Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire verplichtingenmutaties weergegeven.

Tabel 1: Belangrijkste suppletoire verplichtingenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Verplichtingen 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

19.766.938

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

21.150.133

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   

1) Verplichtingen Belastingdienst

1

400.074

2) Verplichtingen Financieringsactiviteiten publiek-private sector

3

496.798

3) Verplichtingen Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

5

– 5.998.348

Overige mutaties

 

89.364

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

16.138.021

Toelichting

  • 1. Verplichtingen Belastingdienst: Per saldo wordt het verplichtingenbudget op artikel 1 Belastingen met ca. € 400 mln. opgehoogd. De voornaamste oorzaak van de mutatie is een ophoging van de verplichtingen met ca. € 240 mln. behorend bij hogere kasuitgaven in 2019. Een andere belangrijke oorzaak is dat er afgelopen maanden verbeteracties zijn uitgevoerd naar aanleiding van de onvolkomenheid verplichtingenbeheer Belastingdienst om het verplichtingenbeheer structureel op orde te brengen. Dit heeft geleid tot een eenmalige correctie in de verplichtingen met ca. € 140 mln. in 2019.

  • 2. Verplichtingen Financieringsactiviteiten publiek-private sector: Dit betreft de verplichtingen van de hogere kasuitgaven voor TenneT, Invest-NL en staatsdeelnemingen. Bij de eerste suppletoire begroting is reeds een verplichting van € 94 mln. opgenomen voor de schikking van de Alawwal Bank. Hierdoor stijgen de verplichtingen (+ € 474,8 mln.) minder hard dan de uitgaven (+ € 568,8 mln.).

  • 3. Verplichtingen Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen: Voor de ekv-faciliteit kan jaarlijks voor € 10 mld. aan nieuwe verplichtingen worden aangegaan. Gegeven de huidige realisatie van het aantal afgesloten exportkredietverzekeringen is ca. € 4 mld. de meest realistische inschatting. Dit leidt tot een negatieve verplichtingenmutatie van ca. € 6 mld.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties weergegeven.

Tabel 2: Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 20191

 

8.278.624

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

8.652.905

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   

1) Inhuur externen

1, 8, 9

48.516

2) Belasting- en invorderingsrente

1

90.000

3) Loon- en prijsbijstelling

1

72.301

4) Kapitaalinjectie Invest-NL

3

50.000

5) Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

3

136.000

6) Kapitaaluitbreiding TenneT

3

410.000

7) Bijstelling btw-compensatiefonds

6

226.693

8) Distributie loon- en prijsbijstelling

10

– 103.748

Overige mutaties

 

3.744

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

9.586.411

1

Inclusief incidentele suppletoire begroting (ISB) 2019. Kamerstukken II 2018–2019, 35 148, nr. 2

Toelichting

  • 1. Inhuur externen: de uitgaven voor externe inhuur zijn Financiënbreed hoger dan voorzien. Dit wordt veroorzaakt door een onderbezetting op eigen personeel, waardoor meer externe inhuurkrachten zijn ingezet, voornamelijk op het gebied van beheer en onderhoud van ICT. De hogere uitgaven worden ook verklaard door meer externe inhuur bij de Belastingtelefoon om het toenemende aantal gesprekken op te vangen.

  • 2. Belasting- en invorderingsrente: de uitgaven voor belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 90 mln. hoger. Dit is met name het gevolg van hogere belastingteruggaven en -verminderingen waarover rente moet worden vergoed en vanwege gewijzigde verdeelsleutels met sociale fondsen, die ertoe leiden dat een groter deel van de rente-uitgaven wordt verantwoord op begroting IX.

  • 3. Loon en prijsbijstelling: Het grootste gedeelte van de toegekende loon- en prijsbijstelling is van artikel 10 (Nog onverdeeld) uitgedeeld aan artikel 1 Belastingen.

  • 4. Kapitaalinjectie Invest-NL: naar verwachting zal Invest-NL N.V. eind 2019 worden opgericht. Verspreid over enkele jaren ontvangt Invest-NL N.V. een kapitaalinjectie ter waarde van € 1,7 mld. Hiervan wordt € 50 mln. in 2019 overgeheveld.

  • 5. Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen: de post «uitvoeringskosten staatsdeelnemingen» stijgt met € 136 mln. Dit komt met name doordat de schikkingsovereenkomst1 als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank naar verwachting in 2019 zal worden afgewikkeld.

  • 6. Kapitaalinjectie TenneT: dit betreft een kapitaalinjectie van € 410 mln. aan het Nederlandse deel van TenneT. Deze kapitaalstorting is een verplichting geworden voor de Nederlandse staat nadat gebleken is dat TenneT aanvullende middelen nodig heeft voor behoud van de kredietwaardigheid2. In de Kamerbrief Toekomstvisie TenneT is toegezegd dat het parlement bij de tweede suppletoire begroting 2019 nader geïnformeerd wordt over de wijze van verwerking van deze betaling. Het overleg met Eurostat is bij het opstellen van deze tweede suppletoire begroting nog gaande. De betaling van de 410 mln. vindt dan ook, conform de eerdere tranches, plaats als een uitgave die niet relevant is voor het uitgavenplafond.

  • 7. Bijstelling btw-compensatiefonds: Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het btw-compensatiefonds (BCF). Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij BCF (+ € 226,7 mln.). Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.

  • 8. Distributie loon- en prijsbijstelling: de loon- en prijsbijstelling wordt verdeeld binnen de begroting.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties weergegeven.

Tabel 3: Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

158.920.430

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

159.410.554

Belangrijkste suppletoire mutaties:

 

1) Belastingontvangsten

1

1.678.035

2) Belasting- en invorderingsrente

1

133.890

3) Doorbelasten kosten vervolging

1

28.954

4) Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

3

566.000

5) Ontvangsten btw-compensatiefonds

6

226.693

Overige mutaties

 

– 25.134

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

162.018.992

Toelichting

  • 1. Belastingontvangsten: in de Najaarsnota 2019 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht.

  • 2. Belasting- en invorderingsrente: dit is met name het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald en de gewijzigde verdeelsleutels met de sociale fondsen die ertoe leiden dat een groter deel van de renteontvangsten wordt verantwoord op de begroting IX.

  • 3. Doorbelasten kosten vervolging: de aan burgers en bedrijven doorbelaste kosten van vervolging, die voortkomen uit het niet betalen van belasting, vallen hoger uit. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal invorderingsmaatregelen (zoals aanmaningen) bij de Belastingdienst.

  • 4. Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen: de omvang van de niet-belastingontvangsten die gemoeid zijn met de verkoop van de aandelen die de Staat heeft in Saudi British Bank (SABB) wordt ingeschat op ca. € 546 mln. De overige € 20 mln. betreft een verhoging van de dividendenraming.

  • 5. Ontvangsten btw-compensatiefonds: Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het btw-compensatiefonds. Zie hiervoor toelichting bij tabel 2 belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019.

1

Kamerstukken II 2018–2019, 31 789, nr. 96.

2

Kamerstukken II 2018–2019, 28 165, nr. 305.

Licence