IXA Nationale Schuld (Transactiebasis) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
In miljoenen euro | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Totaal uitgaven | 31.638 | 42.447 | 48.918 | 50.210 | 51.091 | 53.394 | |
Totaal ontvangsten | 72.995 | 97.784 | 73.814 | 79.341 | 74.109 | 78.309 | |
11 | Financiering staatsschuld | ||||||
Uitgaven | 26.687 | 37.622 | 43.587 | 44.273 | 44.580 | 46.278 | |
Ontvangsten | 60.893 | 85.354 | 58.949 | 64.696 | 59.619 | 62.560 | |
12 | Kasbeheer | ||||||
Uitgaven | 4.951 | 4.826 | 5.331 | 5.938 | 6.511 | 7.117 | |
Ontvangsten | 12.102 | 12.430 | 14.865 | 14.645 | 14.490 | 15.749 |
Algemeen
De uitgaven en ontvangsten van de Nationale Schuld hebben betrekking op de extern gefinancierde staatsschuld en het schatkistbankieren van de deelnemende instellingen. De uitgaven bestaan uit de rentelasten en aflossingen van vaste en vlottende schuld. De hoogte van de aflossingen van de bestaande schuld ligt vast als gevolg van eerder gemaakte keuzes ten aanzien van de schuldfinanciering. De schommelingen in de ontvangsten zijn vooral het gevolg van schommelingen in de financieringsbehoefte van het Rijk en mutaties in rekeningen-courant van de deelnemers aan het schatkistbankieren. De financieringsbehoefte bepaalt de uitgifte van vaste en vlottende schuld.
Toelichting per artikel
Artikel 11. Financiering staatsschuld
Dit artikel heeft betrekking op de extern gefinancierde staatsschuld. De uitgaven bestaan voornamelijk uit de aflossing van vaste schuld, de rentelasten en eventueel de mutatie van de vlottende schuld. Het aflossingspatroon van de vaste schuld zorgt voor grote verschillen van jaar tot jaar. In 2025 zijn de uitgaven bijvoorbeeld lager omdat er in dat jaar op slechts één moment een langlopende lening afgelost wordt in plaats van de gebruikelijke twee. De ontvangsten bestaan voornamelijk uit de uitgifte van vaste schuld en eventueel de mutatie van de vlottende schuld. Met de uitgifte van vaste en vlottende schuld wordt voorzien in de jaarlijkse financieringsbehoefte. De jaarlijkse financieringsbehoefte bestaat uit de aflossingen van de vaste schuld, de stand van de vlottende schuld aan het einde van het vorige jaar en het geraamde kastekort.
Artikel 12. Kasbeheer
Op dit artikel staan de geldstromen die betrekking hebben op het schatkistbankieren van de deelnemende instellingen. De uitgaven bestaan enerzijds uit de rentevergoeding over de saldi die in de schatkist worden aangehouden door baten-lastendiensten, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), decentrale overheden en sociale fondsen. Anderzijds bestaan de uitgaven uit verstrekte leningen en, in sommige jaren, uit een afname van het rekening-couranttegoed van de deelnemers aan het schatkistbankieren. De ontvangsten bestaan uit rentebaten, aflossingen op leningen en, in sommige jaren, uit een toename van het rekening-couranttegoed van de deelnemers aan het schatkistbankieren. De schommelingen van de ontvangsten op dit artikel worden met name veroorzaakt door mutaties in de rekening-courant van de sociale fondsen.