Een sportieve samenleving waarbij plezier in sport en bewegen belangrijk is, waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en topsport mensen inspireert en samenbrengt.
De minister is verantwoordelijk voor het landelijke sportbeleid. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van de schoolprestaties en het verminderen van schooluitval.
Daarnaast erkent de minister de intrinsieke waarde van sport en het belang van sportevenementen. Vanuit die verantwoordelijkheid vervult de minister de volgende rollen: Stimuleren: van samenwerking tussen relevante partijen om op lokaal niveau sportmogelijkheden te bewerkstelligen, van bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
Financieren: van programma’s die bijdragen aan voor iedereen passende en veilige sport- en beweeginfrastructuur, van internationaal aansprekende sportevenementen, van topsport vanuit een gezamenlijke strategie met betrekking tot het zichtbaar maken en vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport, van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
Regisseren: het bijeenbrengen van gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en provincies om tot een gezamenlijke beleidsagenda te komen.
Sportakkoord II loopt tot en met 2026. De partners van het Sportakkoord hebben een borgingsagenda opgesteld waarin aandacht is voor drie centrale thema’s: Regionaal samenwerken, vraaggericht werken en datagestuurd beleid maken. In koploper regio’s wordt opgehaald wat uit het Sportakkoord goed heeft gewerkt om de drie ambities te realiseren en wat er nodig is voor het vervolg van sport- en beweegbeleid. De drie ambities uit het Sportakkoord II zijn:
1. Het versterken van het fundament van de sport.2. Het vergroten van het bereik.3. Het vergroten van de zichtbaarheid en betekenis van sport.
Naast de borgingsagenda wordt doorgewerkt aan de gemaakte afspraken:
– bij vitale sportaanbieders wordt verder toegewerkt naar een landelijk dekkend netwerk van sport en beweegloketten, zodat elke club een centraal aanspreekpunt heeft waar ze zich kunnen melden met hun hulpvraag.
– voor Inclusie en Diversiteit staat in 2026 het centraal loket sporthulpmiddelen wordt gewerkt aan het verbeteren van de financiële regelingen.
– vanuit het deelakkoord vaardig zetten we in op beweegwijsheid door het hele leven heen, in het bijzonder bij de jeugd.
– werken de partners landelijk samen om de ruimte en infrastructuur voor sport en bewegen te verbeteren.
Voor een sociaal veilige sport stimuleren we het gebruik van de vier basiseisen sociale veiligheid door sportaanbieders en versterken we de infrastructuur voor het melden en opvolgen van misstanden in de sport. Daarom werken we aan de oprichting van een onafhankelijk integriteitscentrum, Integere Sport Nederland (ISN). Het traject van wetgeving hiertoe, gestart in 2025 met een doorloop in 2026, leidt ertoe dat het ISN een onafhankelijk meldpunt wordt in de sport die meldingen van grensoverschrijdend gedrag in de sport kan onderzoeken, hier opvolgingsadviezen aan kan geven en preventietaken kan uitvoeren.
Met middelen uit de Voorjaarsnota 2025 kan een deel van de plannen uit het actieplan Nederland Beweegt (2022-2025) worden voortgezet (Kamerstukken II 2022/23 32793, nr. 694). In 2026 zet VWS samen met partners in op het stimuleren en agenderen van één extra beweegmoment per week. Om bewegen door de dag vanzelfsprekend te maken, wordt de focus gelegd op beweegvormen die het meest eenvoudig in de dagelijkse structuur van Nederlanders passen, namelijk wandelen, fietsen en buitenspelen. Dit betekent dat VWS blijft inzetten op een leefomgeving die uitnodigt om te sporten, te bewegen en buiten te spelen. Dit sluit aan bij de visie dat voor daadwerkelijke gedragsverandering, naast voldoende tijd, ook een bredere benadering vanuit verschillende beleidsdomeinen noodzakelijk is. Ook wordt het gebruik van erkende interventies gestimuleerd, zodat organisaties en gemeenten die meer bewegen willen stimuleren, weten welke aanpakken effectief zijn en niet steeds opnieuw het wiel uitvinden. Bijvoorbeeld door te zorgen dat meer interventies die gericht zijn op duurzaam sport- en beweeggedrag minimaal de erkenning ‘goed onderbouwd’ krijgen.
De verduurzaming van de sportinfrastructuur is van groot belang. Het draagt bij aan kostenbesparingen voor sportverenigingen en daarmee aan het betaalbaar houden van de sport. Hierbij wordt in lijn met het rapport Amateursport fit voor de toekomst van het Nationaal Klimaatplatform ingezet op passende financiering en ontzorging die aansluit bij de verduurzamingsopgave waar de sport voor staat. In het kader hiervan is in 2025 de Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) verruimd waardoor ook de sportsector hier een beroep op kan doen. Met de Najaarsbrief Sport en bewegen 2024 (Kamerstukken II 2024/2025 30234, nr. 396) is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. Ook in het beleidsplan gericht op een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor sport en bewegen zal er aandacht zijn voor de verduurzamingsopgave waar de sportsector voor staat.
Vrijwilligers zijn onmisbaar voor de sportsector. Tegelijkertijd zorgen maatschappelijke ontwikkelingen ervoor dat we steeds meer verantwoordelijkheden opdragen aan clubs en vrijwilligers. In de strategie sportverenigingen is er dan ook aandacht voor clubondersteuning, het verminderen van regeldruk en onderhoud en verduurzaming van accommodaties. Tevens wordt er een vertaling gemaakt van de aanpak regeldruk naar de sportsector.
In 2026 wordt de aanpak tegen discriminatie in de sport (Ons Voetbal Is Van Iedereen en Onze Club Is Van Iedereen) samen met de KNVB en de ministeries van JenV, SZW en OCW voortgezet. Naast aandacht voor en de aanpak van discriminatie door onder meer de campagne Discriminatie=Kansloos en trainingsprogramma’s voor clubs, vraagt het tegengaan van online discriminatie en de betrokkenheid vanuit het betaald voetbal om extra aandacht. Ook zal er specifiek aandacht zijn voor de bestrijding van antisemitisme.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 444.107 | 418.824 | 354.459 | 433.305 | 413.038 | 414.570 | 414.565 |
Uitgaven | 479.271 | 465.864 | 366.759 | 433.305 | 413.038 | 414.570 | 414.565 | |
6.40 | Sport verenigt Nederland | 479.271 | 465.864 | 366.759 | 433.305 | 413.038 | 414.570 | 414.565 |
Subsidies (regelingen) | 235.829 | 213.074 | 162.523 | 161.085 | 140.280 | 141.738 | 141.738 | |
Sportakkoord | 107.344 | 120.175 | 99.834 | 96.486 | 95.161 | 96.380 | 96.380 | |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties | 113.687 | 77.022 | 50.015 | 47.899 | 28.922 | 29.095 | 29.095 | |
Kennis en innovatie | 14.798 | 15.877 | 12.674 | 16.700 | 16.197 | 16.263 | 16.263 | |
Inkomensoverdrachten | 20.231 | 19.286 | 19.201 | 19.293 | 19.290 | 19.365 | 19.365 | |
Financiële voorziening topsporters | 20.231 | 19.286 | 19.201 | 19.293 | 19.290 | 19.365 | 19.365 | |
Opdrachten | 12.270 | 3.594 | 1.855 | 3.750 | 4.316 | 4.320 | 4.320 | |
Sportakkoord | 11.854 | 3.141 | 1.506 | 3.450 | 4.066 | 4.069 | 4.069 | |
Kennis en innovatie | 253 | 410 | 349 | 300 | 250 | 251 | 251 | |
Overige | 163 | 43 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 3.953 | 4.862 | 4.870 | 4.846 | 4.822 | 4.810 | 4.805 | |
Dopingautoriteit | 3.953 | 4.862 | 4.870 | 4.846 | 4.822 | 4.810 | 4.805 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 206.257 | 224.475 | 177.737 | 178.653 | 178.652 | 178.650 | 178.650 | |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties | 206.257 | 224.475 | 177.737 | 178.653 | 178.652 | 178.650 | 178.650 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 572 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
Dopingbestrijding | 527 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
Organisaties in de sport | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 159 | 73 | 73 | 65.178 | 65.178 | 65.187 | 65.187 | |
Sportakkoord | 159 | 73 | 73 | 65.178 | 65.178 | 65.187 | 65.187 | |
Ontvangsten | 59.980 | 93.627 | 10.668 | 10.432 | 9.630 | 9.532 | 9.532 | |
Extracomptabele fiscale regelingenNaast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. Het betreft de Btw-vrijstelling voor sportclubs. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, verwijzing naar de wettekst, verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en de ramingsgrond wordt verwezen naar de paragraaf ‘Toelichting op de fiscale regelingen’ in de bijlage ‘Fiscale regelingen’ van de Miljoenennota.
Budgetflexibiliteit
2026 | |
---|---|
juridisch verplicht | 98,0% |
bestuurlijk gebonden | 1,3% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,6% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,1% |
Subsidies Van het beschikbare budget voor 2026 van € 162,5 miljoen is 95,7% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden in verband met de aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan NOC*NSF, het Instituut Sportrechtspraak, het Kenniscentrum sport en Mulier Instituut. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer de subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties, topsportevenementen, de uitwerking van de deelakkoorden van het Sportakkoord en de beweegalliantie.
Inkomensoverdrachten Van het beschikbare budget voor 2026 van € 19,2 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Stipendiumregeling en kostenvergoeding voor topsporters.
Opdrachten Van het beschikbare budget voor 2026 van € 1,9 miljoen is 95,9% juridisch verplicht. Dit betreft onder andere de vervoersregeling voor sporters met een beperking en de routekaart verduurzaming.
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s Van het beschikbare budget voor 2026 van € 4,9 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de bijdrage aan de Dopingautoriteit.
Bijdragen aan medeoverheden Van het beschikbare budget voor 2026 van € 177,7 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Regeling specifieke uitkering stimulering sport.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties Van het beschikbare budget voor 2026 van € 0,5 miljoen is 100% bestuurlijk gebonden in verband met een bijdrage aan de World Anti-Doping Agency (WADA) en UNESCO.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken Van het beschikbare budget voor 2026 van € 0,1 miljoen is 100% bestuurlijk gebonden in verband met een bijdrage voortvloeiend uit de European Partial Agreement in Sports (EPAS).
4. Sport verenigt NederlandSubsidies en opdrachten
De lokale SportakkoordenIn het Sportakkoord II heeft de Rijksoverheid samen met gemeenten (VNG/VSG), de georganiseerde sport (NOC*NSF) en de commerciële sport (POS) afspraken gemaakt over de thema's inclusie en diversiteit, veiligheid en vaardig in bewegen, aandacht voor vitale sportaanbieders, een duurzame sportinfrastructuur en de maatschappelijke waarde van topsport. Als addendum van Sportakkoord II zijn de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties vastgelegd. 2026 is het laatste jaar dat de sportakkoorden en de Brede regeling zijn vastgelegd. Er wordt een evaluatie uitgevoerd en mede op basis daarvan zal het vervolg van lokaal sportbeleid vanaf 2027 worden bepaald. De resterende looptijd van het Sportakkoord zal worden ingezet op de borging van de afspraken gericht op regionale samenwerking, datagedreven en vraaggericht werken.
De financiering loopt voor de uitvoering van lokale sportakkoorden en de Brede Regeling Combinatiefuncties loopt via de Brede SPUK (specifieke uitkering via artikel 1 Volksgezondheid op de VWS-begroting) waarin een aantal programma’s gebundeld wordt op het gebied van sport- en beweegstimulering, gezondheidsbevordering en het bevorderen van cultuurparticipatie. Deze regeling loopt tot en met 2026.
Sport- en beweegstimuleringIn 2026 zet VWS via subsidies (€ 162,5 miljoen) en opdrachten (€ 1,8 miljoen) verder in op de ambities om de sport- en beweegsector te versterken, de kansengelijkheid om mee te doen met sport te vergroten en daarnaast het bewegen in het dagelijks leven te bevorderen. Het gaat hierbij om:
Nationale programma's en projecten op professionalisering, (financiële) toegankelijkheid en veilige en integere sportDe voorwaarden om te sporten en daar plezier aan te beleven, moeten beter. Dat gaat over de kwaliteit van mensen, organisaties, cultuur (waarden en normen) en materiële voorzieningen in de sport. Een belangrijk punt de komende jaren is het investeren in kwalitatief sterke sportaanbieders die toegankelijk en sociaal veilig voor iedereen zijn. De kwaliteit van de mensen die actief zijn in de sport (kader) moet flink omhoog. Dat doen we door club(kader)ondersteuning aan alle sportaanbieders, het versterken van het menselijk kapitaal en het vergroten van uitvoeringskracht bij koepelorganisaties waaronder het Platform Ondernemende Sport (POS).
Ondanks alle (beleids)inspanningen om de verschillen in sport- en beweeggedrag naar sociaaleconomische status te verkleinen, is de ongelijkheid de afgelopen twintig jaar toegenomen. Op basis van verschillende onderzoeken is bekend dat mensen met lage inkomens/ vmbo en mbo opleiding minder vaak sporten dan mensen met hoge inkomens / havo en vwo opleiding. Het streven is dat mensen die wel willen sporten en bewegen deze kans en mogelijkheid krijgen en hierdoor actief deel kunnen nemen aan de samenleving, wat bijdraagt aan hun fysieke en mentale gezondheid, sociale contacten en zelfvertrouwen. Om dit te bereiken wordt samengewerkt met verschillende maatschappelijke organisatie en met de Jeugdfonds Sport en Cultuur en het Volwassenenfonds Sport en Cultuur. Daarnaast start een haalbaarheidsonderzoek naar de effecten van een sportpas voor de jeugd van 12 tot 23 jaar vanwege de vele uitdagingen die deze doelgroep kent op mentaal, sociaal en financieel vlak. Ook vindt er een inzet plaats van de buurtsportcoaches in samenwerking met de VSG en gemeenten en wordt NOC*NSF specifiek gefinancierd om het sportaanbod aan te laten sluiten bij jongeren die belemmeringen ervaren om te sporten.
Een veilige en integere sport is een sport waar iedereen zich thuis voelt en met plezier, veilig, eerlijk en zorgeloos kan sporten. Het realiseren van een sociaal veilige sport en het zo veel als mogelijk voorkomen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag, waaronder racisme en discriminatie, seksueel, emotioneel en fysiek geweld vraagt om aandacht van iedereen. Daar hoort ondersteuning van bestuurders, sportclubs, trainers, ouders, arbitrage en verzorgers bij. Zo wordt er bijvoorbeeld ingezet op een goede infrastructuur voor het melden van integriteitsschendingen in de sport, zoals grensoverschrijdend gedrag, doping en manipulatie van sportwedstrijden, en opvolging daarvan met de totstandkoming van het onafhankelijk integriteitscentrum, Integere Sport Nederland (ISN) en professionalisering van het Instituut Sport Rechtspraak (ISR). Ook blijven we via het Sportakkoord II stimuleren dat het merendeel van alle sportaanbieders gaat werken met de basiseisen sociale veiligheid en wordt de aanpak tegen discriminatie in de sport (OVIVI en OCIVI) voortgezet in 2026 waarbij er bovendien specifiek aandacht zal zijn voor de bestrijding van antisemitisme.
BewegenIn de Voorjaarsnota 2025 is € 5,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het stimuleren van bewegen in 2026. Hiermee kan een deel van de plannen uit het actieplan Nederland Beweegt (2022-2025) worden voortgezet en is meer focus aangebracht.
Samen met partners zet VWS in op het stimuleren en agenderen van één extra beweegmoment per week. Dit heeft een grote positieve bijdrage aan de gezondheid van Nederlanders. Om bewegen door de dag vanzelfsprekend te maken, wordt de focus hierbij gelegd op beweegvormen die het meest eenvoudig in de dagelijkse structuur van Nederlanders passen, namelijk wandelen, fietsen en buitenspelen. Dit betekent dat VWS blijft inzetten op een leefomgeving die uitnodigt om te sporten, te bewegen en buiten te spelen. Dit sluit aan bij de visie dat voor daadwerkelijke gedragsverandering, naast voldoende tijd, ook een bredere benadering vanuit verschillende beleidsdomeinen noodzakelijk is.
Ook wordt het gebruik van erkende interventies gestimuleerd, zodat organisaties en gemeenten die meer bewegen willen stimuleren, weten welke aanpakken effectief zijn. Bijvoorbeeld door te zorgen dat meer interventies die gericht zijn op duurzaam sport- en beweeggedrag minimaal de erkenning ‘goed onderbouwd’ krijgen.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zitgedrag (uren) | ||||||||
Leeftijd | ||||||||
4 t/m 11 jaar | 7,3 | - | 7 | - | 7,2 | - | 7,3 | - |
12 t/m 17 jaar | 10,1 | - | 9,6 | - | 9,7 | - | 10,4 | - |
18 t/m 64 jaar | 9,4 | - | 9,3 | - | 9,6 | - | 9,7 | - |
65 jaar en ouder | 8,1 | - | 8,2 | - | 8,4 | - | 8,3 | - |
Geslacht | ||||||||
Mannen/jongens | 9,2 | - | 9 | - | 9,3 | - | 9,3 | - |
Vrouwen/meisjes | 8,8 | - | 8,8 | - | 8,9 | - | 9 | - |
Opleidingsniveau | ||||||||
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 | 8,2 | - | 8,2 | - | 8,4 | - | 8,2 | - |
Havo, vwo, mbo 2-4 | 9 | - | 8,9 | - | 9,2 | - | 9 | - |
Hbo, wo | 9,7 | - | 9,6 | - | 9,7 | - | 10 | - |
Voldoet aan de beweegrichtlijn (%) | ||||||||
Leeftijd | ||||||||
4 t/m 11 jaar | 55,5 | 55,4 | 55,9 | 60,7 | 62,3 | 56,8 | 60,4 | 61,5 |
12 t/m 17 jaar | 31 | 33,9 | 40,5 | 41,2 | 36 | 33 | 39,3 | 41,5 |
18 t/m 64 jaar | 50 | 50,1 | 51,7 | 56,3 | 48 | 45,8 | 45,4 | 47,1 |
65 jaar en ouder | 36,6 | 37 | 40,3 | 41,9 | 42,3 | 38,2 | 39,8 | 38,9 |
Geslacht | ||||||||
Vanaf 4 jaar Mannen/Jongens | 48 | 49,2 | 51,1 | 55,1 | 49,2 | 45,8 | 47,7 | 49,4 |
Vanaf 4 jaar Vrouwen/Meisjes | 45,1 | 44,5 | 47 | 50,4 | 45,2 | 42,9 | 42,5 | 43 |
Vanaf 12 jaar Mannen/Jongens | 47,1 | 48,1 | 50,6 | 54 | 47,7 | 44,3 | 45,8 | 47,9 |
Vanaf 12 jaar Vrouwen/Meisjes | 44,2 | 43,9 | 46,2 | 49,9 | 43,9 | 42 | 41,6 | 41,7 |
Opleidingsniveau | ||||||||
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 | 35,3 | 34,3 | 36,4 | 38,8 | 38,3 | 34,9 | 32,9 | 32,8 |
Havo, vwo, mbo 2-4 | 45,7 | 45,5 | 47,8 | 52,1 | 44,3 | 43,3 | 40,4 | 43,7 |
Hbo, wo | 54,8 | 56,5 | 56,5 | 62 | 53,1 | 49 | 51 | 51,3 |
Sport wekelijks (%) | ||||||||
Leeftijd | ||||||||
4 t/m 11 jaar | 63,3 | 60 | 63,2 | 64,5 | 60,3 | 58,4 | 61,8 | 64,4 |
12 t/m 17 jaar | 75,3 | 75 | 71,3 | 69,9 | 74,3 | 72,1 | 75,7 | 72,5 |
18 t/m 64 jaar | 56 | 54,9 | 56 | 56,9 | 56,1 | 54,3 | 57,5 | 59,1 |
65 jaar en ouder | 38,1 | 36,7 | 35,4 | 37,8 | 37,3 | 38,5 | 39,9 | 40,2 |
Geslacht | ||||||||
Vanaf 4 jaar Mannen/Jongens | 56,2 | 54,3 | 54,6 | 56 | 56 | 54,6 | 57 | 58,3 |
Vanaf 4 jaar Vrouwen/Meisjes | 53,3 | 52,6 | 52,9 | 53,5 | 52,1 | 50,8 | 54,3 | 55 |
Vanaf 12 jaar Mannen/Jongens | 55,4 | 54,4 | 53,7 | 55,2 | 55,8 | 54 | 56,7 | 57,8 |
Vanaf 12 jaar Vrouwen/Meisjes | 52,4 | 51,2 | 52 | 52,4 | 51,1 | 50,3 | 53,5 | 54 |
Opleidingsniveau | ||||||||
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 | 31,9 | 30,2 | 29,6 | 29,7 | 30,4 | 30 | 31,6 | 31,3 |
Havo, vwo, mbo2-4 | 48 | 47,6 | 48,4 | 48,7 | 46,4 | 45,4 | 49,4 | 49,8 |
Hbo, wo | 68,7 | 66,3 | 65,6 | 68,3 | 67 | 65,2 | 65,7 | 68,6 |
Maatschappelijke waarde van topsportTopsport kan vele Nederlanders op veel manieren inspireren. Topsport en topsportprestaties zijn van waarde voor de samenleving en deze waarde is in het landelijke topsportbeleid het centrale uitgangspunt. Met de sport, gemeenten en overheid wordt vanuit een gezamenlijke strategie gewerkt aan het zichtbaar maken en vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport. VWS stelt in 2026 middelen beschikbaar om de topsport in Nederland toekomstbestendig te houden, waarbij topsport op verantwoorde wijze wordt georganiseerd, we een breed palet aan waardevolle prestaties stimuleren en meer mensen bereiken met de waarde van topsport. Een indicator voor bereik is het aandeel dat sportfan is via media.
De Rijksoverheid wil meer maatschappelijke waarde uit topsportevenementen halen door onder meer het bereik te vergroten en de evenementen verantwoord te organiseren (Kamerstukken II 2020/21, 30234 nr. 257). Daarvoor werken we nauw samen met sportbonden, provincies en gemeenten. We zetten daarbij een aantal concrete beleidsinstrumenten in: het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen, een onderzoeks- en innovatieprogramma, een Maatschappelijk activatieprogramma en een subsidieregeling voor de organisatie van topsportevenementen.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Sportfan via media (%) | ||||||||
Leeftijd | ||||||||
6 t/m 11 jaar | - | 46 | - | 41 | - | 41 | - | 32 |
12 t/m 17 jaar | - | 61 | - | 49 | - | 60 | - | 59 |
18 t/m 64 jaar | - | 56 | - | 54 | - | 56 | - | 55 |
65 jaar en ouder | - | 65 | - | 64 | - | 68 | - | 66 |
Geslacht | ||||||||
Mannen/jongens | - | 70 | - | 65 | - | 70 | - | 68 |
Vrouwen/meisjes | - | 45 | - | 44 | - | 46 | - | 45 |
Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesHet Rijk zet zich met gemeenten in om investeringen in sportaccommodaties en sportmaterialen te ondersteunen. Dat gaat onder andere via de subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties. Amateursportorganisaties kunnen een subsidie aanvragen voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties of voor de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen. Hierbij is er in 2026 een mogelijkheid tot een aanvullende subsidie voor investeringen in circulariteit, klimaatadaptatie en toegankelijkheid van sportaccommodaties. Hiervoor is in 2026 een bedrag van maximaal € 46,0 miljoen beschikbaar. Daarnaast zetten we in op het toegankelijk maken van verduurzaming. Voor het vervolg van het ontzorgingsprogramma waarmee eigenaren van sportaccommodaties de mogelijkheid krijgen voor begeleiding om kennis- en capaciteitsdrempels weg te nemen is in 2026 een bedrag van € 4,0 miljoen beschikbaar.
Kennis en innovatie sportbeleidVWS bevordert kennis en innovatie in de sport- en beweegsector. Daarom investeert VWS in de ‘Missiegedreven Ontwikkeling van Onderzoek en Innovatie Sport en Bewegen’. De VWS middelen worden ingezet in partnerschap met ZonMw en NOC*NSF. Er wordt binnen het programma geïnvesteerd in inhoudelijk onderzoek, implementatie en in de (bestaande) kennisinfrastructuur.
Ook investeren we in het bevorderen van sportinnovatie via het initiatief Sportinnovator. Sportinnovator jaagt innovaties aan die ervoor zorgen dat sporten en bewegen voor iedereen toegankelijk is. Inmiddels is er een sterk netwerk voor sportinnovatie in Nederland.
Daarnaast wordt ingezet op het valideren van kansrijke sport- en beweeg-interventies en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via het Kenniscentrum Sport en Bewegen en Kennisportal sport.
Het Mulier Instituut, het RIVM en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) krijgen subsidie en opdrachten om de monitoring van indicatoren in de sport uit te voeren. Het Mulier Instituut en het RIVM zijn verantwoordelijk voor het monitoren van Sportakkoord II. Het Kenniscentrum Sport en Bewegen is de kennispartner die de resultaten van die monitoring breed ontsluit onder relevante partijen.
In totaal is voor kennissubsidies en -opdrachten € 13,0 miljoen beschikbaar in 2026.
Inkomensoverdrachten
Financiële voorziening topsportersHet Fonds voor de Topsporter verzorgt het uitkeren van een stipendium aan A- en High Potential topsporters die financieel gezien niet - via hun sport, dan wel op een andere manier - in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Zo kunnen zij zich volledig richten op hun sportcarrière. Het Fonds voor de Topsporter zorgt daarnaast voor het uitkeren van kostenvergoedingen aan topsporters. VWS stelt hiervoor in totaal € 19,2 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan ZBO's en RWT's
DopingautoriteitVoor het tegengaan van dopinggebruik wordt aan de Dopingautoriteit een bijdrage beschikbaar gesteld. Hiervoor is € 4,9 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan medeoverheden
Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesVia de Specifieke Uitkering Stimulering Sport is de afgelopen jaren beoogd om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen door gemeenten te stimuleren, daar waar de mogelijkheid tot btw-aftrek is vervallen. Deze regeling wordt met een jaar verlengd en loopt daarmee tot en met 2026. In totaal is hiervoor in 2026 maximaal € 177,7 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan (inter)nationale organisatiesJaarlijks wordt een bijdrage beschikbaar gesteld voor de kosten die de WADA aan de deelnemende landen doorberekend. Daarnaast vindt een contributie aan het «Anti-doping Fund» van UNESCO plaats. In totaal is € 0,5 miljoen beschikbaar.
Ontvangsten
De ontvangsten in 2026 betreffen terugbetalingen door gemeenten als gevolg van de vaststellingen op de ‘Regeling specifieke uitkering stimulering sport’ 2024. Daarnaast worden ontvangsten verwacht van niet volledig uitgeputte subsidies. In totaal worden de ontvangsten geraamd op € 10,7 miljoen.