Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Inleiding

De komende periode richten wij ons op een sterke basis en hoge kwaliteit in onderwijs, wetenschap, cultuur en media, gelijke kansen voor iedereen en het aanpakken van de tekorten in het onderwijs. We leren leerlingen weer goed lezen, rekenen en schrijven en op school leren we hoe we met elkaar omgaan in Nederland. Daarnaast gaan we de lat verhogen en sneller ingrijpen als de kwaliteit niet op orde is. We bieden rust en ruimte voor studenten, docenten en onderzoekers. We werken aan een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, sociale veiligheid, gelijke behandeling en het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het mbo geven we de waardering en positie die het verdient. Ook richten we ons op herstel, vernieuwing en groei in de culturele en creatieve sector en versterking van het lokale en landelijke medialandschap.

Het is onze ambitie dat álle kinderen en jongeren vrij kunnen zijn om zichzelf te zijn en het optimale uit zichzelf te halen. Ongeacht afkomst, opleidingsniveau, levensovertuiging, gender, seksuele voorkeur of beperking. Iedereen verdient dezelfde kansen om zich te ontwikkelen, ongeacht in welk gezin je geboren bent of in welke wijk je school staat. In het primair en voortgezet onderwijs wordt de basis gelegd: met het masterplan basisvaardigheden zorgen we er voor dat kinderen goed leren lezen, schrijven en rekenen en kunnen meedoen in de samenleving. In het hoger onderwijs bieden we rust en ruimte aan studenten, docenten en onderzoekers en helpen we talenten te excelleren. We pakken kansenongelijkheid aan door degenen die extra hulp nodig hebben te ondersteunen en barrières weg te nemen en breed via emancipatiebeleid.

Je kunt alleen goed leren en werken als je je vrij en veilig voelt op school. Voor onze leerlingen, studenten en docenten moet het onderwijs en onderzoek een uitnodigende omgeving zijn, waar ze zich vrij en veilig weten, en zich uitgedaagd voelen. We doen er alles aan om pesten en ander grensoverschrijdend gedrag uit te bannen. En het staat buiten kijf dat elke school de rechtsstaat en democratie respecteert en bijdraagt aan integratie.

Onderwijs, media, cultuur en wetenschap zijn essentieel voor het vergroten van maatschappelijke gelijkwaardigheid – hier wordt de toekomst gevormd en het heden en verleden verbeeld. Daarom is het van groot belang dat juist instellingen voor onderwijs, cultuur, media en wetenschap inclusief zijn, openstaan voor een divers publiek, en obstakels voor de ontwikkeling van mensen wegnemen. Voor OCW hebben we daarom een agenda tegen discriminatie en racisme opgesteld en voeren we een actief emancipatiebeleid.

We investeren de komende jaren in de duizenden mensen die zich dag in dag uit inzetten voor een gelijkwaardige samenleving. En niet altijd onder eenvoudige omstandigheden. De positie van wetenschappers en journalisten staat onder druk. Dit is onacceptabel. We zetten ons dan ook sterk in om te zorgen dat zij hun werk in vrijheid en veiligheid kunnen blijven doen. We staan voor de feiten en voor de mensen die de feiten brengen. En wij maken ons hard voor de mensen van wie de afgelopen jaren zoveel is gevraagd en die ook nu nog vaak dagelijks te maken hebben met de gevolgen van het coronavirus. En voor diegenen die daarbovenop te maken hebben met consequenties van de inval van Rusland in Oekraïne.

We leven in een tijd van crises en grote maatschappelijke veranderingen die van ons als samenleving het nodige vragen. Dat vraagt om een overheid die actief stuurt en initiatief neemt. Zeker in deze tijd van grote krapte op de arbeidsmarkt is het beroep op onderwijs groot om vaardige en creatieve mensen op te leiden.

We hebben voldoende goede leraren nodig. We trekken daarom alle registers open om de tekorten aan leraren terug te dringen. We gaan door met wat werkt, passen aan waar we nu vastlopen, en starten een discussie over onorthodoxe maatregelen. Vakmensen zijn hard nodig om huizen te bouwen, de energietransitie mogelijk te maken en de samenleving draaiende te houden. Een echt vak leren is belangrijker dan ooit. We zetten ons daarom extra in voor leerlingen en studenten in het beroepsonderwijs. We zorgen voor een betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, met specifieke aandacht voor het aanpakken van tekortsectoren.

We leggen de focus op maatschappelijke vraagstukken in het hoger onderwijs (ho) en investeren flink in onderzoek. We spannen ons in voor een gezonde arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector.

Het is onze verantwoordelijkheid om te zorgen dat docenten, wetenschappers, kunstenaars en journalisten kunnen bouwen op een sterke basis en hoge kwaliteit kunnen blijven bieden. We willen de komende jaren rust creëren en ruimte bieden. We zetten ons in voor een gezond en sterk fundament in hoger onderwijs en onderzoek met een Fonds voor Onderzoek en Wetenschap en voor herstel en vernieuwing en groei in de cultuursector. En wij maken werk van de versterking van de lokale journalistiek en een open en toekomstbestendig mediabestel.

Bij al ons beleid hebben we oog voor de gevolgen van beleid voor burgers en professionals. We streven naar een overheid die open is en die burgers meeneemt in de afwegingen in beleid. We letten ook op de uitvoerbaarheid van ons beleid en willen de dienstverlening verbeteren aan allen die van onze diensten gebruik maken.

Leven met het coronavirus

Sinds half februari zijn bijna alle maatregelen ter bestrijding van het coronavirus opgeheven. De culturele sector ging op dat moment weer volledig open, na bijna twee jaar met maatregelen en sluitingen. Dit betekent niet dat het virus weg is; we zullen ook de komende tijd moeten leven met het virus en de sporen die het afgelopen jaren heeft achtergelaten, zoals vertragingen bij leerlingen en in onderzoeksprogramma’s en een terughoudender cultuurpubliek.

Leerlingen, docenten en schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs en studenten en instellingen in het mbo en ho zijn hard aan de slag gegaan met de uitvoering van het Nationaal Programma Onderwijs en het inhalen van de door corona veroorzaakte vertragingen. Hierbij is, naast het inhalen van leer- en studievertragingen, mentaal welbevinden een belangrijk aandachtspunt binnen het programma.

Door de nieuwe lockdown van afgelopen winter, de aanhoudende pandemie met bijbehorende lesuitval en de gespannen arbeidsmarkt hebben scholen en instellingen meer tijd nodig om de vertragingen in te lopen en het mentale welbevinden van leerlingen en studenten te bevorderen. Daarom is de bestedingstermijn van het Nationaal Programma Onderwijs verlengd. Voor funderend onderwijs is het verlengd tot einde schooljaar 2024/2025 en voor mbo/ho wordt 2023 aangemerkt als regulier bestedingsjaar voor de beschikbare middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs en het kalenderjaar 2024 tot zogenoemd ‘uitloopjaar’.

Om in de toekomst een grotere voorspelbaarheid voor het onderwijs te creëren, hebben we in nauwe samenwerking met het veld en het Ministerie van VWS een (middel)lange termijnaanpak COVID-19 opgesteld. Deze richt zich op wat er nodig is om fysiek onderwijs op een veilige en verantwoorde manier te organiseren.

Oekraïne

Door de oorlog in Oekraïne zijn miljoenen mensen op de vlucht. Kinderen die vanuit Oekraïne naar Nederland zijn gekomen, hebben recht op onderwijs. Zij krijgen zoveel mogelijk een plek in het nieuwkomersonderwijs of in een speciaal voor Oekraïense ontheemden bedoelde tijdelijke onderwijsvoorziening, waarin het onderwijs zo goed mogelijk aansluit op hun situatie en onderwijsbehoefte.

De oorlog in Oekraïne heeft opnieuw zichtbaar gemaakt hoe belangrijk het is dat wetenschappers, kunstenaars en journalisten in vrijheid en veiligheid hun werk kunnen uitvoeren. We steunen de inspanningen van hogescholen, universiteiten, studenten en onderzoekers voor Oekraïense ontheemden en Russische vluchtelingen die het regime afwijzen. Samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken bieden we financiële steun aan gevluchte culturele en creatieve makers uit Oekraïne en Rusland.

We hebben de dringende oproep gedaan om alle formele en institutionele samenwerkingen met onderwijs- en kennisinstellingen in de Russische Federatie en in Belarus te bevriezen en geen nieuwe formele en institutionele samenwerkingen aan te gaan. We realiseren ons dat dit grote gevolgen heeft voor de voortgang van onderzoeksprogramma’s en samenwerkingen.

Uitwerking

In het vervolg van deze beleidsagenda wordt aan de hand van de belangrijke thema’s onze plannen en beoogde resultaten voor 2023 en verder uitgewerkt. Deze thema’s corresponderen met die van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) van het Ministerie van OCW.

1. Een sterke basis en hoge kwaliteit

Het is onze eerste prioriteit om de basis verder op orde te brengen. Dit kabinet investeert sterk in de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. We willen dat in het primair en voortgezet onderwijs en in het mbo over de gehele linie de prestaties omhoog gaan, met als resultaat dat iedere leerling en student datgene leert wat hij of zij nodig heeft om zich staande te houden in de maatschappij, het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt.

Masterplan basisvaardigheden po en voMet het masterplan basisvaardigheden richten we ons op de leergebieden taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid. Dat iedere leerling kan lezen, schrijven en rekenen, en kan meedoen in de samenleving is de basis om zelfstandig en zelfverzekerd te kunnen leven. Kennis van de democratie en de rechtsstaat hoort daarbij. Het masterplan is een integraal en duurzaam programma voor de lange termijn. Met het onderwijsveld werken we dat verder uit. Tegelijk is een snelle start belangrijk voor de scholen die op korte termijn aan de slag willen. We nemen meer regie om scholen daadwerkelijk te ondersteunen om het onderwijs in de basisvaardigheden te verbeteren. Scholen kunnen met ingang van volgend schooljaar subsidie en hulp krijgen bij verbetering van hun onderwijs in de basisvaardigheden. Met de bijstelling van kerndoelen en eindtermen wordt duidelijker wat we wel en niet van scholen kunnen verwachten, zodat leraren focus kunnen aanbrengen in hun lessen. Vooruitlopend daarop kunnen scholen zelf al scherper kiezen wat hun leerlingen echt nodig hebben. En daar komt praktische hulp voor beschikbaar in de vorm van basisteams. Vanuit de Inspectie van het Onderwijs zal het toezicht scherper ingericht worden: de lat gaat omhoog. Daarnaast werken we aan meer systematische monitoring van de onderwijskwaliteit, zodat we beter zicht krijgen op prestaties voor alle basisvaardigheden en scherpere doelen kunnen stellen.

Basisvaardigheden en innovatie in het mboIn het mbo willen we alle studenten een goede basis geven. Het ontbreekt echter nog aan een goed inzicht in de mate waarin mbo-studenten de basisvaardigheden beheersen. Betere monitoring is daarom een eerste stap. Daarbovenop investeren we de komende tijd in mogelijkheden voor de studenten om te excelleren. Kwaliteit in het mbo gaat ook over voorbereiden op de toekomst. Daartoe willen we de innovatiekracht van het mbo versterken, onder meer door netwerken van innovatieve docenten te stimuleren en te belonen. Ook zetten we ons er voor in dat mbo-studenten gelijkwaardig aan ho-studenten worden gezien en behandeld.

LeesbevorderingHet maatschappelijke belang van goed kunnen lezen is groot. Leesbevordering vormt dan ook een grote uitdaging, zowel voor ouders, leerkrachten als de professionals in de bibliotheken en de letterensector. Wij zullen ons gezamenlijk inzetten om de samenwerking tussen scholen (inclusief het mbo), bibliotheken en de omgeving rond jongeren te versterken.

Gezond en sterk fundament hoger onderwijs en wetenschapAlleen met een gezond en sterk fundament kunnen hoger onderwijs en wetenschap de maatschappij blijven voorzien van baanbrekend onderzoek, kwalitatief hoogstaand onderwijs, inzicht in maatschappelijke oplossingen en brede duurzame welvaart. Dit betekent ook ruimte voor studenten, onderzoekers en docenten en meer profilering van en samenwerking tussen instellingen, zowel nationaal als internationaal. Zo kunnen zij bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen van nu en in de toekomst.

Om de waarde van wetenschap te versterken beschermen we onze kennis en investeren we in het ongebonden onderzoeken in de onderzoeksinfrastructuur, onder meer via sectorplannen en starters- en stimuleringsbeurzen. Het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap biedt ons de ruimte om aanvullend op de reguliere middelen te investeren in wetenschappelijk onderzoek, in totaal € 5 miljard voor de komende 10 jaar. We zetten deze incidentele middelen zo in dat ze ook op lange termijn effect hebben, onder meer in praktijkgericht onderzoek bij hogescholen, faciliteiten voor toegepast onderzoek en open science. Daarnaast zorgen we voor een betere balans tussen de eerste en tweede geldstroom.

Bij versterking van de basis op het gebied van hoger onderwijs hebben we aandacht voor zowel studenten als (jonge) docenten. Dit doen we door de middelen voor de instellingen ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs te continueren, aandacht te houden voor studentsucces en te investeren in studentenwelzijn, naast de investering die we al doen in het Nationaal Programma Onderwijs. Ook geven we meer regie aan instellingen en opleidingen binnen het kwaliteitszorgstelsel, maken we afspraken over het beheersbaar maken van de internationale studentenstromen en overwegen we nieuwe instrumenten daarvoor.

DigitaliseringDigitalisering kan helpen taken van leraren te verlichten en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Tegelijkertijd dringen zich in toenemende mate complexe vraagstukken aan het (digitale) onderwijs op, bijvoorbeeld aangaande keuzevrijheid, marktwerking en privacy. De komende jaren zetten we in op doordachte digitalisering van het onderwijs, onder meer met behulp van investeringen van het Nationaal Groeifonds en het coalitieakkoord. We organiseren randvoorwaarden en ondersteuning die scholen nodig hebben, zodat zij vanuit hun eigen onderwijskundige visie kunnen kiezen voor passende digitale leer- en hulpmiddelen, werken aan de vaardigheden van docenten en de digitale infrastructuur op orde hebben.

2. Iedereen gelijke kansen

De ambitie van dit kabinet is om de kansengelijkheid te vergroten, zodat iedereen in Nederland een goed bestaan heeft en onbenut potentieel kan worden benut, ongeacht je achtergrond. Iedere leerling en student moet kansen krijgen om zich optimaal te ontwikkelen zodat ze mee kunnen (blijven) doen in de maatschappij en een stevige positie innemen op de arbeidsmarkt.

Extra investeringen voor kansengelijkheid in het po en voGezien de invloed van de directe leefomgeving van kinderen en jongeren is het vergroten van kansengelijkheid een opgave voor verschillende beleidsterreinen; onderwijs is daarin een cruciale factor. Bij kansengelijkheid in het onderwijs gaat het erom dat kinderen en jongeren met verschillende kenmerken (zoals opleidingsniveau en inkomen van de ouders, migratieachtergrond) eerlijke kansen hebben op een succesvolle schoolloopbaan. Om dit te bereiken, gaat het kabinet barrières wegnemen en werken aan een stelsel waarin elke leerling tot zijn recht komt. Voor het primair en voortgezet onderwijs werken we dit uit in de Agenda Kansengelijkheid die na de zomer van 2022 verschijnt.

School en Omgeving in primair en voortgezet onderwijsMet het programma School en Omgeving bieden we coalities van scholen, gemeenten en maatschappelijke organisaties de gelegenheid om onder en na schooltijd aanbod te creëren, zodat leerlingen zich optimaal kunnen kunnen ontwikkelen. We beginnen in 130 gebieden waar de nood het hoogst is. We geven die gebieden de kans om leerlingen te laten kennismaken met een breed scala aan activiteiten, zoals sport, muziek, koken, huiswerkbegeleiding, tutoring, coaching en sociaal-emotionele ontwikkeling. Met een lerende aanpak werken we toe naar duurzame en evidence based programma’s. Als overheid ondersteunen we de lokale coalities via de Gelijke Kansen Alliantie.

Gelijke kansen in het passend onderwijsOok passend onderwijs is belangrijk om aan te kunnen sluiten op specifieke leerbehoeften van leerlingen. De verbeteraanpak voor passend onderwijs wordt gecontinueerd. We nemen maatregelen voor inclusiever onderwijs, waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan en werken eraan dat er voor ieder kind een vorm van onderwijs is en thuiszitten tot een minimum beperkt wordt.

Maatschappelijke diensttijdDe maatschappelijke diensttijd (MDT) wordt uitgebreid. Hierdoor vergroten we zowel het aantal jongeren dat deelneemt als de bijdrage die jongeren leveren aan actuele maatschappelijke opgaven. Het MDT netwerk is wendbaar en opereert dicht op de actualiteit. Zo kan MDT bijdragen aan kansengelijkheid, inburgering en het bestrijden van eenzaamheid. We zetten in op een betere verbinding met het onderwijs, faciliteren samenwerking tussen scholen en maatschappelijke organisaties en versterken onze eigen MDT-organisatie om nog meer jongeren, en daarmee de samenleving, te helpen aan een MDT-traject.

Extra investeringen in leerroutes vo, mbo, hoWe investeren ook in de beroepsroute van vmbo naar mbo en ho en versterken mbo niveau 2. Instellingen krijgen subsidie om doorlopende leerroutes te ontwerpen, zodat leerlingen van het vmbo uiteindelijk kunnen doorstromen naar het mbo en het hbo. Een goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) hoort daarbij, die vrij is van (gender)stereotiepe verwachtingen. Dat moet ertoe leiden dat leerlingen en studenten minder uitvallen en minder wisselen van opleiding. Verder zetten we extra middelen in om studenten in mbo-2 meer maatwerk en extra begeleiding te bieden zodat ze duurzaam kunnen instromen op de arbeidsmarkt.

Tegengaan stagediscriminatie mbo en hoHet tegengaan van stagediscriminatie in het mbo en ho is een van onze topprioriteiten. We gaan afspraken maken met bedrijven en onderwijsinstellingen over maatregelen die stagediscriminatie daadwerkelijk uitbannen. Daarnaast wordt ingezet op persoonsvorming en burgerschapsonderwijs in het mbo. Er is aandacht voor studenten die door omstandigheden extra hulp nodig hebben om hun vaardigheden en potentie te ontdekken en ontplooien.

Herinvoering basisbeurs mbo en hoWij willen studenten de gelegenheid bieden om zich optimaal te ontwikkelen. Daarom gaan we de basisbeurs herinvoeren en verbreden we de aanvullende beurs in het hoger onderwijs naar middeninkomens. We gaan het niet-gebruik van de aanvullende beurs terugdringen in het mbo en ho, we schrappen de bijverdiengrens in het mbo, en geven mbo-studenten dezelfde terugbetaalvoorwaarden als studenten in het hoger onderwijs. Hiervoor hebben we structureel € 1,2 miljard gereserveerd. Daarnaast bieden we een tegemoetkoming aan studenten die geen basisbeurs hebben ontvangen. Hiervoor is incidenteel € 1,0 miljard beschikbaar.

3. Lerarenstrategie primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs

Het grote tekort aan leraren en schoolleiders is een van de belangrijkste problemen van dit moment. Leraren zijn bepalend, ze maken in de klas het verschil voor kinderen. Als er niet voldoende goede leraren en schoolleiders zijn, is dat een risico voor de kwaliteit van het onderwijs. Alle inzet die de afgelopen jaren gepleegd is ten spijt, moeten we concluderen dat de problematiek alleen maar groter is geworden. Doorgaan op de ingeslagen weg is geen optie.

We zetten daarom alles op alles om de tekorten daadwerkelijk terug te dringen. Daarvoor is een mix van maatregelen nodig. De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs heeft een onderwijsakkoord gesloten met de organisaties van schoolbesturen en onderwijspersoneel. Daarin zijn onder meer afspraken gemaakt over de verhoging van het salaris van leraren in het primair onderwijs en het verlagen van de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Maar ook over tijd voor leraren en schoolleiders om bij te scholen, in het bijzonder voor het onderwijs in de basisvaardigheden. Dat moet eraan bijdragen dat het beroep van leraar weer hoog gewaardeerd wordt in de samenleving. Met de gezamenlijke onderwijsorganisaties hebben we een werkagenda opgesteld met concrete ambities en mijlpalen, voor professionele ontwikkeling van leraren, de onderwijsarbeidsmarkt en de bevoegdheden van leraren.

De complexiteit van het lerarentekort vraagt om een stevige lerarenstrategie vanuit de overheid. We gaan zorgen voor meer samenhang, focus en slagkracht, in het beleid maar ook in de daadwerkelijke aanpak in het veld. Verder intensiveren en versnellen we maatregelen die goed werken. Zo gaat het subsidiebedrag omhoog voor mensen die vanuit een ander beroep leraar willen worden en kunnen jaarlijks meer onderwijsassistenten en leraar-ondersteuners de opleiding tot leraar volgen. We zorgen ervoor dat lerarenopleidingen op maat worden aangeboden, zodat ze aantrekkelijk zijn voor zij-instromers. We versterken de samenwerking tussen lerarenopleidingen: er valt veel winst te behalen door het maken van een gezamenlijk opleidingsaanbod voor aankomende en zittende leraren, maar ook in het gezamenlijk onderzoeken en verspreiden van kennis.

Tenslotte gaan we in gesprek over verdergaande en onorthodoxe maatregelen om tot structurele oplossingen te komen. Het gaat hierbij om thema’s en dilemma’s die het hart van het onderwijsstelsel raken: bekostiging, bestuur en toezicht, en de wijze waarop het onderwijs in scholen is georganiseerd.

4. Gezonde arbeidsmarkt

Iedereen is nodig op de arbeidsmarkt. Met zes acties en bijbehorende maatregelen werkt het kabinet aan een arbeidsmarkt die beter bestand is tegen periodes van krapte. Het kabinet zet in op het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod. De maatregelen moeten onder andere bijdragen aan het bevorderen van Leven Lang Ontwikkelen (LLO), het stimuleren van meer uren werken en het verbeteren van de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt. Maar daarvoor zal nog meer nodig zijn. Daarom richt het kabinet zich de komende periode op financiële prikkels in verschillende sectoren, waaronder het mogelijk maken van een voltijdsbonus.

Aanpak opleiden vakmensen Er ligt een flinke uitdaging om goede vakmensen op te leiden, zowel via initieel onderwijs, als via om- en bijscholing van de beroepsbevolking in het kader van een Leven Lang Ontwikkelen. De urgentie wordt vergroot omdat Nederland voor grote opgaven staat op het gebied van klimaat, energie, wonen en zorg. Dat terwijl we te maken hebben met grote tekorten op de arbeidsmarkt. Vooral vacatures op mbo- en hbo-niveau zijn moeilijk vervulbaar. We kiezen daarom voor een actieve en innovatieve aanpak.

Reële arbeidsvoorwaarden en omstandigheden culturele sectorDe culturele arbeidsmarkt heeft tijdens de coronacrisis klappen gehad en zwakke plekken zijn blootgelegd. Ook mensen die werken in de culturele sector hebben recht op reële arbeidsvoorwaarden en omstandigheden. Dat maakt de sector bovendien weerbaarder. Met herstelmaatregelen zorgen wij er ook voor dat makers kansen krijgen zich te ontwikkelen en weer aan de slag kunnen.

Speerpunten mboVoor het mbo hebben we vier speerpunten geformuleerd, om de krapte op de arbeidsmarkt te verminderen en beter aan te sluiten op de behoefte aan vakmensen: zorgen dat meer mensen meedoen (1), jongeren en volwassenen helpen om goed geïnformeerde opleidings- en beroepskeuzes te maken (2), intensieve samenwerking stimuleren, zowel tussen de onderwijssectoren als tussen onderwijs en het bedrijfsleven om het beroepsonderwijs uitdagend en innovatief te houden (3) en het stimuleren van op-, om- en bijscholing van de beroepsbevolking, met het oog op duurzame inzetbaarheid en een op skills gerichte arbeidsmarkt (4). Daarnaast verkennen we in het najaar of we de macrodoelmatigheid verder kunnen verbeteren.

Regionale samenwerking vmbo-mbo-hboVerder gaan we de regionale samenwerking tussen vmbo-mbo-hbo versterken zodat leerlingen en studenten makkelijker kunnen doorstromen. Dat doen we door het maken van gezamenlijke onderwijsprogramma’s te stimuleren. We investeren daarnaast in hbo-opleidingen die opleiden voor de sectoren waar grote personeelstekorten zijn: de gezondheidszorg, onderwijs, en bèta en techniek. We bieden ruimte aan hogescholen om samen met hun partners in de regio de middelen gericht te besteden. Voor regio’s die te maken hebben met krimp, willen we een aanpak ontwikkelen waarin mbo- en hbo-opleidingen kunnen bijdragen aan het vitaal houden van die gebieden.

Gelijke positie vrouwen en mannenIn Nederland bestaan nog steeds grote verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van arbeid en inkomen – of het nu gaat om het aantal uren werk, de beloning of de posities waarin men terecht komt. Daarom zetten wij in op een gelijke positie van vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt (in personen en uren) en een betere verdeling van arbeid en zorgtaken. Verder nemen we maatregelen om een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities te realiseren. In 2023 starten we met een nieuwe periode van meerjarige allianties, met financiële ondersteuning van maatschappelijke organisaties die bijdragen aan de emancipatiedoelstellingen van dit kabinet.

5. Sociale veiligheid en gelijke behandeling

Het is belangrijk dat iedereen zich optimaal kan ontwikkelen. Dat kan alleen wanneer scholen, onderwijsinstellingen, culturele instellingen, media instellingen en onderzoeksinstellingen veilig, toegankelijk en inclusief zijn. Waar gelijkwaardigheid de norm is en aandacht is voor het welzijn van iedereen in de organisatie. We waarborgen de sociale veiligheid en gelijke behandeling op iedere instelling en bannen pesten, racisme, discriminatie en ander grensoverschrijdend gedrag uit. We verwachten dat scholen staan voor onze Nederlandse normen en waarden. We grijpen sneller in bij (informele) onderwijsinstellingen en hun vertegenwoordigers die anti-integratief, anti-democratisch of anti-rechtsstatelijk opereren.

Het is belangrijk dat iedereen zich optimaal kan ontwikkelen en dat kan alleen wanneer instellingen veilig, toegankelijk en inclusief zijn voor álle leerlingen en studenten en álle medewerkers. Wij streven naar veilig onderwijs, waar iedereen zich vrij kan voelen en zichzelf kan zijn. En waar aandacht is voor het welzijn van alle leerlingen, studenten en medewerkers. We waarborgen de sociale veiligheid en gelijke behandeling op iedere instelling en gaan racisme en discriminatie tegen.

Sociale veiligheid in het po en voIn het funderend onderwijs richten we ons op het versterken van de positie van de leerling en ouders indien er een klacht is over de veiligheid, het toezicht op dit thema en het verbeteren van de veiligheid van onderwijspersoneel. Om dit te bereiken wordt er in het funderend onderwijs ingezet op een meld- en steunpunt voor leerlingen en ouders, de versterking van het klachtenstelsel, een meldplicht voor ernstige incidenten van sociale veiligheid voor scholen, een uitbreiding van de monitoringsverplichting en geïntensiveerd toezicht.

Vernieuwde monitor sociale veiligheid mboIn het mbo houden we met een vernieuwde monitor sociale veiligheid de vinger aan de pols. We sluiten aan bij bestaande programma’s die het welzijn en de mentale gezondheid van studenten bevorderen. We maken ons sterk voor een gelijkwaardige behandeling van alle studenten.

Divers talent in hoger onderwijs en onderzoekWe willen ruimte geven aan divers talent in het hoger onderwijs en onderzoek, van jong tot ervaren, met verschillende achtergronden, perspectieven en loopbaanpaden. Het gaat hierbij ook om het aantrekken en vasthouden van internationaal toptalent. Over sociale veiligheid maken we afspraken met de instellingen, vooruitlopend op een integrale aanpak die we nog zullen presenteren.

Acceptatie, gelijke behandeling en veiligheid van de lhbtiq+ gemeenschapWe zetten in op de acceptatie, gelijke behandeling en veiligheid van de lhbtiq+ gemeenschap. Zoals aangegeven in het coalitieakkoord is het Regenboogakkoord hiervoor steeds de basis. Het Regenboogakkoord zal zorgvuldig uitgevoerd worden met (initiatief)wetgeving en beleid. Voorbeelden hiervan zijn de aanpak van discriminerend geweld, het verbeteren van wetgeving zoals een expliciet verbod op lhbti-discriminatie in art. 1 van de GW, het bevorderen van acceptatie op school, het bewerkstelligen van een transitieverlof vergelijkbaar met het zwangerschapsverlof en het tegengaan van onnodige sekseregistratie bij de overheid.

De positie en rechten van lhbtiq+ personen en vrouwen buiten Nederland staan stevig onder druk. Het kabinet blijft zich inzetten om die positie en rechten te verdedigen. In mondiaal verband zetten we in op het beschermen en bevorderen van gelijke rechten, gendergelijkheid en het verbeteren van de positie van vrouwen en meisjes in de Commission on the Status of Women (VN). In EU-verband zetten we in op het ambitieus uitvoeren van de EU-gendergelijkheidstrategie 2020-2025 en de Strategie voor gelijkheid van lhbtiq+ personen 2020-2025. Ook roepen wij de Commissie op om het volledige financiële en juridische instrumentarium in te zetten om misstanden aan te pakken – zoals het waar mogelijk niet verstrekken van EU-subsidies als de Europese waarden in het geding zijn.

Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag Om seksueel grensoverschrijdend gedrag aan te pakken heeft het kabinet Mariëtte Hamer aangesteld als onafhankelijke regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Hamer zal hierover gevraagd en ongevraagd advies geven. Zij werkt de komende drie jaar als aanjager van het maatschappelijk debat en als boegbeeld van de gewenste cultuurverandering op dit terrein. Onder regie van de Ministers van OCW en SZW wordt een Nationaal Actieplan opgesteld, met als doel het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld en het bereiken van een samenleving waarin ieder zich veilig voelt.

6. Herstel, vernieuwing en groei in de culturele en creatieve sector

De culturele en creatieve sector heeft onder grote druk gestaan en het is nog altijd een uitdagende tijd. Het is noodzakelijk dat de culturele en creatieve sector weer gaat draaien, dat het publiek terugkomt en dat er cultuur gemaakt en beoefend wordt. De komende periode staat in het teken van herstel, vernieuwing en groei. Hiervoor is in 2022 € 135,0 miljoen gereserveerd en vanaf 2023 € 170,0 miljoen structureel per jaar.

De coronacrisis heeft veel impact op jongeren gehad, zowel sociaal, economisch als mentaal. We willen daarom deze groep extra aandacht geven. Corona toonde het innovatieve vermogen van de cultuursector. Het publiek waardeert de combinatie van fysieke en digitale cultuurbeleving. Deze innovatie willen we blijvend ondersteunen, want zij maakt de sector sterker en flexibeler. We willen cultuur toegankelijk maken voor iedereen, door een goede regionale spreiding door heel Nederland en extra investeringen in cultuurparticipatie.

Daarnaast willen we meer aandacht geven aan onze gezamenlijke geschiedenis en de omgang met ons cultureel erfgoed. We bekijken samen met betrokkenen uit cultuur, onderwijs en wetenschap hoe we kunnen bijdragen aan een Nationaal Historisch Museum. In aanloop naar het herdenkingsjaar 2023 besteden we extra aandacht aan dialoog over het slavernijverleden en hedendaags racisme. Wij hechten aan de komst van een Nationaal Slavernijmuseum.

In 2022 is de Tweede Kamer begonnen met de behandeling van het wetsvoorstel tot modernisering van de Archiefwet 1995. Behandeling in beide Kamers zal naar verwachting duren tot in het jaar 2023. Met dit wetsvoorstel kunnen archieven eerder openbaar worden. Ander belangrijk element van het wetsvoorstel is de duurzame toegankelijkheid van de archieven.

BibliothekenDe bibliotheek is een van de meest laagdrempelige cultuurvoorziening, die door alle bevolkingsgroepen wordt bezocht. Door het brede aanbod van diensten en activiteiten draagt de bibliotheek bij aan persoonlijke ontwikkeling, aan verbetering van maatschappelijke kansen en aan sociale cohesie. Daarom streeft het kabinet de komende periode naar een toekomstbestendige bibliotheekvoorziening in elke gemeente.

Arbeidsmarkt culturele en creatieve sectorWe spannen ons in voor een gezonde arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector, met oog voor de kwetsbare positie van (jonge) makers en zzp’ers en de mogelijkheden voor het inzetten van de creatieve industrie bij grote maatschappelijke opgaven.

7. Versterking van het lokale en landelijke medialandschap

Vrije media en onafhankelijke journalistiek zijn onmisbaar voor onze democratische rechtsstaat. Media zijn ook een bron van amusement en cultuur, die verbindt, inspireert en verrijkt. De publieke omroep verbindt met zijn grote bereik bevolkingsgroepen met verschillende culturele achtergronden, uit alle sociale groepen. Bovendien is het aanbod er vrij van overheidsinvloeden, commercie en andere deelbelangen. Tot slot kan jong talent bij de publieke omroep vernieuwende programma’s maken. Om het open bestel dat de publieke omroep is beheersbaar te houden en toekomstbestendig te maken, richten we ons de komende periode op nieuwe toelatings- en verantwoordingscriteria voor de landelijke publieke omroep.

Lokale publieke omroepen hebben een belangrijke rol in het lokale medialandschap. Ze zijn echter afhankelijk van gemeentelijke bekostiging, die niet altijd toereikend is om als professionele journalistieke organisatie te werken. En zelfs waar gemeenten wel voldoende bijdragen, kan die afhankelijkheid schadelijk zijn voor de rol van de omroep als bewaker van de lokale democratie. Daarom versterken we de positie van lokale omroepen. Tegelijkertijd investeren we in de kwaliteit en professionalisering van de lokale omroepen.

Goede onderzoeksjournalistiek kost tijd en geld. Veranderingen in de advertentiemarkt, digitalisering en de opkomst van sociale media tasten verdienmodellen aan. Ook de coronacrisis zette de journalistiek onder druk, vooral lokaal. Daarom investeren we de komende jaren in onderzoeksjournalistiek in samenwerking met het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Licence