Base description which applies to whole site

5.1 Agentschap DUO

In deze paragraaf is de 2e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.

Tabel 29 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap DUO (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

Baten

   

- Omzet

415.189

59.599

474.788

waarvan omzet moederdepartement

333.086

46.675

379.761

waarvan omzet overige departementen

76.375

12.598

88.973

waarvan omzet derden

5.728

326

6.054

Rentebaten

0

1.200

1.200

Vrijval voorzieningen

0

0

Bijzondere baten

0

0

Totaal baten

415.189

60.799

475.988

    

Lasten

   

Apparaatskosten

380.477

64.717

445.195

- Personele kosten

271.568

41.312

312.880

waarvan eigen personeel

224.189

1.472

225.661

waarvan inhuur externen

39.061

28.990

68.051

waarvan overige personele kosten

8.317

10.851

19.168

- Materiële kosten

108.910

23.405

132.314

waarvan apparaat ICT

29.818

13.827

43.645

waarvan bijdrage aan SSO's

26.876

1.994

28.870

waarvan overige materiële kosten

52.215

7.584

59.799

Rentelasten

100

523

623

Afschrijvingskosten

33.012

2.059

35.071

- Materieel

13.000

1.468

14.468

waarvan apparaat ICT

12.500

1.468

13.968

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

500

500

- Immaterieel

20.012

591

20.603

Overige lasten

1.500

1.500

waarvan dotaties voorzieningen

1.500

1.500

waarvan bijzondere lasten

0

0

Totaal lasten

415.089

67.299

482.388

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

100

100

Agentschapsdeel Vpb-lasten

100

100

Saldo van baten en lasten

0

‒ 6.500

‒ 6.500

Toelichting

De baten in de 2e suppletoire begroting stijgen met van € 60,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. De lasten in de 2e suppletoire begroting stijgen met € 67,3 miljoen ten opzichte de 1e suppletoire begroting. Per saldo wordt derhalve een negatief resultaat van € 6,5 miljoen verwacht. Dit negatieve resultaat wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door twee exogene oorzaken. Dit betreft enerzijds de vernieuwde IKB-regeling effectief per 1 januari 2023 zoals opgenomen in het Onderhandelingsresultaat voor CAO Rijk 2022-2024. Dit resulteert in ingeschatte additionele overige personele kosten van € 3,8 miljoen uit hoofde van gespaarde IKB-uren welke worden toegevoegd aan de verlofverplichting. Anderzijds geldt dat er sprake is van bovenmatige stijging van de huisvestingskosten van €2,5 miljoen. Dit betreffen specifiek de huur- en energiekosten welke bij DUO in rekening worden gebracht voor diverse locaties. Het restant van € 0,2 miljoen heeft diverse oorzaken van beperkte omvang.

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is € 46,7 miljoen hoger dan in de 1e suppletoire begroting. Dit wordt verklaard door bijstellingen in de (basis)dienstverlening gesaldeerd met een technische correctie van de toegekende loon- en prijsbijstellingen welke per saldo € 23,4 miljoen bedraagt. De bijstellingen in de dienstverlening betreffen onder andere additionele activiteiten in het kader van Werk aan Uitvoering, examens en de regeling kwijtschelden schulden gedupeerden kinderopvangtoeslag. Een deel van de toegekende loon- en prijsbijstellingen is doorgeschoven naar het jaar 2024. Daarnaast is per saldo € 13,6 miljoen extra besteed aan (beleids-)opdrachten zoals Stimulans Arbeidsmarkt Positie, Herinvoeringbasisbeurs, Informatie Huishouding en IV-Strategie. Ten slotte is sprake van additionele omzet uit hoofde van de dienstverlening vanuit Shared Service Organisatie Noord (€ 6,0 miljoen) en de uitvoering van extra werkzaamheden voor de werkplekdienstverlening ten behoeve van het moederdepartement en de onder haar vallende diensten (€ 3,7 miljoen).

De genoemde extra omzet van € 46,7 miljoen wordt voor € 6,0 miljoen gedekt vanuit art. 95 Kerndepartement. Daarnaast is € 9,8 miljoen gedekt vanuit de overlopende passiva. De overige € 30,9 miljoen is gedekt door middelen die reeds beschikbaar waren vanuit de OCW begroting.

Omzet overige departementen en derden

De omzet overige departementen en derden stijgt met € 12,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. De stijging is het gevolg van een toename van de omzet uit hoofde van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 7,8 miljoen), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, (€ 5,6 miljoen), het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 1,0 miljoen), respectievelijk het ministerie van Financiën (€ 0,6 miljoen). Daarnaast is sprake van twee nieuwe opdrachten voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (€ 1,1 miljoen) en een daling van de dienstverlening aan het ministerie van Justitie en Veiligheid (- € 3,2 miljoen).

Rentebaten

De rentebaten stijgen met €1,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. Dit betreft een inschatting van de rentebaten uit hoofde van het positieve saldo op de rekening courant met het ministerie van Financiën. 

Lasten

Apparaatskosten

De kosten in de 2e suppletoire begroting stijgen € 67,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2023. De personele kosten stijgen met € 41,3 miljoen en de materiële kosten stijgen met € 23,4 miljoen. Deze stijgingen hangen samen met de bovengenoemde uitbreidingen van de (basis)dienstverlening voor zowel het moederdepartement als voor andere ministeries. Voorts is sprake van de twee eerder beschreven exogene ontwikkelingen, namelijk de vernieuwde IKB-regeling welke effectief is per 1 januari 2023 en de bovenmatig gestegen huisvestingskosten, welke resulteren in een forse toename van de kosten. De invulling van deze additionele dienstverlening vindt vooral plaats door externe inhuur. De afschrijvingskosten stijgen met € 2,1 miljoen. Dit is primair het gevolg van gestegen afschrijvingen van materiële vast activa gerelateerd aan het ICT domein. De rentelasten stijgen als gevolg van de gestegen rentepercentages gerelateerd aan uitstaande leningen bij het ministerie van Financiën.

Kasstroomoverzicht

Tabel 30 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

17.519

 

17.519

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

415.189

60.799

475.988

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 380.477

‒ 67.299

‒ 447.776

2.

Totaal operationele kasstroom

34.712

‒ 6.500

28.212

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 73.600

9.000

‒ 64.600

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 73.600

9.000

‒ 64.600

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 20.153

‒ 20.153

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

73.600

‒ 9.000

64.600

4.

Totaal financieringskasstroom

53.447

‒ 9.000

44.447

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

32.078

‒ 6.500

25.578

Toelichting

Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting op basis van de nu voorziene additionele omzet en kosten, rekening houdend met via de balans gereserveerde middelen voor in 2023 doorlopende projecten. De investeringen in de (im)materiële vaste circa activa dalen met € 9,0 miljoen aangezien een deel doorschuift naar 2024. Het beroep op de leenfaciliteit is hierop aangepast.

Licence