Base description which applies to whole site

1.2.3 Trendmatig begrotingsbeleid en besluitvormingsproces

Trendmatig begrotingsbeleid is belangrijk voor rust in het besluitvormingsproces en draagt bij aan goed economisch beleid. Mochten bijvoorbeeld de belastinginkomsten door een economische crisis in de komende jaren tegenvallen, of de werkloosheidsuitgaven toenemen, dan wordt er niet automatisch bezuinigd. Anderzijds leiden belastingmeevallers niet direct tot hogere uitgaven of lastenverlichtingen, maar komen deze ten goede aan het saldo. Dat is de kern van het trendmatig begrotingsbeleid, dat kabinetten hanteren sinds 1994. Trendmatig begrotingsbeleid leidt tot stabiel en voorspelbaar beleid voor burgers en bedrijven. Het bevordert scherpe keuzes door de politiek en zorgt voor een beheerste ontwikkeling van de overheidsfinanciën. Onvoorziene tegenvallers, zoals rentelasten die zijn gestegen sinds het begin van het jaar, moeten binnen de vastgestelde kaders worden gecompenseerd.

In zeer uitzonderlijke situaties, zoals de uitbraak van het coronavirus of een historisch hoge inflatie, kan het verstandig zijn om af te wijken van deze regels. Om de regels hun werk te laten doen, is het wel zaak om de uitzonderingen tot het minimale te beperken. Het kabinet wil dan ook in lijn met het advies van de Raad van State (RvS)33, ondanks de zeer roerige tijden waar we ons in bevinden, zo veel mogelijk terug naar het reguliere begrotingsproces. Daarbij hecht het kabinet primair aan een hoofdbesluitvormingsmoment in het voorjaar en een koopkrachtronde in augustus. Op deze manier komt er een integrale afweging tussen de verschillende beleidsdoelstellingen. Dat is belangrijk omdat een euro die vandaag wordt uitgegeven aan het ene doel, morgen niet meer kan worden uitgegeven aan een ander doel. Bovendien houdt dit het besluitvormingsproces overzichtelijk, wat belangrijk is voor de parlementaire controle.

Het kabinet heeft de dure plicht om ervoor te zorgen dat belastinggeld zo goed mogelijk wordt besteed, zeker gezien de ambitieuze investeringsagenda. Het ambitieuze coalitieakkoord vereist aandacht voor een zorgvuldige weging van de voorgenomen investeringen. De Algemene Rekenkamer (ARK) schrijft in haar verantwoordingsonderzoek over 2021 dat er diverse onrechtmatigheden waren met betrekking tot onder andere coronagerelateerde regelingen. Ook was het zogenoemde rechtmatigheidspercentage van de verplichtingen met 95,17% ruim onder de grens van 99%. Het kabinet neemt deze kritiek zeer serieus. Afgelopen jaren zijn onder hoge druk en gewenste snelheid van handelen bij het opstellen van coronasteunregelingen niet altijd de juiste procedures gevolgd. Ongeacht de omstandigheden is het ook vanuit het oogpunt van verantwoording van groot belang om terug te keren naar een normaal en ordentelijk besluitvormingsproces. Daarnaast moeten stappen worden gezet naar het borgen van dat gedegen besluitvormingsproces en financieel beheer. De constatering van de ARK is in de eerste plaats ook een helder signaal waarmee de gehele Rijksoverheid aan de slag moet: kloppen alle checks and balances nog? Dit vraagt inzet van alle betrokken in dit proces. Het kabinet is daarnaast ook zoals aangekondigd met een Taskforce Verbetering Financieel Beheer gekomen, die tot doel heeft om het rijksbrede financieel beheer te verbeteren.34 Tevens heeft het kabinet mede naar aanleiding van het advies van de RvS35 stappen gezet met het herzien van het begrotingsproces36 (zoals het versturen van een meerjarige Voorjaarsnota en een brief over het Belastingplan) om het parlement eerder te informeren over de voorgenomen besluitvorming. Dit komt het budgetrecht van de Kamers ten goede. Daarnaast gaat het kabinet aan de slag met het verder verbeteren van het begrotingsproces, mede naar aanleiding van de motie-Van der Lee.37 Tot slot hecht het kabinet aan een zeer heldere governance van de begrotingsfondsen (zie paragraaf 2.3.4).

Licence