De departementale begroting 2026 bestaat uit de volgende onderdelen:
– beleidsagenda;
– beleidsartikelen;
– niet-beleidsartikelen;
– agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren;
– verdiepingshoofdstuk;
– bijlagen.
Groeiparagraaf
Voor het opstellen van de begroting gelden de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Op basis hiervan zijn, ten opzichte van de begroting 2025, de volgende wijzigingen doorgevoerd:
– de verdiepingsbijlage en de bijlage moties en toezeggingen zijn komen te vervallen;
– de bijlagen Caribisch Nederland en Nationaal Groeifonds worden vanaf nu gecentraliseerd opgenomen bij het beleidsverantwoordelijke ministerie. De bijlage Caribisch Nederland bij het Ministerie van BZK en de bijlage Nationaal Groeifonds bij het Ministerie van EZ;
– in de beleidsagenda wordt bij beleidsmatige intensiveringen met een budgettaire mutatie van € 20,0 miljoen of meer verwezen of vooruitgewezen naar een Kamerstuk dat betreffende beleidskeuzes uitlegt.
In juni 2011 is de motie Schouw aangenomen (Kamerstukken II, 2010/11, 21501-20, nr. 537). Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De Europese Commissie heeft voor 2025 aanbevelingen gedaan omtrent basisvaardigheden en het lerarentekort. In de beleidsagenda wordt ingegaan op de uitwerking van deze aanbeveling.
In 2015 zijn door de Verenigde Naties de Sustainable Development Goals (SDG’s) vastgesteld als de nieuwe mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030. Ook Nederland heeft zich gecommitteerd om deze doelen in 2030 te behalen. Het Ministerie van OCW is verantwoordelijk voor de nationale uitvoering van:
– SDG 4 Kwaliteitsonderwijs - SDG Nederland (targets 4.1 tot en met 4.7);
– SDG 5 Gendergelijkheid - SDG Nederland (onder andere targets 5.1, 5.4, 5.5);
– SDG 16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten - SDG Nederland (onder andere targets 16.6, 16.7, 16.10).
Informatie in de begroting en andere relevante publicaties
De begroting en het jaarverslag zijn compacte documenten en toegespitst op de financiële informatie. Door ook in te gaan op niet-financiële informatie, wordt inzicht geboden in de impact van het beleid en de publieke middelen die daarvoor worden ingezet.
Binnen de niet-financiële informatie maakt het Ministerie van OCW gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA) en van beleidsindicatoren. De SEA wordt gebruikt om strategisch monitorings- en evaluatieonderzoek in te plannen over een periode van 4 tot 7 jaar. Bevindingen uit deze rapportages helpen het Ministerie van OCW om aan te sturen op doeltreffend beleid en hebben daarnaast een belangrijke rol in de publieke verantwoording. Dit gaat over maatschappelijke waarden: zijn de publieke middelen doelmatig besteed? Daarnaast worden beleidsindicatoren benut om kwantitatief de voortgang op de prioritaire doelen van het Ministerie van OCW te volgen.
Voor de beleidsprioriteiten is per subthema een monitoringsmatrix beschikbaar op www.ocwincijfers.nl. Dit is een overzicht waarin informatie samenkomt: de beleidsprioriteit waarbij het subthema hoort, de belangrijkste maatregelen die er onder vallen, de financiële middelen en beleidsindicatoren die bij de maatregelen horen, (SEA-)onderzoeken en bijbehorende beleidsbrieven. In de beleidsagenda (begroting) wordt verwezen naar deze overzichten en in het beleidsverslag (jaarverslag) worden de belangrijke uitkomsten weergegeven.
Het Ministerie van OCW biedt via www.ocwincijfers.nl informatie aan over de OCW-beleidsterreinen; kerncijfers die inzicht geven van de sector en indicatoren waarmee beleidsdoelstellingen gevolgd worden. Gedurende het jaar worden bestaande indicatoren geactualiseerd, worden nieuwe indicatoren ontwikkeld en komen nieuwe versies van diverse monitors beschikbaar.
De Inspectie van het Onderwijs heeft een belangrijke rol in het onderwijsstelsel als toezichthouder, maar ook als leverancier van beleidsinformatie. Jaarlijks verschijnt de Staat van het Onderwijs (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 171), waarin beschreven wordt wat goed gaat en wat er beter kan in het onderwijs. Op het Dashboard Financiële positie onderwijs 2024 wordt jaarlijks de financiële positie van publiek bekostigde onderwijsinstellingen weergegeven.
Informatievoorziening aan de Tweede Kamer
Op Prinsjesdag ontvangt de Tweede Kamer de begroting van het Ministerie van OCW. Gekoppeld aan de prioritaire doelen in de beleidsagenda worden de monitoringsmatrices gepubliceerd op www.ocwincijfers.nl.
Gedurende het jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de begrotingsuitvoering door middel van de Eerste Suppletoire Begroting (Voorjaarsnota), de Suppletoire Begroting September en de Tweede Suppletoire Begroting (Najaarsnota).
Ook worden gedurende het jaar allerlei beleidsdocumenten zoals actieplannen, beleidsevaluaties en beleidsdoorlichtingen naar de Tweede Kamer gestuurd. Wetsvoorstellen worden ter behandeling aangeboden en algemene maatregelen van bestuur worden voorgehangen.
Over verschillende beleidsterreinen worden brieven naar de Tweede Kamer gestuurd, onder andere ter nadere uitwerking van de beleidsagenda en de begroting. Hierover vindt vaak separaat overleg met het parlement plaats. De actieplannen geven voor de verschillende beleidsterreinen een beeld van het beleid. SEA-onderzoeken en andere evaluaties verschaffen inzicht in de effectiviteit van beleid.
De derde woensdag in mei is Verantwoordingsdag. De Tweede Kamer ontvangt dan het jaarverslag van het Ministerie van OCW met daarin de in het begrotingsjaar gemaakte voortgang op de begrotingsdoelen en ambities. Ook wordt het onderwijsverslag naar de Tweede Kamer gestuurd. De monitoringsmatrices worden bijgewerkt op basis van de resultaten over het begrotingsjaar.
Onderdelen begroting
Beleidsagenda
In de beleidsagenda wordt per beleidsprioriteit geschetst welke stappen het Ministerie van OCW wil zetten. Verder bevat de beleidsagenda de openbaarheidsparagraaf. Vervolgens wordt een overzichtstabel getoond waarin de belangrijkste budgettaire mutaties op de OCW-begroting worden weergegeven, de tabellen met intensiveringen en ombuigingen, een tabel met de SEA en een overzicht van de risicoregelingen.
Beleidsartikelen
De beleidsartikelen bestaan uit de volgende onderdelen:
– algemene doelstelling met een toelichting daarop;
– rol en verantwoordelijkheid van de minister;
– tabel met kengetallen die informatie over de sector bevatten;
– beleidswijzigingen, waarbij wordt weergegeven welke belangrijke beleidswijzigingen zich komend jaar zullen voordoen. Ook wordt, indien van toepassing, ingegaan op beleidswijzigingen als gevolg van onderzoeken en evaluaties, voor zover deze zijn afgerond;
– tabel budgettaire gevolgen van beleid. Deze tabel bevat een vaste indeling in financiële instrumenten volgens de Rijksbegrotingsvoorschriften. Onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een uitsplitsing van de verplichtingen en de budgetflexibiliteit van het begrotingsjaar in percentages weergegeven;
– toelichting op de instrumenten en budgetflexibiliteit.
Niet-beleidsartikelen
Er zijn twee zogenaamde niet-beleidsartikelen:
– op artikel 91 (Nog onverdeeld) wordt een overzicht gegeven van de verdelingen van tijdelijk geparkeerde middelen, zoals de loon- en prijsbijstelling;
– op artikel 95 (Apparaat kerndepartement) zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de apparaatskosten van de inspecties en adviesraden, baten-lastenagentschappen en de zelfstandige bestuursorganen opgenomen.
Agentschappen die een baten-lasten stelsel voeren
Dit onderdeel bevat de cijfermatige overzichten van de baten-lastenagentschappen Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het Nationaal Archief.
Bijlagen
De volgende bijlagen zijn in de begroting opgenomen:
– rechtspersonen met een Wettelijke taak en Zelfstandige Bestuursorganen;
– subsidieoverzicht;
– uitwerking SEA;
– specifieke uitkeringen.