VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
In miljoenen euro | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Totaal uitgaven | 60.271 | 57.033 | 59.293 | 57.237 | 56.876 | 56.584 | |
Totaal ontvangsten | 3.343 | 2.481 | 3.307 | 2.689 | 2.740 | 2.771 | |
1 | Primair onderwijs | ||||||
Uitgaven | 17.024 | 16.665 | 16.918 | 16.809 | 16.817 | 16.728 | |
Ontvangsten | 35 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | |
3 | Voortgezet onderwijs | ||||||
Uitgaven | 12.375 | 12.146 | 12.212 | 11.975 | 11.867 | 11.803 | |
Ontvangsten | 11 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | ||||||
Uitgaven | 6.172 | 6.137 | 6.189 | 6.118 | 6.102 | 6.086 | |
Ontvangsten | 6 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | |
6+7 | Hoger onderwijs | ||||||
Uitgaven | 12.137 | 11.963 | 11.700 | 11.512 | 11.346 | 11.344 | |
Ontvangsten | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
9 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | ||||||
Uitgaven | 409 | 437 | 447 | 446 | 446 | 445 | |
Ontvangsten | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
11+12+13 | Studiefinanciering | ||||||
Uitgaven | 7.076 | 4.708 | 6.931 | 5.591 | 5.512 | 5.484 | |
Ontvangsten | 3.086 | 2.275 | 3.101 | 2.484 | 2.534 | 2.565 | |
14 | Cultuur | ||||||
Uitgaven | 1.465 | 1.418 | 1.486 | 1.435 | 1.423 | 1.412 | |
Ontvangsten | 25 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | |
15 | Media | ||||||
Uitgaven | 1.300 | 1.307 | 1.147 | 1.151 | 1.167 | 1.191 | |
Ontvangsten | 165 | 166 | 166 | 166 | 166 | 166 | |
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | ||||||
Uitgaven | 1.802 | 1.779 | 1.777 | 1.755 | 1.741 | 1.640 | |
Ontvangsten | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
95 | Apparaatskosten | ||||||
Uitgaven | 460 | 423 | 436 | 388 | 395 | 394 | |
Ontvangsten | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
8+25+91 | Overige artikelen (8, 25, 91) | ||||||
Uitgaven | 51 | 50 | 50 | 59 | 59 | 59 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemeen
De begroting van OCW daalt tussen 2025 en 2030 met bijna 3,7 miljard euro. Per saldo is voor ongeveer 1 miljard euro geëxtensiveerd op de OCW begroting sinds de start van het kabinet Schoof. Daarnaast is de daling van de uitgaven aan onderwijs te verklaren door een verwachte daling van de leerlingen- en studentenaantallen. De incidentele stijging in 2025 en 2027 ontstaat onder andere door de tegemoetkoming voor studenten die geen recht hebben gehad op een basisbeurs uit het Hoofdlijnenakkoord.
Toelichting per artikel
Artikel 1. Primair onderwijs
De uitgaven aan het primair onderwijs (po) dalen met ongeveer 300 miljoen euro in de periode 2025-2030. Circa 150 mln. euro van de daling wordt verklaard door een verwachte daling van de leerlingenaantallen. Daarnaast is er per saldo voor ongeveer 120 miljoen euro geëxtensiveerd op artikel 1 sinds de start van het kabinet Schoof. Het betreft de korting op de subsidieregeling School en Omgeving, 10 procent korting op het gemeentelijke onderwijsachterstanden budget en de generieke taakstelling op subsidies. Daarnaast is er geïntensiveerd op het budget voor schoolmaaltijden.
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
De uitgaven aan het voortgezet onderwijs (vo) dalen met ongeveer 570 miljoen euro in de periode 2025-2030. Circa 290 mln. euro van de daling wordt verklaard door een verwachte daling van de leerlingenaantallen. Per saldo is voor ongeveer 230 miljoen euro geëxtensiveerd op artikel 3 sinds de start van het kabinet Schoof. Het betreft de generieke taalstelling op subsidies, de korting op maatschappelijke diensttijd, het afschaffen van de subsidieregeling brede brugklassen en de korting op de subsidieregeling School en Omgeving. Daarnaast is het afschaffen van de onderwijskansenregeling teruggedraaid en is er geïntensiveerd op het budget voor schoolmaaltijden.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
De uitgaven aan het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie dalen met ruim 80 miljoen euro in de periode 2025-2030. Per saldo is voor ongeveer 66 miljoen euro geëxtensiveerd op artikel 4 sinds de start van het kabinet Schoof. Dit betreft kortingen op specifieke uitkeringen (SPUK) en subsidies, waaronder het regionaal programma voortijdig schoolverlaten en volwasseneneducatie en het Regionaal Investeringsfonds (RIF).
Artikel 6 en 7. Hoger onderwijs
De uitgaven in het hoger onderwijs (ho) dalen met bijna 800 miljoen euro in de periode 2025-2030. Per saldo is voor ongeveer 350 miljoen euro geëxtensiveerd op artikel 6 en 7 sinds de start van het kabinet Schoof, waaronder het verminderen van het aantal internationale studenten. Daarnaast is de daling van de uitgaven te verklaren door een verwachte daling van de studentenaantallen.
Artikel 9. Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
De uitgaven voor arbeidsmarkt en personeelsbeleid stijgen naar circa 445 miljoen euro in 2030. Dit komt hoofdzakelijk door extra middelen voor de aanpak van het lerarentekort.
Artikel 11, 12 en 13. Studiefinanciering
De uitgaven voor studiefinanciering dalen met ongeveer 1,6 miljard euro in de periode 2025-2030. De daling van de uitgaven is voornamelijk te verklaren door een verwachte daling van de studentenaantallen. De incidenteel hogere uitgaven in 2025 en 2027 zijn onder meer het gevolg van de incidentele tegemoetkoming voor studenten die geen recht hebben gehad op een basisbeurs en een kasschuif OV van 2026 naar 2025.
Artikel 14. Cultuur
De uitgaven aan cultuur blijven nagenoeg constant in de periode 2025-2030. De uitgaven zijn jaarlijks rond de 1,4 miljard euro.
Artikel 15. Media
Vanaf 2027 dalen de uitgaven aan media tot circa 1,2 miljard euro. Per saldo is voor ongeveer 160 miljoen euro geëxtensiveerd op artikel 15 sinds de start van het kabinet Schoof. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de korting op de rijksmediabijdrage van de landelijke publieke omroep.
Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
De uitgaven voor Onderzoek en wetenschapsbeleid dalen met ongeveer 160 miljoen euro in de periode 2025-2030. Dit komt onder meer door enkele ombuigingen op het Fonds Onderzoek en Wetenschap en het aflopen van de subsidieregeling matching Horizon Europe.
Artikel 95. Apparaat
De apparaatsuitgaven dalen met ruim 60 miljoen euro in de periode 2025-2030. Dit komt hoofdzakelijk door de rijksbrede taakstelling op apparaat.
Artikelen 8, 25, 91. Overige artikelen
De post Overig is een optelling van artikel 8 ‘Internationaal beleid’, artikel 25 ‘Emancipatie’ en artikel 91 ‘Onverdeeld’. Gezamenlijk bedragen de uitgaven aan deze artikelen 51 miljoen euro in 2025 en 59 miljoen euro in 2030.