Base description which applies to whole site

Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Introductie

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) adviseert en waarschuwt de samenleving om risico’s met een atmosferische of seismische oorsprong terug te dringen. Het KNMI ontwikkelt daartoe hoogwaardige kennis, verricht waarnemingen, en zet die om in producten en diensten die de veiligheidsrisico’s verminderen, bijdragen aan een duurzame samenleving en economische mogelijkheden bevorderen.

Per 1 januari 2016 is de Wet taken meteorologie en seismologie in werking getreden.

Producten en diensten

De samenleving wordt steeds gevoeliger voor extreem weer, klimaatverandering, luchtkwaliteit, vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. Om deze toegenomen risico’s zoveel mogelijk te helpen beperken past het KNMI het concept van de risico-reductie-cyclus toe.

We bewaken en waarschuwen, maar we geven ook adviezen en handelingsperspectieven voor zowel acute als toekomstige gevaren. Daarbij trekken we actief lessen uit gebeurtenissen om toekomstige adviezen nog beter te maken en zo tot risico reductie te komen. Dit doen we samen met onze omgeving: het algemene publiek, overheden en (weer)bedrijven. We innoveren permanent onze dienstverlening en creëren daarbij (duurzame) economische kansen voor het bedrijfsleven terwijl we bijdragen aan een veilig, bereikbaar en leefbaar Nederland.

Het KNMI heeft zijn producten en diensten ingedeeld in de productgroepen Meteorologie en Seismologie. Daarnaast wordt Aardobservatie als product onderscheiden. Meetbare gegevens voor deze productgroepen zijn opgenomen in beleidsartikel 23.

Begroting van baten en lasten

Begroting van baten-lastenagentschap KNMI voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

             

Omzet

83.134

85.943

88.297

82.082

86.167

80.053

83.073

Omzet moederdepartement

57.766

58.570

60.299

53.908

57.977

51.496

54.516

Omzet overige departementen

2.829

2.563

2.763

2.763

2.763

3.130

3.130

Omzet derden

22.539

24.810

25.235

25.411

25.427

25.427

25.427

Vrijval voorzieningen

72

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

1

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

2

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

83.209

85.942

88.297

82.082

86.167

80.053

83.073

               

Lasten

             

Apparaatskosten

57.112

60.844

62.527

66.610

65.620

66.177

65.197

– Personele kosten

34.569

37.054

37.793

41.229

42.162

42.707

41.461

* waarvan eigen personeel

30.790

34.421

35.772

38.263

38.982

39.393

38.458

* waarvan Inhuur Externe

1.237

2.581

1.969

2.914

3.128

3.262

2.951

* waarvan overige personele kosten

2.542

52

52

52

52

52

52

– Materiële kosten

22.543

23.790

24.734

25.381

23.458

23.470

23.736

* waarvan apparaat ICT

4.824

5.105

5.105

5.105

5.105

5.105

5.105

* waarvan bijdrage aan SSO's

4.409

4.075

3.975

3.975

3.275

3.275

3.275

* waarvan overige materiele kosten

13.310

14.610

15.654

16.301

15.078

15.090

15.356

Afschrijvingskosten

2.812

3.438

3.438

3.438

3.438

3.438

3.438

– Materieel

2.510

3.038

3.038

3.038

3.038

3.038

3.038

– Immaterieel

302

400

400

400

400

400

400

Dotaties voorzieningen

21

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

23.145

21.635

22.307

12.009

17.084

10.413

14.413

– Aardobservatie

23.145

21.635

22.307

12.009

17.084

10.413

14.413

Bijzondere lasten

62

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

7

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

83.160

85.917

88.272

82.057

86.142

80.028

83.048

               

Saldo van baten en lasten uit gewone bedrijfsuitoefening

48

25

25

25

25

25

25

Agentschapsdeel uit Vpb-lasten

27

25

25

25

25

25

25

Saldo van baten en lasten

21

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Omzet IenW

De omzet IenW betreft een vergoeding voor de producten op het gebied van meteorologie, seismologie en aardobservatie. Het betreft zowel een vergoeding voor wettelijke taken als de vergoeding van RWS, ANVS en beleids-DG’s voor maatwerk. De fluctuatie in de opbrengsten IenW wordt vooral veroorzaakt door fluctuatie in de bijdrage in het kader van Aardobservatie.

Daarnaast is sprake van een stijging door de toekenning van extra middelen vanaf 2019 in het kader van I-strategie en het ontwikkelen naar een Early Warning Centre (EWC).

Hieronder volgt een nadere specificatie van de omzet moederdepartement en van de omzet per productgroep.

Specificatie Omzet Moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Hoofdstuk XII

             

Artikel 11 Integraal waterbeleid

722

922

562

421

420

420

420

Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

45

45

45

45

1

0

0

Artikel 17 Luchtvaart

14

14

14

14

0

0

0

Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

345

0

0

0

0

0

0

Artikel 23 Meteorologie en seismologie en aardobservatie

51.234

54.122

56.703

50.453

54.581

48.101

51.121

Bijdrage RWS

2.370

2.370

2.370

2.370

2.370

2.370

2.370

Bijdrage ANVS

213

213

213

213

213

213

213

Overige omzet IenW

2.823

883

392

392

392

392

392

–  Waarvan Nog uit te voeren werkzaamheden1

2.510

491

0

0

0

0

0

Totaal

57.766

58.570

60.299

53.908

57.977

51.496

54.516

1

De omzet nog uit te voeren werkzaamheden bestaat uit opbrengsten die in eerdere jaren van IenW zijn ontvangen en waar in een later jaar prestaties voor worden geleverd.

Specificatie Omzet Moederdepartement per product (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Meteorologie

33.669

35.662

36.837

40.853

39.914

40.103

39.123

Seismologie

952

1.273

1.155

1.046

979

980

980

Aardobservatie

23.145

21.635

22.307

12.009

17.084

10.413

14.413

Totaal

57.766

58.570

60.299

53.908

57.977

51.496

54.516

Omzet overige departementen

De opbrengst overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor de inzet van KNMI-capaciteit voor het hen verzochte maatwerk.

Specificatie Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Rijksinstituut voor Veiligheid en Milieu

88

87

87

87

87

87

87

Het Ministerie van Defensie

1.020

1.105

1.305

1.305

1.305

1.305

1.305

Het Ministerie van Economische Zaken

1.696

1.223

1.223

1.223

1.223

1.590

1.590

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken

8

           

Overig

17

149

149

149

149

149

149

Totaal

2.829

2.563

2.763

2.763

2.763

3.130

3.130

Toelichting

  • Het KNMI ontvangt een vergoeding van het Rijksinstituut voor Veiligheid en Milieu (RIVM) voor de levering van luchtkwaliteitsverwachtingen.

  • De bijdrage van het Ministerie van Defensie is vooral voor onderhoud en beheer van de meetinfrastructuur. De verhoging van € 0,2 miljoen vanaf 2020 betreft een verwachte kostenstijging bij het aangaan van een nieuw contract.

  • De bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat betreft dienstverlening op seismologisch en klimatologisch gebied. Vanaf 2023 komt daar dienstverlening op het gebied van Space Weather (€ 0,4 miljoen) bij.

Omzet derden

Specificatie omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Opbrengsten luchtvaart

9.038

8.997

9.497

9.497

9.497

9.497

9.497

Projecten extern gefinancierd

11.080

13.233

13.233

13.233

13.233

13.233

13.233

Dataverstrekkingen en licenties

682

600

600

600

600

600

600

Overige opbrengsten

1.739

1.979

1.904

2.080

2.096

2.096

2.096

Totaal

22.539

24.809

25.234

25.410

25.426

25.426

25.426

Toelichting

  • Opbrengsten luchtvaart zijn inkomsten uit een drietal tarieven die via Eurocontrol of LVNL bij luchtvaartmaatschappijen in rekening worden gebracht. De verhoging van € 0,5 miljoen vanaf 2020 betreft een verwachte stijging bij het aangaan van een nieuw contract.

  • Projecten extern gefinancierd bestaat uit gelden van de Europese Unie, ESA/Estec (bv. Copernicus Sentinel-2 Misson Performance Centre), Eumetsat (bv. Ocean and Sea Ice Satellite Application Facilities), ECMWF (bv. Copernicus Atmosphere Monitoring Service projecten), Universiteiten en NSO (bv. Ozon Monitoring Instruments en Ruisdeal Observatory) ter financiering van onderzoeksprojecten in de meteorologie en seismologie.

  • De opbrengsten dataverstrekking en licenties bestaan uit ontvangsten van voornamelijk weerproviders voor door het KNMI aan hen geleverde meteorologische data.

  • De overige opbrengsten betreffen met name lopende contracten met derden (zoals bijvoorbeeld Climate Centre, NAM en Havenbedrijven).

Lasten

Personele kosten

De specificatie van de personele kosten is als volgt:

Specificatie personele kosten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Aantal fte's

373

375

390

417

424

429

419

Eigen personeelskosten

30.790

34.421

35.772

38.263

38.982

39.393

38.458

Inhuur

1.237

2.581

1.969

2.914

3.128

3.262

2.951

Overige personele kosten

2.542

52

52

52

52

52

52

Zowel de stijging van het aantal fte’s als de stijging van de inhuur wordt veroorzaakt door extra kosten in het kader van het verder uitvoeren van de projecten IT Migratie, I-strategie en EWC.

  • De personele kosten nemen door I-strategie toe met € 0,6 miljoen in 2019 oplopend tot € 1,1 miljoen vanaf 2024. Voor EWC gaat het om € 1,5 miljoen in 2020 oplopend tot € 4,9 miljoen in 2023. Daarna loopt dit weer af tot € 0,9 miljoen in 2025. Dit vertaalt zich ook in een stijging van het aantal fte’s.

  • De inhuur door I-strategie neemt toe met circa € 0,4 miljoen extra kosten per jaar, voor EWC gaat het om € 0,5 miljoen in 2020 oplopend tot € 1,6 miljoen in 2023. Daarna loopt dit weer af tot € 0,3 miljoen in 2025. Voor IT-migratie gaat het om circa € 0,9 miljoen in 2019.

Materiële kosten

De materiële uitgaven omvatten onder andere ICT, huisvesting, communicatie en contributies. De tijdelijke stijging wordt vooral veroorzaakt door hogere kosten ICT in verband met het verder uitvoeren van het programma BD+. Daarnaast nemen de materiele kosten verder toe door extra uitgaven met betrekking tot het project I-strategie (€ 0,1 miljoen in 2020 tot € 0,6 miljoen in 2024) en EWC (€ 0,3 miljoen in 2020, oplopend tot € 0,5 miljoen vanaf 2022).

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten betreffen voornamelijk de afschrijvingskosten voor ICT-apparatuur (Rekenserver en Massa opslagsysteem) en waarneemapparatuur (regenradars, wolkenradars en een veelheid aan sensoren).

Kasstroomoverzicht over het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

1.

Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekening

4.110

13.112

9.850

9.939

4.312

5.470

4.170

2a.

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

4.967

3.806

3.438

3.438

3.828

3.438

6.692

2b.

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 131

– 5.339

– 900

– 6.445

0

– 3.021

0

2.

Totaal operationele kasstroom

4.836

– 1.533

2.539

– 3.006

3.828

417

6.692

3a.

Totaal investeringen (–/–)

– 1.584

– 5.610

– 1.700

– 430

– 60

– 360

– 360

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)

1.154

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 430

– 5.610

– 1.700

– 430

– 60

– 360

– 360

4a.

Eenmalige uitkeringen aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

0

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

300

300

300

300

300

300

300

4c.

Aflossingen op leningen (–/–)

– 948

– 2.029

– 2.750

– 2.920

– 2.970

– 2.017

– 1.368

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

5.244

5.610

1.700

430

60

360

360

4.

Totaal financieringskasstroom

4.596

3.881

– 750

– 2.190

– 2.610

– 1.357

– 708

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

13.112

9.850

9.939

4.312

5.470

4.170

9.794

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en vooruit ontvangen bedragen.

Investeringskasstroom

Investeringen vinden vooral plaats in waarneemapparatuur.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën betreft investeringen met een afschrijvingstermijn van 3 jaar of langer. Voor 2019 en latere jaren betreft het vooral investeringen in waarneemapparatuur. De aflossingen betreffen de reguliere aflossingen op de reeds afgesloten leningen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Kostprijzen per product (groep)

             

– percentage overhead1

106

106

106

106

106

106

106

– fte's overhead/indirect

99

87

87

87

87

87

87

               

Tarieven/uur

104

112

112

112

112

112

112

               

Omzet per produktgroep

             

– Meteorologie

56.831

61.307

63.078

67.270

66.347

66.536

65.556

– Seismologie

3.158

3.030

2.912

2.803

2.736

3.104

3.104

– Aardobservatie

23.145

21.635

22.307

12.009

17.084

10.413

14.413

               

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

373

375

389

416

424

429

418

               

Saldo van baten en lasten (%)

0%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

               

Algemene weersverwachtingen en adviezen

             

– afwijking min.temperatuur (°C)

0,17

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

– afwijking max.temperatuur (°C)

– 0,34

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

ABS (<0,5)

– gemiddelde afwijking windsnelheid (m/s)

– 0,01

ABS (<1,0)

ABS (<1,0)

ABS (<1,0)

ABS (<1,0)

ABS (<1,0)

ABS (<1,0)

Maritieme verwachtingen

             

– tijdigheid marifoonbericht (%)

> 99

> 99

> 99

> 99

> 99

> 99

> 100

1

Geïndexeerd: 2015 = 100

Toelichting

  • De daling van het aantal fte’s overhead/indirect wordt vooral veroorzaakt door een daling van het aantal begrote uren voor management en managementondersteuning.

  • De tarieven per uur stijgen vooral door de gestegen loonkosten (cao en stijging sociale lasten). Hiervoor is vanuit het moederdepartement een compensatie ontvangen.

  • De omzet voor de productgroep Meteorologie stijgt vooral door toevoegen van extra middelen voor EWC en de I-strategie. Zie ook de toelichting bij de omzet moederdepartement.

  • Ook het aantal fte’s stijgt vanaf 2020 vooral door uitvoeren van het project I-strategie en EWC. Zie ook de toelichting bij de personeelskosten.

Licence