Base description which applies to whole site

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Megaprojecten zijn door de Tweede Kamer aangewezen grote projecten (grootprojectstatus). De aanwijzing van grote projecten gebeurt op basis van artikel 2 van de Regeling Grote Projecten. De grootprojectstatus behelst dat de Regeling Grote Projecten van toepassing is, die voorschrijft dat de Minister zich ten minste halfjaarlijks tegenover de Tweede Kamer verantwoordt over de voortgang via een Voortgangsrapportage.

Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:

  • Betuweroute

  • Hogesnelheidslijn-Zuid

  • Project Mainportontwikkeling Rotterdam

  • ERTMS

  • Zuidasdok

  • Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 16 Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Verplichtingen

972.816

1.346.478

1.107.469

294.612

369.069

1.038.788

818.754

Uitgaven

112.472

377.045

692.068

717.742

934.550

878.000

771.735

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

17.02 Betuweroute

1.289

4.615

4.807

1.210

1.210

0

0

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

154

1.674

2.188

6.435

6.475

0

0

17.03.01 Realisatie HSL – Zuid

154

1.674

2.188

6.435

6.475

0

0

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

5.020

23.267

17.475

969

255

255

255

17.07 ERTMS

19.585

94.594

217.960

225.340

308.829

306.566

275.428

17.08 ZuidasDok

86.424

123.987

187.941

265.302

231.290

148.609

79.026

17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

0

128.908

261.697

218.486

386.491

422.570

417.026

17.09 Ontvangsten

35.935

154.538

72.020

89.215

106.636

28.458

20.434

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2019 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2019.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2032 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2032.

Bedragen x € 1.000
     

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Uitgaven

377.045

692.068

717.742

934.550

878.000

771.735

510.628

465.593

17.02

Betuweroute

 

4.615

4.807

1.210

1.210

0

0

0

0

17.03

Hogesnelheidslijn-Zuid

 

1.674

2.188

6.435

6.475

0

0

0

0

17.06

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

23.267

17.475

969

255

255

255

255

255

17.07

ERTMS

 

94.594

217.960

225.340

308.829

306.566

275.428

127.172

165.283

17.08

ZuidasDok

 

123.987

187.941

265.302

231.290

148.609

79.026

57.689

24.805

17.10

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

128.908

261.697

218.486

386.491

422.570

417.026

325.512

275.250

                     

17.09

Ontvangsten

Ontvangsten

154.538

72.020

89.215

106.636

28.458

20.434

76.293

7.521

(Vervolg) bedragen x € 1.000
     

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2018–2032

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Uitgaven

341.024

343.681

616.003

238.068

157.838

3.704

0

7.047.679

17.02

Betuweroute

 

0

0

0

0

0

0

0

11.842

17.03

Hogesnelheidslijn-Zuid

 

0

0

0

0

0

0

0

16.772

17.06

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

 

255

255

59.160

0

0

0

0

102.656

17.07

ERTMS

 

136.408

138.421

108.500

81.043

154.208

0

0

2.339.752

17.08

ZuidasDok

 

3.003

9.185

291.468

975

0

0

0

1.423.280

17.10

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

201.358

195.820

156.875

156.050

3.630

3.704

0

3.153.377

                     

17.09

Ontvangsten

Ontvangsten

0

0

80.387

0

0

0

0

635.502

17.02 Betuweroute

Motivering

De Betuweroute is een 160 kilometer lange, tweesporige spoorlijn tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar–Emmerich die exclusief bestemd is voor het goederenvervoer. De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen, te weten het nieuw aangelegde A15-tracé en de bestaande Havenspoorlijn. Het A15-tracé is per 16 juni 2007 officieel in gebruik genomen. Hier zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf. Op de Havenspoorlijn zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf sinds 13 december 2009. Hiermee is de Betuweroute als groot bouwproject klaar. De status van Groot Project is formeel beëindigd op 28 april 2011.

Producten

Sinds de beëindiging als groot bouwproject worden nog enige restpunten afgewikkeld (waaronder acties voortvloeiend uit de MER-evaluatie). Deze restpunten worden sinds 2010 afgehandeld in het Project Nazorg Betuweroute. De geschatte einddatum is 2019.

Projectoverzicht behorende bij 17.02 Betuweroute (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Betuweroute

4.904

4.904

4.892

5

5

1

1

     

2007

2007

Begroting (IF 17.02)

4.904

4.904

4.892

5

5

1

1

0

0

0

   
17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

Motivering

De HSL-Zuid corridor is een 125 kilometer lange, tweesporige hogesnelheidsspoorlijn tussen Amsterdam en de Belgische grens bij Breda die exclusief bestemd is voor het personenvervoer. De HSL-Zuid corridor kan ruwweg opgedeeld worden in enerzijds de nieuw aangelegde hogesnelheidsinfrastructuur tussen Hoofddorp en Rotterdam, tussen Barendrecht en de Belgische grens en de aftakking naar Breda en anderzijds het bestaande conventionele spoor tussen Amsterdam en Hoofddorp en tussen Rotterdam en Barendrecht. Op de HSL-Zuid zijn op de delen met hogesnelheidsinfrastructuur ERTMS en 25kV in bedrijf. Het traject tussen Amsterdam en Rotterdam is per 7 september 2009 officieel in gebruik genomen, het traject tussen Rotterdam en Antwerpen per 13 december 2009 en de aftakkingen naar Breda per 3 april 2011 en 9 april 2018. Naar aanleiding van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fyra (Kamerstukken II 2015–2016, 33 678, nr. 16) zet het kabinet in op een betere benutting van de HSL-Zuid met kortere reistijd voor de reizigers en een betrouwbare dienstverlening. In 2018 is met de introductie van de IC Amsterdam–Brussel en de Eurostar over de HSL, het alternatieve aanbod zoals overeengekomen na de Fyra gerealiseerd.

In de Voortgangsrapportage HSL-Zuid wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de restpunten van de aanleg van de gehele HSL-Zuid vervoersysteem. De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer heeft op 13 februari 2017 besloten de grootprojectstatus voor het HSL-Zuid project te handhaven, maar de informatieafspraken te wijzigen door voortaan één voortgangsrapportage per jaar te willen ontvangen in plaats van twee en bij iedere voortgangsrapportage een controle van de Auditdienst Rijk te willen ontvangen die zich beperkt tot de restpunten. In het najaar van 2017 is de 40e Voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2017–2018, 22 026, nr. 498) aan de Tweede Kamer verstuurd.

Producten

De bouwwerkzaamheden aan het tracé zijn gereed. Er resteren nog enkele restpunten, te weten beton- en zettingsproblematiek, afhandeling grondverwerving en schades en uit te voeren evaluaties. De geschatte einddatum is 2021. De uit te voeren geluidsmaatregelen (€ 70 miljoen) en verbetermaatregelen infrastructuur (€ 60 miljoen) worden als afzonderlijke MIRT-projecten verantwoord op artikel 13.03.

Projectoverzicht behorende bij 17.03 HSL-Zuid (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

HSL-Zuid (IF 17.03.01)

6.154

6.154

6.137

2

2

6

6

     

2009

2009

HSL-Zuid hoofdwegen (IF 17.03.03)

1.012

1.012

1.012

                 

HSL-Zuid spoorwegen (IF 17.03.02)

115

115

115

                 

Begroting (IF 17.03)

7.281

7.281

7.264

2

2

6

6

0

0

0

   
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Motivering

Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft een tweeledige doelstelling:

  • het versterken van de positie van de mainport Rotterdam, en

  • het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond.

In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn «Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)» (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.

IenW beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn belegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarmee RWS is belast met de uitvoering. LNV is het aan te spreken ministerie voor de 750 hectare, IenW voor de landaanwinning en BZK voor BRG.

IenW is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten (Kamerstukken II 2006–2007, 30 351, nr. 3) aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de Minister van IenW verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De projectbeheersing is zodanig ingericht dat zij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt. De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer heeft op voorstel van de Minister (Kamerstukken II 2015–2016, 24 691, nr. 125), vanwege de fase waarin PMR zich bevindt, ingestemd met een eenvoudiger governance structuur en ermee ingestemd dat de voortgangsrapportage voortaan bestaat uit toezending van de jaarlijkse monitorinformatie van de Tafel van Borging (de zogenoemde Integrale rapportage Visie en Vertrouwen). De laatste reguliere Voortgangsrapportage betreft de veertiende Voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2015–2016, 24 691, nr. 123/124).

Producten

In 2006 heeft het parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming) is uitgebracht (Staatscourant nr. 247, 2006). De eerste fase van het deelproject landaanwinning is gereed, de natuurcompensatie is aangelegd en wordt gemonitord en van het BRG-programma is meer dan de helft van de projecten uitgevoerd. Het deelproject 750 hectare zijn onderdelen gereed en in uitvoering of voorbereiding van uitvoering.

De volgende producten worden onderscheiden:

  • Uitvoeringsorganisatie: betreft de kosten die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing;

  • 750 hectare Natuur- en recreatiegebied: betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van IenW is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds;

  • Groene Verbinding: betreft de kosten voor een verbinding tussen Midden-IJsselmonde en het stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een gemaximeerde IenW-bijdrage;

  • BRG: dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren;

  • Natuurcompensatie: betreft de instelling van een Bodembeschermingsgebied, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en het Monitorings- en Evaluatieprogramma. Voorts zijn uit dit budget de Stimuleringsregelingen recreatie en toerisme en visserij en wordt de planschade/ nadeelcompensatie gefinancierd;

  • Landaanwinning: betreft de vaste bijdrage van de rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour;

  • Btw Buitencontour: betreft de niet-compensabele btw over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage;

  • Onvoorzien: dient onder voorwaarden ter bekostiging van onvoorziene uitgaven aan PMR. Als gevolg van de verbreding van het Breeddiep is een aanvulling op de uitwerkingsovereenkomst met het Havenbedrijf Rotterdam afgesloten. Dit was reeds als scopewijziging aangekondigd in de 13e Voortgangsrapportage PMR (Kamerstukken II 2014–2015, 24 691, nr. 121 en Kamerstukken II 2014–2015, 24 691, nr. 122). De dekking van de bijdrage van IenW wordt gevonden in de Post Onvoorzien.

  • Voor de verdieping van de Nieuwe Waterweg als concurrentieversterkende maatregel voor de mainport Rotterdam heeft IenW € 35 miljoen beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2015–2016, 34 003, nr. 25). De dekking van de bijdrage van IenW is gevonden in de post onvoorzien. Met het Havenbedrijf Rotterdam is een addendum op de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Landaanwinning PMR overeengekomen.

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Meetbare gegevens

  • 2009 Procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie afgerond;

  • 2010 Uitvoering Duincompensatie Delfland gereed;

  • 2011 Eerste terreinuitgifte Maasvlakte II;

  • 2011 Afronding procedure bestemmingsplanprocedures 750 hectare;

  • 2012 Bestemmingsplannen 750 hectareonherroepelijk;

  • 2013 Landaanwinning eerste fase gereed;

  • 2014 Groene Verbinding opgeleverd en in gebruik genomen;

  • 2014 Laatste infrastructurele projecten voor aansluiting Maasvlakte II op Maasvlakte I gereed;

  • 2015 Officiële opening eerste terminal Maasvlakte II

  • 2021 Deelprojecten 750 hectare natuur- en recreatieterrein en BRG afgerond;

  • Voor 2040 Terreinen Tweede Maasvlakte volledig uitgegeven.

Projectoverzicht behorende bij 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

                     

Uitvoeringsorganisatie1

24

24

18

           

5

nnb

nnb

750 ha

30

30

30

             

nnb

nnb

Groene verbinding

31

31

31

             

2011

2011

Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)

                   

2021

2021

Landaanwinning

                       

Voorfinanciering FES monitoringsprogramma

2

2

2

             

2007

2007

Voorfinanciering FES natuurcompensatie

115

114

87

3

3

1

     

21

nnb

nnb

Landaanwinning

742

742

742

             

2013

2013

BTW Buitencontour

138

138

138

             

2013

2013

Onvoorzien

80

78

11

20

14

       

35

nnb

nnb

Afrondingsverschillen

 

1

1

                 

Programma

1.162

1.160

1.060

23

17

1

     

61

   

Begroting (IF 17.06)

                       
1

Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ heeft in 2005 en 2006 een hersteltraject gelopen. De kosten hiervan zijn opgenomen onder de uitvoeringsorganisatie.

17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Motivering

Het hoofddoel van het Rijk in de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) voor het spoorsysteem is de kwaliteit van het spoor als vervoersproduct te verbeteren zodat de reizigers en verladers de trein in toenemende mate als een aantrekkelijke vervoersoptie zien en gaan/blijven gebruiken. Om in Nederland een stap voorwaarts te kunnen zetten in de prestaties van het spoorsysteem, zal ERTMS ingezet worden als (onderdeel van) het verkeersmanagementsysteem. ERTMS is in de eerste plaats bedoeld ter vervanging van het beveiligingssysteem, de verhoging van de spoorwegveiligheid en de interoperabiliteit. In de tweede plaats moet voldaan worden aan de Europese eisen ten aanzien van de invoering van ERTMS voor de EU-TEN-corridors.

De doelstellingen van (de invoering van) ERTMS zijn:

  • Verhogen van de veiligheid van het spoorsysteem;

  • Verhogen van de interoperabiliteit van het spoorsysteem;

  • Vergroten van de capaciteit van het spoorsysteem;

  • Verhogen van de snelheid van de treinen;

  • Verhogen van de betrouwbaarheid van het spoorsysteem.

Producten

Op 11 april 2014 heeft de Kamer ingestemd met de voorkeursbeslissing ERTMS (Kamerstukken II 2013–2014, 33 652, nr. 14). Deze voorkeursbeslissing vormt, conform de MIRT-systematiek, de start van de planuitwerkingsfase. Het programma ERTMS is door de Kamer aangewezen als Groot Project. De Kamer wordt daardoor twee keer per jaar door middel van een voortgangsrapportage geïnformeerd. De laatste voortgangsrapportage van de Staatssecretaris van IenW betreft de achtste voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2017–2018, 33 652, nr. 62).

De voorkeursbeslissing houdt in dat ERTMS met beproefde technologie van Level 2 in de periode tot en met 2028 wordt ingevoerd op het spoor in grote delen van de brede Randstad. Hoe en waar dit precies gebeurd is onderdeel van de planuitwerking. De producten betreffen onder andere de aanbesteding- en contracteringstrategie (Kamerstukken II 2017–2018, 33 652, nr. 46) en een uitrolvolgorde (Kamerstukken II 2017–2018, 33 652, nr. 45), waarvan respectievelijk de contouren en het concept met de Kamer zijn gedeeld. Het jaar 2018 staat in het teken van toetsen (interne toetsen en door Bureau ICT-toetsing (BIT-toets), het finaliseren van de aanpak en het optimaliseren van een doelmatige en tijdige uitrol. In 2019 zal de programmabeslissing worden genomen; hiermee wordt de planuitwerkingsfase afgesloten en start de realisatiefase.

Voor de invoering van ERTMS is – na de verlaging van € 250 miljoen voor de Multimodale Knoop Schiphol (Kamerstukken II 2015–2016, 34 300 A, nr. 72) – in het Infrastructuurfonds een taakstellend budget beschikbaar van € 2,4 miljard. In de voortgangsrapportage staat opgenomen waaraan geld is uitgegeven en voor hoeveel geld verplichtingen zijn aangegaan. Voor de planuitwerkingsfase is circa € 100 miljoen beschikbaar gesteld (studiekosten), tevens is er circa € 115 miljoen ter beschikking gesteld voor voorbereidende werkzaamheden voor de realisatiefase. Een deel daarvan is verplichtingenruimte, waarvan de uitgaven na de programmabeslissing zullen vallen. Circa € 18 miljoen van de € 100 miljoen apparaatsbudget wordt verantwoord op de begroting Hoofdstuk XII. Nadat de programmabeslissing is genomen zal het resterende budget overgeboekt worden naar artikelonderdeel 17.07 Realisatiefase.

De Europese Unie heeft in 2016 en 2017 een aantal subsidieaanvragen van het programma ERTMS gehonoreerd. Deze te verwachten ontvangsten zijn toegevoegd aan het ERTMS-budget en onderdeel van de € 2,4 miljard.

Projectoverzicht behorende bij 17.07 ERTMS (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

ERTMS

                       

Realisatiefase

116

114

6

60

30

20

       

divers

divers

Planuitwerkingsfase

2.284

2.259

62

35

188

205

309

307

275

911

divers

divers

Programma

2.400

2.373

68

95

218

225

309

307

275

911

   

Afrekening voorschotten

     

0

               

Begroting (IF 17.07)

2.400

2.373

68

95

218

225

309

307

275

911

   
17.08 Zuidasdok

Motivering

De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer–Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en ov-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam Zuid toe. De vergroting en kwalitatieve opwaardering van de stationscapaciteit is nodig om de groeiende reizigersstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP-kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de ov-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. De investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie.

Producten

Het integrale project Zuidasdok is te onderscheiden in verschillende projectonderdelen. In de begroting zijn de volgende onderdelen onderscheiden:

  • Projectorganisatie en voorbereiding (inclusief Knopen);

  • Uitbreiding van de ov-terminal (inclusief keersporen, regionaal ov en ketenmobiliteit);

  • Tunnel en uitbreiding van A10;

  • Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.

Overzicht van de bijdragen:

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de financiering van het project. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds en achteraf zal inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).

Overzicht van de bijdragen (bedragen x € 1 mln.)
 

Kasbudget

Projectomschrijving

Totaal

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

Bijdragen Rijk

1.070

123

97

120

177

152

121

59

221

Bijdrage gemeente Amsterdam

221

36

15

24

35

30

17

12

52

Bijdrage Vervoersregio Amsterdam

166

26

12

17

25

22

12

9

43

Bijdrage Provincie Noord Holland

81

   

27

27

27

     

EU-ontvangsten

3

3

             

Bijdrage derden

101

32

           

69

Afrondingen

2

     

1

 

– 1

– 1

1

Programma

1.644

220

124

188

265

231

149

79

387

Begroting (IF 17.08)

1.644

220

124

188

265

231

149

79

387

Overzicht van de uitgaven:

Om in de begroting de totale uitgaven van het project weer te geven, zijn de uitgekeerde bedragen via de BDU en de betalingen van Amsterdam voor het project Zuidasdok in het verleden in de begroting en het integrale overzicht opgenomen. Het projectbudget van de A10 Zuidasdok is met € 37 miljoen toegenomen als gevolg van indexering 2018 (€ 21 miljoen), bijdragen van derden in het onderdeel openbaar vervoer 5e en 6e spoor en bijdragen van derden aan de uitbreiding fietsparkeervoorziening.

Projectoverzicht behorende bij 17.08 Zuidasdok (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

ZuidasDok

                   

2028

2028

Projectorganisatie en voorbereiding

278

257

118

17

16

16

16

16

16

63

   

OVT incl. keerspoor

382

351

35

38

58

57

32

48

17

98

   

Tunnel en A10

808

787

28

38

99

174

161

77

42

188

   

Generiek en ruimtelijke inrichting

175

213

39

31

14

18

22

8

4

38

   

Afrondingen

1

     

1

             

Programma

1.644

1.608

220

124

188

265

231

149

79

387

   

Begroting (IF 17.08)

   

220

124

188

265

231

149

79

387

   
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Motivering

Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is nieuw opgenomen op artikel 17. Op 24 januari 2018 is aan de Tweede Kamer voorgesteld om PHS aan te wijzen als groot project (Kamerstukken II 2017–2018 32 404, nr. 82). De Kamer heeft hiermee op 6 februari 2018 ingestemd.

De basisrapportage, die voortvloeit uit de status van groot project, zal naar verwachting eind 2018 aan de Kamer worden gezonden.

Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ook het spoorgoederenvervoer neemt toe. Dat vraagt om een aanpak om meer capaciteit te bieden en een hoogwaardig spoorvervoer mogelijk te maken. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomstvaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan meer treinen rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren.

Het gaat om de volgende corridors en frequenties:

  • Alkmaar–Amsterdam (6 intercity’s en 6 sprinters)

  • Amsterdam–Utrecht–Eindhoven (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Utrecht en Geldermalsen)

  • Schiphol–Utrecht–Arnhem/Nijmegen (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Breukelen en Driebergen–Zeist)

  • Den Haag–Rotterdam–Breda (8 intercity’s en 6 sprinters tussen Den Haag en Rotterdam en 4 intercity’s tussen Rotterdam en Breda)

  • Breda–Eindhoven (4 intercity’s en 4 sprinters Breda–Tilburg)

  • Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad (OV SAAL) (6 intercity’s en 6 sprinters)

  • Goederenroutering Zuid-Nederland

Het PHS-programma en de diverse projecten die hier onderdeel van uit maken moeten de gewenste treinaantallen mogelijk maken in combinatie met een zo goed mogelijke dienstregeling (goede verdeling van de treinen over het uur, goede aansluitingen, combinatie met goederenvervoer e.d.). Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat de PHS-corridors onderdeel vormen van een samenhangend spoorwegnet en treindienstregeling, waarbij er vele afhankelijkheden bestaan en er in de loop der tijd rekening moet worden gehouden met nieuwe inzichten en ontwikkelingen. De uiteindelijke dienstregeling wordt conform de vervoerconcessie van IenW aan NS opgesteld door NS. NS stelt deze vast op basis van de daadwerkelijk beschikbare infrastructuur, de daadwerkelijk marktvraag per traject, overleg met betrokken overheden en consumentenorganisaties.

Producten

Op 4 juni 2010 (Kamerstukken II 2009–2010, 32 404, nr. 1) heeft het kabinet een voorkeursbeslissing genomen over PHS. Sinds begin 2011 loopt de planuitwerking. PHS is een samenhangend en langlopend programma en wordt stap voor stap gerealiseerd tot en met 2028. Fasegewijs zullen de frequenties worden verhoogd, als de benodigde infrastructuur dat mogelijk maakt.

Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd en een aantal projecten staat aan de start van uitvoering op basis van door IenW afgegeven realisatiebeschikkingen. Verder is er voor een aantal projecten de procedure in een vergevorderd stadium (Ontwerp Tracebesluit (OTB), Tracebesluit (TB)). Op 10 december 2017 is in het kader van de dienstregeling 2018 een eerste stap gezet met 6 in plaats van 4 IC-treinen per uur op de corridor Amsterdam–Utrecht–Den Bosch–Eindhoven en 6 in plaats van 4 sprinters per uur in de spitsrichting tussen Utrecht en Houten Castellum.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Indienststelling PHS Meteren–Boxtel en PHS Rijswijk–Rotterdam

Bij MIRT-projecten wordt gewerkt met een bandbreedte rondom indienststelling. Conform deze werkwijze zijn bij de projecten Meteren–Boxtel en Rijswijk–Rotterdam een bandbreedte toegepast rondom de verwachte indienststelling. Tevens is bij het project Meteren–Boxtel de gehele projectscope meegenomen in de indienstellingsdatum in plaats van alleen de grondverwerving.

PHS: Overige maatregelen (projecten < € 50 miljoen)

In verband met het afgegeven van de realisatiebeschikking PHS Ede Wisseloverloop is € 3,3 miljoen overgeboekt vanuit het planuitwerkingsbudget PHS.

In juli 2015 is gestart met de realisatie van het project Naarden–Bussum. Een project waarbij het aantal sporen teruggebracht wordt van vijf naar twee sporen zodat de robuustheid van de dienstregeling wordt vergroot en veiligheid en dichtligtijden van overwegen worden verbeterd. Ook wordt de treinbeveiliging vervangen omdat deze is verouderd. Daarnaast wordt een spoorboog aangepast om de hoogfrequente dienstregeling in het kader van PHS te kunnen rijden.

Faseovergang: PHS Meteren–Boxtel en Ede

In verband met het afgeven van de aanvullende subsidiebeschikking grondverwerving Meteren–Boxtel en de realisatiebeschikking Ede Wisseloverloop is € 44,4 miljoen overgeboekt van de planuitwerking naar realisatie.

PHS Amsterdam

Op 18 juni 2018 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de verder uitwerking van Amsterdam Centraal binnen het PHS (Kamerstukken II 2017–2018, 32 404, nr. 86). Hiervoor wordt € 150 miljoen toegevoegd vanuit de Investeringsruimte Spoor.

OV-SAAL Middellange termijn (realisatiefase)

In begroting voor OV-SAAL MLT is rekening gehouden met een aanpassing van de transfercapaciteit op station Schiphol Airport, bij een hoogfrequente dienstregeling. Op het eerste perron wordt een nieuw stijgpunt gerealiseerd en op het tweede perron worden een aantal stijgpunten omgebouwd. De kosten hiervan bedragen € 17 miljoen en worden opgenomen op het realisatiedeel van PHS zodat uitvoering van deze maatregelen kan starten. Naast deze middelen wordt naar aanleiding van de reizigersgroei bij station Schiphol in de verkenning multimodale knoop Schiphol gekeken naar verdere maatregelen om de capaciteit van het station te verbeteren.

OV-SAAL Middellange termijn (planuitwerkingsfase)

In verband met de faseovergang van Schiphol Maatregelen MLT is € 17 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma.

Projectoverzicht behorende bij 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

                   

Realisatiefase

1.620

1.544

840

97

111

131

158

146

55

81

   

PHS: Doorstroomstation Utrecht

317

315

220

21

7

22

22

24

   

2017

2017

PHS: Spooromgeving Geldermalsen

135

133

3

12

12

28

30

18

15

17

2021

2021

PHS: Meteren – Boxtel

52

10

7

8

16

11

7

4

   

2026–2028

2017

PHS: Rijswijk – Rotterdam

318

313

6

10

30

28

71

73

36

64

2023–2025

2023

PHS: OV-SAAL korte termijn 1

690

688

598

30

17

11

11

24

   

2016

2016

PHS: OV-SAAL middellange termijn

45

24

2

4

18

14

5

     

2026–2028

2026–2028

PHS: Projecten < € 50 miljoen

64

60

4

13

10

17

12

4

4

     

Afrondingen

 

1

 

– 1

1

   

– 1

       

Planuitwerkingsfase

2.570

2.447

195

32

151

87

229

277

362

1.237

   

Corridor Alkmaar–Amsterdam

                       

Corridor Amsterdam–Utrecht–Eindhoven

                       

Corridor Schiphol–Utrecht–Arnhem/Nijmegen

                       

Corridor Breda–Eindhoven

Corridor Den Haag– Rotterdam

Corridor OV SAAL middellange termijn

                       

Routering goederenvervoer Zuid-Nederland

                       

Overige (planstudiekosten)

                       

Afrondingen

– 1

         

– 1

1

       

Programma

4.190

3.991

1.035

129

262

218

386

423

417

1.318

   

Afrekening voorschotten

     

0

               

Begroting (IF 17.10)

     

129

262

218

386

423

417

1.318

   
1

In het kader van de groot project status is PHS opgenomen in artikel 17. Dit geldt ook voor OV SAAL middellange termijn als onderdeel van PHS. Gezien de samenhang in de begroting is ervoor gekozen OV SAAL korte termijn ook in dit artikel op te nemen. Zoals is aangegeven in de brief van 12 juli 2018 is OV SAAL korte termijn afgerond en om die reden geen onderdeel (meer) van PHS en zal daar niet over gerapporteerd worden in de basisrapportage en voortgangsrapportages (Kamerstukken II 2017–2018, 32 404, nr. 88 ).

17.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

HSL-Zuid

Producten

Zie hiervoor het projectoverzicht bij het uitgavenartikel 17.03 (Ontvangsten derden). Deze ontvangsten betreffen voornamelijk de opbrengsten uit de verkoop van restgronden, uitkeringen van verzekeringen en schadevergoedingen van aannemers.

ERTMS

De Europese Unie heeft in 2016 een aantal subsidieaanvragen van het programma ERTMS gehonoreerd. In totaal kan maximaal circa € 30 miljoen aan subsidie worden toegekend. Deze ontvangsten zijn toegevoegd aan het ERTMS-budget.

Afrekening voorschotten ProRail

Zie hiervoor het projectoverzicht bij het uitgavenartikel 17.07 (Afrekening voorschotten). Dit betreft de afrekening van de subsidie voor de ProRail inzet voor de Betuweroute en ERTMS over afgesloten begrotingsjaren.

Licence