Base description which applies to whole site

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 1 Investeren in waterveiligheid (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Verplichtingen

364.968

788.628

287.975

512.001

650.631

739.092

678.789

Uitgaven

457.927

499.672

407.172

471.974

483.565

633.132

448.752

Waarvan juridisch verplicht

   

95%

       

1.01 Grote projecten waterveiligheid

272.598

343.164

229.909

205.094

224.906

88.333

8.480

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

142.271

189.389

120.808

128.734

84.718

87.005

0

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

17.948

71.220

36.694

31.731

1.015

1.015

8.480

1.01.03 Ruimte voor de rivier

92.050

73.215

34.842

8.764

69.594

313

0

1.01.04 Maaswerken

20.329

9.340

37.565

35.865

69.579

0

0

               

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

178.248

147.112

171.053

261.763

254.769

541.811

437.972

1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma

5.071

6.805

19.634

32.535

23.834

9.525

412

– waarvan bijdrage aan agentschap RWS

5.009

226

256

526

526

412

412

1.02.02 Realisatieprogramma

173.177

140.307

151.419

229.228

230.935

532.286

437.560

               

1.03 Studiekosten

7.081

9.396

6.210

5.117

3.890

2.988

2.300

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

7.081

9.396

6.210

5.117

3.890

2.988

2.300

1.03.02 Overige studiekosten

0

0

0

0

0

0

0

               

Ontvangsten

193.127

201.042

165.848

190.701

157.296

155.418

153.657

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

193.127

201.042

165.848

190.701

157.296

155.418

153.657

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2

160.591

120.071

4.612

56.083

196

0

0

1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2

2.880

– 1

0

0

0

0

0

1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWBP

23.642

57.140

147.675

118.983

153.496

153.767

153.657

1.09.04 Overige ontvangsten HWBP

617

0

0

0

0

0

0

1.09.05 Overige aanleg ontvangsten

5.397

23.832

13.561

15.635

3.604

1.651

0

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2019 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2019.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2032 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2032 toegelicht.

Bedragen x € 1.000
   

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

1 Investeren in waterveiligheid

uitgaven

499.672

407.172

471.974

483.565

633.132

448.752

595.369

516.288

1.01 Grote projecten waterveiligheid

 

343.164

229.909

205.094

224.906

88.333

8.480

110.724

0

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

 

147.112

171.053

261.763

254.769

541.811

437.972

482.645

514.288

1.03 Studiekosten

 

9.396

6.210

5.117

3.890

2.988

2.300

2.000

2.000

                   

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

Ontvangsten

201.042

165.848

190.701

157.296

155.418

153.657

158.773

148.175

(Vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2018–2032

1 Investeren in waterveiligheid

uitgaven

533.818

475.048

479.757

533.330

516.269

250.984

324.180

7.169.310

1.01 Grote projecten waterveiligheid

 

664

0

0

0

0

0

0

1.211.274

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

 

531.154

473.048

477.757

531.330

514.269

248.984

322.180

5.910.135

1.03 Studiekosten

 

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

47.901

                   

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

Ontvangsten

153.657

153.658

153.657

153.658

153.658

146.471

153.658

2.399.327

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Motivering

Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2019 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT 2019, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2019.

Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)

Producten

Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door RWS en de keringbeheerders (met name waterschappen) dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties werden aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties lag tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde Prioritaire Zwakke Schakels Kust. Deze maken ook onderdeel uit van HWBP-2. Met de oplevering van Zwakke Schakel West-Zeeuws Vlaanderen in 2016 zijn alle zwakke schakels versterkt. Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald. Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering. Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het HWBP. In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s (HWBP-2 en HWBP) opgenomen.

Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een Voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2019 Voortgangsrapportage 15 en vóór 1 oktober 2019 Voortgangsrapportage 16.

Meetbare gegevens

Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2017 voldoen 79 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Het programma bevindt zich inmiddels in de fase dat nagenoeg alle projecten in realisatiefase zijn. Er zijn zeven resterende projecten in uitvoering en één project start naar verwachting in 2018 met de realisatie.

Waar mogelijk worden innovatieve oplossingen gebruikt. Daarnaast kunnen investeringen vanuit het innovatiebudget HWBP-2 leiden tot nieuwe kennis over ontwerpvoorschriften.

In de basisrapportage (Kamerstukken II, 2011–2012, 27 625, nr. 237) is aangegeven dat de meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien. Dit beeld is in de 13de voortgangsrapportage (Kamerstukken II, 2016–2017, 32 698, nr. 33) (welke de rapportageperiode van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017 bestrijkt) met twee projecten gewijzigd. Na 2017 worden nog 8 projecten opgeleverd.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De onderstaande verschillen zijn het gevolg van prijsindexatie naar prijspeil 2018.

Projectoverzicht Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                   

2021

2021

HWBP-2 Rijksprojecten

187

185

48

67

34

30

0

0

8

0

   

HWBP-2 Waterschapsprojecten

2.431

2.420

1.714

189

121

129

85

87

0

106

   

Overige projectkosten (programmabureau)

46

45

30

4

3

2

1

1

0

5

   

afrondingen

   

– 1

1

 

– 1

           

Programma

2.663

2.650

1.791

261

158

160

86

88

8

111

   

Budget (DF 1.01.01/02)

   

1.791

261

158

160

86

88

8

111

   

Ruimte voor de Rivier

Producten

De Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier is in 2006 door de beide Kamers vastgesteld. Met de PKB wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:

  • Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) in overeenstemming wordt gebracht met de wettelijke vereiste norm.

  • Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, waardoor het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk wordt versterkt.

Uitgangspunt voor de PKB is dat het Nederlandse rivierensysteem een piek in de waterafvoer (de maatgevende afvoer), die statistisch eens per 1.250 jaar kan voorkomen, veilig kan verwerken. Deze norm is in 2001 voor de Rijn vastgesteld op 16.000m3/s bij Lobith. De Maas benedenstrooms van Hedikhuizen moet uiterlijk in 2015 een maatgevende afvoer van 3.800m3/s bij Borgharen veilig kunnen verwerken. Voor de IJssel is de maatgevende afvoer verhoogd met een gezamenlijke toestroom van 250m3/s vanuit de zijrivieren.

De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. Vijf maatregelen bleken niet nodig voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling, waardoor 34 maatregelen over bleven. Hiervan waren er 25 in 2015 gerealiseerd. In 2016 en 2017 hebben de laatste projecten de mijlpaal waterveiligheid bereikt. De waterveiligheidsdoelstelling en de ruimtelijke kwaliteitsdoelstelling voor het volledige programma zijn eind 2017 behaald.

Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportrage. Begin april 2018 is de eindevaluatie (Kamerstuk 2017–2018 30 080, nr. 90) aangeboden aan de Kamer en de 31e voortgangsrapportage. Na formele opheffing van de Groot Project Status zal de rapportage over de finale afronding van het programma plaatsvinden als onderdeel van de reguliere rapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).

Meetbare gegevens

Naar huidige inzichten is de stand per 31 december 2018 als volgt:

  • Voor 100% van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. Alle maatregelen zijn uitgevoerd;

  • De waterveiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier is voor alle Maatregelen en het programma als geheel behaald.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Ruimte voor de Rivier: de toename van het budget wordt veroorzaakt door het toevoegen van een bijdrage uit derden van € 2,5 miljoen en het verwerken van de prijsindexering naar prijspeil 2018 (€ 3 miljoen).

Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Project RvdR

                   

2019

2019

Projecten Nationaal

                       

Ruimte voor de rivier

2.307

2.301

2.119

73

35

9

70

0

0

1

   

Programma Realisatie

2.307

2.301

2.119

73

35

9

70

0

0

1

   

Budget (DF 1.01.03)

   

2.119

73

35

9

70

0

0

1

   

Maaswerken

Producten

Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.

Op verzoek van de Tweede Kamer is de eindevaluatie, zoals bedoeld in de Regeling Grote Projecten, opgesteld. Begin april 2018 is de eindevaluatie en de 33e (en naar verwachting laatste) voortgangsrapportage (Kamerstuk 2017–2018 18 106, nr. 245) aangeboden aan de Kamer. Na formele opheffing van de Groot Project Status zal de rapportage over de voortgang en afronding van het programma plaatsvinden als onderdeel van de reguliere rapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).

Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Het prioritaire deel van dit werk dient in 2020 gereed te zijn. De rest van de werkzaamheden loopt via het HWBP mee. Planuitwerking en realisatie van deze «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt grotendeels door het waterschap Limburg en er is hiervoor vanuit het budget van Maaswerken € 75 miljoen beschikbaar gesteld. De aanpak voor de Grensmaas en de afspraken over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011.

Meetbare gegevens

Indicator

Grensmaas

Zandmaas

Hoogwaterbeschermingsprogramma

100% in 2017 (gerealiseerd)

100% in 2016

Natuurontwikkeling

1.208 ha

(100%) 427 ha

Grind

ten minste 35 mln. ton

 

Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling

De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

In het kader van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur door Rutte I is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstofwinning.

In de Grensmaas is de scope nagenoeg gelijk gebleven. Alleen de verwerving van natuurgronden bij de locatie Roosteren (44 ha) is komen te vervallen. Deze locatie valt buiten de uitvoeringsovereenkomst met het Consortium Grensmaas. De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas wordt daarmee 1.208 ha. Het Ministerie van EZK neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (TK 18 106, nr. 230, 20 april 2015).

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De onderstaande verschillen zijn het gevolg van prijsindexatie naar prijspeil 2018.

Projectoverzicht Maaswerken; realisatie (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Project Maaswerken

                       

Projecten Zuid-Nederland

                       

Grensmaas

153

152

78

3

2

0

70

0

0

0

2017/2024

2017/2024

Zandmaas

399

398

322

6

36

36

0

0

0

0

2020

2020

Programma Realisatie

552

550

400

9

38

36

70

0

0

0

   

Budget (DF 1.01.04)

   

400

9

38

36

70

0

0

0

   

Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid

De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.

1.02 Overige aanlegprojecten

Motivering

Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.

1.02.01 Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

Producten

Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.

Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma (bedragen x € 1 mln.)
 

Budget

 

Planning

   

Projectomschrijving

Huidig

vorig

PB of TB

Oplevering

 

Projecten Nationaal

         

Reservering Areaalgroei

14

14

     

EPK Planuitwerking en verkenningen Waterveiligheid

11

11

     

Projecten Zuid-Nederland

         

Meerkosten rivierverruiming Rijn en Maas

191

193

   

1

Projecten Oost-Nederland

         

IJsseldelta 2e fase

81

81

2018

2022

 

Projecten Noord-Nederland

         

Texel NIOZ

2

2

     

Projecten Zuidwest-Nederland

         

Zandhonger Oosterschelde (Roggenplaat)

0

1

2016

2018

2

Totaal programma planuitwerking en verkenning

299

302

     

Budget DF 1.02.01

299

       

PB is Projectbeslissing en TB is Trajectbesluit

Toelichting:

  • 1. Rivierverruiming Rijn en Maas: Voor de uitvoering van de MIRT/HWBP verkenning Meer Maas Meer Venlo (MMMV) is € 1,933 miljoen overgeheveld via BZK naar het gemeentefonds voor de gemeente Venlo;

  • 2. Zandhonger Oosterschelde: Het resterende budget voor de uitvoering van de Roggeplaat is overgeheveld naar het realisatieprogramma op artikel 01.02.

1.02.02 Realisatieprogramma

Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de rijkswateren.

Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011 en de daaropvolgende beoordelingsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.

Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het zesjarige programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.

De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Op basis van de nieuwe landelijke beoordelingsronde overstromingsrisico (LBO-1), die op 1 januari 2017 van start is gegaan, worden ook in het programma 2019–2024 nieuwe projecten toegevoegd.

De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2019–2024 wordt gelijktijdig met deze begroting op Prinsjesdag als onderdeel van het Deltaprogramma 2019 (paragraaf 3.3) gepresenteerd.

Eind 2019 zijn naar verwachting 54 kilometer dijk en 15 kunstwerken van de totale scope veilig. Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Vooroeververdediging Oosterschelde en Westerschelde

In 2017 is de financiële afwikkeling van het deel steenbekledingen afgerond. Daarnaast wordt ook de vooroeververdediging van de dijken in het Ooster- en Westerscheldegebied aangepakt. Het project vooroeverbestortingen is opgedeeld in verschillende clusters die over de tijd worden uitgevoerd. Ook in 2019 wordt gewerkt aan een aantal vooroeverbestortingstrajecten.

Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier

Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie zijn nog lopende projecten afmaakt. Op dit moment lopen er nog twee IenW NURG-projecten. Voor het project Afferdense en Deestse Waarden is de oplevering voorzien eind 2019. Dit project is ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstelling van de PKB Ruimte voor de Rivier. Het project Heesselt wordt in 2020 opgeleverd.

Afsluitdijk

Het project Afsluitdijk omvat opgaven op het gebied van waterveiligheid en waterafvoer. In 2018 is het project Afsluitdijk gegund en zijn de werkzaamheden gestart. Openstelling (waterveilig) is voorzien in 2022. Omdat in 2018 een DBFM contract is afgesloten, is het budget overgeheveld naar artikel 04.02.01 Geïntegreerde contractvormen/PPS.

Overige onderzoeken en kleine projecten

Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de ministeries IenW en LNV een MIRT verkenning uitgevoerd naar een aanpak voor de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde. Het daaruit volgende voorkeursalternatief is het suppleren van de Roggenplaat, omdat door de zandhonger de oppervlakte en hoogte van deze plaat snel afnemen. Het doel van de realisatie is het uitvoeren van een zandsuppletie op de Roggenplaat in de Oosterschelde met een omvang van 213 ha en 1,3 miljoen m3. De aanleg is voorzien in de winter van 2019–2020.

Een ander klein project is de primaire kering Vlieland en Terschelling. Dit project omvat een gedeeltelijke verlegging van het zandige deel van de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling. Om aan de veiligheidsnormen te voldoen zijn voor beide verleggingen zandaanvullingen noodzakelijk. Het project omvat tevens de verhoging van de dijk van het bedrijventerrein op Vlieland ter plaatse van het terrein van Rijkswaterstaat. De oplevering voor de werkzaamheden in Vlieland is voorzien in 2018 en op Terschelling eind 2019.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • HWBP Rijksprojecten: De toename van het budget is het gevolg van de prijsindexering naar prijspeil 2018.

  • HWBP Waterschapsprojecten en overige projecten: de toename van het budget (€ 450 miljoen Waterschapsprojecten en € 6 miljoen overige projecten) is voornamelijk het gevolg van de intrede van de nieuwe normering en het bijbehorende nieuwe beoordelingsinstrumentarium (WBI). Op 1 januari 2017 is er vanuit de Waterwet overgestapt op een nieuwe normeringssystematiek. Vanaf dat moment worden de primaire waterkeringen door de beheerders ook beoordeeld met het WBI. Ten opzichte van de oude normeringssystematiek kunnen deze beoordelingen per dijktraject leiden tot versterkingsmaatregelen die voortvloeien uit een nieuwe, een grotere of een kleinere waterveiligheidsopgave. Al deze wijzigingen moeten worden ingepast in het voortrollende programma waarbij conform het afgesproken uitgangspunt wordt geprioriteerd op basis van urgentie van de waterveiligheidsopgave. En dit leidt tot mutaties in het programma en in de bijbehorende begrotingsreeks.

  • Dijkversterking en herstel steenbekleding: de afname van het budget komt door een meevaller (€ 11,6 miljoen). Daarnaast is sprake van een kleine stijging van € 1 miljoen als gevolg van de prijsindexering naar prijspeil 2018.

Projectoverzicht; Realisatieprogramma (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Kasbudget

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Programma HWBP

                   

2020

2020

HWBP Rijksprojecten

617

608

5

5

7

11

33

41

92

423

   

HWBP Waterschapsprojecten

5.092

4.642

361

121

166

261

414

346

363

3.060

   

HWBP Overige projectkosten (programmabureau)

86

80

24

6

5

5

5

5

5

31

   
                         

Maatregelen i.r.t. rivierverrruiming

192

192

162

11

8

10

0

0

0

1

2020

2020

Wettelijk BeoordelingsInstrumentarium 2023

23

23

1

5

5

5

4

3

0

0

   

Zandhonger Oosterschelde

11

11

0

3

6

0

2

0

0

0

   

Projecten Noord-Nederland

                       

Primaire waterkering Vlieland

2

2

0

1

1

0

0

0

0

0

2018/2019

2018/2019

Projecten Noordwest-Nederland

                       

Afsluitdijk

11

11

10

1

0

0

0

0

0

0

2022

2022

Projecten Oost-Nederland

                       

Kribverlaging Pannerdensch Kanaal

19

19

1

1

2

10

5

0

0

0

2023

2019

IJsseldelta 2e fase (Reevesluis)

94

93

21

40

18

6

6

3

0

0

   

Monitoring Langsdammen Waal

5

5

0

0

0

0

0

0

0

5

   

Projecten Zuidwest-Nederland

                       

Overige onderzoeken en kleine projecten

1.169

1.168

1.164

3

1

1

0

0

0

0

   

Dijkversterking en herstel steenbekleding

812

823

770

11

1

25

5

0

0

0

2021

 

afrondingen

– 2

2

   

Programma Realisatie

8.130

7.677

2.519

208

220

332

474

398

460

3.522

   

Budget (DF 1.02.02)

     

140

150

228

231

532

438

3.895

   

Overprogrammering (-)

     

– 68

– 70

– 104

– 243

134

– 22

373

   

1.03 Studiekosten

Motivering

Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.

Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.

Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma

Producten

Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting over deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2019.

Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.

  • Het Nationaal Watermodel is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen. Deze is oorspronkelijk ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Het model is gebruikt om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2019 blijft het Deltamodel in gebruik voor het beantwoorden van vragen die bij de uitvoering van het Deltaprogramma spelen. De doorontwikkeling van het model heeft als doel de waterhuishoudkundige basis ervan ook in andere rekentoepassingen te gebruiken om zo de onderlinge vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van die toepassingen te garanderen en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.

  • MIRT-onderzoeken naar de waterveiligheid in de Rijn-Maasdelta: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn langetermijnstrategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij worden de strategieën en maatregelen voor waterveiligheid en sociaaleconomische ontwikkeling in synergie met elkaar en met oog voor ruimtelijke kwaliteit ontwikkeld. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied.

  • Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie: Vanuit het Deltafonds is € 6,7 miljoen beschikbaar gesteld voor het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie om de transitie naar een klimaatbestendige inrichting van Nederland in 2050 te ondersteunen met diverse activiteiten en producten, zoals het kennisportaal, het organiseren van themabijeenkomsten, de ondersteuning van voorbeeldprojecten en het faciliteren van kennis- en leernetwerken. Aanvullend op het lopende stimuleringsprogramma wordt voor in totaal € 20 miljoen gereserveerd om decentrale overheden te ondersteunen bij onder andere de uitvoering van stresstesten en risicodialogen, en het uitvoeren van pilots. Deze middelen zullen volgend voorjaar vanuit het Deltafonds beschikbaar worden gesteld voor de jaren 2019 en 2020.

  • Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: Rijkswaterstaat is gestart met de toetsing van de regionale keringen in beheer van het Rijk. Ook kunstwerken en niet-waterkerende objecten worden getoetst. De planning is in 2018 aangepast, aangezien de opstartfase meer tijd heeft gekost dan voorzien. Verwacht wordt dat de toetsing van deze regionale keringen in 2020 is afgerond.

  • Eerste beoordeling primaire waterkeringen: Op basis van de nieuwe waterveiligheidsnormen (in werking per 1 januari 2017) wordt door de beheerders gewerkt aan de eerste beoordeling van de primaire waterkeringen, de nieuwe regeling beoordeling veiligheid primaire keringen en onderliggende technische leidraden en software. Om de beheerders te ondersteunen worden de komende jaren nog verbeteringen doorgevoerd in deze instrumenten. Ook worden voorbereidingen getroffen voor het instrumentarium van 2023, zodat de voorschriften voor de beoordelingsronde die in 2023 start, aansluiten op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde worden opgedaan. Als uit de beoordeling blijkt dat een primaire kering niet aan de norm voldoet, neemt een beheerder maatregelen. De Minister stelt conform de Waterwet een ontwerpinstrumentarium (OI) beschikbaar dat strekt tot aanbeveling bij het ontwerpen van een kering. Daarnaast wordt gewerkt aan de stroomlijning van de informatie-uitwisseling tussen beheerders, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Ministerie van IenW.

  • Lange termijn ambitie/Kennisprogrammering Waterveiligheid: het Rijk heeft een wettelijke taak (artikel 2.6 Waterwet) om zorg te dragen voor de totstandkoming en verkrijgbaarstelling van technische leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de primaire waterkeringen in Nederland.

    Hiertoe worden langjarige activiteiten (onderzoek) uitgevoerd om een solide kennisbasis te ontwikkelen. De kennis over waterveiligheid wordt hiermee op het vereiste niveau gehouden, zodat sprake is van actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid. Dit is de lange termijn ambitie voor waterveiligheid, vormgegeven door de uitvoering van de Kennisagenda en de Kennisprogrammering Waterveiligheid.

    Het programmeren van de kennis voor waterveiligheid, die met input van de waterveiligheidssector tot stand is gekomen, is gebaseerd op de volgende drie pijlers:

    • Techniek: hiermee wordt invulling gegeven aan de wettelijke verantwoordelijkheid (artikel 2.5 Waterwet) voor het beschikbaar stellen van een Beoordelingsinstrumentarium (WBI) voor de primaire waterkeringen en het actualiseren van de onderbouwende leidraden (LD) en technische rapporten (TR) (o.a. over faalmechanismen als macrostabiliteit, piping en de belasting van de primaire waterkeringen door waterstanden en golven);

    • Systeem: verantwoordelijkheid voor de kennisbasis over het gedrag van kust- en riviersystemen en uitvoering van EU-verplichtingen, zoals de Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR);

    • Leefomgeving: omgevingsfactoren die van invloed zijn op de totstandkoming van het waterveiligheidsbeleid, zoals klimaatverandering/zeespiegelstijging, ruimtelijke adaptatie en wateroverlast.

    Het belang van een structurele reservering is om hiermee de genoemde solide basis te kunnen garanderen vanuit de wettelijke taak en om hiermee zo goed mogelijk aan te sluiten bij de langjarige programmering van andere partijen, zoals het NWO-domein Toegepaste en Technische Wetenschappen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO/TTW) en ook het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water (NKWK) benutten.

    Voor de uitvoering van het meerjarenprogrammering is € 30 miljoen beschikbaar in de periode 2018–2032

1.09 Ontvangsten

Ontvangsten waterschapsprojecten

Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief project gebonden aandeel, prijspeil 2010). Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën. Vanaf 2018 en verder komt dit bedrag jaarlijks uit op ongeveer € 191 miljoen (inclusief project gebonden aandeel).

De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP gaan betalen.

In bijlage 3 is een overzicht opgenomen waarin nader is ingegaan op de financiering van het HWBP-2 en het HWBP.

Licence