Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten: repareren en moderniseren

Verbeteren operationele gereedheid

Voor het herstel van de operationele gereedheid werken we in 2020 verder aan de personele gereedheid, de materiële gereedheid en de geoefendheid. In het bijzonder vergt de personele gereedheid tijd. Maatregelen uit het plan van aanpak Behoud en Werving moeten leiden tot een betere kwantitatieve en kwalitatieve personele vulling. Waar nodig zorgt inhuur voor extra capaciteit, onderzoeken we of meer samenwerking met de civiele sector mogelijk is en sluiten we full service onderhoudscontracten af met de industrie.

De eerste effecten van de uitvoering van het plan van aanpak materiële gereedheid hebben geleid tot een betere beschikbaarheid van reservedelen, maar nog niet tot een structurele verhoging van de totale materiële gereedheid. Het plan van aanpak richt zich momenteel op het verbeteren van de beschikbaarheid van duurdere inzetbaarheidsbepalende en repareerbare reservedelen. Daarnaast besteden we aandacht aan het verder verbeteren van factoren die ook van invloed zijn op de materiële gereedheid zoals personele capaciteit, infrastructuur en datakwaliteit. In de verbeteracties worden deze factoren in samenhang meegenomen. Om de materieel-logistieke capaciteit de komende jaren beter in balans te brengen met de bestaande werklast, worden gerichte mogelijkheden tot uitbesteding van werkpakketten, inhuur, slimme samenwerking met (internationale) partners en uitbreiding van de formatie onderzocht.

Het herstellen van de operationele gereedheid is een weg van lange adem en vraagt om jarenlange aandacht en middelen. Herstel gaat stap voor stap. Uiteraard blijft Defensie zich onverminderd inzetten voor het duurzaam verhogen van de gereedheid ten behoeve van mogelijke inzet.

In 2020 zal Defensie weer een groot aantal uiteenlopende oefeningen organiseren en uitvoeren. De nadruk ligt op het oefenen voor de aangegane verplichtingen voor NAVO en EU Battle Group (EUBG). Belangrijke NAVO-oefeningen zijn de alert- en verplaatsingsoefening Briljant Jump en de Command Post Exercise Steadfast Jupiter / Jackal ter voorbereiding op het Composite Special Operations Component Command. Ter voorbereiding op de EUBG2020-II vindt de oefening European Challenge plaats met Duitsland. Nederland organiseert de grootste Europese multinationale oefening voor jachtvliegtuigen Frisian Flag 2020. Ook in 2020 oefent Defensie grootschalige gevechtsoperaties, gezamenlijk met onze internationale partners. Voorbeelden hiervan zijn de door Nederland georganiseerde tactische landoefening Zebra Sword en de deelname aan maritieme oefening Joint Warrior. In het kader van de tweede hoofdtaak neemt Defensie, onder andere, deel aan door de Verenigde Staten geleide oefeningen in Afrika. De voorziene inzet in 2020 is verder beschreven bij beleidsartikel 1.

Zoals gezegd is de Defensienota in uitvoering: veel maatregelen zijn reeds uitgevoerd of in volle gang. Er is nog veel werk te verzetten, waar we ook in 2020 onze schouders onder blijven zetten. We zijn er nog niet: het kost tijd om de organisatie te moderniseren en repareren. De maatregelen die we in 2020 gaan uitvoeren worden hieronder per onderwerp toegelicht.

We willen een organisatie zijn waar mensen met trots werken. Daarom blijven wij investeren in onze mensen. Dat verdienen ze. Met het arbeidsvoorwaardenakkoord ligt er een stevig arbeidsvoorwaardenpakket dat een hoger inkomen oplevert nu, een goed pensioen later, meer zekerheid als het gaat om de loopbaan en een betere werk/privé-balans voor onze mensen. Maar ook naast arbeidsvoorwaarden zetten we stappen. Het is zaak dat komend jaar de resultaten van deze inspanningen binnen de organisatie zichtbaar worden. Defensie structureert haar activiteiten op het gebied van personeel in vier meerjarige programma’s.

Personeelsmodel

Defensie ontwikkelt de komende jaren een nieuw en toekomstbestendig personeelsmodel. Dit nieuwe model moet de organisatie in staat stellen om zowel de behoeften en ontwikkeling van medewerkers als de ambitie van de organisatie te faciliteren. Daarvoor vervolgen we in 2020 de «proeftuinen», waarin we op kleine schaal en in een testomgeving experimenteren met een betere balans tussen in-, door- en uitstroom van personeel, het creëren van flexibele aanstellingsmogelijkheden en contractvormen (voor (nieuwe) medewerkers, reservisten en zzp’ers) en een welkom terug regeling voor burgermedewerkers die tijdelijk buiten Defensie zijn gaan werken. Deze proeftuinen moeten in het najaar van 2020 de bouwstenen opleveren voor het nieuwe personeelsmodel dat daarop defensiebreed kan worden ingevoerd.

Behoud & Werving

Defensie neemt noodzakelijke maatregelen om de personele vulling te herstellen, de groei ambitie in te vullen en een evenwichtiger personeelsbestand te realiseren. In 2020 doen we dat onder andere door het uitbreiden van het decentraal en regionaal selecteren, werven, keuren en aanstellen, het vergroten van de bevoegdheid van lagere commandanten, het sneller aanstellen van militaire herintreders en het uitbreiden van Defensity College naar hbo-studenten.

Om nog beter te kunnen optreden, in de uitvoering van onze taken én als organisatie waar alle medewerkers zich altijd veilig voelen moeten we diverser en inclusiever worden. Voor het vergroten van diversiteit is onder meer werving en behoud van personeel uit de doelgroepen van belang. Defensie werkt hier aan via verschillende paden3.

Personeelszorg

Voor de zorg en waardering die veteranen verdienen op basis van hun bewezen diensten houdt Defensie doorlopend aandacht. De Invictus Games die in mei 2020 in Nederland plaatsvinden zijn een kans om dit wederom te benadrukken. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit de beleidsevaluatie veteranenbeleid wordt een modern stelsel van uitkeringen en compensatiemaatregelen ontwikkeld dat is gericht op betere ondersteuning van de gewonde veteraan bij de re-integratie en maatschappelijke participatie.

Voor reservisten wordt gewerkt aan de verdere harmonisatie van de rechtspositie met de beroepsmilitair. Ook wordt gewerkt aan het vereenvoudigen van de inzet van de reservist door het wegnemen van barrières bij de externe werkgevers.

Verder zijn de eerste stappen gezet voor de invoering van een elektronisch patiëntendossier voor geïntegreerde zorg. In 2020 wordt het programma «Militaire Gezondheidszorg 2020» verder uitgevoerd, een vervolgstap in de modernisering en verbetering van de militaire gezondheidzorg. Zo wordt een start gemaakt met de instroom van kwaliteitszorgmedewerkers voor verdere ontwikkeling van het operationele kwaliteitsmanagementsysteem en met loopbaanbegeleiding voor BIG-geregistreerd militair personeel. Verder worden een nieuw gezondheidscentrum in Ermelo en een tandheelkundig centrum in Badhoevedorp in gebruik genomen.

Beloning

Defensie zet in op de doorontwikkeling van een bezoldigingsstelsel. Dit stelsel moet recht doen aan het bijzondere karakter van de (militaire) taakuitvoering van onze mensen. Het programma Beloning richt zich in 2020 onder andere op de inrichting van een nieuw loongebouw.

Een veilige werkomgeving bij Defensie

Net als ieder ander bedrijf in Nederland streven wij naar een zo veilig mogelijke werkomgeving waarin onze medewerkers professioneel kunnen werken. Echter, door de aard van het werk, die militairen soms in risicovolle omstandigheden brengt waarop zij moeten zijn voorbereid, is er sprake van een gedifferentieerde risicoacceptatie. Zo zijn we tijdens (initiële) opleidingen extra waakzaam om (nog onervaren) personeel in een veilige leeromgeving voor te bereiden op hun toekomstige taken. Maar anders is het bij het trainen en oefenen voor daadwerkelijke inzet. Daar is de inspanning gericht op het verantwoord en voorbereid verkennen van grenzen en het opereren onder wisselende, complexere omstandigheden zodat militairen klaar zijn voor inzet. De risico-acceptatie kan daar dus groter zijn. Om het soepel schakelen tussen verschillende velden, inclusief de daarbij horende risico-acceptatie, mogelijk te maken, wordt geïnvesteerd in de kennis en kunde op het gebied van risicomanagement.

We gaan door met de ingezette maatregelen uit het plan van aanpak «Een veilige defensieorganisatie». In lijn met de bevindingen van de Visitatiecommissie wordt dat plan wel doorontwikkeld en verbreed. Na het nemen van de eerste stap (het opzetten van een veiligheidsorganisatie) is het nu zaak door te stappen. Daarbij zal vooral oog zijn voor het aanpakken van de grondoorzaken waaruit onveiligheid voort kan komen. Denk hierbij aan verouderde infrastructuur, onvoldoende opgeleid en ervaren personeel, stroperige bureaucratie, niet-beschikbaarheid van materieel, te ver doorgevoerde centralisatie, etc. Door onder andere het aanpakken van de grondoorzaken wordt de defensie-organisatie structureel veiliger.

Om de sociale veiligheid te versterken hebben we de aanbevelingen van de commissie-Giebels verwerkt in een plan4. De opgestelde maatregelen sluiten aan op het plan «Een veilige defensieorganisatie». De komende jaren wordt daarbij structureel extra aandacht besteed aan vijf deelgebieden: cultuur, opleiding en training, leidinggevenden, meldingen en meldsysteem en werving en loopbanen. Er zijn inmiddels diverse initiatieven gestart om het gewenste gedrag te bespreken en te reflecteren op de eigen rol. Een voorbeeld hiervan is de theatervoorstelling «Vuurdoop» van de landmacht, welke in enige vorm ook aandacht moet krijgen bij andere defensieonderdelen. Daarnaast wordt er voor de versterking van het middenkader ook in 2020 uitvoering gegeven aan periodieke leiderschapsvorming. Dit allemaal als onderdeel van de tweede fase (de eerste fase is medio 2019 afgerond) die medio 2020 afgerond moet zijn. Hierna zal de derde fase worden gestart met als doel om de effecten te borgen, te evalueren en continu te verbeteren. Sociale en fysieke veiligheid kunnen niet onafhankelijk van elkaar worden beschouwd: ze hebben invloed op elkaar. Daarom zet Defensie in op zowel de fysieke als op de sociale veiligheid.

In 2020 zetten we verder onder andere in op:

  • Het verder versterken van de veiligheidsorganisatie. Beleid, uitvoering en toezicht op het gebied van veiligheid zijn inmiddels in de basis ingericht maar dienen te worden versterkt. Om alle drie de lines of defence zoals beschreven in het plan van aanpak voldoende te laten functioneren wordt de komende jaren ingezet op: (1) betere rolneming van commandanten (eerste lijn) met meer bevoegdheden, (2) versterken van de veiligheidsorganisatie en de expertise centra (tweede lijn), en (3) beter organiseren van de kwaliteitsbewaking en borging door de derde lijn: een sterkere auditcapaciteit;

  • Het verder implementeren van het veiligheidsmanagementsysteem in de bedrijfsvoering van Defensie;

  • In 2020 wordt geïnvesteerd in een informatie-functionaliteit ter ondersteuning van het veiligheidsmanagementsysteem. Met deze functionaliteit moet het mogelijk worden om onderkende risico’s te kunnen vastleggen en te analyseren. Tevens moet het mogelijk worden om de voortgang van maatregelen naar aanleiding van voorvallen en audits te bewaken;

  • In de initiële en vervolgopleidingen worden risicomanagement en sociale en fysieke veiligheid meer dan voorheen onderwezen op basis van aangepaste curricula;

  • Defensie zet een eenvoudig te benaderen meldpunt en een professioneel meldsysteem op, waardoor begeleiding en nazorg beter kunnen worden gefaciliteerd;

  • De pool van onderzoekers van voorvallen van de COID wordt, net als in 2019, verder geprofessionaliseerd en uitgebreid;

  • Het verbeteren van de higher-risk ketens c.q. processen zoals het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, het schieten, het duiken, de munitieketen, de medische afvoer tijdens inzet en het gebruik van gevaarlijke stoffen zoals chroom-6. De bestaande verbeterplannen zijn in uitvoering en worden verder gerealiseerd in 2020 en daarna.

Investeringen en vervangingen

Met de Defensienota zijn ook voor ons materieel de lijnen uitgezet voor de versterking en modernisering van de krijgsmacht in de komende jaren. In 2020 neemt de vijfjaarsgemiddelde investeringsquote verder toe naar 21%, waarmee wordt voldaan aan de NAVO-norm.

Het duurt een aantal jaar voordat een project resulteert in de instroom van het materieel. Dat neemt niet weg dat ook al in 2020 materieel beschikbaar komt. Het gaat onder andere om:

  • Nieuwe helmen, kleding en gevechtsuitrusting waaronder ballistische bescherming komen beschikbaar voor onze mensen;

  • Het eerste multi role tanker-transporttoestel (MRTT) wordt afgeleverd en gestationeerd op de vliegbasis Eindhoven. België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Noorwegen schaffen samen acht MRTT-toestellen aan, waarbij deze landen zullen beschikken over het aantal vlieguren waarvoor zij hebben ingetekend;

  • Acht F-35 toestellen stromen in. Deze toestellen worden geplaatst op de vliegbasis Leeuwarden, waar het eerste F-35 squadron zich voorbereidt op het bereiken van operationele status in 2021;

  • De eerste van vier LC-fregatten die het instandhoudingsprogramma doorlopen, komt weer beschikbaar. De fregatten worden tijdens het programma voorzien van de nieuwe SMART-L radar met early warning sensorcapaciteit die geschikt is voor ballistische raketverdediging;

  • Ruim 500 vrachtwagens van verschillende grootte en ruim 300 containers stromen in. De containers hebben uiteenlopende functies: magazijn, werkplaats (uitlevering in 2020), kantoor, commandovoering en verbindingen (uitlevering na 2020). Verder ontvangt Defensie de eerste exemplaren van in totaal ruim 200 quads en de eerste exemplaren van ruim 500 tactische lichte voertuigen voor de Luchtmobiele Brigade;

  • Het project voor uitbreiding van de chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) capaciteit wordt eind 2020 voltooid.

Daarnaast werkt Defensie in 2020 verder aan de aanschaf van nieuw materieel, dat in latere jaren zal instromen. We verwachten onder andere de B-brieven van het project «Vervanging M-fregatten» en van het project «Vervanging Close-In Weapon System» voor luchtverdedigingssystemen op de korte afstand van marineschepen naar de Kamer te sturen. Ook de D-brief over de Midlife Update van het CV-90 Infanterie Gevechtsvoertuig en de A-brieven over de vervanging van middelzware landingsvaartuigen, een moderniseringsprogramma (Block Upgrade) van de NH-90 helikopters, en de vervanging van de PC-7 lesvliegtuigen worden naar verwachting in 2020 aan de Kamer gezonden.

Voorraden

Om de beschikbaarheid van voorraden te verbeteren investeren we in eerste instantie vooral om de voorraden voor missies (in het kader van de tweede hoofdtaak) op niveau te brengen. Zo zijn de voorraden van operationele rantsoenen en de geneeskundige verbruiksvoorraden voor de Snel Inzetbare Capaciteiten aangevuld. In 2020 worden er vervolgstappen gezet om ook bijvoorbeeld de munitievoorraden aan te vullen. Bij het aanvullen van de voorraden is nog veel achterstand in te lopen, het zal dus tijd (en geld) kosten.

In het kader van de eerste hoofdtaak (Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk) wordt het Beleidskader Inzetvoorraden geactualiseerd en worden nieuwe normen vastgesteld. Dit is onderdeel van de lange lijnen naar de toekomst.

Cyber

Er is sprake van een permanente digitale dreiging, waarbij de grootste dreiging uitgaat van staten. Dit gecombineerd met de verslechterde internationale veiligheidssituatie zorgt dat Defensie een grotere rol moet spelen op het gebied van digitale veiligheid. Met het uitkomen van de nieuwe Defensie Cyber Strategie (DCS) geeft Defensie antwoord op en richting aan deze rol. In 2020 worden de doelstellingen van de DCS verder uitgewerkt om de bijdrage van Defensie aan de digitale veiligheid van Nederland en de NAVO te vergroten en om digitaal te winnen in militaire operaties.

Concreet betekent dit dat Defensie onder meer:

  • Een strategisch responskader nader ontwikkelt in het geval van een digitale aanval, met inbegrip van defensiecapaciteiten;

  • De capaciteit van het Defensie Cyber Commando verder uitbreidt om in militaire operaties het overwicht te verkrijgen en te behouden;

  • De capaciteit van de MIVD verder uitbreidt om het inzicht op de intenties en capaciteiten van statelijke actoren verder te vergroten en deze actoren te verstoren wanneer ze optreden tegen belangen die de nationale veiligheid raken;

  • Haar bijdrages vergroot aan interdepartementale structuren gericht op cyber security;

  • Verder zal gaan met de ontwikkeling van cyber mission teams met personeel van MIVD en krijgsmacht.

Het uitbouwen van de digitale slagkracht van Defensie. Dit is noodzakelijk, gelet op de grondwettelijke taken van Defensie.

Vastgoed

Nu de defensiebegroting weer groeit, kunnen achterstanden bij investeringen en instandhouding voor vastgoed en infrastructuur worden ingelopen. Daar zijn we dan ook hard mee aan de slag. De achterstanden zijn vooral urgent bij legeringsgebouwen en keukens en waar de veiligheid en de gezondheid van het personeel in het geding kunnen komen. Daar geven we voorrang aan.

De aanpak vergt veel tijd, omdat de achterstanden zich niet in enkele jaren laten wegwerken. Zowel financieel als qua benodigde personele capaciteit – bij Defensie, het Rijksvastgoedbedrijf en bij marktpartijen – is spreiding van werkzaamheden over vele jaren geboden. Het Strategisch Vastgoedplan5, dat u voor het zomerreces (2019) heeft ontvangen, vormt een eerste stap in een planmatige aanpak van deze problematiek. Het is daarmee ook een belangrijke stap die we deze kabinetsperiode zetten, als onderdeel van onze weg naar een gezonde vastgoedportefeuille.

Duurzaamheid en omgeving

Dit najaar ontvangt u de Defensie Energie en Omgeving Strategie 2019–2022. Daarin geven wij op hoofdlijnen richting aan de manier waarop onze organisatie in de toekomst minder afhankelijk van fossiele brandstoffen willen worden en hoe we met een beperkte footprint kunnen optreden, ook voor langere duur. Dat doen we stap voor stap, afhankelijk van beschikbaar budget, (operationele) haalbaarheid en in aansluiting op het rijksbeleid. Het belangrijkste uitgangspunt is dat we onze grondwettelijke taken kunnen blijven uitvoeren. Te beginnen met het jaarverslag over 2020 ontvangt u gegevens over het energiegebruik bij Defensie. Mede op basis van de verzamelde gegevens wordt een concreet en in de tijd haalbaar pakket aan verduurzamingsmaatregelen uitgewerkt.

Hiernaast werkt Defensie in 2020 door aan de luchthavenbesluiten, die uiterlijk 1 november 2021 gereed moeten zijn. Samen met andere departementen, provincies en gemeenten werkt Defensie aan de stikstofproblematiek die is ontstaan na de uitspraak over het programma aanpak stikstof door de Raad van State. Onder meer wordt bezien wat de consequenties hiervan zijn voor geplande ontwikkelingen bij Defensie.

Vereenvoudigen besturing en processen

Mede in het kader van de beoogde wendbaarheid en het verminderen van bureaucratie zetten we de activiteiten voort om regelgeving en processen te vereenvoudigen. Daarbij kijken we ook of bevoegdheden kunnen worden gemandateerd naar lagere niveaus in de defensieorganisatie. In 2020 richten we ons onder andere op het standaardiseren, vereenvoudigen en digitaliseren van de huidige behoeftestellingsprocessen voor personeel (incl. inhuur van tijdelijk extern burgerpersoneel), materieel en IT.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

In de begroting 2019 is de instelling van het defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) aangekondigd waarin de uitgaven aan investeringen en instandhouding worden opgenomen. Het wetsvoorstel dat de basis vormt voor het fonds wordt, samen met een dummybegroting, tegelijk met deze begroting aangeboden. In deze dummybegroting wordt een voorstel gedaan hoe het DMF er in de praktijk uit komt te zien en welke informatie de Kamer in de toekomst in de begroting van het DMF kan vinden.

De instelling van het DMF faciliteert het belang van de lange termijndoelstellingen van Defensie (door het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid, Kamerstuk 27 830 nr. 281) en bevordert een juiste weging van het belang van langetermijninvesteringsprojecten ten opzichte van uitgaven die al op korte termijn hun effect hebben.

Samenwerking

De veranderende en verslechterende veiligheidsomgeving vraagt om een versterking van de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein. De Nationale Veiligheidsstrategie (Kamerstuk 30 821, nr. 81) en de herijking van de civiel-militaire samenwerking geven hier veel aanknopingspunten voor. Bij het te ontwikkelen beleid en de uitvoering hiervan worden onder andere de bescherming van vitale processen, CBRN en de weerbaarheid van de samenleving meegenomen. In 2020 wordt verder gewerkt aan de oprichting van het Territoriaal Operatie Centrum (TOC).

We gaan nog intensiever samenwerken met onze bondgenoten, onder andere in het kader van de collectieve verdediging en afschrikking. De meest recente ontwikkeling in dit opzicht is de verwelkoming van het Readiness Initiative tijdens de NAVO-top in 2018. Nederland heeft zowel in het maritieme als in het land- en luchtdomein aan de NAVO capaciteiten aangeboden, maar kan niet geheel voldoen aan wat NAVO graag van Nederland als bijdrage zou zien. Dit heeft onder andere te maken met het herstel van de gereedheid en de inspanningen in missies en operaties.

In het kader van de EU-samenwerking zal Nederland in de tweede helft van 2020 deelnemen aan de door Duitsland geleide EU-Battlegroup. De Nederlandse inzet op het gebied van Europese defensiesamenwerking is gericht op een verdere versterking, die ook bijdraagt aan een sterker Europees aandeel binnen de NAVO. We werken in EU-verband nauw samen met andere lidstaten in negen PESCO-projecten en in diverse projecten in het kader van het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP). In 2019 zijn de eerste EDIDP-projecten gefinancierd. Vanaf 2021 zal het EDIDP overgaan in het Europees Defensiefonds (EDF).

Vernieuwend samenwerken

We willen een stevige verankering in de samenleving, waar we onderdeel van zijn. Dat doen we door slim te verbinden en kansen te benutten die ons helpen het voorzettingsvermogen, de inzetbaarheid en de flexibiliteit van de krijgsmacht relatief snel te vergroten waar en wanneer dat nodig is. In de logistiek en transport, bij de genie, in de CIS (Communicatie- en Informatiesystemen)- en HR-domeinen en op het gebied van opleiding, training en cyber zijn nieuwe civiel-militaire samenwerkingsinitiatieven ontstaan, waarin (internationale) militaire en civiele partners gelijkwaardig samenwerken. Dit concept biedt belangrijke voordelen voor zowel Defensie als de partnerorganisaties, zoals mogelijkheden om beter en sneller te anticiperen en reageren op risico’s, dreigingen en piekmomenten, en het op doelmatige wijze voorzien in capaciteiten die niet onafgebroken aanwezig hoeven te zijn.

Hybride dreigingen

Hybride dreiging is domeinoverstijgend en speelt zich vooral af in het grijze gebied tussen vrede en het juridische niveau van oorlog. Ook bij dergelijke scenario’s is Defensie inzetbaar in het kader van de eerste hoofdtaak: het waarborgen van de veiligheid van het eigen grondgebied. Bij Defensie draagt de Counter Hybrid Unit (CHU) op beleidsmatig niveau bij aan de gerichtere inzet tegen deze nieuwe dreiging. Zo voert de CHU in 2020 onder meer een experiment uit om de tactische inzet in het digitale en cognitieve domein te versterken. Het doel daarvan is eenheden beter in staat te stellen alle dimensies van het (hybride) conflict te gebruiken.

Kennis & innovatie

We hebben extra middelen vrijgemaakt voor defensieonderzoek en technologieontwikkeling. In dat kader starten in 2020 onderzoekprogramma’s bij TNO, NLR en Marin op prioritaire terreinen zoals cyber, kunstmatige intelligentie en energiewapens. Verder wordt in 2020 begonnen met de uitvoering van de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid van het missie gedreven innovatie beleid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dat gebeurt in nauwe samenspraak met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de topsectoren High Tech Materialen en Systemen, Logistiek en Water en Maritiem.

In 2020 gaan we samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid participeren in onderzoek van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) naar Maatschappelijk Verantwoord Innoveren. Defensie draagt in 2020 opnieuw bij aan de Nationale Wetenschapsagenda. Zo participeren we in onderzoek op het terrein van cybersecurity. Met het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt het gezamenlijke onderzoekprogramma voor strategisch veiligheidsbeleid Progress voortgezet; een van de producten daarvan is de jaarlijkse Strategische Monitor van HCSS en Clingendael.

In Europees verband beginnen we in 2020 met de concrete uitwerking van het Europees Defensiefonds (EDF), waarvoor vanaf 2021 middelen zullen worden ingezet. Daarbij zet Nederland in op betekenisvolle samenwerking tussen de lidstaten op gebied van onderzoek en technologie- en capaciteitenontwikkeling, alsmede het scheppen van kansen voor NL kennisinstellingen en industrie. In NAVO-verband wordt defensieonderzoek en technologieontwikkeling gestimuleerd met de in 2018 vastgestelde NATO Science & Technology Strategy. Daarbij heeft Nederland het voortouw bij het bevorderen van gezamenlijk onderzoek naar kunstmatige intelligentie ten behoeve van militairy decision making.

Vooruit kijken

We kunnen samen weer vooruitkijken. De schappen raken geleidelijk aan weer vol, onze mensen krijgen vernieuwd en verbeterd materieel, onder verbeterde en veiligere (werk)omstandigheden én met betere arbeidsvoorwaarden. Zaken die essentieel zijn voor het uitvoeren van onze grondwettelijke taken zoals het beschermen van ons (bondgenootschappelijk) grondgebied.

We zijn er echter nog niet. Nog lang niet. We willen de basis verder op orde brengen, om daarna de slagkracht te kunnen versterken en uiteindelijk onze gevechtseenheden te kunnen vergroten om zo onze schakel in de NAVO-veiligheidsketting te versterken. Hoe we dit gaan doen werken we uit in de herijking van de Defensienota die in 2020 wordt gepresenteerd. Een herijking die we aan de hand van gesprekken met ons defensiepersoneel en met mensen buiten de organisatie zullen vormgeven in een bijzonder en belangrijk jaar.

Een bijzonder jaar omdat we 75 jaar vrijheid vieren, een belangrijk jaar omdat we in 2020 keuzes moeten maken voor de krijgsmacht van de toekomst. Besluiten die van invloed zijn op het uitvoeren van onze grondwettelijke taken én onze vrijheid in 2045; het jaar waarin wij 100 jaar vrijheid vieren.

KPI’s

In de onderstaande tabel worden de normen voor de KPI’s in 2020 omtrent inzetbaarheid, financiën, veiligheid, personeel en voorzien in materieel toegelicht zoals toegezegd in Kamerbrief 35 000-X-136.

3

Kamerstuk 35 000 X, nr. 12 – Brief regering; Diversiteit en inclusiviteit bij Defensie – Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019

4

Kamerbrief met beleidsreactie commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie Kamerstuk 35 000 X, nr. 75

5

Kamerstuk 2018–2019, 33 763, nr. 151

Licence