Base description which applies to whole site

Infrastructuur en Milieu

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

totaal uitgaven

7.437

8.409,8

8.715

8.755,5

8.925

8.978,6

totaal niet-belastingontvangsten

269,3

247,5

242,6

242,1

242

242,1

11

Integraal waterbeleid

           
 

Uitgaven

44,9

33,4

32,7

32,7

32,4

33,1

 

Ontvangsten

3

         

13

Ruimtelijke Ontwikkeling

           
 

Uitgaven

155,7

131,5

101,7

104

186,4

188,7

 

Ontvangsten

9,1

8,8

3,8

3,8

3,8

3,8

14

Wegen en verkeersveiligheid

           
 

Uitgaven

47,5

36,7

34,3

32,8

29,5

28,7

 

Ontvangsten

6,8

6,8

6,8

6,8

6,8

6,8

16

Openbaar vervoer en spoor

           
 

Uitgaven

36,8

18,6

13,1

13,9

14,2

14,2

 

Ontvangsten

2,7

         

17

Luchtvaart

           
 

Uitgaven

17,9

13,9

14,4

10,2

7,9

7,9

 

Ontvangsten

1,2

1,1

1,3

0,7

0,6

0,7

18

Scheepvaart en havens

           
 

Uitgaven

30,5

24,3

13

10

3,6

3,6

 

Ontvangsten

0,7

         

19

Klimaat

           
 

Uitgaven

69,6

62,9

60,6

53,9

53,3

53,1

 

Ontvangsten

224

224

224

224

224

224

20

Lucht en geluid

           
 

Uitgaven

18

34,7

27,9

28,1

28,9

29

21

Duurzaamheid

           
 

Uitgaven

23,3

19,7

17,7

18,2

18,3

18,1

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico's

           
 

Uitgaven

48,2

34,9

49,1

57,8

56,8

63,3

 

Ontvangsten

2,4

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

           
 

Uitgaven

41,7

49,6

48,5

37,9

32,9

37,9

24

Handhaving en toezicht

           
 

Uitgaven

106,8

103,3

103,4

103,4

103,4

103,4

25

Bijdrage BDU

           
 

Uitgaven

930,3

881,6

881,5

880,1

869,3

869,3

26

Bijdrage investeringsfondsen

           
 

Uitgaven

5.337,3

6.595,3

6.958,6

7.015,4

7.132

7.178,6

97

Algemeen departement

           
 

Uitgaven

150,9

57,8

57,2

56,9

56,8

56,8

 

Ontvangsten

1,3

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

98

Apparaatsuitgaven Kerndepartement

           
 

Uitgaven

349,9

311,4

301,1

294,7

292,4

292,4

 

Ontvangsten

18,1

5,4

5,4

5,4

5,4

5,4

99

Nominaal en onvoorzien

           
 

Uitgaven

27,7

0,1

0

5,6

6,8

0,5

Artikel 11 Integraal waterbeleid

De hogere uitgaven in 2017 hangen samen met het project versterking icoonwaarde Afsluitdijk, die in dit jaar wordt uitgevoerd. Er zijn ontvangsten vanuit de begroting van OCW en de regionale partners die een financiële bijdragen leveren aan het project.

Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

De terugloop aan middelen in de jaren tot en met 2020 wordt grotendeels veroorzaakt door meerjarige budgetoverboekingen naar het Gemeentefonds en Provinciefonds in het kader van het Convenant Bodem en Ondergrond 2016–2020. Vanaf 2021 is er geen sprake van budgetoverboekingen en is het budget waardoor het budget vanaf hoger is.

Artikel 14 Wegen verkeersveiligheid

De daling van budget na 2017 is het gevolg van het aflopen van projecten binnen het programma Beter Benutten.

Artikel 16 Openbaar vervoer en spoor

Vanaf 2018 daalt de omvang van dit artikel hoofdzakelijk omdat de subsidieregeling Beheersing GSM-R interferentie stopt. GSM-R is een radiosysteem dat wordt gebruikt in treinen. De subsidieregeling is een tegemoetkoming in de kosten die spoorvervoerders moeten maken voor de aanpassing of vervanging van aanwezige GSM-R treinradio’s. In 2017 zijn er ontvangsten van de Nederlandse Spoorwegen vanwege de eindafrekening voor de ERTMS pilot Amsterdam-Utrecht.

Artikel 17 Luchtvaart

Het dalend verloop van de uitgaven op dit artikel hangt samen met de dalende uitgaven aan het project Geluidsisolatie Schiphol (GIS). Het GIS programma loopt de komende jaren af. De hieraan gekoppelde GIS-heffing voor luchtvaartmaatschappijen loopt daarmee ook af, hetgeen de daling in ontvangen op dit artikel verklaart.

Artikel 18 Scheepvaart en havens

De hogere budgetten in 2017 en 2018 hangen samen met de extra middelen die in deze jaren beschikbaar zijn gemaakt voor activiteiten en subsidies in het kader van het meerjarenprogramma van de Topsector Logistiek. Dit meerjarenprogramma loopt af in 2020. Dit verklaart de daling van de budgetten in 2021.

Artikel 19 Klimaat

In de jaren 2017–2019 zijn de budgetten op dit artikel hoger vanwege een herschikking binnen de begroting voor het bereiken van de doelstelling uit het Energieakkoord en het uitvoeren van extra maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Daarnaast nemen de budgetten voor onderzoeksopdrachten vanaf 2020 af.

Artikel 20 Lucht en geluid

Voor de uitvoering van de brandstoffenvisie, onderdeel van het Energieakkoord, zijn middelen vanaf 2017 overgeheveld naar artikel 19 Klimaat. Deze bijdrage is hoger in 2017, wat de lagere stand op artikel 20 Lucht en geluid in dit jaar verklaart. De hogere uitgaven in 2018 worden veroorzaakt doordat de financiële afwikkeling en nabetaling in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit in dat jaar is voorzien.

Artikel 21 Duurzaamheid

De daling na 2018 is het gevolg van een beperkte afname van het opdrachten- en subsidiebudget voor duurzame productketens.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

De lagere stand op dit artikel in het jaar 2018 wordt verklaard door een overboeking naar het Provinciefonds ten behoeve van het Programma Impuls Omgevingsveiligheid (IOV). Na 2018 kent het budget een stijgend verloop. Dit hangt samen met de oploop in het beschikbare budget voor het Programma IOV.

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

De lagere stand op dit artikel vanaf 2020 is het gevolg van de lagere contributie van het KNMI aan EUMETSAT, het Europese programma voor aardobservatie. De hogere uitgaven in 2018 en lagere uitgaven in 2021 zijn het gevolg van een kasschuif voor het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) waarmee de budgettaire reeks in overeenstemming wordt gebracht met de actuele raming van de contributiebetaling aan EUMETSAT.

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Op dit artikel wordt de financiële bijdrage van IenM aan de Inspectie Leefomgeving en transport (ILT) geraamd.

Artikel 25 Bijdrage BDU

Het budget van de Brede Doeluitkering ligt in 2017 hoger vanwege overboeking vanuit het Infrastructuurfonds voor onder andere het project Beter Benutten, het maatregelenpakket Regionet en de realisatie van een fietsenstalling bij het station Amsterdam Centraal.

Artikel 26 Bijdragen Investeringsfondsen

Op dit artikel worden de bijdragen aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord. De ontwikkeling van dit artikel wordt toegelicht in de horizontale toelichting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Artikel 97 Algemeen departement

De hogere uitgaven op dit artikel in 2017 worden verklaard door de vervanging van het regeringsvliegtuig. Hiervoor is op de IenM begroting een reservering van in totaal 90 mln. getroffen.

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

De uitgaven aan apparaat nemen af als gevolg van taakstellingen van de kabinetten Rutte I en Rutte II.

Artikel 99 Nominaal en onvoorzien

In 2017 reserveert het Rijk 27,7 miljoen euro voor de complexe sanering van het Zeeuwse industrieterrein Thermphos in Zeeland, naar aanleiding van het advies van de Commissie onderzoek sanering Thermphos (TK 29 826 nr. 90). Een bijdrage is voorwaardelijk aan het bereiken van een totaalakkoord met de provincie Zeeland en het havenbedrijf, waarbij zij eenzelfde financiële bijdrage leveren. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu treedt op als beleidsverantwoordelijk departement namens het Rijk, waarbij de onafhankelijkheid van de toezichthouder wordt geborgd. In de jaren 2020 en 2021 is op dit artikel reserveringen getroffen voor de eindafrekening GSM-R aan het Ministerie van Economische Zaken. GSM-R is een radiosysteem dat wordt gebruikt in treinen. IenM en EZ hebben maatregelen getroffen voor het oplossen van het storingsprobleem met de GSM-R. De kosten hiervoor zijn gedeeld tussen IenM en EZ.

Licence