Base description which applies to whole site

2.6 Overzicht Risicoregelingen

Tabel 6 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande garanties 2022

Geraamd te verlenen 2023

Geraamd te vervallen 2023

Uitstaande garanties 2023

Geraamd te verlenen 2024

Geraamd te vervallen 2024

Uitstaande garanties 2024

Garantieplafond

 

Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Rijkshypotheekgaranties

6

0

3

3

0

3

0

0

 

Artikel 3 Woningmarkt

Herplaatsingsgarantie

0

250.461

0

250.461

393.182

0

643.643

783.000

 
           
 

Totaal

6

250.461

3

250.464

393.182

3

643.643

783.000

 
Tabel 7 Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitgaven '22

Ontvangsten '22

Stand risicovoorziening t-2

Saldo '22

Uitgaven '23

Ontvangsten '23

Stand risicovoorziening t-1

Saldo '23

Uitgaven '24

Ontvangsten '24

Stand risicovoorziening t

Saldo '24

Artikel 3 Woningmarkt

Herplaatsingsgarantie

0

0

0

0

0

10.000

136.700

10.000

0

15.500

136.700

15.500

              
 

Totaal

0

0

0

0

0

10.000

136.700

10.000

0

15.500

136.700

15.500

Rijkshypotheekgaranties

Toelichting

Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er is nog één garantie geldig. De garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt in 2023 € 3.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

Herplaatsingsgarantie

Toelichting

Door de aanhoudende oorlog in Oekraïne en de hoge urgentie om meer doorstroom van statushouders in de asielketen te realiseren, is het noodzakelijk sneller dan gepland meer woningen neer te zetten. Flexwoningen zijn hierin een oplossing. Om de woningnood aan te pakken zet het Kabinet onder andere in op een financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Kern van de garantie is het vergroten van de kans op vervolglocaties na de eerste exploitatie op de tijdelijke locatie en – in het geval dat dat niet lukt – een mogelijke financiële uitkering als de woning verkocht moet worden. De garantie kent een totale looptijd van maximaal veertig jaar. Op 2 mei jl. heeft uw Kamer het toetsingskader financiële herplaatsingsgarantie ontvangen (Kamerstukken II, 2022/2023, 32 847, nr. 1037, blg. 1089724).

Het kabinet heeft voor deze risicoregeling € 220 mln. beschikbaar gesteld en het garantieplafond vastgesteld op maximaal € 783 mln. De genoemde ramingen zijn gebaseerd op het expert judgement van Finance Ideas (Kamerstukken II, 2022/2023, 32 847, nr. 1037, blg. 1089725). Naar verwachting creëert de garantie een multipliereffect, waarbij slechts een deel van de woningen die onder de garantie vallen daadwerkelijk een uitkering uit de garantie behoeven. Bij het aangaan van een garantie kan voor het eerst na tien jaar exploitatie een uitkering plaatsvinden. De financiële uitkering is dan gebaseerd op het verschil tussen de marktwaarde en de vastgestelde boekwaarde, gepaard met een risicoverdeling tussen partijen waarbij het Rijk 60% en de gemeente 25% betaalt, en de investeerder een eigen risico van 15% draagt. Daarnaast leveren investeerders een eigen bijdrage van € 1.000 per woning als een garantie aan hen wordt verleend. Deze bijdrage wordt toegevoegd aan het budget voor de garantieregeling. De middelen bedoeld voor eventuele uitkeringen worden ondergebracht in een risicovoorziening.

Om overschrijding van de beschikbaar gestelde middelen te voorkomen, wordt jaarlijks een prognose en verantwoording over het aantal verstrekte garanties verstrekt. De garantie wordt na één jaar incidenteel en na vijf jaar meerjarig geëvalueerd. Na het twaalfde jaar, twee jaar nadat de eerste aanspraken zich hebben voorgedaan, volgt een tweede incidentele evaluatie.

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

Tabel 8 Achterborgstellingen Sociale Woningbouw (WSW) (bedragen x € 1 mln.)

Omschrijving

20221

20232

20242

Achterborgstelling

85.182

90.200

101.800

Bufferkapitaal

485

554

587

Obligo

2.2803

2.642

2.982

Stand risicovoorziening

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1

Bron: Jaarrekening WSW.

2

Prognose

3

in het jaarverslag 2022 is 2.209 opgenomen, dit was het voorlopige bedrag 2022. 2.280 is het definitieve bedrag na de accountantscontrole.

Toelichting

Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) zorgt dat de deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten. Dit doet het WSW door borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichting van door het WSW geborgde leningen van woningcorporaties. Op het moment dat een woningcorporatie niet aan de rente- en aflossingsverplichting voor een door WSW geborgde lening voldoet, kan een geldverstrekker aanspraak doen op het WSW.

Het Rijk en de gemeenten vormen de achtervang voor het WSW. Dit houdt in dat het Rijk en de gemeenten (beide voor 50%) een renteloze lening aan het WSW verstrekken, indien het WSW onvoldoende liquide middelen heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen.

WSW beschikt over een eigen risicovermogen/bufferkapitaal en kan daarnaast indien nodig een jaarlijkse obligoheffing van maximaal 0,25% van het uitstaande saldo van geborgde leningen in rekening brengen bij de deelnemende woningcorporaties, evenals gecommitteerd obligo opvragen tot 2,6% van het saldo geborgde leningen. De door het WSW geborgde leningen worden gedekt door onderliggend woningbezit met een maximale Loan to Value (LTV) van 85%.

Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus opgevangen door WSW en de corporatiesector zelf via bufferkapitaal en obligo. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is tot op heden nog nooit aangesproken. In de opzet, toepassing en beheersing van zijn activiteiten spant WSW zich optimaal in om te sturen op een omvang van het risicokapitaal dat met een kans van 99% voldoende is om mogelijke verliezen van WSW te dekken. De Autoriteit Woningcorporaties ziet toe op de naleving van de afspraken over het risicomanagement bij WSW. Uit de meest recente kapitaaltoereikendheidstoets blijkt dat het beschikbare kapitaal van het WSW boven het vereiste niveau ligt.

Per eind 2022 heeft WSW € 85,0 mld. aan leningen geborgd. Het totale obligo is ten opzichte van 2021 met € 47 mln. gestegen. Het bufferkapitaal nam in 2022 met € 48 mln. af, voornamelijk door een negatief beleggingsresultaat op de beleggingsportefeuille als gevolg van gestegen marktrente.

Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

Tabel 9 Achterborgstelling Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) (bedragen x 1. mln.)

Omschrijving

20221

20232

20242

Achterborgstelling

193.217

196.188

197.737

Risicodragend gegarandeerd vermogen

4.900

geen prognose

geen prognose

Bufferkapitaal

1.634

1.656

1.684

Obligo

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Stand risicovoorziening

376

430

480

1

Bron: Jaarrekening WEW.

2

Prognose

Toelichting

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk vormt de achtervang van het WEW. Dit betekent dat het Rijk een achtergestelde renteloze lening aan het WEW zal verschaffen zodra het WEW onvoldoende vermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen. Tot 2011 vormde het Rijk samen met de gemeenten de achtervang van het WEW. Vanaf 1 januari 2011 vervult alleen het Rijk deze rol. Voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang. Een geldnemer betaalt voor een hypothecaire lening met NHG een eenmalige premie van 0,6% aan het WEW, waarvan het WEW 0,3%-punt afdraagt aan het Rijk als vergoeding voor diens rol als achtervanger. Deze achtervang vergoeding wordt gestort in de in de tabel genoemde risicovoorziening waaruit een eventuele aanspraak op de achtervang allereerst zal worden opgevangen.

Het gegarandeerd vermogen is het bedrag aan hypotheken waarop een NHG is afgegeven verminderd met het bedrag aan garanties dat is vervallen door volledige aflossing, oversluiting of gedwongen verkopen verminderd met de annuïtaire daling van de garantie. Nieuwe garanties zullen een positief effect op het gegarandeerd vermogen hebben. Het gegarandeerd vermogen is geen weergave van het risico dat het WEW en de overheid (als achtervanger van het fonds) lopen. Tegenover de hypothecaire leningen staat de actuele waarde van de desbetreffende woningen. Het risicodragend gegarandeerd vermogen is het vermogen gecorrigeerd voor de waarde van de desbetreffende woningen bij gedwongen verkoop en is daarmee een inschatting van de maximale schadelast voor het WEW als alle lopende hypotheekgaranties uitmonden in een gedwongen verkoop. Eind 2022 bedroeg het risicodragend gegarandeerd vermogen € 4,9 mld.

Licence