Base description which applies to whole site

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.

Tabel 4 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Vastgestelde begroting 2024

 

45.485.755

33.610.244

46.625.557

50.853.946

51.307.936

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Rente vaste schuld

11

‒ 255.000

‒ 439.000

‒ 452.000

‒ 513.000

‒ 628.000

 

2) Rente vlottende schuld

11

274.000

250.000

290.000

381.000

447.000

 

3) Rente derivaten

11

22.000

0

0

0

0

 

4) Aflossing vaste schuld

11

‒ 49.000

0

2.495.000

0

‒ 1.000

 

5) Rentelasten kasbeheer

12

‒ 1.061.588

‒ 1.556.266

‒ 1.392.767

‒ 1.170.832

‒ 1.002.864

 

6) Verstrekte leningen

12

500.000

500.000

500.000

500.000

500.000

 

7) Overige mutaties & extrapolatie

div

400

400

0

0

0

45.021.742

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

44.916.567

32.365.378

48.065.790

50.051.114

50.623.072

45.021.742

Toelichting

1. Rente vaste schuld

De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting lager uit dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2024 met name als gevolg van het financieringsplan 2024. Hierin is bepaald dat er voor de financiering van de staatsschuld een lager beroep op de kapitaalmarkt (vaste schuld) zal worden gedaan. Daarnaast is er gerekend met lagere rentepercentages zoals die door het Centraal Planbureau (CPB) zijn geraamd in het Centraal Economisch Plan (CEP).

2. Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld valt per saldo hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB lager geraamd in de CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2024 rekening is gehouden. Echter doordat de omvang van de kortlopende schuld is toegenomen, ontstaat een structurele tegenvaller van € 274 mln. in 2024 oplopend tot € 447 mln. in 2028.

3. Rente derivaten

De raming van de rentelasten op de langlopende derivaten is met € 22 mln. naar boven bijgesteld voor 2024 als gevolg van de gewijzigde rentepercentages zoals die door het CPB worden geraamd in de CEP.

4. Aflossing vaste schuld

Door een vervroegde aflossing van een obligatie in 2023 zal in het lopende jaar minder afgelost worden. In 2026 neemt de aflossing van de vaste schuld met circa € 2,5 mld. toe als gevolg van de uitgifte van leningen met een aflosdatum in 2026.

5. Rentelasten kasbeheer

De raming van de rentelasten kasbeheer is lager dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2024. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie en de nieuwe rentestanden in de CEP-raming van het CPB. Daarnaast dalen de rentelasten als gevolg van de nieuwe raming sociale fondsen.

6. Verstrekte leningen

Naar verwachting worden er meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming is daardoor structureel met € 500 mln. naar boven bijgesteld.

Tabel 5 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Vastgestelde begroting 2024

 

66.692.810

68.513.845

88.610.112

79.867.150

86.227.499

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Voortijdige beëindiging derivaten

11

‒ 8.000

0

0

0

0

 

2) Uitgifte vaste schuld

11

‒ 11.283.000

10.939.000

7.647.000

453.000

‒ 1.498.000

 

3) Mutatie vlottende schuld

11

24.140.000

0

0

0

0

 

4) Rentebaten kasbeheer

12

‒ 17.610

‒ 12.993

‒ 6.419

2.854

13.115

 

5) Aflossingen op leningen

12

‒ 19.403

7.221

35.076

53.595

76.340

 

6) Mutatie in rekening courant en deposito

12

1.816.169

‒ 1.148.197

452.961

2.246.275

4.001.941

 

7) Overige mutaties & extrapolatie

div

 

6.000

8.000

‒ 8.000

‒ 10.000

83.168.748

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

81.320.966

78.304.876

96.746.730

82.614.874

88.810.895

83.168.748

Toelichting

1. Voortijdige beëindiging derivaten

Het voortijdig beëindigen van rentederivaten heeft geleid tot eenmalige negatieve ontvangsten van € 8,0 mln. Het betreft de contant gemaakte waarde van de (negatieve) rentebaten die anders later dit jaar en voor het grootste deel in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze (negatieve) rentebaten zijn nu in één keer ontvangen. Het voortijdig beëindigen van rentederivaten draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen uit het beleidskader voor schuldfinanciering, namelijk het verlengen van de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille naar minimaal 8 jaar en het beperken van het korte termijn renterisico (renterisicobedrag < 25%).

2. Uitgifte vaste schuld

De raming van de uitgifte vaste schuld is voor het lopende jaar met circa € 11,3 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2024. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat voor 2024 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. De raming voor 2025 en verder is hoger dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2024 als gevolg van het verwachte kastekort.

3. Mutatie vlottende schuld

De vlottende schuld stijgt in 2024 met circa € 24,1 mld. Dit is het gevolg van een hogere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar is toegenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

4. Rentebaten kasbeheer

De raming van de rentebaten kasbeheer is lager dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2024. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie van verstrekte leningen en de nieuwe rentestanden in de CEP-raming van het CPB.

5. Aflossingen op leningen

Op basis van actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten, in 2024 per saldo lager en vanaf 2025 hoger uitvallen dan eerder geraamd.

6. Mutatie in rekening courant en deposito

Uit de actualisatie van de raming van uitgaven en inkomsten van sociale fondsen blijkt dat deze fondsen meer middelen storten in de schatkist. Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s stijgt ten opzichte van de ontwerpbegroting 2024.

Licence