Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

IenW zet zich in het internationale domein in voor een klimaatbestendige en duurzame infrastructuur en leefomgeving. Zo heeft Nederland zich gecommitteerd aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals/SDG's), waardoor de Nederlandse innovaties en kennis ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet voor het realiseren van die doelen.

Met het agenderen van onderzoek en beleid, de ontwikkeling van internationale beleidsinstrumenten, de uitwisseling van kennis en expertise, het creëren van draagvlak en het versterken van marktkansen voor de Nederlandse IenW-sectoren, zet IenW gericht in op internationale samenwerking met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen om de klimaatweerbaarheid, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie in binnen- en buitenland te versterken.

Regisseren

De Minister van IenW regisseert de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale transport- en milieubeleid. Meer specifiek is de Minister van IenW verantwoordelijk voor:

  • De uitvoering van de voor IenW relevante SDG's uit de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en de verantwoording aan de Tweede Kamer daarover.

  • De regie op de internationale aspecten van het IenW-beleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daartoe horen onder andere de Transport- en Milieuraad van de EU, de UNECE, de OESO, OESO-ITF en UN Environment.

  • Het opstellen en uitdragen van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema's.

  • De nationale en Europese beleidscoördinatie op het gebied van satellietnavigatie en de IenW-inzet op het gebruik van satellietdata en satellietnavigatie.

Het internationale IenW-beleid vindt niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel. Specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de Minister op de verschillende beleidsterreinen van IenW zijn bij de betreffende artikelen vermeld.

Stimuleren

De Minister van IenW ontplooit ook diverse activiteiten om de nationale doelen van de transities naar een circulaire economie, een klimaatbestendige inrichting van de leefomgeving en duurzame mobiliteit te versterken door verbinding met internationale activiteiten.

  • Het onderhouden van een netwerk met lidstaten, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties. Dit netwerk is cruciaal om tijdig (nieuwe) internationale ontwikkelingen te signaleren die van invloed (kunnen) zijn op de IenW-terreinen en het ontwikkelen van een visie en strategie voor de internationale beleidsinzet.

  • Voor ondersteuning van beleidsontwikkeling neemt IenW deel aan diverse bilaterale en multilaterale overleggen (formeel en informeel) gericht op de totstandkoming van coalities met gelijkgezinde landen.

  • Gerichte financiële ondersteuning van het werk van (inter)nationale organisaties die zich inzetten voor de bevordering van internationale samenwerking en overdracht/uitwisseling van kennis.

  • Ten slotte zet IenW samen met andere deelnemende staten en actoren in op het bevorderen van concrete internationale samenwerking en activiteiten in internationale multi-stakeholderpartnerschappen.

(Doen) Uitvoeren

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De opdrachtverlening en de bijbehorende budgetten aan het RIVM en de RVO worden binnen IenW op één plaats verantwoord en centraal gecoördineerd. Doel hiervan is het verbeteren van overzicht op en flexibiliteit binnen de totale opdracht, kwaliteitsverbetering van het hele opdrachtproces (goed opdrachtgeverschap) en terugdringen van de administratieve lasten.

Indicatoren/kengetallen

De IenW-ambities kunnen door de hoge mate van verwevenheid met de internationale arena alleen maar effectief worden gerealiseerd in internationaal verband. Dit is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar ook van de inbreng van partners en andere partijen. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk. Waar mogelijk zijn deze opgenomen bij de operationele doelen.

De belangrijkste wijzigingen op het terrein van internationaal beleid worden beschreven in de beleidsagenda. De internationale taken van IenW zijn bij verschillende dienstonderdelen belegd en worden op diverse begrotingsartikelen gepresenteerd en verantwoord

Tabel 53 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid art.19 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

54.909

60.887

45.279

45.337

44.435

44.632

44.674

        

Uitgaven

55.891

63.044

46.205

45.628

43.576

43.573

43.615

Waarvan juridisch verplicht

  

96%

    
        

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

55.891

63.044

46.205

45.628

43.576

43.573

43.615

Opdrachten

5.324

10.246

5.870

6.699

6.617

6.617

6.658

- Waarvan uitvoering HGIS

1.722

5.901

1.083

1.875

2.200

2.200

2.200

- Waarvan overige opdrachten

3.602

4.357

4.787

4.824

4.417

4.417

4.458

Subsidies

292

480

251

247

247

247

247

Bijdrage aan agentschappen

46.155

46.910

35.615

36.213

34.568

34.565

34.566

- Waarvan bijdrage aan RIVM

29.873

28.749

24.104

24.702

23.619

23.616

23.616

- Waarvan bijdrage aan RIVM (programma)

4.829

7.354

3.992

4.021

3.457

3.457

3.458

- Waarvan bijdrage aan RVO

9.220

9.516

7.264

7.234

7.235

7.235

7.235

- Waarvan bijdrage aan RWS

337

326

142

142

142

142

142

- Waarvan bijdrage aan KNMI

75

0

0

0

0

0

0

- Waarvan overige bijdragen aan agentschappen

1.821

965

113

114

115

115

115

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.120

4.008

2.469

2.469

2.144

2.144

2.144

Bekostiging

0

1.400

2.000

0

0

0

0

        

Ontvangsten

5.780

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

De financiering van de in voorgaande jaren aangegane verplichtingen in het kader van de uitvoering van de opdrachten aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en RIVM zijn juridisch verplicht. Deze bijdragen hebben een structureel karakter. Ook de bijdrage aan de doorontwikkeling van het satellietinstrument TROPOMI is meerjarig juridisch verplicht. De bijdrage aan internationale organisaties is grotendeels juridisch verplicht. Het betreft hier uitgaven op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken. Deels zijn deze structureel van aard.

Het niet-juridisch verplichte deel van dit artikel wordt aangewend voor opdrachten die worden verstrekt voor wetenschappelijk (inter)nationaal onderzoek, onderzoekprogramma’s en toekenningen aan (inter)nationale organisaties die een bijdrage leveren aan de internationale beleidsdoelstellingen op het gebied van milieu- en ruimtevaartbeleid.

2 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Opdrachten

Het Ministerie van IenW geeft op het gebied van ruimtevaart een bijdrage aan de exploitatie van het satellietinstrument TROPOMI dat klimaat- en luchtkwaliteitsdata levert. Voor het benutten van de innovatiecapaciteit van data afkomstig van satellietinstrumenten wordt een pilotprogramma samen met het Netherlands Space Office opgezet waarin onderzoeksvragen worden uitgewerkt en pilotprojecten worden uitgevoerd.

Binnen de beleidsverantwoordelijkheid voor de Europese programma’s voor satellietnavigatie (Galileo en EGNOS) wordt samengewerkt met kennis- en uitvoeringsorganisaties aan de ontwikkeling van de Europese infrastructuur en op het toekomstige beheer van de overheidsdienst van Galileo. Ook worden de middelen aangewend voor activiteiten in het kader van internationale diplomatie, waaronder het uitvoeren van missies voor het bedrijfsleven en het ondersteunen en faciliteren van delegaties en internationale bijeenkomsten.

Subsidies

Interreg

Interreg is een Europese subsidieregeling waarin partijen uit meerdere landen samenwerken op het terrein van innovatie, duurzaamheid, bereikbaarheid en regionale gebiedsontwikkeling. Met de beschikbare middelen wordt de Nederlandse bijdrage voor de kosten van de internationale uitvoering en de uitvoering in Nederland (waaronder de stimulering van de deelname door Nederlandse partners) gefinancierd. Hiermee wordt de deelname van Nederlandse organisaties aan de transnationale en interregionale programma’s van Interreg bevorderd. Dit betreft uitgaven in het kader van subsidieregelingen ter stimulering van deelname door Nederlandse partners aan de Europese Interreg-subsidieprogramma’s Europe, North West Europe en North Sea Region. Via de PSR-regeling (Projectstimuleringsregeling Interreg V; Stcrt. 2015, 10986) worden subsidies verstrekt in de voorbereiding en indiening van Interreg-projectvoorstellen. Via de Cofinancieringsregeling (Stcrt. 2015, 30863) kunnen partners een bijdrage krijgen in hun aandeel in de projectkosten. De laatste projecten binnen het huidige programma (2014-2020) worden uiterlijk in 2023 afgerond.

Bijdrage aan agentschappen

RIVM en RVO

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan externe uitvoeringsorganisaties, zoals aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (uitvoering van subsidieregelingen en ander beleidsondersteunende werkzaamheden) en aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (uitvoering van wettelijke taken en beleid onderbouwend onderzoek). De opdrachtverlening en de bijbehorende budgetten aan het RIVM en de RVO worden binnen IenW op één plaats verantwoord en centraal gecoördineerd. Dit betreft uitvoering van subsidieregelingen en –programma’s en beleidsondersteunende werkzaamheden (zoals beleidsadviezen) door de RVO. Het RIVM voert als kennisinstituut op het gebied van milieuproblematiek beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uit. Daarnaast ondersteunt het RIVM het milieubeleid bij een groot aantal (vaak wettelijk vastgelegde) reguliere taken, zoals monitoring- en rapportageverplichtingen en stoffenbeoordelingen.

RWS

Dit betreft de bijdrage voor capaciteitsinzet in het kader van de uitvoering van de Antarcticaregelgeving en enkele ondersteunende activiteiten in het kader van het internationale beleid van IenW.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Het Ministerie van IenW kent op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken financiële bijdragen toe aan (inter)nationale organisaties. Dat is nodig om de kosten te dekken van de doorlopende ontwikkeling van het desbetreffende verdrag of de organisatie. In onderstaande tabel zijn de (verwachte) bijdragen en contributies voor 2021 vermeld.

Tabel 54 Bijdragen (inter)nationale organisaties

Bedragen x € 1.000

United Nations Environment Programme (UNEP)

615

VNECE CLRTAP-verdrag (grensoverschrijdende luchtverontreiniging)

83

VNECE CLRTAP Coordination Centre for Effects

90

VNECE PRTR-verdrag (emissieregisters)

20

Verdrag van Rotterdam (melding vooraf export chemicaliën)

50

Verdrag van Stockholm (persistente organische stoffen)

95

Verdrag van Bazel (overbrenging gevaarlijk afval)

95

OESO Programme on Chemical Accidents (voorkomen en bestrijden van gevolgen van chemische ongelukken)

35

Cartagenaprotocol (verdrag over veiligheid van grensoverschrijdend vervoer van levende ggo's)

50

VNECE Aarhus-verdrag (toegang tot informatie, besluitvorming en rechter)

50

VNECE Helsinki-verdrag (bescherming tegen industriële ongevallen)

30

Verdrag van Minamata (Uitfasering kwik)

70

China Council (adviesraad voor duurzame ontwikkeling)

100

Control of Chemicals (OESO) (veiligheid van chemische producten)

20

International Transport Forum (ontwikkelingen op vervoersgebied)

178

International Resource Panel (informatie over gebruik natuurlijke hulpbronnen)

100

Urban mobility (export van fietsinfrastructuur)

125

Totaal

1.806

Tevens worden de middelen ingezet voor het verstrekken van incidentele en vrijwillige bijdragen aan (inter)nationale organisaties voor activiteiten die het internationaal milieubeleid van het Ministerie van IenW ondersteunen.

Bekostiging

Het Ministerie van IenW bekostigt een deel van de opbouw van het Global Center on Adaptation (GCA). In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 3,4 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2020 en 2021 opgenomen. Genoemde bedragen hebben betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan het GCA. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht. Het GCA is op verzoek van het United Nations Environment Program en samen met een aantal ondersteunende landen door Nederland als excellent adaptatiekennisinstituut gestart en is tijdelijk, totdat GCA zelfstandig kan handelen, ondergebracht bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Licence