Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2023

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Vastgestelde begroting 2023 na ISB's

 

27.720.459

14.327.488

12.496.422

11.737.794

11.137.290

Belangrijkste suppletoire mutaties

      
       

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

2

‒ 900.000

‒ 300.000

   

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

2

‒ 191.411

    

SDE

4

‒ 365.000

‒ 379.000

   

SDE+

4

‒ 1.495.230

‒ 2.669.146

‒ 681.142

21.193

31.052

SDE++

4

62.375

 

‒ 26.426

‒ 44.044

‒ 66.066

Opschalingsinstrument waterstof

4

‒ 191.320

‒ 57.160

‒ 44.160

17.840

82.000

IPCEI waterstof

4

64.038

24.815

‒ 2.284

‒ 118.729

16.515

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

4

‒ 6.118.735

    

Tegemoetkoming blokaansluitingen

4

861.300

    

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

5

124.933

    

Schadeafhandeling

5

39.283

‒ 13.524

87.353

98.476

239.122

Versterkingsoperatie

5

231.527

51.049

128.782

9.656

‒ 111.275

Vergoeding Norg akkoord

5

‒ 1.336.929

24.342

   

Nationaal Programma Groningen

5

84.749

    

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

5

135.922

    

Loon- en prijsbijstelling

41

222.701

211.009

213.574

194320

191.688

Beschermingsfonds economische veiligheid

41

100.000

100.000

   
       

Overige mutaties

 

287.821

‒ 18.560

‒ 8.018

116.101

141.833

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

19.336.483

11.301.313

12.164.101

12.032.607

11.662.159

Toelichting

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

Naar aanleiding van de CPB-raming (CEP) wordt met deze mutatie de TEK-budget naar beneden bijgesteld. De verwachte prijsontwikkelingen leiden tot lagere benodigde uitgaven voor compensatie van de energieprijs. Daarnaast betreft het een reguliere herziening van de uitvoeringskosten van RVO in lijn met de hoeveelheid verwachte aanvragen.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De BAR betreft EU-middelen voor ondersteuning van bedrijven die negatieve gevolgen ondervinden van de Brexit. Door tegenvallende interesse in de BAR-regeling (m.n. het bedrijfslevenspoor) is er aanzienlijke onderuitputting op het verplichtingen- en kasbudget. Deze in 2022 niet-bestede middelen worden overgeheveld naar 2023. Het per saldo overschot aan middelen (€ 280 mln, zie daarvoor ook tabel belangrijkste ontvangstenmutaties) wordt overgeheveld naar het programma REPowerEU. Zie ook de brief «Nationaal Hervormingsprogramma 2023 en overheveling middelen Brexit Adjustment Reserve» (Kamerstuk 35 393, nr. 50).

SDE

De sterk gestegen energieprijzen hebben ertoe geleid dat er de komende jaren vrijewel geen subsidievoorschotten zullen worden verstrekt op de SDE, SDE+ en de SDE++regelingen. Hierdoor ontstaat er veel ruimte binnen de SDE-middelen. Deze wordt voor in totaal € 744 mln (waarvan € 365 mln in 2023) ingezet ter dekking van de kosten van de energiemaatregelen die het kabinet genomen heeft (onder andere het prijsplafond).

SDE+

Ook op de SDE+middelen is door de gestegen energieprijzen ruimte ontstaan. Deze middelen worden daarom over de periode 2023-2025 met in totaal € 4,8 mld verlaagd, waarvan € 1,5 mld betrekking heeft op 2023. Een deel van de verlaging (€ 4,3 mld, waarvan € 0,9 mld in 2023) wordt ingezet ter dekking van de kosten van de energiemaatregelen. € 500 mln wordt in 2023 overgeheveld naar het ministerie van Financiën om de kapitaalversterking van Stedin te financieren (Kamerstuk 32813, nr. 1147). Ook wordt in 2023 € 62,4 mln aan het SDE++budget toegevoegd ter dekking van het tekort op de financiering van de statistische overdracht aan Denemarken. Tenslotte wordt in totaal € 127 mln aan opbrengsten van de tenders Wind op Zee aan het budget toegevoegd.

SDE++

Het SDE++budget 2023 wordt met € 62,4 mln opgehoogd vanuit de SDE+middelen ter dekking van het tekort op de financiering van de statistische overdracht aan Denemarken.

Opschalingsinstrument waterstof

Op de middelen voor realisatie van de waterstofbackbone door GasUnie wordt een kasschuif doorgevoerd van 2023, 2024 en 2025 naar latere jaren, dit om de beschikbare middelen in lijn te brengen met de verwachte bevoorschotting aan GasUnie op basis van de ingediende subsidieaanvraag, het uitrolplan en daarbij geleverde meerjarenbegroting.

IPCEI waterstof

De in 2022 aan de EZK-begroting toegevoegde Klimaatfondsmiddelen voor de Important Projects of Common European Interest op het gebied van waterstof (IPCEI Waterstof) zijn voor een groot deel onbesteed gebleven. Via de eindejaarsmarge die voor het Klimaatfonds geldt worden deze onbesteed gebleven middelen nu toegevoegd aan de begroting 2023.

Tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Omdat de energieprijzen sinds het begin van 2023 een sterk dalende trend vertonen, is de verwachting dat de kosten gemoeid met het prijsplafond energie voor kleinverbruikers in 2023 sterk zullen dalen. Daarom wordt het (kas)budget met een bedrag van € 6.119 mln naar beneden bijgesteld.

Tegemoetkoming blokaansluitingen

Voor de tegemoetkoming aan circa 700.000 huishoudens met een blokaansluiting (huurders van woningbouwcorporaties of particuliere verhuurders, eigenaar-bewoners in een Vereniging van Eigenaren (VvE), cliënten van woonzorginitiatieven, studenten) is er € 861,3 mln aan de EZK-begroting toegevoegd.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 zijn een aantal subsidie regelingen geïntroduceerd. Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (ca. € 125 mln) worden toegevoegd aan de begroting voor 2023.

Schadeafhandeling

De raming van de schadeafhandeling wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor fysieke schade, immateriële schade en waardedaling en de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld.

Versterkingsoperatie

Ieder jaar wordt bij Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2028 aangepast.

Vergoeding Norg akkoord

Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997). De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord worden bijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de gasprijs.

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. In 2022 is € 84,7 mln van de beschikbare middelen niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen, worden voor 2023 toegevoegd aan de EZK begroting.

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2023 is loon- en prijsbijstellingstranche 2023 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.

Beschermingsfonds economische veiligheid

Dit betreft een reservering van € 100 mln voor de nadere uitwerking van het Beschermingsfonds Economische Veiligheid, met Invest-NL als beoogd uitvoerder. Het fonds wordt bekostigd door een deel van de loon- en prijsbijstelling van het Nationaal Groeifonds. De Kamer wordt geïnformeerd over de uitwerking van het fonds. Na positieve besluitvorming hierover worden de middelen overgeheveld naar het juiste instrument op de begroting. Zie ook de bijbehorende toelichting op artikel 41.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2023

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Vastgestelde begroting 2023 na ISB's

 

17.086.825

8.714.385

4.980.990

4.017.508

3.857.568

Belangrijkste suppletoire mutaties

      
       

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

2

 

150.000

   

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

2

‒ 215.000

 

‒ 65.000

  

ETS-ontvangsten

4

 

150.000

250.000

350.000

250.000

Ontvangsten WOZ (elektriciteit)

4

63.500

    

Heffing gasleveringszekerheid

4

  

130.000

130.000

130.000

Ontvangsten NAM fysieke schade

5

‒ 97.203

‒ 53.429

‒ 23.092

108.361

208.438

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

5

3.916

16.682

44.449

73.054

64.060

Dividenduitkering EBN

5

‒ 2.774.500

‒ 1.085.500

711.000

575.000

350.000

Ontvangsten Mijnbouwwet

5

‒ 2.233.000

‒ 859.000

573.000

205.000

45.000

       

Overige mutaties

 

51.160

‒ 151.268

202.011

151.824

82.705

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

11.885.698

6.881.870

6.803.358

5.610.747

4.987.771

Toelichting

Tegemoetkoming Energiekosten (TEK)

Naar aanleiding van de CPB-raming (CEP) wordt met deze mutatie de TEK-budget naar beneden bijgesteld. De geraamde ontvangsten bestaan uit de terugvordering van naar verwachting teveel bevoorschotte compensatie.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

De BAR betreft EU-middelen voor ondersteuning van bedrijven die negatieve gevolgen ondervinden van de Brexit. Door tegenvallende interesse in de BAR-regeling (m.n. het bedrijfslevenspoor) is er aanzienlijke onderuitputting op het verplichtingen- en kasbudget. Daardoor zullen eerder geraamde EU-middelen niet ontvangen worden. Het per saldo overschot aan middelen (€280 mln) wordt overgeheveld naar het programma REPowerEU. Zie de brief «Nationaal Hervormingsprogramma 2023 en overheveling middelen Brexit Adjustment Reserve» (Kamerstuk 35 393, nr. 50).

ETS-ontvangsten

Door de fluctuaties in prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten vanaf 2024 opgehoogd.

Ontvangsten WOZ

Nadat in 2022 al een ontvangst van € 63,5 mln was gerealiseerd als tender opbrengst voor kavel 7 van het windpark Hollandse Kust (West) wordt in 2023 opnieuw € 63,5 aan tenderpobrengsten verwacht, dit keer voor kavel 6 van van Hollandse Kust (West). De totale opbrengst van € 127 mln wordt aan het SDE+budget toegevoegd.

Heffing gasleveringszekerheid

De kosten die zijn gemaakt voor het vullen van de gasopslagen worden gedragen door de baathebbenden, in dit geval de gebruikers van het gastransportnet. Hiervoor wordt gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van GTS. Om de heffing gelijk te stellen aan de totale maximale kosten van het vullen van de berging wordt deze reeks opgehoogd met € 130 mln per jaar. Voor de vulopdracht aan EBN en de subsidie aan marktpartijen voor het gasjaar 2023/2024 is tezamen € 760,5 mln begroot.

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de ontvangsten van NAM bijgesteld.

Dividenduitkering EBN

De geraamde ontvangsten aan Dividenduitkering EBN worden bijgesteld naar aanleiding van de ontwikkelingen in de gasprijs.

Ontvangsten Mijnbouwwet

De geraamde ontvangsten op basis van de Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de ontwikkelingen in de gasprijs.

Ombuigingsmaatregelen op EZK-instrumentarium (hoofdstuk XIII)

Tabel 5 Ombuigingsmaatregelen op EZK-instrumentarium (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

2023

2024

2025

2026

2027

Uitgaven

      

Ombuigen BMKB-uitgaven

2

  

1.980

3.300

4.950

Ombuigen bijdrage aan NBTC

2

  

300

0

750

Ombuigen PPS-toeslag

2

  

900

1.500

2.250

Ombuigen TO2 (bijdrage TNO)

2

  

600

1.000

1.500

Ombuigen SDE ++

4

  

26.426

44.044

66.066

Ombuigen ICT-ontwikkelbudget

40

  

2.040

3.400

5.100

       

Ontvangsten

      

Ophogen ontvangstraming High Trust

1

  

1.350

2.250

3.375

Ophogen ontvangstraming Rijksoctrooiwet

2

  

2.100

3.500

5.250

Ophogen ontvangstraming Innovatiekrediet

3

  

900

1.500

2.250

       

Subtotaal

 

0

0

36.596

60.494

91.491

Toelichting

Ombuigingsmaatregelen EZK-instrumentarium

Als bijdrage in de structurele rijksbrede dekkingsopgave zijn op diverse uitgaven van de EZK-begroting kortingen doorgevoerd en zijn enkele ontvangstenramingen verhoogd. De bijdrage vanuit de EZK-begroting bedraagt ruim € 120 mln p.j. vanaf 2028 en is in tabel 5 gespecificeerd. Daarnaast is ten behoeve van de rijksbrede dekkingsopgave gekort op de loon- en prijsbijstelling voor het Nationaal Groeifonds en op de loon- en prijsbijstelling voor de middelen die op de Aanvullende Post geraamd zijn voor het op Prinsjesdag in te stellen Klimaatfonds. Het gaat daarbij om een bedrag van € 43 mln in 2023, oplopend tot € 257 mln in 2027. Na 2028 loopt deze korting op de loon- en prijsbijstelling af tot nihil in 2033 omdat de middelen voor het Nationaal Groeifonds en het Klimaatfonds niet structureel zijn. Een korting op loon- en prijsbijstelling impliceert dat de beschikbare middelen nominaal in stand blijven, maar niet (volledig) gecompenseerd worden voor inflatie.

Licence