Base description which applies to whole site

3.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verhoging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 383,4 miljoen in 2021.

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2021

Vastgestelde begroting 2021

 

11.393.366

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

11.651.130

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Gastlandbeleid internationale organisaties

1.3

‒ 7.255

2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde

2.4

‒ 20.844

3) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

505.832

4) Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

4.4

3.698

5) Apparaat

7.1

‒ 82.110

6) Overige mutaties

 

‒ 15.974

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

12.034.477

Toelichting

  • 1. Artikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties

    Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.

  • 2. Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

    De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.

  • 3. Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie

    De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten van EUR 505,8 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022 (à EUR 383,4 miljoen) en de nieuwe mutaties die met deze 2e suppletoire begroting verwerkt worden (à EUR 122,5 miljoen). Alle mutaties worden hieronder kort en bij artikel 3 in onderdeel 4 Beleidsartikelen nader toegelicht.

    Voor Nederland leidt het surplus (het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020) over 2020 tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021. Het totale effect van de Lenteraming en overige inkomsten uit de vierde aanvullende Europese begroting (DAB4) op de afdrachten is een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen. De technische aanpassing voor overheveling van een resterend bedrag voor speciale instrumenten 2020 naar 2021 veroorzaakt een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen. Aanpassing van het kasritme voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) leidt tot een verhoging van de Nederlandse afdrachten in 2021 met EUR 54 miljoen die in de jaren erna wordt gecompenseerd. Verhoging van het flexibiliteitsinstrument veroorzaakt een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen. Tevens is er een afdracht onder voorbehoud van EUR 185,4 miljoen aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

    Tot slot betreft DAB6 een bijstelling van de plasticraming van enkele lidstaten die als effect op het Nederlandse BNI-afdracht een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021 als gevolg heeft. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie tot slot verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen die (deels onder voorbehoud) is afgedragen.

  • 4. Artikel 4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

    Op artikel 4.4 hebben de belangrijkste mutaties betrekking op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB). Daar worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.

  • 5. Artikel 7 Apparaat

    De uitgaven op apparaat dalen per saldo met EUR 82,1 miljoen. De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 12,3 miljoen. De uitgaven worden verlaagd naar aanleiding van de tegenvallende consulaire ontvangsten (artikel 4) middels een desaldering. De materiële uitgaven dalen per saldo met EUR 69,9 miljoen. Dit is het gevolg van een overheveling naar FMHaaglanden (EUR 10,9 miljoen) ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8 en lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting (EUR 21 miljoen) en het doorschuiven van middelen voor veiligheid van hoog-risico posten (EUR 18 miljoen). Ook wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gedurende 2021 per saldo EUR 9,3 miljoen lager uitgevallen. De belangrijkste mutaties worden onder de tabel toegelicht.

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2021

Vastgestelde begroting 2021

 

921.285

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

923.215

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Diverse ontvangsten EU

3.10

29.057

2) Consulaire dienstverlening

4.10 en 4.20

‒ 12.300

3) Apparaat

7.10

‒ 24.780

4) Overige mutaties

 

‒ 1.242

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

913.950

Toelichting

  • 1. Artikel 3.10 Diverse ontvangsten EU

    De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere EU-ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de vraag of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

    Tot slot stijgt de perceptiekostenvergoeding ook nog met EUR 26,1 miljoen. Als gevolg van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) draagt Nederland (naar aanleiding van deze controle) een TEM-hoofdsom af en ontvangt conform de TEM-systematiek deze perceptiekostenvergoeding over de afdracht.

  • 2. Artikel 4.10 en 4.20 Consulaire dienstverlening

    De ontvangsten onder deze twee artikelonderdelen nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten (EUR 2,3 miljoen) achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7 (d.w.z. tevens in mindering gebracht op de uitgaven).

  • 3. Artikel 7 Apparaat

    Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) aangepast op basis van de huidige ramingen.

Licence