Base description which applies to whole site

2.5 Overprogrammering

Het kabinet Rutte IV heeft een nieuw investeringsplafond geïntroduceerd voor investeringsmiddelen. Het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds vallen onder dit plafond. Beheersing van het totaalbedrag en het behalen van concrete resultaten staan hierin centraal. De kasuitputting per jaar is minder relevant. Onder het investeringsplafond kan eenvoudig budget naar achteren in de tijd worden geschoven als er vertragingen optreden in de programmering/uitvoering, om budget en programmering weer in balans te brengen. Doordat vertragingen eenvoudig verwerkt kunnen worden, wordt de kans op niet-bestede middelen in enig jaar kleiner.

De programmering van projecten wordt doorlopend geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. De kasramingen van de projecten in de begroting worden hier op de reguliere begrotingsmomenten op aangepast. De afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld de stikstofproblematiek bij meerdere projecten geleid tot (kas)vertraging. De kasramingen in de begroting zijn hier vervolgens op aangepast.

Onderuitputting ontstaat als in enig jaar alsnog (kas)vertraging in de programmering optreedt. Het instrument overprogrammering wordt ingezet om te voorkomen dat dergelijke vertragingen direct tot onderuitputting leiden en de beschikbare budgetten voor het investeringsprogramma zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Hiermee wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich altijd voordoet. Overprogrammering houdt in dat de programmering in de eerste jaren hoger is dan het beschikbaar budget. Over de planperiode zijn beiden in evenwicht. Ook zal de komende tijd – zoals het IBO Publieke investeringen aanbeveelt –worden onderzocht hoe het gebruik van de instrumenten overprogrammering en het nieuwe investeringsplafond in de praktijk nog meer bij dragen aan realistische planningen, effectief doelbereik en transparante en heldere communicatie aan het parlement.

Overprogrammering kan alleen worden ingezet voor beheersing van reguliere ramingsonzekerheden. Onzekerheden van exogene aard, bijv. juridische ontwikkelingen of krapte op de arbeidsmarkt, kunnen hiermee niet (volledig) opgevangen worden. De hoogte van de overprogrammering wisselt van jaar op jaar binnen een bepaalde marge en hangt af van bijv. het risicobeeld van de onderliggende programmering. Over de maximale hoogte hebben IenW en het Ministerie van Financiën afspraken.

Tabel 8 Overprogrammering Mobiliteitsfonds (bedragen x € 1 miljoen)

Artikel

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2023-2028

2029-2037

12 Hoofdwegennet

199

207

375

96

101

303

1.281

‒ 1.281

- Aanleg

142

153

210

‒ 142

‒ 153

‒ 210

0

0

- Planning en studies

58

53

165

237

255

514

1.281

‒ 1.281

13 Spoorwegen

88

111

101

110

107

116

634

‒ 634

- Aanleg

65

73

73

77

66

54

408

‒ 408

- Planning en studies

24

38

29

33

40

62

226

‒ 226

15 Hoofvaarwegennet

65

80

109

198

130

87

669

‒ 669

- Aanleg

59

25

29

‒ 59

‒ 25

‒ 29

0

0

- Planning en studies

6

55

80

257

155

116

669

‒ 669

17 Megaprojecten

59

102

69

272

297

126

925

‒ 925

- Aanleg

59

102

69

272

297

126

925

‒ 925

Totale overprogrammering

411

500

654

676

634

632

3.509

‒ 3.509

Toelichting

De voorliggende begroting 2024 voor het Mobiliteitsfonds laat het volgende beeld zien:

  • Bij eerste suppletoire begroting 2023 is de programmering op het MF meerjarig geactualiseerd. Dit heeft geresulteerd in een schuif naar achteren op de programmering verdeeld over alle netwerken. Vooral op planuitwerkingsprojecten en verkenningen op het hoofdwegennet is de planning vertraagd als gevolg van stikstof. In het uitvoeringsjaar 2023 zijn vooral op aanlegprojecten kasmiddelen doorgeschoven naar lagere jaren als gevolg van een actuele planning.

  • In de voorliggende begroting is de herprioriteringsopgave en de taakstelling naar aanleiding van de Rijksbrede opgave verwerkt. De herprioritering heeft effect gehad op de programmering, aangezien een deel van de programmering alternatief is ingezet. De taakstelling heeft vooral effect gehad op de kaders, omdat er in totaal t/m 2036 € 2 miljard uitgavenkader is ingezet voor de Rijksbrede opgave, terwijl de aangewezen dekking hiervoor vooral in latere jaren op het MF was geraamd.

  • Bovengenoemde verschuivingen hebben geleid tot het beeld dat er in het uitvoeringsjaar 2023 een kasoverschot is van € 500 miljoen. Dit wordt doorgeschoven naar latere jaren. Er resteert een overprogrammering van € 411 miljoen, waarmee kasvertragingen in de laatste maanden van het jaar opgevangen kunnen worden.

Figuur 4

Verloop programmering en budgettair kader

In de bovenstaande grafiek wordt het investeringsprogramma over 15 jaar weergegeven, onderverdeeld naar de MIRT-categorieën. De categorieën geïntegreerd (DBFM-contracten), planning en studies en aanleg vallen onder de budgetten voor ontwikkeling. De categorie vernieuwing valt onder de budgetten voor exploitaite, onderhoud en vernieuwing. Deze categorieën vormen het investeringsprogramma binnen het Mobiliteitsfonds. De onderliggende projecten komen middels het kas-verplichtingenstelsel tot betaling. Het instrument overprogrammering wordt toegepast op het investeringsprogramma, omdat er sprake kan zijn van kasversnellingen en kasvertragingen als gevolg van geactualiseerde projectramingen. Op het onderhoudsprogramma vindt geen overprogrammering plaats, omdat kasversnellingen en –vertragingen hierop worden opgevangen binnen de begroting van de uitvoeringsorganisaties.

De zwarte lijn geeft het totale beschikbare budget weer en geldt als het vastgestelde budgettaire uitgavenkader onder het investeringsplafond. De grafiek laat zien dat het investeringsprogramma in de eerste jaren hoger ligt dan het beschikbare budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2031 is sprake van de omgekeerde situatie en ligt het beschikbare budget hoger dan het investeringsprogramma; er is sprake van onderprogrammering. Het totale programma en budget over de looptijd van het fonds zijn hiermee aan elkaar gelijk, zodat het investeringsprogramma volledig budgettair gedekt is.

Licence