.004

36.086

 

13. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2017

– 28.337

– 27.522

– 28.396

– 27.892

– 28.039

 

Stand OB 2018 nominaal

0

31.991

70.591

110.088

148.825

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

1.543.523

1.476.729

1.553.557

1.601.797

1.638.780

1.690.567

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitvoeringskosten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De raming is aangepast aan de ontwikkelingen in de werkloosheid.

  • 3. De raming is bijgesteld op basis van volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door het UWV en de SVB.

  • 4. In het kader van de integrale aanpak van de achterstand van herbeoordelingen in de WGA zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor dienstverlening.

  • 5. De verdeling tussen begrotings- en premiegefinancierde uitvoeringskosten wordt regulier aangepast op basis van informatie van het UWV en de SVB. De herschikking bij begrotingsgefinancierd is grotendeels opgenomen in de 1e suppletoire begroting. De reeksen in deze bijlage bij begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde uitgaven komen dan ook niet overeen (zie de algemene opmerkingen aan het begin van deze bijlage).

  • 6. Om vanaf 2019 de capaciteit verzekeringsartsen op peil te houden zijn middelen toegevoegd.

  • 7. Betreft de meerkosten als gevolg van doorbelasting van de GDI-middelen en van de wet GDI en de wet MEBV bij het UWV.

  • 8. De middelen voor de uitvoeringskosten van het minimumjeugdloonvoordeel (Jeugd-LIV) worden overgeheveld naar artikel 11. Vanaf dit artikel worden de de uitvoeringskosten voor het UWV en de Belastingdienst overgeboekt.

  • 9. De uniforme no-risk polis voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk is structureel gemaakt. De extra uitgaven, inclusief uitvoeringskosten, voor het Rijk worden gecompenseerd door een verlaging van het macrobudget Participatiewetuitkeringen en de integratie-uitkering sociaal domein. Door middel van een rekenregel op basis van de meest actuele gegevens worden de uitgaven en de daarmee gepaard gaande uitname bij gemeenten om de vijf jaar herijkt. De eerste herijking vindt plaats in 2021. Deze mutatie betreft het effect op de uitvoeringskosten.

  • 10. Er zijn twee kasschuiven. De kasschuif transitievergoeding: de compensatieregeling voor de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid wordt niet eerder dan 1 juli 2019 uitgevoerd. De middelen benodigd voor de uitvoering van deze regeling worden daarom doorgeschoven van 2018 naar 2019 en 2020. De kasschuif informatiebeveiliging SVB: betreft schuif van gereserveerde middelen ten behoeve van de Veranderagenda SVB tranche 2020 naar het jaar 2018 voor investeringen in ICT. Dit met als doel het verhogen van het niveau van Informatiebeveiliging

  • 11. Diverse overige mutaties waaronder de tarifering op de Basisregistratie Personen van het Ministerie van BZK.

  • 12. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 13. Zie nr 1.

12 Rijksbijdragen
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 12 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

13.957.930

14.027.086

13.904.754

13.888.214

13.877.625

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 1.565.410

– 586.130

– 455.537

– 506.951

– 523.481

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

20

19

18

18

17

 

2. Transitievergoeding

0

0

54.800

10.960

10.960

 

3. Ramingsbijstelling

27.655

– 1.772.657

– 1.799.786

– 1.830.105

– 1.855.706

 

4. Diverse mutaties

           
             

Stand ontwerpbegroting 2018

12.420.195

11.668.318

11.704.249

11.562.136

11.509.415

11.612.307

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De compensatieregeling voor de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid wordt niet eerder dan 1 juli 2019 uitgevoerd. De middelen worden daarom opgenomen vanaf 2019.

  • 3. De ramingen van de rijksbijdragen zijn op basis van uitvoeringsgegevens van de SVB en van macro-economische gegevens van het CPB bijgesteld.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 12 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ramingsbijstelling

423

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

423

0

0

0

0

0

  • 1. In 2016 is er € 0,4 miljoen te veel bevoorschot voor de uitkeringslasten Tegemoetkomingen Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ). Dit bedrag wordt in 2017 terugbetaald door het UWV.

13 Integratie en maatschappelijke samenhang
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

323.351

307.505

240.909

205.942

176.070

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 16.850

3.165

26.959

24.833

31.188

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

2.466

2.129

1.420

1.409

1.407

 

2. Ramingsbijstelling leningen

29.471

0

0

0

0

 

3. Overboekingen met departementen

69

309

309

80

0

 

4. Kaschuiven

– 4.000

4.000

0

0

0

 

5. Budgettair neutrale herschikkingen

– 131

0

0

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

334.376

317.108

269.597

232.264

208.665

192.090

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De raming voor 2017 is bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van DUO.

  • 3. Er zijn diverse overboekingen met andere departementen waaronder naar het Gemeentefonds voor de pilot Nederlandse Kernwaarden en de pilot weerbaar opvoeden. Ook zijn er middelen naar het Ministerie van VWS overgemaakt voor het inrichten van het kennisplatform jeugdzorg. Naar het Ministerie van OCW zijn middelen overgemaakt voor de cohortstudie statushouders.

  • 4. De middelen voor het Programma Inburgering en Integratie ten behoeve van borging screening en matching worden van 2017 naar 2018 geboekt om zo beter aan te sluiten bij de behoefte.

  • 5. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

600

200

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

0

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ramingsbijstelling

2.803

1.000

1.000

1.000

1.000

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

3.403

1.200

1.000

1.000

1.000

1.000

  • 1. In 2016 is € 1,8 miljoen te veel bevoorschot voor de uitkeringslasten van de Remigratiewet. Dit bedrag wordt in 2017 terugbetaald door de SVB. Verder is op basis van ervaringsgegevens uit 2016 vanaf 2017 in verband met de terugbetaling van leningen structureel voor € 1 miljoen aan ontvangsten in de begroting opgenomen.

96 Apparaat
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

278.324

279.911

296.177

294.157

295.905

 

Amendement

500

500

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 2.375

– 3.623

– 1.083

– 26

– 3.249

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2017

4.738

5.135

5.467

5.261

5.326

 

2. Overboekingen met departementen

635

– 1.310

– 1.310

– 1.681

– 1.681

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

2.090

– 1.271

339

1.103

1.103

 

4. Kasschuiven

– 11.470

5.883

– 952

906

3.233

 

5. RSO

1.721

1.159

1.159

1.159

1.159

 

6. Dienstauto's Inspectie SZW

– 486

– 201

– 128

– 84

0

 

7. Agentschap SZW

0

10.252

15.183

12.551

10.472

 

8. Diverse boekingen

– 636

– 579

– 929

– 929

– 929

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

273.041

295.856

313.923

312.417

311.339

309.550

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. De belangrijkste overboekingen met andere departementen zijn de overboeking naar het Ministerie van BZK voor de bijdrage in Doc Direct en de overboekingen van diverse departmenten aan SZW voor de exploitatiekosten van het Financieel Dienstencentrum (FDC).

  • 3. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. De kasschuiven hebben betrekking op middelen voor personeel. Verder wordt een deel van de beschikbare middelen in 2017 voor SSO ingezet voor de jaren 2018 tot en met 2022. Het onbenutte deel van de transitiekosten voor RSO wordt doorgeschoven naar 2019 en 2020 om volgens afspraak beschikbaar te houden voor eventuele tekorten. Ook is er een kasschuif voor het budget van het Agentschap SZW om zo beter aan te sluiten bij de behoefte (zie ook nr. 7).

  • 5. De RSO heeft in 2017 extra dienstverleningsafspraken gemaakt met de afnemers. Daarnaast zijn de begrote uitgaven opgehoogd naar prijspeil 2017.

  • 6. Actualisatie van de raming van de uitgaven voor dienstauto’s van de Inspectie SZW. Het resulterende budget is (als onderdeel van mutatie 3) overgeboekt naar artikel 98, omdat ze niet langer als «apparaatskosten» worden aangemerkt.

  • 7. Vanaf 1 januari 2018 wordt het Agentschap SZW een uitvoeringsdirectie bij het Ministerie van SZW. De middelen voor personeel, inhuur externen, materieel, automatisering en bijdrage SSO’s worden daarom opgenomen op het apparaatsartikel 96. De bijdrage aan het Agentschap SZW op artikel 98 vervalt. Zie ook nummer 1 bij de ontvangsten van artikel 96.

  • 8. Diverse overige mutaties.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

28.777

42.344

61.841

61.147

63.579

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 7.181

– 9.131

– 5.909

– 5.005

– 7.361

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Omzet subsidieregelingen

0

3.305

3.655

3.755

3.605

 

2. Overboekingen met departementen

237

0

0

0

0

 

3. Correctie ontvangsten RSO

– 814

– 845

– 845

– 845

– 845

 

4. RSO

1.966

1.595

1.990

2.001

2.004

 

5. Dienstauto’s Inspectie SZW

– 486

– 201

– 128

– 84

0

 

6. Budgettair neutrale herschikkingen

0

– 412

– 387

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

22.499

36.655

60.217

60.969

60.982

60.996

  • 1. Vanaf 1 januari 2018 is het Agentschap SZW een uitvoeringsdirectie bij het Ministerie van SZW. Vanaf 2018 worden de ontvangsten op de begroting van SZW opgenomen. De ontvangsten bestaan uit de omzet van de subsidieregelingen die voor de andere departementen worden uitgevoerd en de tegemoetkoming in de kosten vanuit de Europese Commissie. Zie ook nr. 7 bij de uitgaven van artikel 96.

  • 2. Van het Ministerie van BUZA worden de salariskosten ontvangen van twee medewerkers van het Ministerie van SZW die gedetacheerd zijn in het buitenland.

  • 3. Het voordeel bij andere departementen van het contractmanagement inkoop schoonmaak wordt via een budgetoverheveling aan de begroting van SZW toegevoegd en niet via facturering op de ontvangsten zoals oorspronkelijk geraamd.

  • 4. De raming van schoonmaakvergoedingen aan de RSO is geactualiseerd, onder andere samenhangend met het prijspeil 2017.

  • 5. Actualisatie van de raming van de dienstauto’s van de Inspectie SZW. Het gaat hier om de inruilwaarde van de eigen auto’s.

  • 6. De uitgaven en ontvangsten van de dienstauto’s worden niet langer aangemerkt als «apparaatskosten» en zullen daarom vanaf 2018 verantwoord worden op beleidsartikel 98 in plaats van artikel 96.

98 Algemeen
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 98 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

37.749

31.728

37.743

34.329

32.740

 

Mutaties Voorjaarsnota

2.900

957

1.186

115

174

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijs bijstelling 2017

387

113

113

107

100

 

2. Overboekingen met departementen

– 283

– 350

– 350

– 350

– 350

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

2.485

5.518

862

– 335

– 339

 

4. Kasschuiven

– 1.524

65

3.434

– 413

– 781

 

5. Agentschap SZW

0

– 6.947

– 11.528

– 8.796

– 6.867

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

41.714

31.084

31.460

24.657

24.677

24.614

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2017 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2. Er zijn verschillende overboekingen met andere departementen verwerkt. De voornaamste is de aanvullende overboeking naar het Ministerie van BZK voor de kosten van het uitvoeringsorgaan Rijksdienst Caribisch Nederland.

  • 3. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Er zijn 3 kasschuiven verwerkt zodat de gereserveerde middelen beter aansluiten aan de behoefte.

  • 5. Omdat het Agentschap SZW per 1 januari 2018 een uitvoeringsdirectie wordt, vervalt aan de ene kant de bijdrage aan het Agentschap SZW en worden aan de andere kant uitgaven voor voorlichting toegevoegd. De uitgaven en ontvangsten van het Agentschap SZW staan vanaf 2018 op artikel 96.

Ontvangsten begrotingsgefinacierd artikel 98 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

176

0

0

0

0

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Dienstauto’s Inspectie SZW

0

412

387

0

0

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

176

412

387

0

0

0

  • 1. De uitgaven en ontvangsten van de dienstauto’s worden vanwege een definitieaanpassing vanaf 2018 overgeboekt van artikel 96 naar beleidsartikel 98.

99 Nominaal en onvoorzien
Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 99 (x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Stand ontwerpbegroting 2017

128.863

643.814

1.126.607

1.097.051

1.077.684

 

Amendement

5.000

0

0

0

0

 

Mutaties Voorjaarsnota

– 60.963

– 69.401

– 67.551

– 71.379

– 78.501

 
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Verdeling loon- en prijsbijstelling 2017

– 18.421

– 16.657

– 15.194

– 14.834

– 14.852

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 4.100

– 506.447

– 947.526

– 895.785

– 895.784

 

3. Overboekingen departementen

1.263

– 2.000

– 2.000

– 2.000

– 2.000

 

4. Diverse reserveringen/uitdelingen

– 15.000

– 11.130

– 32.888

– 29.288

– 20.188

 

5. Kasschuiven

– 27.055

30.539

4.241

– 19.704

1.988

 
             

Stand ontwerpbegroting 2018

9.587

68.718

65.689

64.061

68.347

85.161

  • 1 Toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2017 naar de begrotingsartikelen om de budgetten op prijspeil 2017 te brengen.

  • 2 Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting. De overboeking van het Lage-InkomensVoordeel (LIV), het LoonKostenVoordeel (LKV) en het Minimumjeugdloonvoordeel (Jeugd LIV) van artikel 99 naar artikel 1 valt onder deze post. Ook de overboeking van de bijdrage aan het pensioenfonds WSW van artikel 99 naar artikel 2 valt hieronder.

  • 3 Er zijn verschillende overboekingen met andere departementen. Van IenM is € 1,3 miljoen ontvangen als ongebruikt deel van de subsidie aan waterschappen. Naar BZK is vanaf 2018 structureel € 2 miljoen voor stelselkosten eID overgeboekt.

  • 4. Diverse reserveringen en uitdelingen binnen de SZW-begroting, waaronder de compensatieregeling voor zwangere zelfstandigen tussen 2005–2008 en de herstructurering Wsw in Oost-Groningen.

  • 5. Er zijn diverse kasschuiven verwerkt zodat de gereserveerde middelen beter aansluiten op de kasbehoefte. De grootste kasschuif heeft betrekking op het dossier MH17. Middelen die in 2017 niet tot uitgaven leiden worden doorgeschoven naar 2018 tot en met 2022.

Licence