Base description which applies to whole site

2. Het uitgavenbeeld

Het totale uitgavenkader laat een onderschrijding zien van 0,3 miljard euro; zie tabel 2.1.

Tabel 2.1 Uitgaventoetsing totale kader (in mld; min is onderschrijding)
 

20101

Totaalkader MN 2011

0,0

Totaalkader NJN 2010

– 0,3

  

Rijksbegroting in enge zin MN 2011

– 1,3

Rijksbegroting in enge zin mutatie NJN 2010

– 0,1

Rijksbegroting in enge zin NJN 2010

– 1,4

  

Sociale Zekerheid MN 2011

0,2

Sociale Zekerheid NJN 2010

0,2

  

Zorg MN 2011

1,1

Zorg mutatie NJN 2010

– 0,2

Zorg NJN 2010

0,9

1

Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Het kader Rijksbegroting in enge zin heeft betrekking op alle uitgaven en niet-belastingontvangsten van de rijksbegroting, die niet tot de inkomstenkant van de begroting en de andere twee budgetdisciplinesectoren gerekend worden. Het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt heeft betrekking op het totaal van de uitgaven in die sector. Het betreft zowel de uitgaven die via de rijksbegroting worden gefinancierd, als de uitgaven die door premies worden gefinancierd. Tot slot vallen de collectieve zorguitgaven onder het Budgettair Kader Zorg.

Ten opzichte van de Miljoenennota 2011 zijn de uitgaven onder de verschillende deelkaders veranderd: de kadertoetsing Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng) en Zorg laten een verbetering zien, de kadertoetsing Sociale Zekerheid is per saldo onveranderd. Het kader RBG-eng heeft op dit moment een onderschrijding van 1,4 miljard euro, terwijl de kaders SZA en Zorg een overschrijding laten zien van respectievelijk 0,2 en 0,9 miljard euro. Onderstaand wordt per budgetdisciplinesector een overzicht gegeven van de mutaties sinds de Miljoenennota 2011.

Rijksbegroting in enge zin

Tabel 2.2 geeft de uitgavenontwikkeling onder het kader RBG-eng weer sinds Miljoenennota 2011. Per saldo laat de kadertoetsing RBG-eng een verbetering zien van 0,1 miljard euro.

Tabel 2.2 Kadertoetsing RBG-eng (in mld; min is onderschrijding)
 

20101

Miljoenennota 2011

– 1,3

Onderuitputting diverse begrotingen

– 0,5

In=uittaakstelling

0,3

EU-afdrachten

– 0,3

Heffings- en invorderingsrente

– 0,1

Dividend staatsdeelnemingen

– 0,1

Vertraging terug te vorderen inburgeringmiddelen 2005–2009

0,1

OV-jaarkaart

0,1

Basispakket beheer en onderhoud hoofdwegennet

0,2

Najaarsnota 2010

– 1,4

Schuldsanering Nederlandse Antillen

(– 0,5)

1

Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Op diverse begrotingen vindt onderuitputting plaats. De Verticale Toelichting (VT) in bijlage 5 geeft een overzicht van en een toelichting op deze onderuitputting. De onderuitputting wordt ingezet voor het invullen van de in=uittaakstelling.

De achtergrond van deze taakstelling is dat departementen via hun eindejaarsmarge maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal mogen meenemen naar volgend jaar. De eindejaarsmarge over jaar t wordt bij Voorjaarsnota jaar t+1 toegevoegd aan de begrotingen. Toevoegen van deze middelen betekent een belasting van het uitgavenkader en het EMU-saldo. De ervaring leert dat ieder jaar onderuitputting optreedt, dus kan in het uitgavenkader een even grote taakstelling geboekt worden op de aanvullende post. Deze zogenoemde in=uittaakstelling wordt bij Najaarsnota (deels) ingevuld met de reeds zichtbare onderuitputting op de diverse begrotingen.

De meevaller bij de EU-afdrachten van 0,3 miljard euro wordt met name veroorzaakt door een neerwaartse correctie van de BTW- en BNI-afdrachten over eerdere jaren. Daarnaast leiden hogere overige ontvangsten van de EU-begroting (zoals boetes) en een neerwaarts bijgestelde omvang van de begroting ook tot lagere afdrachten.

De uitgaven heffings- en invorderingsrente vallen 0,2 miljard euro mee. Deels is dit het gevolg van lagere uitgaven door een lage rente. Tevens is het aantal aanslagopleggingen, met name bij de vennootschapsbelasting, dit jaar lager dan andere jaren. Tegenover de meevaller aan de uitgavenkant staat een tegenvaller van 0,1 miljard euro aan de inkomstenkant; dit is ook een gevolg van het lagere wettelijke percentage. Per saldo resulteert een meevaller van 0,1 miljard euro.

De opbrengst van dividend valt mee, voornamelijk vanwege het hoger dan verwachte dividend dat van Gasunie is ontvangen.

Terugvordering van inburgeringsmiddelen waarvoor geen prestatie is geleverd door gemeenten was begroot in 2010, maar door vertraging in de verantwoordingsprocedure worden de middelen (0,1 miljard euro) pas in 2011 ontvangen.

Om het kasritme van de Staat te optimaliseren, wordt in 2010 al voldaan aan een deel van de verplichtingen (0,1 miljard euro) aan de vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart 2011. In dit kader wordt ook een uitgave (0,2 miljard euro) ten behoeve van het basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet die voorzien was voor 2011, al in 2010 voldaan.

De middelen voor de schuldsanering van de Nederlandse Antillen die waren gereserveerd op de aanvullende post zijn vrijgevallen. Hiervoor is het kader gecorrigeerd. Zie bijlage 4 voor een toelichting.

Sociale zekerheid

Tabel 2.3 geeft de uitgavenontwikkeling onder het SZA-kader weer sinds Miljoenennota 2011. Per saldo laat het SZA-kader geen verandering zien.

Tabel 2.3 Kadertoetsing SZA (in mld; min is onderschrijding)
 

2010

Miljoenennota 2011

0,2

Najaarsnota 2010

0,2

Werkloosheidsuitgaven

(0,1)

De kadertoetsing SZA is ongewijzigd ten opzichte van de stand Miljoenennota 2011. Op basis van uitvoeringsinformatie blijkt dat de werkloosheidsuitgaven tegenvallen. In 2010 wordt voor deze uitgaven het kader gecorrigeerd.

Zorg

Tabel 2.4 geeft de uitgavenontwikkeling onder het kader Zorg weer sinds Miljoenennota 2011. Per saldo laat de kadertoetsing Zorg een verbetering zien van 0,2 miljard euro, waarmee de totale overschrijding van het zorgkader op dit moment 0,9 miljard euro bedraagt.

Tabel 2.4 Kadertoetsing Zorg (in mld; min is onderschrijding)
 

20101

Miljoenennota 2011

1,1

Oktober actualisering 2010

– 0,2

Najaarsnota 2010

0,9

1

Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

De overschrijding van het Budgettair Kader Zorg (BKZ) is lager dan ten tijde van de Miljoenennota 2011. Dit komt door nieuwe actualiseringscijfers 2009 (met een hogere nauwkeurigheid en «dekkingsgraad») van de NZa en het CVZ. Op basis van deze cijfers en correcties op de berekeningssystematiek worden de uitgaven 2009 aan de ziekenhuissector, die in het voorjaar hebben geleid tot een forse tegenvaller, nu ongeveer 0,2 miljard euro lager geraamd. Voor 2010 was eveneens uitgegaan van deze tegenvaller, die nu 0,2 miljard lager uitvalt. Per 2010 is dit gedeeltelijk het gevolg van de genomen maatregelen bij de medisch specialisten voor 2010 en volgende jaren. Het besluit van het kabinet om de tarieven voor specialisten naar beneden bij te stellen heeft ook gevolgen voor specialisten in loondienst en leidt dus in bepaalde ziekenhuizen tot lagere uitgaven per 2010. Naast de geraamde uitgaven aan ziekenhuizen zijn op basis van de nieuwe cijfers ook de geraamde uitgaven aan medisch specialisten naar beneden bijgesteld. Tegenover deze posten staan hoger geraamde uitgaven aan de WTCG. Al deze mutaties worden verder toegelicht in de bijlage bij de tweede suppletoire begroting van het ministerie van VWS.

Uitgaven niet relevant voor het kader

Niet relevante uitgaven vallen niet onder een van de drie hierboven toegelichte deelkaders. Onderstaande toelichtingen betreffen mutaties in niet relevante uitgaven.

Voor een aantal projecten dat gefinancierd wordt via het FES is de kasprognose bijgesteld. In totaal gaat het om circa 1,0 miljard euro. Deze onderuitputting wordt ingezet voor het invullen van de in=uittaakstelling op de niet-kaderrelevante middelen.

Met de nieuwe staatkundige verhoudingen voor de Nederlandse Antillen per 10 oktober 2010 vindt ook de afwikkeling van de schuldsanering plaats. Zie bijlage 4 voor een toelichting.

Bij de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) op 1 januari 2006 is tevens de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswetvan kracht geworden. Deze wet bepaalt dat de Ziekenfondswet (Zfw) wordt ingetrokken en dat het saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet naar de situatie op 1 januari 2010 ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt. Het saldo per 1 januari 2010 is uitgekomen op een bedrag van 5,8 miljard negatief. Dit bedrag wordt met deze technische boeking ten laste van de begroting van VWS gebracht en via de tweede suppletoire wet 2010 verantwoord. Door deze formele verantwoording via de begroting van VWS wordt invulling gegeven aan bovengenoemde wettelijke bepaling. Deze operatie is niet-kaderrelevant en belast per saldo het EMU-saldo en EMU-schuld niet. Het negatieve saldo van de Algemene Kas Ziekenfondswet is ontstaan in een aantal jaren voorafgaand aan 2006. Tijdens deze periode is jaarlijks het negatieve saldo ten laste van het EMU-saldo gebracht. De betaling van het Rijk aan de Algemene Kas Ziekenfondswet in 2010 is neutraal voor het EMU-saldo; het is immers een uitgave en een ontvangst van de overheid. Het is niet relevant voor de uitgaventoetsing, want het is een onderlinge betaling binnen de collectieve sector en die leidt dan ook niet tot een mutatie van de overheidsschuld. De schuld van Algemene Kas Ziekenfondswet maakt namelijk deel uit van de overheidsschuld.

Stimuleringspakket

Tabel 2.5 geeft een overzicht van het kasritme van het stimuleringspakket. De middelen die in 2010 over zijn vallen vrij ten gunste van het saldo, tenzij sprake is van overlopende verplichtingen in 2011. Deze middelen kunnen, met inachtneming van de normale afspraken over eindejaarsmarge worden meegenomen naar 2011 teneinde de aangegane verplichtingen na te komen. In bijlage 3 worden de kasstanden uitgesplitst per thema weergegeven inclusief de mutaties over 2010 sinds de Voorjaarsnota.

Tabel 2.5 Kasritme stimuleringspakket (in miljoenen)
 

2010

 

20111

 
 

stand VJN

stand NJN

stand VJN

stand NJN

Arbeidsmarkt, onderwijs en kennis

1 002

917

816

826

Duurzame economie

706

409

67

368

Infrastructuur en (woning)bouw

1 192

1 004

– 542

– 387

Liquiditeitsverruiming bedrijfsleven

561

561

149

149

Invulling FES-projecten

111

137

259

233

1

Deze bedragen zijn soms gespreid over 2011 en latere jaren.

Licence