Base description which applies to whole site

5.3 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 32 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVO. nl Eerste suppletoire begroting 2022 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

Baten

   

Omzet

841.437

208.326

1.049.763

waarvan omzet moederdepartement

413.763

140.910

554.673

waarvan omzet overige departementen

394.382

67.416

461.798

waarvan omzet derden

33.292

0

33.292

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

841.437

208.326

1.049.763

    

Lasten

   

Apparaatskosten

831.337

208.326

1.039.663

Personele kosten

461.393

95.733

557.127

waarvan eigen personeel

361.805

29.577

391.382

waarvan inhuur externen

85.672

64.211

149.883

waarvan overige personele kosten

13.916

1.945

15.862

Materiële kosten

369.944

112.592

482.536

waarvan apparaat ICT

5.609

0

5.609

waarvan bijdrage aan SSO's

169.752

22.028

191.779

waarvan overige materiële kosten

194.583

90.565

285.147

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

10.100

0

10.100

Materieel

100

0

100

waarvan apparaat ICT

0

0

0

waarvan overige materiele afschrijvingskosten

100

0

100

Immaterieel

10.000

0

10.000

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

    

Totaal lasten

841.437

208.326

1.049.763

    

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

    

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 140,9 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 89,5 mln. Het overgrote deel hiervan is te herleiden naar de in mei 2021 reeds bestaande Coronaregelingen die uiteindelijk in 2022 nog zijn gecontinueerd of die pas half 2021 zijn ingevoerd en doorlopen in 2022. Ook is er middels de veegbrieven in 2021 nog een groot aantal «reguliere» opdrachten toegevoegd aan de bundel, die uiteindelijk in 2022 ook tot de opdracht zijn gaan behoren. De BAR en impulsaanpak Winkelgebieden zijn hiervan de belangrijkste voorbeelden.

  • De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) stijgt met € 37,1 mln. De toename komt voornamelijk door intensivering bij Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE), Waterstof, Bureau Energieprojecten en Commissie mijnbouwschade. Daarnaast zijn Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) en Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) overgeheveld naar K&E. Verder hebben wij een opdracht gekregen voor Programma Energiesysteem (PES).

  • De omzet aan de Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is gelijk aan de raming van de ontwerpbegroting.

  • De toename van de opdracht Chief Economist (€ 3,2 mln) komt voornamelijk door de aanvullende opdrachten Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.

  • De omzet Overig is € 11,1 mln hoger dan begroot. Deze omzet bestaat voornamelijk uit de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum, de opdracht Unit omgevingskennis en Concordaat/END.

Omzet overige departementen

De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 67,4 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De opdracht vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is € 47,4 mln hoger dan geraamd. Deze stijging wordt veroorzaakt door de autonome groei van de reguliere opdracht vanuit 2021, daarnaast is er een aanvullende opdracht afgegeven voor Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 23 van € 7,3 mln. Verder zijn er vooralsnog in 2022 geen grote nieuwe opdrachten bij gekomen. Diverse bestaande regelingen hebben een groter budget gekregen.

  • De omzet van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting.

  • De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is uitgebreid met € 4,5 mln, wat met name te verklaren is door de opdrachten voor het klimaatakkoord

  • De opdracht vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stijgt met € 7,7 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door aanpassing aan de definitieve opdracht 2022 (€ 5,0 mln), waaronder het programma Partners voor Water 5. Daarnaast is sprake van een aanvullende opdracht voor de Tijdelijke Subsidieregeling Vuurwerkverbod COVID-19 2021 (€ 0,3 mln), de Subsidieregeling Walstroom Zeeschepen (€ 0,3 mln) en verschillende andere opdrachten (€ 2 mln).

  • De omzet van de andere departementen stijgt met € 7,8 mln door bijstelling aan de definitieve opdrachten. De grootste mutatie vindt plaats bij het Ministerie Justitie en Veiligheid. Dit bestaat uit de Waterschade Limburg (€3,4 mln). Andere stijgingen vinden plaats bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wat voortkomt uit meerwerk dat grotendeels ligt bij de Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (€ 1,8 mln), en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wat grotendeels bestaat uit de Subsidieregeling Praktijkleren (€ 1,1 mln). Ten slotte is de definitieve opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hoger dan begroot (€ 1,1 mln), en diverse overige opdrachten € 0,4 mln hoger dan begroot.

Omzet derden

De totale omzet derden is gelijk aan de raming in de ontwerpbegroting.

Bijzondere baten

Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2022 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.

Toelichting op de lasten

De baten en lasten stijgen beide met € 208,3 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 95,7 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 29,6 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 64,2 mln) zijn geraamd. De materiële kosten nemen toe met € 112,6 mln. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt tot een stijging van € 90,6 mln aan overige materiële kosten. Dit geldt in mindere mate voor de toename in de bijdrage aan Shared Service Organisaties (€ 22,0 mln).

Tabel 33 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + depositorekeningen

111.896

82.752

194.648

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

841.437

208.326

1.049.763

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 831.337

‒ 208.326

‒ 1.039.663

2.

Totaal operationele kasstroom

10.100

0

10.100

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 25.900

‒ 2.600

‒ 28.500

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 25.900

‒ 2.600

‒ 28.500

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 6.600

‒ 6.600

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 22.660

12.360

‒ 10.300

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

25.900

2.600

28.500

4.

Totaal financieringskasstroom

3.240

8.360

11.600

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4)

99.336

88.512

187.848

Toelichting op het kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft de afdracht van Eigen Vermogen volgens afspraak met de eigenaar van RVO. Ook de investeringen zijn in beperkte mate toegenomen en betreft met name de ontwikkeling van software.

Licence