Base description which applies to whole site

2.2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In de onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (mutaties groter of gelijk aan € 25 mln.) weergegeven.

Tabel 4: Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikel

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

37.186.983

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

36.908.075

Belangrijkste suppletoire mutaties

   

1) Aflossing vaste schuld

11

151.000

2) Mutatie vlottende schuld

11

2.290.000

3) Verstrekte leningen

12

100.000

Overige mutaties

 

– 30.234

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

39.418.841

Toelichting

  • 1. Aflossing vaste schuld: de aflossingen zijn toegenomen doordat de leningen met een vervaldatum in 2020 vervroegd zijn afgelost in 2019.

  • 2. Mutatie vlottende schuld: als gevolg van het oplopende begrotingsoverschot zal de omvang van de vlottende schuld in 2019 naar verwachting niet oplopen maar kleiner worden. Daarom is de mutatie op de vlottende schuld niet langer geraamd als een ontvangst (instroom van middelen als gevolg van extra lenen), maar als een uitgave.

  • 3. Verstrekte leningen: de verstrekte leningen zijn toegenomen door gewijzigde inzichten in het leenbedrag van agentschappen en RWT’s.

In de onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties weergegeven.

Tabel 5: Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikel

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

33.671.966

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

37.318.156

Belangrijkste suppletoire mutaties

   

1) Rentebaten vlottende schuld

11

– 25.000

2) Mutatie vlottende schuld

11

– 3.456.000

3) Mutaties in rekening-courant en deposito’s

12

44.000

Overige mutaties

 

44.946

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

33.926.102

Toelichting

  • 1. Rentebaten vlottende schuld: de rentebaten op de vlottende schuld zijn gedaald als gevolg van wijzigingen in de omgang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De raming van de rentebaten op de vlottende schuld is € 10 mln. hoger uitgevallen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. Daarnaast vallen de rentebaten € 35 mln. lager uit als gevolg van een juridisch geschil over de betaling van negatieve rentebedragen waarover de Kamer reeds is geïnformeerd3. De staat is daarbij in het ongelijk gesteld met als gevolg dat eerder geraamde rentebaten niet meer ontvangen zullen worden.

  • 2. Mutatie vlottende schuld: als gevolg van het oplopende begrotingsoverschot zal de omvang van de vlottende schuld in 2019 naar verwachting niet oplopen maar kleiner worden. De post «mutatie vlottende schuld» wordt door deze mutatie aan de ontvangstenkant op nul gezet. De post wordt nu aan de uitgavenkant geraamd.

  • 3. Mutaties in rekening-courant en deposito: de mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren

3

Kamerstukken II 2018–2019, 35 300-IX, nr. 7.

Licence