Base description which applies to whole site

Bijlage 10: Openingsbalans Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)

Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) is vanaf 1 januari 2023 een zelfstandige baten-lastenagentschap en ontvlochten uit de financiële boekhouding zoals opgenomen in het jaarverslag 2022 van het agentschap UBR.

In de eerste suppletoire begroting 2023 is een indicatieve openingsbalans opgenomen. De hieronder gepresenteerde balans met toelichting is de definitieve openingsbalans welke is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring van de Auditdienst Rijk.

Tabel 112 Openingsbalans Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) per 1 januari 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Definitieve openingsbalans

Indicatieve openingsbalans

Activa

  

Immateriële activa

660

720

Materiële activa

179

179

- grond en gebouwen

  

- installaties en inventarissen

31

31

- overige materiële vaste activa

148

148

Voorraden

  

Debiteuren

16.672

16.672

Nog te ontvangen

1.773

1.702

Liquide middelen

  

Totaal activa

19.285

19.273

   

Passiva

  

Eigen vermogen

3.883

3.883

- exploitatiereserve

3.883

3.883

Leningen bij MvF

  

Voorzieningen

  

Crediteuren

197

197

Nog te betalen

10.862

10.850

Liquide middelen

4.343

4.343

Totaal passiva

19.285

19.273

Waarderingsgrondslagen van de balans

De openingsbalans wordt opgesteld op basis van de Regeling agentschappen, Rijksbegrotingsvoorschriften, Nederland Recht (Burgerlijk Wetboek 2) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen. Afschrijvingen op immateriële vaste activa zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur. De afschrijvingstermijn voor immateriële vaste activa is 2-5 jaar.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen. Afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Deze afschrijving vindt lineair plaats. De afschrijvingstermijnen zijn als volgt:

Tabel 113 Afschrijvingstermijnen RBL

Verbouwingen

5-10 jaar

Vervoermiddelen

4-5 jaar

Inventaris/installaties

5-10 jaar

Hardware

3-5 jaar

Projecten in ontwikkeling

niet

De afschrijvingsbedragen worden berekend vanaf de eerste maand na ingebruikname c.q. beschikbaarstelling aan de gebruikers.

Voorraden

De voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs en gecorrigeerd voor eventuele waardevermindering voor bijvoorbeeld incourantheid of onverkoopbaarheid.

Debiteuren

De vorderingen op debiteuren zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit een exploitatiereserve, waarbij het agentschap gebonden is aan een maximum van 5% van de verwachte jaaromzet.

Leningen bij het ministerie van Financiën

Leningen bij het ministerie van Financiën worden gewaardeerd tegen nominale waarde tenzij anders is bepaald.

Voorzieningen

RBL heeft ervoor gekozen om geen voorziening voor jubileumuitkeringen te treffen, maar de uitkeringen in de betreffende jaren in de staat van baten en lasten te verwerken. Voor de verwachte kosten als gevolg van reorganisatie, wordt in het jaar waarin de toezegging is gedaan een voorziening gevormd. Voor de verwachte kosten voorvloeiend uit mobiliteitstrajecten en verliesgevende opdrachten/projecten wordt een voorziening gevormd.

Crediteuren

De schulden aan crediteuren zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Facturen worden verantwoord in de crediteurenadministratie na het afgeven van de prestatieverklaring.

Belastingen en premies sociale lasten

Onder de belastingen en premies sociale lasten vallen af te dragen BTW en af te dragen vennootschapsbelasting en zijn opgenomen tegen nominale waarde.

Overige activa en passiva

Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en de passiva opgenomen tegen nominale waarde.

Toelichting op de balans

Immateriële vaste activa

De opgenomen investering betreft kosten ten behoeve van het nieuwe orderadministratie en planningssysteem (TMS) bij IPKD. De beschikkingsmacht die RBL heeft over TMS vloeit voort uit licentieafspraken met de leverancier. Met de leverancier zijn contractuele afspraken gemaakt over het gebruiksrecht van de TMS-licenties tot 1 maart 2024 met een mogelijke verlenging tot 1 maart 2027. TMS wordt in de loop van 2023 in gebruik genomen, waarna de afschrijving start rekening houdend met de termijn waarover RBL de beschikkingsmacht heeft over de licenties.

Debiteuren

De post debiteuren betreft de gefactureerde, nog te ontvangen bedragen voor verrichte diensten en leveringen en is als volgt te specificeren:

Tabel 114 Debiteuren RBL per 1 januari 2023 (bedragen x € 1.000)

Debiteuren moederdepartement

10.600

Debiteuren overige departementen

5.957

Debiteuren overigen

114

 

16.672

Af: voorziening voor oninbaarheid

0

Totaal debiteuren

16.672

Van het openstaand saldo ad € 16,7 mln. is in 2023 reeds € 16,7 mln. betaald.

Nog te ontvangen

De post nog te ontvangen betreft voornamelijk nog te facturen omzet voor het boekjaar 2022 als gevolg van geleverde dienstverlening.

Het aandeel van het moederdepartement ministerie van BZK bedraagt € 0,7 mln., het aandeel overige departementen € 1,0 mln. en het aandeel derden € 0,1 mln.

Eigen vermogen

Uit de ontvlechting van het agentschap UBR is door de eigenaar aan RBL een eigen vermogen toegekend van € 3,9 mln. Dit eigen vermogen is 2,8% van de verwachte omzet 2023 en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.

Nog te betalen

De post nog te betalen bestaat uit nog te ontvangen inkoopfacturen van € 8,4 mln. en een reservering voor verlofuren van € 2,5 mln.

Het aandeel van het moederdepartement ministerie van BZK bedraagt € 3,2 mln., het aandeel overige departementen € 0,5 mln. en het aandeel derden € 7,2 mln.

Liquide middelen

Dit betreft het saldo wat door RBL wordt aangehouden bij de Rijkshoofdboekhouding.

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

Onder de niet in de balans opgenomen rechten wordt verstaan, voorwaardelijke rechten, niet verwerkte rechten en overeenkomsten onder opschortende of ontbindende voorwaarden. Onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen wordt verstaan, voorwaardelijke- niet verwerkte- of meerjarige verplichtingen. Posten vanaf € 500.000 worden in de toelichting opgenomen.

Tabel 115 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen RBL (bedragen x € 1.000)
 

Minder dan 1 jaar

Tussen 1 en 5 jaar

Operationele leaseverplichtingen UBR|IPKD

566

280

Leaseverplichting TMS

60

10

Totaal

626

290

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en haar agentschappen hebben geopteerd voor eigen risicodragerschap voor de BW/WW-uitkeringen. De omvang van dit risico voor RBL voor de komende jaren is niet in te schatten.

Licence