Base description which applies to whole site

3. Uitgebreide toelichting op mutaties met een tabel per begrotingsartikel

Dit hoofdstuk bevat de uitgebreide toelichting met een tabel «budgettaire gevolgen van beleid» per begrotingsartikel van begroting IX. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau conform de eerdergenoemde ondergrenzen RBV toegelicht.

De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota 2019 opgenomen.

Artikel 1 Belastingen

Tabel 6: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 1 Belastingen (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

2.716.883

2.842.918

83.874

316.200

3.242.992

           

Uitgaven (1) + (2)

2.776.428

2.902.832

83.874

155.741

3.142.447

           

(1) Programma-uitgaven

407.952

486.866

10.996

103.887

601.749

waarvan juridisch verplicht

 

73,0%

   

95,0%

           

Bekostiging

4.178

4.178

2.000

0

6.178

Overige bekostiging

4.161

4.161

2.000

0

6.161

Overige programma-uitgaven

17

17

0

0

17

           

Garanties

245

245

0

100

345

Proces risico's

245

245

0

100

345

           

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

6.514

13.228

1.680

483

15.391

Waarderingskamer

1.925

1.925

28

82

2.035

Kadaster

1.971

1.971

0

401

2.372

Kamer van Koophandel

2.618

2.618

1.652

0

4.270

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

0

6.714

0

0

6.714

           

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

175

175

262

5.900

6.337

Internationale Douaneraad

175

175

0

0

175

Overige internationale organisaties

0

0

262

5.900

6.162

           

Opdrachten

292.853

259.492

6.488

– 8.880

257.100

ICT opdrachten

195.395

196.615

6.545

– 9.680

193.480

Overige opdrachten

97.458

62.877

– 57

800

63.620

           

Bijdrage agentschappen

31.197

99.548

566

16.284

116.398

Logius

31.007

99.358

566

12.784

112.708

CIBG

190

190

0

0

190

Bijdrage overige agentschappen

0

0

0

3.500

3.500

           

Rente

72.790

110.000

0

90.000

200.000

Belasting- en invorderingsrente

72.790

110.000

0

90.000

200.000

           

(2) Apparaatsuitgaven

2.368.476

2.415.966

72.878

51.854

2.540.698

waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland

13.000

13.000

0

0

13.000

           

Personele uitgaven

2.051.262

2.077.363

66.206

42.237

2.185.806

waarvan: Eigen personeel

1.828.176

1.841.483

64.821

196

1.906.500

waarvan: Inhuur externen

215.370

228.164

1.385

40.541

270.090

waarvan: Overig Personeel

7.716

7.716

0

1.500

9.216

Materiële uitgaven

317.214

338.603

6.672

9.617

354.892

waarvan: ICT

23.083

14.827

5.434

0

20.261

waarvan: Bijdrage SSO's

166.230

192.992

2.858

3.840

199.690

waarvan: Overige

127.901

130.784

– 1.620

5.777

134.941

           

Ontvangsten (3) + (4)

154.158.692

153.876.903

1.723.005

144.206

155.744.114

           

(3) Programma-ontvangsten

154.127.662

153.743.325

1.717.496

138.806

155.599.627

waarvan: Belastingontvangsten

153.306.358

152.822.811

1.717.496

– 39.461

154.500.846

           

Rente

418.900

503.110

0

133.890

637.000

Belasting- en invorderingsrente

418.900

503.110

0

133.890

637.000

           

Boetes en schikkingen

204.577

204.577

0

15.423

220.000

Ontvangsten boetes en schikkingen

204.577

204.577

0

15.423

220.000

           

Bekostiging

197.827

212.827

0

28.954

241.781

Kosten vervolging

197.827

212.827

0

28.954

241.781

           

(4) Apparaatsontvangsten

31.030

133.578

5.509

5.400

144.487

Toelichting

Verplichtingen

Verplichtingen (+ € 400,1 mln.)

Per saldo wordt het verplichtingenbudget met € 400,1 mln. opgehoogd. De voornaamste oorzaken van de mutatie zijn:

  • Een ophoging van de verplichtingen met € 239,6 mln. behorend bij hogere kasuitgaven in 2019 (zie hiervoor de toelichting onder het kopje uitgaven).

  • De afgelopen maanden zijn vele verbeteracties uitgevoerd naar aanleiding van de onvolkomenheid verplichtingenbeheer Belastingdienst om het verplichtingenbeheer structureel op orde te brengen. Dit betreft onder andere het boeken van contracten waarvan de precieze omvang vooraf nog niet bekend is. Daarnaast worden de meerjarige contracten direct bij het aangaan van het contract als verplichting geboekt voor de hele looptijd van het contract (tenzij het langer is dan 5 jaar). Deze herstelacties hebben geleid tot een eenmalige correctie in de verplichtingen met ca. € 140 mln. in 2019. Nog niet alle verbeteringsacties zijn afgerond. Hierdoor zitten er nog onzekerheden in de verwachte verplichtingenstand.

Uitgaven

De uitgaven zijn in totaal gestegen met € 239,6 mln., waarmee ook de ophoging van de verplichtingen samenhangt. De belangrijkste oorzaken van de stijging van de uitgaven worden hieronder vermeld.

Bijdrage agentschappen (+ € 16,9 mln.)

Per saldo is het budget voor de bijdrage agentschappen opgehoogd met € 16,9 mln. Dit betreft met name mutaties bij Logius (per saldo € 12,8 mln.). Voor de jaaropdracht Logius voor de ICT-dienstverlening wordt in december het eerste kwartaal van 2020 bevoorschot (€ 23,3 mln.). Daarentegen zijn er lagere uitgaven bij Logius omdat de aanbesteding één jaar is vertraagd (– € 4 mln.), omdat de eindafrekening over 2018 lager is uitgevallen dan verwacht (– € 4 mln.) en vanwege diverse kleine mutaties (– € 2,5 mln.).

Belasting- en invorderingsrente (+ € 90 mln.)

De uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 90 mln. hoger. Dit is met name het gevolg van hogere belastingteruggaven en -verminderingen waarover rente moet worden vergoed en vanwege gewijzigde verdeelsleutels met de sociale fondsen, die ertoe leiden dat een groter deel van de rente-uitgaven wordt verantwoord op begroting IX.

Personele uitgaven (+ € 108,4 mln.)

Per saldo is het budget voor de personele uitgaven opgehoogd met € 108,4 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:

  • De toegekende loonbijstelling voor personele uitgaven (€ 60,6 mln.) is van artikel 10 (Nog onverdeeld) uitgedeeld aan artikel 1 (Belastingen).

  • De personele uitgaven zijn als gevolg van de stijging van de middelloonsom, de cao-afspraken en de stijging van de ABP-premies in totaal € 7 mln. hoger dan de ontvangen loonbijstelling.

  • De ICT-organisatie, heeft, mede als gevolg van onderbezetting op eigen personeel, meer externen ingehuurd (€ 35 mln.) dan oorspronkelijk voorzien om het ICT-portfolio uit te voeren. Daarnaast is bij de Belastingtelefoon meer gebruikgemaakt van uitzendkrachten in plaats van eigen personeel (€ 12,3 mln.). Verder is er incidenteel extra inhuur om de bezwaren inkomensheffing (€ 4,6 mln.) weg te werken en is er extra inhuur voor de herstelkosten voor de Wet op het Kindgebonden budget in 2019 (€ 2 mln.).

  • De in de eerste suppletoire begroting 2019 aan de Financiënbegroting beschikbaar gestelde middelen voor de aanpak van witwassen, fraudebestrijding en ondermijning (w.v. € 0,9 mln. in 2019) zijn overgeheveld naar artikel 1 (Belastingen) en artikel 9 (Douane).

  • In het kader van Beheerst Vernieuwen zijn middelen beschikbaar gesteld om projecten uit te voeren. In de planning blijkt nu dat projecten later van start kunnen gaan dan eerder aangenomen (– € 19,9 mln.). De Tweede Kamer is in mei reeds geïnformeerd over het feit dat bij het ICT-portfolio Belastingdienst de vraag het aanbod overstijgt. Bij de prioritering is er toen besloten om beheer en onderhoud en wetgeving te prioriteren boven modernisering en vernieuwing4.

Materiële uitgaven (+ € 16,3 mln.)

De materiële uitgaven zijn naar verwachting € 16,3 mln. hoger. Dit wordt met name verklaard door de toegekende prijsbijstelling voor materiële uitgaven (€ 5,6 mln.) die van artikel 10 (Nog onverdeeld) uitgedeeld is aan artikel 1 (Belastingen). Verder zijn er hogere materiële uitgaven als gevolg van investeringen voor facilitaire en huisvestingszaken (€ 9,5 mln.), als gevolg van het leveren van meer facilitaire diensten aan andere overheidspartijen conform rijksbrede afspraken (€ 2,2 mln.) en diverse kleine mutaties (4,2 mln). De uitgaven vallen lager uit vanwege de vertraging van de aanbesteding van een nieuw uniform voor medewerkers van de Douane (– € 5,2 mln.), waarvan uitgaven in 2020 zullen plaatsvinden.

Ontvangsten

Belastingontvangsten (€ 1.678,0 mln.)

In de Najaarsnota 2019 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Tabel 7: Belastingontvangsten (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

(2)

Mutaties 2e

suppletoire begroting

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

(4) = (2)+(3)

Totaal belastingontvangsten

189.125.265

189.671.878

2.201.816

191.873.694

–/– Afdracht Gemeentefonds

30.147.959

31.159.692

217.335

31.377.027

–/– Afdracht Provinciefonds

2.407.659

2.419.388

79.753

2.499.141

–/– Afdracht BES-fonds

38.279

42.805

0

42.805

–/– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.225.010

3.227.182

226.693

3.453.875

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

153.306.358

152.822.811

1.678.035

154.500.846

Rente (+ € 133,9 mln.)

De ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 133,9 mln. hoger. Dit is met name het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald en van gewijzigde verdeelsleutels met de sociale fondsen, die ertoe leiden dat een groter deel van de renteontvangsten wordt verantwoord op begroting IX.

Boetes en schikkingen (+ € 15,4 mln.)

De boeteontvangsten zijn naar verwachting ca. € 15,4 mln. hoger. Dit is met name het gevolg van een toename van het aantal verzuimboetes en van gewijzigde verdeelsleutels met de sociale fondsen, die ertoe leiden dat een groter deel van de boeteontvangsten wordt verantwoord op begroting IX.

Bekostiging (+ € 29,0 mln.)

Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, enz.). Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen maanden en de verwachtingen voor de komende maanden wordt de raming van de verwachte ontvangsten voor kosten vervolging opwaarts bijgesteld. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal invorderingsmaatregelen (zoals aanmaningen).

Apparaatsontvangsten (+ € 10,9 mln.)

De apparaatsontvangsten zijn naar verwachting € 10,9 mln. hoger. Dit komt onder andere door het leveren van diensten aan Inspectie SZW (6,2 mln.) op het gebied van ICT en het leveren van facilitaire diensten aan andere overheidspartijen (€ 5,2 mln.).

Artikel 2 Financiële markten

Tabel 8: budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 2 Financiële markten (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

25.023

24.019

2.741

– 2.824

23.936

waarvan garantieverplichtingen

         

Garantie DGS BES

0

– 4.000

0

0

– 4.000

Garantie schatkistbankieren AFM

0

3.000

0

0

3.000

           

Uitgaven

25.023

25.019

2.741

– 2.824

24.936

waarvan juridisch verplicht

 

86,2%

   

92,4%

           

Subsidies

436

0

0

0

0

Vakbekwaamheid

436

0

0

0

0

           

Bekostiging

10.602

10.059

– 713

– 1.909

7.437

Accountantskamer

1.459

1.459

– 9

– 223

1.227

Muntcirculatie

8.893

8.300

– 800

– 2.000

5.500

Afname munten in circulatie

0

0

0

0

0

IMVO Convenanten

150

0

0

0

0

Overig

100

300

96

314

710

           

Garanties

1.875

1.875

0

0

1.875

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

1.000

1.000

0

0

1.000

Dotatie begrotingsreserve NHT

875

875

0

0

875

           

Opdrachten

6.293

6.238

1.916

200

8.354

Wijzer in geldzaken

1.383

1.438

116

150

1.704

Vakbekwaamheid

4.910

4.500

0

0

4.500

Overig

0

300

1.800

50

2.150

           

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

5.417

6.407

1.538

– 1.095

6.850

Bijdrage AFM BES-toezicht

405

605

0

0

605

Bijdrage DNB toezicht & DGS BES

1.300

2.100

0

0

2.100

Bijdrage FEC

2.927

2.927

288

0

3.215

Bijdrage Toezicht en Handhaving MIF

260

250

– 250

0

0

Bijdrage PSD II

525

525

0

– 195

330

Overig

0

0

1.500

– 900

600

           

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

400

440

0

– 20

420

Caribean Financial Action Taskforce

20

20

0

– 20

0

IASB

380

420

0

0

420

           

Ontvangsten

7.441

9.611

163

– 410

9.364

Bekostiging

2.600

2.000

0

0

2.000

Ontvangsten muntwezen

2.600

2.000

0

0

2.000

           

Opdrachten

0

1.111

0

114

1.225

Wijzer in geldzaken

0

1.111

0

114

1.225

           

Overig

4.841

6.500

163

– 524

6.139

Toelichting

Uitgaven en verplichtingen

Muntcirculatie (– € 2,8 mln.)

In 2019 zijn er minder munten geproduceerd en geslagen dan verwacht. In tegenstelling tot het jaar ervoor was het in 2019 onder andere niet nodig om muntstukken van 20 cent te slaan. Daarvan zijn er op dit moment al voldoende in omloop.

Overige opdrachten (+ € 1,85 mln.)

De budgetten voor de afwikkeling van SNS Reaal N.V. (SRH) worden overgeheveld van artikel 3 naar artikel 2 van de begroting, omdat de budgetverantwoordelijkheid hiervan valt onder artikel 2.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Tabel 9: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

760.104

959.495

45.020

451.778

1.456.293

waarvan garantieverplichtingen

         

Garantie DNB Winstafdracht

0

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

0

0

0

0

0

           

waarvan betalingsverplichtingen

         

Schikking Alawwal Bank

0

94.000

0

42.000

136.000

Overige betalingsverplichtingen

760.104

865.495

45.020

409.778

1.320.293

           

Uitgaven

1.038.446

1.144.312

45.020

545.778

1.735.110

waarvan juridisch verplicht

 

99,4%

   

100%

           

Vermogensverschaffing

1.024.396

1.024.396

50.000

410.000

1.484.396

Kapitaalinjectie TenneT

280.000

280.000

0

410.000

690.000

Kapitaalinjectie Invest-NL

0

0

50.000

0

50.000

Verwerving vermogenstitels

744.396

744.396

0

0

744.396

           

Vermogensonttrekking

0

100.000

0

0

100.000

Afdrachten Staatsloterij

0

100.000

0

0

100.000

           

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

5.000

5.000

– 230

0

4.770

NLFI

5.000

5.000

– 230

0

4.770

           

Garanties

4.850

4.820

0

0

4.820

Regeling BF

50

20

0

0

20

Dotatie begrotingsreserve TenneT

4.800

4.800

0

0

4.800

           

Opdrachten

4.200

10.096

– 4.750

135.778

141.124

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4.200

5.750

– 3.750

136.000

138.000

Opstart Invest-NL

0

4.346

– 1.000

– 222

3.124

           

Ontvangsten

1.204.300

2.012.448

23.154

546.000

2.581.602

           

Vermogensonttrekking

1.195.000

2.002.000

20.790

546.000

2.568.790

Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen

1.064.000

1.725.000

20.000

546.000

2.291.000

Afdrachten Staatsloterij

0

100.000

0

0

100.000

Winstafdracht DNB

131.000

177.000

790

0

177.790

waarvan: Griekse inkomsten ANFA

0

0

0

0

0

waarvan: Griekse inkomsten SMP

14.250

34.250

0

0

34.250

           

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

4.500

4.500

2.364

0

6.864

NLFI

4.500

4.500

2.364

0

6.864

           

Garanties

4.800

4.800

0

0

4.800

Premieontvangsten garantie TenneT

4.800

4.800

0

0

4.800

           

Opdrachten

0

1.148

0

0

1.148

Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen

0

1.148

0

0

1.148

Toelichting

Verplichtingen

Verplichtingen (+ € 496,8 mln.)

Dit betreffen de verplichtingen van onderstaande kasuitgaven (TenneT, Invest-NL en staatsdeelnemingen). Bij de eerste suppletoire begroting is reeds een verplichting van € 94 mln. opgenomen voor de schikking van de Alawwal Bank. Hierdoor stijgen de verplichtingen (+ € 474,8 mln.) minder hard dan de uitgaven (+ € 568,8 mln.).

Uitgaven

Kapitaalinjectie TenneT (+ € 410 mln.)

Dit betreft een kapitaalinjectie aan het Nederlandse deel van TenneT. In 2016 heeft de Nederlandse staat een kapitaalstorting toegezegd aan het Nederlandse deel van TenneT met een totale omvang van € 1.190 mln.5. Dit betreft de vierde en laatste tranche van € 410 mln. Zoals eerder gemeld in de Toekomstvisie TenneT6is deze kapitaalstorting een verplichting geworden voor de Nederlandse staat nadat gebleken is dat TenneT aanvullende middelen nodig heeft voor behoud van de kredietwaardigheid.

Kapitaalinjectie Invest-NL (+ € 50 mln.)

Naar verwachting zal eind 2019 Invest-NL N.V. worden opgericht. Verspreid over enkele jaren ontvangt Invest-NL N.V. een kapitaalinjectie (ter waarde van € 1,7 mld.) waarvan € 50 mln. in 2019 wordt overgeheveld.

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 132,3 mln.)

De post «uitvoeringskosten staatsdeelnemingen» stijgt met € 132,3 mln. Dit komt met name doordat de schikkingsovereenkomst7 als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank naar verwachting in 2019 zal worden afgewikkeld.

Ontvangsten

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (+ € 566 mln.)

De omvang van de niet-belastingontvangsten die gemoeid zijn met de verkoop van de aandelen die de Staat heeft in Saudi British Bank (SABB) wordt ingeschat op ca. € 546 mln. De overige € 20 mln. betreft een verhoging van de raming van de dividenden.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Tabel 10: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

2.274.076

3.286.033

– 9.001

0

3.277.032

waarvan garantieverplichtingen

         

Wereldbank

0

774.871

0

0

774.871

Garantie aan DNB inzake IMF

0

264.493

0

0

264.493

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

50.000

50.000

0

0

50.000

EFSM

60.000

60.000

0

0

60.000

AIIB

0

3.125

0

0

3.125

EIB

1.900.425

1.900.425

0

0

1.900.425

           

waarvan betalingsverplichtingen

         

Wereldbank

228.940

228.940

– 9.032

0

219.908

Overige betalingsverplichtingen

34.711

4.179

31

0

4.210

           

Uitgaven

359.220

363.119

31

0

363.150

waarvan juridisch verplicht

 

99,7%

   

99,9%

           

Bijdrage aan internationale organisatie

324.509

361.419

0

0

361.419

Wereldbank

290.722

325.280

0

0

325.280

AIIB

33.787

36.139

0

0

36.139

           

Leningen

33.030

0

0

0

0

Teruggave winsten SMP/ANFA

33.030

0

0

0

0

           

Opdrachten

1.681

1.700

31

0

1.731

Technische assistentie kiesgroeplanden

1.681

1.700

31

0

1.731

           

Ontvangsten

15.257

12.040

0

– 4.717

7.323

           

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

4.655

4.655

0

– 1.368

3.287

Ontvangsten IFI's

4.655

4.655

0

– 1.368

3.287

           

Leningen

10.602

5.385

0

– 3.349

2.036

Renteontvangsten lening Griekenland

10.602

5.385

0

– 3.349

2.036

Terugbetaling lening Griekenland

0

0

0

0

0

           

Garanties

0

2.000

0

0

2.000

ESM

0

2.000

0

0

2.000

Toelichting

Ontvangsten

Ontvangsten IFI’s (– € 1,4 mln.)

De ontvangsten van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s), zoals de Wereldbank en de European Investment Bank (EIB), zijn met enige onzekerheid omgeven. Volgens de laatste ramingen van de Wereldbank en de EIB vallen de ontvangsten ultimo dit jaar lager uit dan begroot.

Renteontvangsten lening Griekenland (– € 3,3 mln.)

Vanwege een verlaging van de Euribor rente zijn de renteontvangsten lager dan begroot.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Tabel 11: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

10.015.244

10.015.244

0

– 5.998.348

4.016.896

waarvan garantieverplichtingen

         

Exportkredietverzekeringen

10.000.000

10.000.000

0

– 6.000.000

4.000.000

waarvan: nieuwe verplichtingen

10.000.000

10.000.000

0

– 6.000.000

4.000.000

waarvan: vervallen verplichtingen

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

83.444

205.244

0

1.652

206.896

waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

100%

           

Garanties

68.200

190.000

0

1.602

191.602

Schade-uitkering ekv

68.200

190.000

0

0

190.000

Dotatie begrotingsreserve ekv

0

0

0

0

0

Schade-uitkering Seno-Gom

0

0

0

1.602

1.602

           

Opdrachten

15.187

15.187

0

0

15.187

Kostenvergoeding Atradius DSB

15.187

15.187

0

0

15.187

           

Overige

57

57

0

50

107

Overige uitgaven

57

57

0

50

107

           

Ontvangsten

256.172

218.297

0

– 45.000

173.297

           

Garanties

256.172

218.297

0

– 45.000

173.297

Premies EKV

77.650

70.244

0

0

70.244

Schaderestituties EKV

178.522

148.053

0

0

148.053

Onttrekking begrotingsreserve EKV

0

0

0

– 45.000

– 45.000

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Verplichtingen (– € 5.998,3 mln.)

Voor de ekv-faciliteit kan jaarlijks voor € 10 mld. aan nieuwe verplichtingen worden aangegaan. Gegeven de huidige realisatie van het aantal afgesloten exportkredietverzekeringen is circa € 4 mld. de meest realistische inschatting. Dit leidt tot een negatieve verplichtingenmutatie van circa € 6 mld.

Schade-uitkering Seno-Gom (+ € 1,6 mln.)

Uit een oude regeling van Seno-Gom is nog een schadebedrag tot betaling gekomen. Het betreft een schadepolis op Gambia.

Ontvangsten

Mutatie begrotingsreserve ekv (– € 45 mln.)

Ontvangen premies worden gestort in de begrotingsreserve, terwijl uitgaven aan definitieve schades op afgesloten polissen en de uitvoeringskosten van Atradius gedekt worden met een onttrekking uit de begrotingsreserve. Het totaal aan schade-uitkeringen in 2019 wordt momenteel geraamd op € 190 mln. Binnen dit totaal komen de voorlopige schade-uitkeringen naar verwachting € 45 mln. hoger uit dan in de 1e suppletoire begroting en de definitieve schade-uitkeringen naar verwachting € 45 mln. lager uit. De lagere verwachte schade-uitkeringen op afgesloten dossiers leidt tot een lagere onttrekking uit de begrotingsreserve ekv.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Tabel 12: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 6 Btw-compensatiefonds (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

Bedragen x € 1.000

         
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

3.225.010

3.227.182

200.665

26.028

3.453.875

           

Uitgaven

3.225.010

3.227.182

200.665

26.028

3.453.875

waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

100%

           

Bijdragen aan medeoverheden

3.225.010

3.227.182

200.665

26.028

3.453.875

waarvan: bijdragen aan gemeenten

2.821.355

2.822.090

194.015

25.713

3.041.818

waarvan: bijdragen aan provincies

403.655

405.092

6.650

315

412.057

           

Ontvangsten

3.225.010

3.227.182

200.665

26.028

3.453.875

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdragen aan medeoverheden (+ € 226,7 mln.)

Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het btw-compensatiefonds (BCF). Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij BCF (+ € 226,7 mln.). Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.

Artikel 9 Douane

Tabel 13: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 9 Douane (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

416.151

416.151

– 2.433

– 6.216

407.502

           

Uitgaven (1) + (2)

416.151

416.151

– 2.433

– 13.216

400.502

           

(1) Programma-uitgaven

33.129

33.034

– 3.244

– 3.910

25.880

waarvan juridisch verplicht

57%

95%

           

Opdrachten

31.029

28.734

– 1.144

– 3.910

23.680

ICT opdrachten

3.322

3.322

– 844

– 800

1.678

Overige opdrachten

27.707

25.412

– 300

– 3.110

22.002

           

Bijdrage aan agentschappen

2.100

4.300

– 2.100

0

2.200

Bijdrage overige agentschappen

2.100

4.300

– 2.100

0

2.200

           

(2) Apparaatsuitgaven

383.022

383.117

811

– 9.306

374.622

           

Personele uitgaven

374.212

374.307

7.537

– 9.300

372.544

Eigen personeel

368.402

368.402

6.232

– 8.300

366.334

Inhuur externen

5.750

5.750

1.305

– 1.000

6.055

Overig personeel

60

155

0

0

155

           

Materiële uitgaven

8.810

8.810

– 6.726

– 6

2.078

ICT

7.581

7.581

– 7.011

– 91

479

Overig

1.229

1.229

285

85

1.599

           

Ontvangsten

605

605

0

0

605

           

Apparaatsontvangsten

605

605

0

0

605

Toelichting

Verplichtingen

Verplichtingen (– € 8,6 mln.)

Er is voor investeringen in de mainports voor € 7 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. Daarnaast zijn er minder verplichtingen aangegaan voor personele uitgaven als gevolg van onderbezetting en minder inhuur van externen (– € 15,6 mln.).

Uitgaven

ICT (– € 7,1 mln.)

Er zijn twee ICT-overboekingen van artikel 9 Douane naar artikel 1 Belastingen. De eerste overboeking is een correctie van circa – € 5,5 mln. voor een mutatie die eerst geboekt stond op artikel 9 Douane (programma Douane Wetboek Unie). De tweede mutatie betreft een bijdrage aan het ICT-lifestyle management dat centraal gefinancierd wordt door de ICT-organisatie van de Belastingdienst (circa – € 1,5 mln.).

4

Kamerstuk 2018/2019, 31 066, nr. 486.

5

Kamerstukken II 2015–2016, 28 165, nr. 252.

6

Kamerstukken II 2019–2020, 28 165, nr. 305.

7

Kamerstukken II 2018–2019, 31 789, nr. 96.

Licence