In miljoenen euro | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Voorjaarsnota | 3.779 | 3.382 | 3.338 | 3.334 | 3.331 | 3.310 |
Intensiveringen | 107 | 132 | 165 | 165 | ||
Motorrijtuigenbelasting | 107 | 132 | 165 | 165 | ||
Overboekingen met andere begrotingen | 200 | 207 | 161 | 161 | 159 | 147 |
Ruimte onder plafond BCF | 142 | |||||
Agrarisch natuur- en landschapsbeheer | 22 | |||||
Spreidingswet | 13 | |||||
Landelijke Agenda Wolf | 5 | |||||
Versterking vergunningverlening maatwerkaanpak | 4 | 10 | 4 | 4 | 4 | |
Accres tranche 2026 | 157 | 155 | 156 | 156 | 147 | |
Capaciteit medeoverheden voor klimaat- en energiebeleid | 37 | |||||
Overige overboekingen met andere begrotingen | 15 | 3 | 2 | 2 | ||
Stand Miljoenennota | 3.979 | 3.697 | 3.631 | 3.660 | 3.655 | 3.458 |
Uitgaven
Intensiveringen
Motorrijtuigenbelasting
Dit betreft een overboeking van 107 miljoen euro in 2026 oplopend tot 165 miljoen euro in 2029 in de Aanvullende Post. De gewichtscorrectie in de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor volledig elektrische personenauto’s is 30% voor de periode 2026 ‒ 2028. Elektrische personenauto’s zijn in de regel zwaarder en de gewichtscorrectie zorgt ervoor zodat fossiele en elektrische personenauto’s komende jaren gelijk worden belast. In 2029 bedraagt de correctie 25%. De tariefkorting in de motorrijtuigenbelasting werkt ook door in de provinciale opcenten. De provincies zullen voor de lagere inkomsten uit de provinciale opcenten in de periode 2026 ‒ 2029 worden gecompenseerd via het Provinciefonds. Dit gaat om cumulatief 569 miljoen euro tot en met 2029.
Overboekingen met andere begrotingen
Ruimte onder plafond BCF
Dit betreft de voorlopige afrekening van de ruimte onder het plafond van het Btw-compensatiefonds (BCF) over 2025. Zie de bijlage Accres Gemeentefonds en Provinciefonds voor meer toelichting op het accres en het BCF.
Agrarisch natuur- en landschapsbeheer
Met deze overboeking van 22 miljoen euro in 2025 wordt een extra financiële impuls aan het Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) gegeven, waarmee het tekort bij uitbetaling voor beheerjaar 2024 wordt gedekt.
Landelijke Agenda Wolf
Deze decentralisatie-uitkering betreft een eerste tranche aan middelen die naar het provinciefonds overgeboekt worden om de uitvoering van de Landelijke Agenda Wolf te ondersteunen. Het gaat om een bedrag van 4,5 miljoen euro in 2025 afkomstig van het ministerie van LVVN.
Spreidingswet
Om de provinciale regietafels (PRT's) te versterken in hun nieuwe taak, ten aanzien van de verdeling van de opvangplekken in het kader van de Spreidingswet, ontvangen de provincies een bijdrage via het Provinciefonds. Het gaat om een overboeking van het ministerie van AenM van 13 miljoen euro in 2025.
Versterking vergunningverlening maatwerkaanpak
Dit betreft een overboeking van 4 miljoen euro in 2025, 10 miljoen euro in 2026 en 4 miljoen euro ieder jaar van 2027 tot en met 2029. Deze dienen te versterking van de uitvoeringscapaciteit voor vergunningverlening door omgevingsdiensten aan de bedrijven die deel zijn van maatwerkaanpak verduurzaming industrie.
Accres tranche 2026
Op basis van de geactualiseerde bbp-cijfers wordt de accrestranche 2026 overgeheveld naar het gemeentefonds. Dit betreft het volumedeel en het prijsdeel.
Capaciteit medeoverheden voor klimaat- en energiebeleid
Met de regeling Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat- en Energiebeleid (CDOKE) kunnen provincies bemensing en capaciteit bekostigen voor de uitvoering van klimaat- en energiebeleid. Het gaat om een overboeking van 37 miljoen euro in 2026 van het ministerie van KGG. Deze overboeking is het gevolg omzetting van een specifieke uitkering naar een decentralisatie-uitkering. De CDOKE-middelen zijn ook beschikbaar na 2026, maar de uitkeringsvorm na 2026 is nog niet bepaald.
Overige overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft het totaal van diverse overboekingen vanuit andere begrotingshoofdstukken naar de begroting van het Provinciefonds van in totaal 15 miljoen euro in 2025 en 2 miljoen euro per jaar van 2026 tot en met 2028. De overboekingen hadden allen een waarde van minder dan 3 miljoen euro per jaar.