Base description which applies to whole site

2.5 Overzicht risicoregelingen

Tabel 6 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Uitstaande garanties 2022

Geraamd te verlenen 2023

Geraamd te vervallen 2023

Uitstaande garanties 2023

Garantieplafond 2023

Geraamd te verlenen 2024

Geraamd te vervallen 2024

Uitstaande garanties 2024

Garantieplafond 2024

Totaal plafond

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)

290.953

21.000

23.000

288.953

78.200

21.000

23.000

286.953

78.200

 

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)*

9.794

6.000

3.794

 

3.000

794

 

180.000

Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschak.Duurz.(BL-O)

350

700

50

1.000

 

100

900

 

6.000

Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK)

4.280

400

3.880

18.000

400

3.480

18.000

 

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

264.715

19.911

244.804

 

19.268

225.536

 

264.715

Klimaatfonds groenfonds garantie

16.464

20.800

37.264

 

18.736

56.000

 

56.000

Totaal

586.556

42.500

49.361

579.695

 

39.736

45.768

573.663

96.200

506.715

Tabel 7 Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Stand risicovoorziening 2023

Saldo 2023

Uitgaven 2024

Ontvangsten 2024

Stand risicovoorziening 2024

Saldo 2024

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)

2.000

960

28.037

‒ 1.040

2.000

1.160

27.197

‒ 840

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)*

100

27.430

‒ 100

300

27.130

‒ 300

Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschak.Duurz.(BL-O)

30

1.450

30

40

1.490

40

Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK)

71.116

71.116

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

Klimaatfonds groenfonds garantie

405

1.078

405

272

1.351

272

Totaal

2.100

1.395

129.111

‒ 705

2.300

1.472

128.284

‒ 828

Toelichting risicoregelingen

Artikel 21 Land- en tuinbouw

Borgstelling Landbouwkredieten (BL)

Met deze garantieregeling kunnen banken een borgstelling aan land- en tuinbouwondernemers verstrekken indien deze bedrijven voor leningen onvoldoende zekerheden bieden aan de bank. Het knelpunt dat met deze borgstelling wordt bestreden, is het verschijnsel dat in de kern gezonde bedrijven – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in hun kredietbehoefte kunnen voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand). De borgstelling voor een onderneming kan bijvoorbeeld 70% van € 1,2 mln. bedragen (standaard BL, ad 1 hieronder). De borgstellingslening is maximaal 2/3 van de benodigde investering, waardoor de borgstelling maximaal 46,6% (70% x 66,67% = 46,6%) van de benodigde financiering bedraagt. De borgstelling wordt alleen verleend voor «fresh money»: nieuwe leningen ten behoeve van de (door-)ontwikkeling of overname van een bedrijf.

De BL heeft in 2024 vier openstaande modules:

  • 1. Borgstellingskrediet voor de landbouw (BL): de overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 1,2 mln. per onderneming. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn dan 2/3.

  • 2. Borgstellingskrediet voor de landbouw Plus (BL Plus): deze borgstelling is bedoeld voor glastuinders of veehouders die duurzaam en milieuvriendelijk willen investeren in gecertificeerde kassen en stallen. De overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn dan 2/3.

  • 3. Landbouwinnovatie: de overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming ten behoeve van investeringen in een duurzaam nieuw concept, product of productieproces. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn dan 2/3.

  • 4. Borgstelling MKB-landbouwkredieten, werkkapitaal Omschakeling Duurzame Landbouw (BL-O). De BL-O is de vierde module binnen de BL, hierin gebracht in het kader van het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw (Kamerstuk 35 334, nr. 126). De module heeft als doel financiering mogelijk te maken van de voorzienbare dip in de kasstroom van een omschakelend bedrijf, die het gevolg is van tijdelijke extra kosten en/of tijdelijk mindere opbrengsten tijdens de omschakeling naar een integraal duurzame bedrijfsvoering. Deze module is gestart in 2022 en loopt, net als de pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw, vooralsnog voor de periode van een jaar. De maximale borgstellingsomvang per ondernemer kan € 1,2 mln., of € 2,5 mln. in het geval van BL-Plus, bedragen. De overheid staat hierbij borg voor 70% over 2/3 van het totale werkkapitaalkrediet.

De BL, BL Plus, en BL-O mogen gecombineerd worden.

De provisie voor deze BL modules bedraagt eenmalig 3% van het te lenen bedrag of 1% indien het een starter of een overnemer betreft. Jaarlijks worden de premieontvangsten/provisie-inkomsten en een bijdrage van LNV in de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit gestort. Het gereserveerde geld uit deze begrotingsreserve wordt gebruikt om mogelijke verliesdeclaraties (als gevolg van faillissement) te betalen. Voor alle bovenstaande varianten van de BL tezamen, inclusief de LNV garantstelling voor het Klimaatfonds, is het jaarlijkse garantieplafond € 120 mln. Dit plafond is het maximale bedrag waarvoor LNV jaarlijks nieuwe garanties voor deze onderdelen mag aangaan.

De risicoreservering van de Borgstelling Landbouwkredieten (BL) wordt ook bij artikel 21 als aparte begrotingsreserve gepresenteerd (de Borgstellingsfaciliteit). De risicoreservering is ook voor nog lopende borgstellingen verleend onder eerdere, niet meer openstaande, BL-modules zoals de tijdelijke corona-borgstelling (BL-C) en het Vermogen Versterkend Krediet (VVK) die na afloop van de laatste verleende borgstelling uitfaseren.

Tijdelijke borgstelling MKB-Landbouwkredieten corona (BL-C)

Vanaf maart 2020 is de regeling tijdelijk verruimd om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te kunnen vangen (BL-C). De overheid staat borg voor 70% van een werkkapitaalkrediet van maximaal € 1,2 mln. per onderneming. Indien een bedrijf de maximale ruimte van de reguliere BL borgstelling al heeft benut, kon de borgstelling met € 300.000 worden verruimd zodat aan elk bedrijf in ieder geval werkkapitaal beschikbaar kon worden gesteld. Dit werkkapitaalkrediet heeft een looptijd van maximaal twee jaar, maar kan indien gewenst op maximaal vier jaar worden gesteld. Het loopt daarmee in 2024 af. Tevens is de eenmalige provisie die betaald moet worden voor dit werkkapitaalkrediet verlaagd van respectievelijk 3% naar 1,5% en van 1% naar 0,5% voor starters en overnemers. Voor de tijdelijke borgstelling met een looptijd langer dan twee jaar moet wel een hogere provisie van 2,25%, respectievelijk 0,75% door starters en overnemers, worden betaald.

De BL-C heeft geen jaarlijks plafond maar een totaalplafond (over de jaren heen) van € 180 mln. Om eventueel daaruit voortvloeiende verliesdeclaraties te dekken, is bij aanvang € 15 mln. aan de LNV begroting toegevoegd. Deze verruiming van de regeling met de BL-C gold tot 31 december 2021 en was toegankelijk voor bedrijven in de land- en tuinbouw en voor visserij- en aquacultuurbedrijven.

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Klimaatfonds Groenfonds Garantie

Met de Garantstelling van 80% van € 70 mln. aan het Nationaal Groenfonds trekt het Groenfonds extra geld aan voor de financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de sector Landbouw en Landgebruik. Nederland staat voor een grote maatschappelijke opgave op het terrein van klimaat. De uitstoot van broeikasgassen moet fors omlaag. Voor de sector Landbouw en Landgebruik ligt er een taakstelling van ten minste 3,5 Mton en een ambitie van 6 Mton broeikasgasemissiereductie in 2030. Voor het bereiken van de beoogde resultaten zijn innovatieve projecten wezenlijk; zij zorgen voor ‘vernieuwing van onderaf´ en zijn de successen van morgen. De financiering van deze projecten komt door marktfalen (te) beperkt van de grond. De projecten krijgen bij het reguliere bankwezen geen of zeer moeilijk financiering omdat ze voor banken (nog) te klein, te bewerkelijk/specialistisch en te nieuw (en daarmee te risicovol) zijn, en voor banken een te laag financieel rendement hebben. In dit markthiaat opereert de stichting Nationaal Groenfonds met haar klimaatfonds. Ze pakt economisch levensvatbare projecten op die banken laten liggen en verstrekt aan deze projecten onder marktconforme voorwaarden risicodragende financieringen (achtergestelde leningen). Door deze risicodragende financieringen daalt het risicoprofiel van de projecten naar een voor banken veelal acceptabel niveau waardoor deze bereid zijn te cofinancieren. Oorspronkelijk was beoogd om enkel in de jaren 2021-2023 leningen uit het Klimaatfonds uit te zetten voor de duur van de garantstelling. Recent is in overleg met het Groenfonds besloten de periode waarin de leningen worden uitgezet met 1 jaar te verlengen omdat de omvang van de uitgezette leningen achterloopt op verwachting.

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

Het betreft het garant staan voor de leningen die aangetrokken zijn via het Groenfonds voor het realiseren van de EHS-gronden (nieuwe natuur in de Ecologische Hoofdstructuur). Deze gronden zijn opgegaan in het Natuur Netwerk Nederland.

Tabel 8 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening per 31 dec. 2024

Looptijd lening

Rente

Wijze van aflossing

Artikel 23: Kennis en Innovatie

Wageningen Research

11.154

looptijd tot eind 2028

4,5%

Jaarlijks

 

Wageningen Research

5.501

looptijd tot eind 2030

5,2%

Jaarlijks

 

Wageningen Research

1.267

looptijd tot eind 2031

5,0%

Jaarlijks

Artikel 23 Kennis en Innovatie

Het Ministerie van LNV heeft in het verleden leningen verstrekt aan Wageningen Research. Het betreft vier leningen met een looptijd van circa 30 jaar die zijn verstrekt in de periode van 1999 tot en met 2001. De leningen zijn verstrekt ten behoeve van gebouwen en terreinen die bij de verzelfstandiging van Wageningen Research (destijds Dienst Landbouwkundig Onderzoek, DLO) zijn overgedragen.

Een van de leningen is in 2022 volledig afgelost, waardoor nog 3 resteren, zie bovenstaande tabel.

Op de overige leningen (zie tabel) met een resterend uitstaand bedrag van € 21,9 mln. per 31-12-2023 wordt conform afspraak in 2024 € 3,9 mln. afgelost

Licence