Base description which applies to whole site

2.5 Overzicht risicoregelingen

Rijkshypotheekgaranties

Tabel 5 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande garanties 2021

Geraamd te verlenen 2022

Geraamd te vervallen 2022

Uitstaande garanties 2022

Geraamd te verlenen 2023

Geraamd te vervallen 2023

Uitstaande garanties 2023

Garantieplafond

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Rijkshypotheekgaranties

9

0

3

6

0

3

3

3

 

Totaal

9

0

3

6

0

3

3

3

Toelichting

Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er is nog één garantie geldig. De garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt in 2023 € 3.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

Tabel 6 Achterborgstellingen Sociale Woningbouw (WSW) (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

20211

20222

20232

Achterborgstelling

83.021

88.365

95.945

Bufferkapitaal

532,0

541

576

Obligo

2.233

2.592

2.814

Stand risicovoorziening

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1

Bron: Jaarrekening WSW.

2

Prognose

Toelichting

Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) zorgt dat de deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten. Dit doet WSW door borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichting van door WSW geborgde leningen van woningcorporaties. Op het moment dat een woningcorporatie niet aan de rente- en aflossingsverplichting voor een door WSW geborgde lening voldoet, kan een geldverstrekker aanspraak maken op WSW.

Het Rijk en de gemeenten vormen de achtervang voor het WSW. Dit houdt in dat het Rijk en de gemeenten (beide voor 50%) renteloze leningen aan WSW verstrekken indien WSW onvoldoende liquide middelen heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen.

Het WSW beschikt over een eigen risicovermogen/bufferkapitaal en kan daarnaast indien nodig een jaarlijkse obligoheffing van maximaal 0,25% van het uitstaande saldo van geborgde leningen in rekening brengen bij de deelnemende woningcorporaties, evenals gecommitteerd obligo opvragen tot 2,6% van het saldo geborgde leningen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus opgevangen door WSW en de corporatiesector zelf via bufferkapitaal en obligo. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is tot op heden nog nooit aangesproken. De kans dat dit in de toekomst zal gebeuren, wordt klein geacht. Het WSW stuurt op een zekerheidsniveau van 99% wat betekent dat het WSW in een bepaald jaar voor de dekking van zijn eventuele verliezen met 99% zekerheid geen beroep hoeft te doen op de achtervang.

Per eind 2021 heeft WSW € 83,3 mld. aan leningen geborgd. Overeenkomstig de in 2021 ingevoerde systematiek uit het Strategisch Programma is het beschikbare risicokapitaal gedaald.

Voor 2022 (+ € 5 mld.) en 2023 (+ € 7,5 mld.) wordt een significante groei van het totaal door het WSW geborgde leningen voorzien. Via obligoheffingen en groter gecommitteerd obligo wordt daarom in dezelfde periode het risicokapitaal vergroot.

Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

Tabel 7 Achterborgstelling Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) (bedragen x 1. mln.)

Omschrijving

20211

20222

20232

Achterborgstelling

196.328

196.436

198.626

Bufferkapitaal

1.608

1.635

1.674

Obligo

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Stand risicovoorziening

326

368

418

1

Bron: Jaarrekening WEW.

2

Prognose

Toelichting

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk vormt de achtervang van het WEW. Dit betekent dat het Rijk een achtergestelde renteloze lening aan het WEW zal verschaffen zodra het WEW onvoldoende vermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen. Tot 2011 vormde het Rijk samen met de gemeenten de achtervang van het WEW. Vanaf 1 januari 2011 vervult alleen het Rijk deze rol. Voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang. Een geldnemer betaalt voor een hypothecaire lening met NHG een eenmalige premie van 0,6% aan het WEW, waarvan het WEW 0,3%-punt afdraagt aan het Rijk als vergoeding voor diens rol als achtervanger. Deze achtervang vergoeding wordt gestort in de in de tabel genoemde risicovoorziening waaruit een eventuele aanspraak op de achtervang allereerst zal worden opgevangen.

Het gegarandeerd vermogen is het bedrag aan hypotheken waarop een NHG is afgegeven verminderd met het bedrag aan garanties dat is vervallen door volledige aflossing, oversluiting of gedwongen verkopen verminderd met de annuïtaire daling van de garantie. Nieuwe garanties zullen een positief effect op het gegarandeerd vermogen hebben. Het gegarandeerd vermogen is geen weergave van het risico dat het WEW en de overheid (als achtervanger van het fonds) lopen. Tegenover de hypothecaire leningen staat de actuele waarde van de desbetreffende woningen. Het risicodragend gegarandeerd vermogen is het vermogen gecorrigeerd voor de waarde van de desbetreffende woningen bij gedwongen verkoop en is daarmee een inschatting van de maximale schadelast voor het WEW als alle lopende hypotheekgaranties uitmonden in een gedwongen verkoop. Eind 2021 bedroeg het risicodragend gegarandeerd vermogen € 4,4 mld.

Licence