Base description which applies to whole site

2.3 De beleidsartikelen

Artikel 1 Inzet

Artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

171.739

219.820

– 600

– 6.995

212.225

           

Uitgaven

199.488

247.569

– 600

– 6.995

239.974

Waarvan juridisch verplicht

13%

40%

   

66%

           

Opdracht Inzet

199.488

247.569

– 600

– 6.995

239.974

– Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS)

188.482

236.563

– 600

– 3.004

232.959

– Financiering nationale inzet krijgsmacht

3.206

3.206

 

46

3.252

– Overige inzet

7.800

7.800

 

– 4.037

3.763

           

Programma ontvangsten

6.707

6.707

 

850

7.557

– Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS)

1.407

1.407

 

5.000

6.407

– Overige inzet

5.300

5.300

 

– 4.150

1.150

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 2,0 miljoen of meer toegelicht.

Uitgaven

Het budget voor Crisisbeheersingsoperaties neemt per saldo af met € 3,6 miljoen. Dit komt voornamelijk door een stijging van het budget met € 5,0 miljoen als gevolg van de doorwerking van meer ontvangsten van de Verenigde Naties (VN) en een daling van € 7,9 miljoen als gevolg van een overheveling naar artikel 11 in verband met de aan missies gerelateerde geheime uitgaven.

Het budget voor Overige inzet neemt per saldo af met € 4,0 miljoen, voornamelijk als gevolg van de doorwerking van minder ontvangsten voor de Vessel Protection Detachments (VPD) inzet.

Verder is de verwachting dat de vrije ruimte binnen het budget voor Crisisbeheersingsoperaties (het Budget Internationale Veiligheid: BIV) dit jaar uitkomt op ongeveer € 60 miljoen. Dit zal bij de Slotwet worden verwerkt ten behoeve van de besluitvorming in het voorjaar over de eindejaarsmarge binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Indien het kabinet daartoe besluit, zal dit bedrag weer beschikbaar zijn voor (de verlenging of intensivering van) inzet van de Nederlandse krijgsmacht.

Ontvangsten

Het budget ontvangsten Crisisbeheersingsoperaties is per saldo met € 5,0 miljoen toegenomen als gevolg van meer ontvangsten van de VN voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA.

Het budget ontvangsten overige inzet is met € 4,2 miljoen afgenomen, voornamelijk omdat er minder inzet van VPD’s is geweest.

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

842.097

855.588

47.549

72.228

975.365

           

Uitgaven

842.097

855.588

63.849

29.628

949.065

Waarvan juridisch verplicht

75%

98%

   

103%

           

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK

173.191

181.813

16.676

25.121

223.610

– gereedstelling

30.644

32.983

– 95

– 882

32.006

– instandhouding

142.547

148.830

16.771

26.003

191.604

           

Personele uitgaven

630.314

644.784

47.189

1.505

693.478

– waarvan eigen personeel

596.426

600.872

47.089

– 3.569

644.392

– waarvan externe inhuur

1.841

8.930

100

1.151

10.181

– waarvan overige personele exploitatie

32.047

34.982

 

3.923

38.905

Materiële uitgaven

38.592

28.991

– 16

3.002

31.977

– waarvan IT

1.264

1.276

 

– 77

1.199

– waarvan huisvesting en infra

5.232

6.126

 

1.036

7.162

– waarvan overige materiële exploitatie

32.096

21.589

– 16

2.043

23.616

           

Apparaatsontvangsten

20.429

20.429

19.000

14.695

54.124

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

CZSK zal naar verwachting voor bijna € 120 miljoen meer verplichtingen aangaan dan voorzien. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn het bijstellen van verplichtingen ten gevolge van de verwachting dat dit jaar nog het contract met de Rijksrederij voor het jaar 2020 wordt aangegaan en dat er dit jaar nog een verplichting wordt aangegaan voor de centrale walbewaking.

Uitgaven

Het budget voor instandhouding neemt toe met € 42,8 miljoen, omdat er sprake is van hogere instandhoudingsuitgaven. De aanvullende middelen komen uit terug ontvangen btw (zie bij Ontvangsten), een incidentele herschikking tussen investeringen en exploitatie en een incidentele meerontvangst vanuit de beëindiging van een internationaal samenwerkingsverband op het gebied van instandhouding van M-fregatten.

Het budget voor salarissen eigen personeel neemt per saldo toe met € 43,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het binnen de begroting verwerken van de uitkomsten van het afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord

Ontvangsten

De ontvangsten van CZSK nemen per saldo toe met € 33,7 miljoen. Er is in 2019 btw teruggevraagd voor leveringen aan oorlogsschepen, waarvoor 0% geldt, waar eerder wel btw over is betaald (€ 19,0 miljoen). Daarnaast zijn incidentele middelen ontvangen (€ 14,7 miljoen) en ten gunste van de begroting geboekt vanuit een beëindigd internationaal samenwerkingsverband voor onderhoud aan M-fregatten.

Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten

Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde

begroting

2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.427.287

1.378.299

74.856

78.715

1.531.870

           

Uitgaven

1.427.287

1.378.299

74.856

16.223

1.469.378

Waarvan juridisch verplicht

82%

103%

   

105%

           

Opdracht gereedstelling en instandhouding CLAS

227.387

224.201

– 3.000

5.062

226.263

– gereedstelling

77.294

70.453

– 3.000

– 3.946

63.507

– instandhouding

150.093

153.748

 

9.008

162.756

           

Personele uitgaven

1.130.223

1.098.292

61.887

– 12.936

1.147.243

– waarvan eigen personeel

1.077.771

1.035.000

60.314

– 25.187

1.070.127

– waarvan externe inhuur

2.204

13.909

1.573

– 883

14.599

– waarvan overige personele exploitatie

50.248

49.383

 

13.134

62.517

Materiële uitgaven

69.677

55.806

15.969

24.097

95.872

– waarvan overige materiële exploitatie

69.677

55.806

15.969

24.097

95.872

           

Apparaatsontvangsten

6.432

6.432

   

6.432

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

CLAS zal naar verwachting voor ruim € 153 miljoen meer verplichtingen aangaan dan voorzien. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij het bijstellen van de verplichtingen ten behoeve van het eerder dan verwacht aangaan van meerjarige verplichtingen voor instandhouding van materieel (onderhoud en reserveonderdelen), voor het infanterie gevechtsvoertuig, klein kaliber wapens en wielvoertuigen.

Uitgaven

Het budget voor salarissen eigen personeel neemt per saldo toe met € 35,1 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord (€ 59,1 miljoen). Daarnaast is budget vanwege de lage vullingsgraad toegevoegd aan instandhouding en materiële uitgaven (– € 23,2 miljoen).

Het budget voor overige personele exploitatie neemt toe met € 13,1 miljoen, voornamelijk als gevolg van een herschikking binnen het artikel vanuit salarissen. Deze middelen worden aangewend om meer opleidingen te faciliteren in het kader van behoudmaatregelen.

Met een incidentele herschikking tussen exploitatie en investeringen is het budget verhoogd. Dit komt voort uit hogere instandhoudingsuitgaven en hogere verstrekkingen van artikelen aan andere Defensieonderdelen uit assortimenten die de Koninklijke Landmacht Defensiebreed verzorgt.

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

799.984

811.638

32.333

496.060

1.340.031

           

Uitgaven

799.984

811.638

32.333

15.060

859.031

Waarvan juridisch verplicht

72%

98%

   

106%

           

Opdracht Gereedstelling en instandhouding CLSK

258.651

258.450

 

3.728

262.178

– gereedstelling

18.884

18.884

973

 

19.857

– instandhouding

239.767

239.566

– 973

3.728

242.321

           

Personele uitgaven

470.447

483.189

32.347

16.291

531.827

– waarvan eigen personeel

435.022

442.462

29.550

– 90

471.922

– waarvan externe inhuur

5.876

2.797

 

8.673

– waarvan overige personele exploitatie

35.425

34.851

 

16.381

51.232

Materiële uitgaven

70.886

69.999

– 14

– 4.959

65.026

– waarvan overige materiële exploitatie

70.886

69.999

– 14

– 4.959

65.026

           

Apparaatsontvangsten

12.043

12.043

   

12.043

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

CLSK zal naar verwachting voor bijna € 529 miljoen meer verplichtingen aangaan dan voorzien. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Een onderdeel hiervan is het bijstellen van verplichtingen vanwege de verwachting dat dit jaar nog het meerjarige onderhoudscontract voor de Patriot wordt aangegaan. Verder zijn de verplichtingen bijgesteld voor de service en onderhoudscontracten van de AH-64 Apache en het motoronderhoudscontract voor de Cougar en diverse kleinere onderhoudscontracten voor de luchtwapensystemen.

Uitgaven

Het budget voor salarissen eigen personeel neemt per saldo toe met € 29,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord (€ 31,1 miljoen).

Het budget voor overige personele exploitatie neemt toe met € 16,4 miljoen, voornamelijk als gevolg van de overschrijding van persoonsgebonden budgetten, onder andere als gevolg van dienstreizen voor opleiding en training voor wapensystemen in het buitenland (€ 10,0 miljoen). Dit wordt gefinancierd met een incidentele herschikking tussen exploitatie en investeringen. Daarnaast betreft dit een technische herschikking binnen het artikel omdat helikoptervliegeropleidingen in 2019 niet langer belast worden binnen de overige materiele exploitatie (€ 4,0 miljoen), maar binnen de personele exploitatie.

Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee

Artikel 5 Taakuitvoering Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

405.344

421.831

35.064

9.871

466.766

           

Uitgaven

405.344

421.831

35.064

2.871

459.766

Waarvan juridisch verplicht

93%

97%

   

101%

           

Opdracht Inzet KMar

6.628

7.028

 

96

7.124

– gereedstelling

6.628

7.028

 

96

7.124

           

Personele uitgaven

385.090

401.810

32.225

4.625

438.660

– waarvan eigen personeel

366.457

379.558

32.225

– 6.412

405.371

– waarvan externe inhuur

863

4.146

 

10.200

14.346

– waarvan overige personele exploitatie

17.770

18.106

 

837

18.943

Materiële uitgaven

13.626

12.993

2.839

– 1.850

13.982

– waarvan overige materiële exploitatie

13.626

12.993

2.839

– 1.850

13.982

           

Apparaatsontvangsten

4.587

4.587

 

7.629

12.216

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

De KMar zal naar verwachting voor bijna € 45 miljoen meer verplichtingen aangaan dan voorzien. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij het bijstellen van verplichtingen ten behoeve van contracten voor het inhuren van IT specialisten en overige inhuur voor volgend jaar.

Uitgaven

Het budget voor salarissen eigen personeel stijgt met € 36,9 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord (€ 32,2 miljoen). Ook stijgen de uitgaven vanwege de doorwerking van extra ontvangsten inzake de bewaking van De Nederlandsche Bank (€ 2,0 miljoen), politietrainingen voor missies vanuit het Ministerie van Justitie & Veiligheid (€ 1,1 miljoen) en het ten gunste brengen van de ontvangsten uit het derde contract observatiecapaciteit Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) – AIVD aan de formatie. De kosten van € 2,7 miljoen zijn naar aanleiding van dit contract in 2017 en 2018 onterecht op het budget eigen personeel terecht gekomen. Daarnaast is het budget voor externe inhuur voor onder andere diensten van de Dienst Justitiële Inrichting (DJI), Defensie Bewaking- en Beveiliging Organisatie (DBBO), adaptief aan de grens (AADG) en ondersteuning van bedrijfsvoering met € 10,1 miljoen verhoogd vanuit de ondervulling eigen personeel.

Ontvangsten

Het budget voor ontvangsten stijgt per saldo met € 7,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door ontvangsten als gevolg van de bewaking van De Nederlandsche Bank (€ 3,8 miljoen), politietrainingen voor inzet in missies van het Ministerie van Justitie & Veiligheid (€ 1,1 miljoen) en het verrekenen van het derde contract observatiecapaciteit BSB-AIVD over 2017 en 2018 (€ 2,7 miljoen) zoals aangegeven bij de personele uitgaven.

Artikel 6 Investeringen krijgsmacht

Artikel 6 Investeringen krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

5.115.563

5.134.836

813.272

– 462.165

5.485.943

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

4.447.178

4.461.181

811.863

– 510.881

4.762.163

Opdracht Voorzien in infrastructuur

226.249

226.209

8.706

8.733

243.648

Opdracht Voorzien in ICT

332.230

337.540

– 7.080

43.280

373.740

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

75.236

75.236

2.683

1.093

79.012

Bijdrage aan de NAVO

31.770

31.770

 

– 4.390

27.380

Reserve valutaschommelingen

2.900

2.900

– 2.900

   
           

Uitgaven

2.839.964

2.859.237

– 235.108

56.507

2.680.636

Waarvan juridisch verplicht

65%

96%

120%

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

2.133.671

2.147.674

– 136.517

– 54.602

1.956.555

Opdracht Voorzien in infrastructuur

264.157

264.117

8.706

16.848

289.671

Opdracht Voorzien in IT

332.230

337.540

– 107.080

97.558

328.018

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

75.236

75.236

2.683

1.093

79.012

Bijdrage aan de NAVO

31.770

31.770

 

– 4.390

27.380

Reserve valutaschommelingen

2.900

2.900

– 2.900

   

Programma ontvangsten

123.056

124.556

 

2.450

127.006

– Verkoopopbrengsten groot materieel (strategisch)

73.886

73.886

 

12.700

86.586

– Overige ontvangsten materieel

33.700

35.200

 

– 12.700

22.500

– Verkoopopbrengsten infrastructuur (strategisch)

10.050

10.050

   

10.050

– Overige ontvangsten infrastructuur

2.120

2.120

 

2.450

4.570

– Overige ontvangsten IT, WOO en NAVO

3.300

3.300

   

3.300

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen zijn per saldo in totaal met ruim € 351 miljoen omhoog bijgesteld. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan, maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Ten tijde van de Miljoenennota zijn de verplichtingen met meer dan € 800 miljoen verhoogd omdat verwacht werd dat in het najaar van 2019 een aantal verplichtingen (waarbij de F-35 de grootste is) zouden worden aangegaan. Bij de 2e suppletoire begroting is dit weer aangepast op basis van de meest actuele inzichten. De grootste bijstellingen zijn doorgevoerd op de projecten Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) en de Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW). De verplichtingen voor deze projecten zullen naar verwachting dit jaar niet meer worden aangegaan, deze verplichtingen schuiven door naar 2020.

Uitgaven

Het uitgavenbudget voor voorzien in nieuw materieel is per saldo met € 191,1 miljoen verlaagd. Het budget is afgenomen door een kasschuif bij Miljoenennota van € 200 miljoen naar latere jaren en door een incidentele herschikking van investeringen naar exploitatie. De uitgaven voor kleinere investeringsprojecten zijn vertraagd door personele ondervulling in de logistieke keten. Er liggen concrete investeringsprojecten aan ten grondslag en dit zal in de nabije jaren tot uitgaven leiden. In 2019 is besloten om een overheveling te doen vanuit het investeringsbudget aan de instandhoudingsuitgaven. In de komende jaren zullen deze gelden weer worden toegevoegd aan het investeringsbudget. Ook is voor € 4,3 miljoen overgeheveld naar de exploitatie om te compenseren voor toegenomen exploitatie uitgaven door de invoering van nieuwe wapensystemen (de zogenaamde «delta exploitatie»), voornamelijk naar artikel 7 voor het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Daar tegenover staat een toename van het budget met € 5 miljoen voor de MIVD ter ondersteuning van de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017. Met deze middelen worden binnen de MIVD concrete stappen gezet op het gebied van intern beleid, werkprocessen en de inrichting van technische systemen om in de praktijk te waarborgen dat aan de eisen uit de Wiv 2017 wordt voldaan. Ook is het budget voorzien in nieuw materiaal verhoogd doordat de volledige valutareserve van € 46,4 miljoen is ingezet als gevolg van de ontwikkeling van de dollarkoers. De valutareserve is nu uitgeput. Daarnaast is het budget voorzien in nieuw materieel verhoogd doordat de prijsbijstelling (€ 42,8 miljoen) is uitgekeerd en de eindejaarsmarge uit 2018 (€ 24 miljoen) is doorverdeeld.

Het uitgavenbudget voor Voorzien in infrastructuur is gestegen met € 25,6 miljoen als gevolg van doorverdeling van de eindejaarsmarge uit 2018 (€ 6 miljoen), het uitkeren van de prijsbijstelling (€ 5,7 miljoen), interdepartementale overhevelingen van de ministeries van EZK en VenJ voor respectievelijk het schietterrein in Petten, in voorbereiding op extra grensbewaking als gevolg van Brexit door de KMar (€ 5,4 miljoen) en een aantal kleinere mutaties (opgeteld € 8,5 miljoen).

Het uitgavenbudget voor voorzien in IT is gedaald met € 9,5 miljoen als gevolg van de kasschuif van € 100 miljoen naar latere jaren en het overboeken van delta exploitatiereeksen (€ 9,7 miljoen) naar de andere begrotingsartikelen. Daar staan de toevoeging op de Defensiebegroting van € 75,5 miljoen om de betrouwbaarheid en continuïteit van de digitale veiligheid te waarborgen, de toegekende prijsbijstelling (€ 6,8 miljoen) en de aanvullende bijdrage van de bij de Kustwacht Nederland betrokken ministeries voor het Maritiem Operatiecentrum Kustwacht (MOC KW) van € 13,8 miljoen tegenover.

Ontvangsten

Binnen de ontvangsten is een herschikking doorgevoerd van € 12,7 miljoen van overige ontvangsten materieel naar verkoopopbrengsten. Het betreft ontvangsten als gevolg van de verkoop van dienstauto’s die ten onrechte niet als verkoopopbrengsten waren aangemerkt.

Artikel 7 Ondersteuning Krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie

Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

932.220

929.905

41.523

260.272

1.231.700

           

Uitgaven

932.220

929.905

55.523

63.564

1.048.992

Waarvan juridisch verplicht

52%

108%

   

110%

           

Opdracht Logistieke ondersteuning

386.696

314.466

15.112

27.601

357.179

– gereedstelling

282.103

218.587

15.113

28.784

262.484

– instandhouding

104.593

95.879

– 1

– 1.183

94.695

           

Personele uitgaven

357.098

399.789

19.051

– 16.295

402.545

– waarvan eigen personeel

312.707

318.327

14.864

760

333.951

– waarvan externe inhuur

31.384

65.684

1.000

– 13.868

52.816

– waarvan overige personele exploitatie

13.007

15.778

3.187

– 3.187

15.778

Materiële uitgaven

188.426

215.650

21.360

52.258

289.268

– waarvan IT

132.554

160.517

20.590

45.248

226.355

– waarvan overige materiële exploitatie

55.872

55.133

770

7.010

62.913

           

Apparaatsontvangsten

32.406

43.970

14.000

21.000

78.970

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 5,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

DMO zal naar verwachting voor ruim € 301 miljoen meer verplichtingen aangaan dan voorzien. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan, maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij munitie, brandstof, onderhoudscontract F-16, waarbij in 2019 bestellingen zijn geplaatst die leiden tot leveringen vanaf 2020.

Uitgaven

Het budget voor gereedstelling is met € 43,9 miljoen verhoogd omdat er dit jaar meer munitie zal worden aangeschaft dan voorzien. Door aangescherpte veiligheidseisen is het niet langer mogelijk om de levensduur van een deel van de oude voorraad te verlengen. Het initiële budget was ook niet voldoende om te voorzien in de behoefte voor oefeningen en trainingen. Daarnaast is de brandstofprijs gestegen ten opzichte van de verwachting eerder dit jaar, wat leidt tot hogere uitgaven aan brandstof.

Het budget voor salarissen eigen personeel is met € 15,6 miljoen gestegen als gevolg van het arbeidsvoorwaardenakkoord. DMO geeft dit jaar minder dan voorzien uit aan inhuur van IT-personeel. Het overschot (€ 12,9 miljoen) wordt ingezet ter dekking van de hogere IT-uitgaven.

De materiele uitgaven zijn € 73,6 miljoen hoger dan voorzien. Deze uitgaven zijn voornamelijk toegenomen als gevolg van € 65,8 miljoen hogere uitgaven aan IT. Voor € 21 miljoen betreft dit uitgaven die gedaan zijn in het kader van het gebruik van het NAFIN-netwerk door andere departementen, waar ontvangsten tegenover staan. Voor € 6,7 miljoen betreft dit hogere exploitatie uitgaven die gepaard gaan met IT-investeringsprojecten, zoals het maritiem operatiecentrum van de Kustwacht Nederland, internet op de legering en de invoering van ERP M&F. DMO heeft hiervoor dekking ontvangen uit artikel 6 (Investeringen), de zogenaamde «delta exploitatie-reeksen». De resterende stijging komt door een combinatie van factoren. DMO heeft meer IT-middelen en -diensten geleverd aan de Defensieonderdelen dan eerder werd voorzien. Een voorbeeld hiervan is de verstrekking van meer iDevices en andere digitale hulpmiddelen (smartboards, VDI laptops). Daarnaast is sprake van een toename van de uitgaven voor softwarelicenties als gevolg van prijsstijgingen. Dit wordt gefinancierd door incidentele overhevelingen uit de investeringen en inhuur van IT-personeel.

De overige materiële exploitatie is met € 7,8 miljoen toegenomen als gevolg van voornamelijk de overheveling van € 4 miljoen delta exploitatie voor het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS).

Ontvangsten

DMO heeft € 35 miljoen hogere ontvangsten dan voorzien. € 21 miljoen is het gevolg van ontvangsten vanuit het gebruik van het NAFIN netwerk door andere departementen, wat een doorwerking kent op het uitgavenkader voor IT. Daarnaast is het eigen vermogen van het agentschap DTO (€ 14 miljoen) vrijgevallen als gevolg van het opheffen van het agentschap DTO.

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2019

Stand 1e suppletoire begroting 2019

Mutaties 2e suppletoire begroting 2019

Stand 2e suppletoire begroting 2019

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.279.776

1.330.959

45.862

79.179

1.456.000

           

Uitgaven

1.279.776

1.330.959

45.862

23.728

1.400.549

Waarvan juridisch verplicht

50%

88%

96%

           

Opdracht Dienstverlenende eenheden

         

– gereedstelling

         

– instandhouding

         
           

Personele uitgaven

705.328

731.664

36.135

9.730

777.529

– waarvan eigen personeel

564.034

584.111

28.944

– 33.693

579.362

– waarvan externe inhuur

2.678

6.765

 

23.860

30.625

– waarvan overige personele exploitatie

127.578

126.398

6.593

19.563

152.554

– waarvan overig; attachés

11.038

14.390

598

 

14.988

Materiële uitgaven

537.942

561.689

5.227

13.470

580.386

– waarvan bijdrage huisvesting en infrastructuur

336.671

363.968

13.367

23.520

400.855

– waarvan overige materiële exploitatie

194.353

190.403

– 8.142

– 10.050

172.211

– waarvan overige exploitatie; attachés

6.918

7.318

2

 

7.320

– Nationaal Fonds Ereschuld

36.506

37.606

4.500

528

42.634

           

Apparaatsontvangsten

80.988

80.988

   

80.988

Voor dit artikel worden mutaties met een grootte van € 10,0 miljoen of meer toegelicht.

Verplichtingen

DOSCO zal naar verwachting voor ruim € 125 miljoen meer verplichtingen aangaan dan voorzien. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij het bijstellen van de verplichtingen voor huisvesting en infrastructuur en voor materiële en personele exploitatie. Het betreffen onder meer verplichtingen voor het huren van vastgoed, het uitvoeren van onderhoud aan vastgoed, opleidingen, vervoer en personeel gerelateerde diensten.

Uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is per saldo met € 45,9 miljoen gestegen. Dit komt voornamelijk door de toevoeging van € 28,9 miljoen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2019–2020 voor salarissen eigen personeel, de herschikking van € 5,8 miljoen voor het project Behoud & Werving vanuit het budget hiervoor op de materiële uitgaven, de overheveling van € 2,7 miljoen voor de betaling van de Werkkostenregeling (WKR), de overheveling van € 1,8 miljoen van de KMar voor de inhuur van ongewapend bewakings- en beveiligingspersoneel via de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) om beveiligingstaken van de KMar over te nemen, zodat de KMar extra ingezet kan worden op Schiphol, de overdracht van € 2,0 miljoen van het CZSK aan het DienstenCentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) voor internationale verhuizingen van en naar het Caraïbisch gebied en de toevoeging van € 1,1 miljoen voor prijsbijstelling. Daarnaast is er € 2,9 miljoen vanuit DOSCO overgeheveld voor het onderbrengen van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) bij de Bestuursstaf.

Het budget voor materiele uitgaven is met € 18,7 miljoen gestegen. Dit komt hoofdzakelijk door de incidentele herschikking tussen exploitatie en investeringen van € 20,0 miljoen voor het eerder uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan het vastgoed dan voorzien was om het achterstallig onderhoud aan het vastgoed te verminderen. Daarnaast wordt dit onder andere veroorzaakt door de toevoeging van € 7,2 miljoen voor prijsbijstelling, de overheveling van € 6,1 miljoen naar de andere Defensieonderdelen voor het project Behoud & Werving, de herschikking van € 5,8 miljoen voor het project Behoud & Werving naar de personele uitgaven, de overheveling van € 5,0 miljoen naar de investeringen voor spoorweginfrastructuur voor dieplaadwagons, de overheveling van € 4,5 miljoen voor de instandhouding van infrastructuur en de herschikking van € 3,8 miljoen voor de inrichting van vastgoed.

Licence