Base description which applies to whole site

2.4 Openbaarheidsparagraaf

In de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet onder andere maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Verder schrijft artikel 3.5 van de Wet open overheid voor dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de Wet open overheid (Woo) en in de jaarlijkse verantwoording verslag doet van de uitvoering ervan (de openbaarheidsparagraaf). Het doel van de Woo is een open overheid, die zorgdraagt voor een adequate en toegankelijke informatievoorziening op basis van een ordentelijke informatiehuishouding.

Op het gebied van de Woo wordt gewerkt aan het optimaliseren van de Woo-afhandeling door centralisatie en uniformering van het Woo-proces binnen het bestuursdepartement van JenV. Er wordt in dit verband een afzonderlijk organisatie onderdeel opgericht (start najaar 2023) dat zich volledig richt op de Woo-afhandeling en ook op het verder vormgeven van actieve openbaarmaking. Ook de capaciteit wordt hiervoor uitgebreid. Hiermee gaat het ministerie voor een meer tijdige afhandeling van Woo-verzoeken, maar streeft het ook naar meer openheid en transparantie. Beslisnota’s worden al actief openbaar gemaakt, Woo-besluiten worden gepubliceerd op de website, bereikbaarheidsgegevens van het ministerie zijn daar eveneens te vinden en informatie bestemd voor de Tweede Kamer is standaard openbaar. Nu wordt ingezet op alle andere informatiecategoriën die in de Woo worden genoemd. 

In 2021 is JenV gestart met de planvorming en eerste realisatie in het kader van Open op Orde. De uitdagingen op het vlak van informatiehuishouding binnen JenV zijn omvangrijk en divers van aard en over een periode van jaren ontstaan, onder meer door een explosieve groei van data en informatie, het sterk toegenomen gebruik ervan, personele krapte en complexe wet- en beleidsstelsels die met deze informatie uitgevoerd en ondersteund moeten worden. De veelheid en verscheidenheid aan deelnemende JenV-onderdelen en organisaties, die ook nauw samenwerken en onderlinge afhankelijkheden kennen in de verschillende ketens van JenV, maken het tot een zeer uitdagend geheel. De kabinetsdoelstellingen ten aanzien van de verbetering van de informatiehuishouding zijn ambitieus, waarbij realistische verwachtingen ten aanzien van tempo van de realisatie versus geformuleerde ambities een belangrijk aandachtspunt vormen.

Om de veranderopgave te kunnen managen is een programma opgezet. Dit programma werkt met een meerjarig portfolio opgebouwd langs de vier actielijnen van Open Op Orde en ingedeeld in drie categorieën:

Prioriteiten regeringscommissaris: Deze prioriteiten kenmerken zich door een centraal kader vanuit het Bureau Regeringscommissaris (BRC), waarbij de basis is gezamenlijke, uniforme oplossingen voor alle deelnemende departementen te bewerkstelligen. In deze categorie ontzorgt het programma de organisaties in het voldoen aan en aansluiten op de ontwikkelde oplossingen. Vooralsnog is 20% van de toegewezen gelden door JenV aan deze prioritaire categorie toegekend. Dit is mede ingegeven door het uitblijven van centrale systeem oplossingen. Ingeval de centrale oplossingen meer beschikbaar komen zal de verdeling van het budget wijzigen.

JenV brede prioriteiten: Dit zijn papier uit de ketens, digitalisering van de werkprocessen en het verbeteren van de datakwaliteit (in de keten). Aan deze prioriteiten wordt door de taskforces van het programma gewerkt aan de hand van een centrale JenV aanpak, waarbij de deelnemende organisaties vanuit het programma ontzorgd worden om invulling te geven aan deze 3 prioriteiten. Eén gezamenlijke werkwijze, herhaalbare processtappen en één gezamenlijke oplossing per prioriteit zijn hiervoor gehanteerde sleutelbegrippen. Hiervoor wordt door JenV 40% van het toegewezen budget gereserveerd, gelijkelijk verdeeld over de drie taskforces.

Prioriteiten uitvoeringsorganisaties: In deze categorie wordt door (individuele) organisaties gewerkt aan specifieke initiatieven die een directe bijdrage leveren aan de doelen van Open op Orde en niet in de eerder genoemde categorieën vallen. Deze projecten worden (deels) gefinancierd vanuit de POK/IHH-gelden (Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag/Informatiehuishouding). Het programma ondersteunt en helpt de uitvoeringsorganisaties bij het aanscherpen van de planvorming en waar gewenst de uitvoering.

Tot op heden heeft de vraag naar middelen elke keer het beschikbaar gestelde budget vele malen overschreden. Voor de komende jaren zal het verschil tussen budget en benodigde middelen naar verwachting groter worden. De oorzaak hiervan ligt in het afnemen van de reeks vanuit POK/IHH en de toename van zowel de kosten voor centrale oplossingen voor e-mail archivering en archivering van berichtenapps als de groeiende verandercapaciteit van JenV.

Tabel 4 toekenning van de Open op Orde gelden (bedragen * € 1.000)
 

2024

2025

2026

budget

   

Basis beschikbaar gesteld BRC

9.900,0

9.900,0

9.900,0

Additioneel budget BRC

1.449,0

1.449,0

1.449,0

Totaal budget

11.349,0

11.349,0

11.349,0

    

Verdeling budget

   

Datakwaliteit

1.513,2

1.513,2

1.513,2

Digitalisering

1.513,2

1.513,2

1.513,2

Papier uit de ketens

1.513,2

1.513,2

1.513,2

Taakorganisaties

4.539,6

4.539,6

4.539,6

Top-10 Regeringscommissaris

2.269,8

2.269,8

2.269,8

Aangezien de vraag de beschikbare middelen overstijgt, is het maken van transparante keuzes onontbeerlijk om binnen het financiële kader de activiteiten te kunnen uitvoeren en de gestelde doelen te behalen. In het keuzeproces staat de maatschappelijke behoefte centraal en daarmee de impact die (op termijn) bereikt wordt. Aan die impact is een strategisch doel gekoppeld. Burgers, pers, historici en leden van het parlement moeten kunnen beschikken over informatie die juist, volledig, betrouwbaar en toegankelijk is. Hiervoor wordt het door JenV ontwikkelde afwegingskader gehanteerd, met daarin de volgende aspecten:

  • Wettelijk, er is een wettelijke plicht om het initiatief op te pakken (bijvoorbeeld de Archiefwet).

  • Kabinetsprioriteit, initiatieven die door het kabinet als (maatschappelijk) urgent en prioritair zijn aangemerkt.

  • Samenleving, aantoonbare verbetering van de manier waarop de Rijksoverheid haar werk doet voor de samenleving.

  • Parlement, aantoonbare verbetering van de manier waarop het parlement van informatie wordt voorzien.

  • Ketensamenwerking, draagt bij aan een verbeterde bedrijfsvoering van meerdere organisaties in de keten.

  • Eigen bedrijfsvoering, draagt bij aan een verbeterde bedrijfsvoering binnen de eigen uitvoeringsorganisatie.

  • Mede financiering, de uitvoeringsorganisatie draagt zelf bij aan de benodigde middelen (eigen begroting).

Omdat veel initiatieven grote investeringen vragen en daarmee vaak ook een lange doorlooptijd kennen, worden de initiatieven uitgewerkt in kleinere werkpakketten. De werkpakketten kennen een doorlooptijd van normaliter 3 tot 5 maanden en vertegenwoordigen een waarde van ongeveer € 0,25 mln. Op deze manier blijft het programma wendbaar en is eventueel bijsturen en/of herprioriteren tijdig mogelijk.

Binnen het programma draait het om op een transparante en zo objectief mogelijke wijze te bepalen wat direct opgepakt kan worden en wat nog niet. Een multidisciplinair team (JenV inhoudelijk, architectuur, bedrijfskundig, informatiemanagement en business control) voert de beoordeling van de werkpakketten uit. Door dit bij één team te beleggen is consistentie en objectiviteit gewaarborgd.

De figuur geeft in 4 hoofdblokken het veranderproces weer met daaronder een nadere duiding per hoofdblok: blok 1. “Waarmee we aan de slag gaan”. Duiding: Initiatieven toetsen en prioriteren; bespreken en verrijken van initiatieven; vereenvoudigen (opsplitsen in werkpakketten); starten en voortgang bewaken van de uitvoering; evalueren behaalde resultaten. Blok 2. “waar we beter in moeten worden”. Duiding: duurzaam toegankelijke informatie; traceerbare processtappen; betrouwbare gegevens; kenbare datacontext; IHH kennis en kunde. Blok 3. “strategisch doel”. Duiding: De burgers, pers, historici en leden van het parlement beschikken over informatie die volledig, betrouwbaar en toegankelijk is. Blok 4 “gewenste impact”. Duiding: de samenleving heeft er vertrouwen in dat de JenV-organisatieonderdelen hun taken op een zorgvuldige, juiste en rechtmatige wijze uitvoeren.

De ordening gebeurt op basis van de bijdrage van het werkpakket aan vijf kritieke succesfactoren voor het verbeteren van de informatiehuishouding: «waar we beter in moeten worden».

  • 1. Verbeterde duurzame toegankelijkheid, het vermogen dat aanwezige en gebruikte gegevens (inclusief documenten en content) leesbaar en in de oorspronkelijke vorm  beschikbaar blijven totdat de wettelijke termijn verlopen is.

  • 2. Verbeterde traceerbaarheid van processtappen, het vermogen om de wijze waarop een resultaat tot stand gebracht is te construeren op basis van de doorlopen stappen die tot dit resultaat hebben geleid.

  • 3. Vergrote betrouwbaarheid van gegevens, het vermogen om de waarde (data) van een gegeven (betekenis) op een juiste manier te kunnen duiden in termen van betekenis, authentiek, controleerbaar, correcte substitutie.

  • 4. Vergrote kenbaarheid van de datacontext, het vermogen om de juiste context van de beschikbare data (waardes) te interpreteren (transitie van «data» naar 'informatie'). Om juist gebruik van data te verhogen is het noodzakelijk om de betekenis (zie 'betrouwbare gegevens') en de context te weten waarin de data is ontstaan.

  • 5. Verbeterde beschikbaarheid en juiste IHH kennis en kunde, de vaardigheden van medewerkers vormen een belangrijke component om het gestelde doel te behalen. Zowel in termen van communicatie met de maatschappelijke doelgroepen als het beheren en (door)ontwikkelen van de benodigde oplossingen.

Licence