Base description which applies to whole site

4.1 Inkomstenbronnen van provincies

De uitgaven van provincies worden uit verschillende inkomstenbronnen bekostigd. In tabel 3 staat een overzicht van verschillende inkomstenbronnen van de provincies voor de periode 2018-2023. De cijfers tot en met 2021 zijn op basis van de jaarrekeningen. De cijfers 2022 en 2023 zijn op basis van de oorspronkelijke begrotingen.

Tabel 3 Inkomsten provincies (bedragen x € 1 mln.)
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

       

Totale baten1

9.609

10.592

10.196

8.922

7.643

8.107

       

waarvan

      

Provinciefonds2

2.454

2.467

2.603

2.542

2.847

2.996

Specifieke uitkeringen3

42

50

570

935

897

400

Motorrijtuigenbelasting1

1.617

1.648

1.684

1.720

1.735

1.803

1

Bron CBS Statline

2

Bron Ministerie van BZK

3

Bron realisatiecijfers OSU. Bron begrotingscijfers departementen (met bewerking BZK).

Inkomsten vanuit het Rijk

Een inkomstenbron voor de provincies is het provinciefonds. Het bedrag in de tabel betreft het totale verplichtingenbedrag voor het provinciefonds en omvat de algemene uitkering en de decentralisatie-uitkeringen. Het provinciefonds is verantwoordelijk voor 37% van de totale baten in 2023 van provincies.

Een tweede inkomstenbron wordt gevormd door de specifieke uitkeringen. Op de specifieke uitkeringen wordt in paragraaf 4.2 nader ingegaan.

Inkomsten uit eigen bronnen

Naast de uitkeringen van het Rijk hebben de provincies inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting, dit betreft in 2023 22% van de totale baten van provincies. Hierop wordt in paragraaf 4.3 dieper ingegaan. Daarnaast is sprake van onttrekkingen uit de reserves en van overige middelen.

Licence