Base description which applies to whole site

2 Economisch beeld

Het economisch beeld 2021

De coronacrisis heeft ook in 2021 grote gevolgen voor de brede welvaart, naast de directe gevolgen voor de volksgezondheid. Zo is en wordt de economie fors geraakt door de gevolgen van het virus en de maatregelen die nodig zijn om verspreiding van het virus tegen te gaan. De economische cijfers in deze Voorjaarsnota schetsen een beeld van deze effecten. Tegelijkertijd dient te worden opgemerkt dat niet alles van waarde meetbaar is. De coronacrisis heeft bijvoorbeeld gevolgen op het gebied van sociaal contact en onderwijsachterstanden. Deze bredere aspecten zijn maatschappelijk van groot belang. Het coronabeleid van het kabinet blijft dus ook hier oog voor houden.

In de recente raming van het CPB herstelt de Nederlandse economie zich in 2021. Het bbp groeit naar verwachting met 2,2 procent, de uitvoer stijgt met 2,6 procent en de investeringen stijgen met 2,3 procent (tabel 2.1). De geraamde werkloosheid is in 2021 4,4 procent van de beroepsbevolking en blijft daarmee op een opvallend laag niveau, net onder het structurele niveau van 4,5 procent. Terwijl in de marktsector 131,7 duizend banen naar verwachting verloren gaan in 2021, komen er 75,9 duizend banen bij in de zorg en 37,2 duizend bij de overheid. De arbeidsmarkt blijft daarmee krap, wat een opwaarts effect heeft op de contractlonen. Deze stijgen in de raming met 1,7 procent in 2021.

In de raming onderliggend aan de Miljoenennota werd een groei van 3,5 procent voorspeld onder de veronderstelling dat er geen tweede golf aan besmettingen zou komen; een hogere verwachte groei dan de 2,2 procent in de CEP-raming. De CEP-raming neemt de gevolgen van de tweede golf wel mee. Daarnaast wordt verondersteld dat de contactbeperkende restricties in de loop van 2021 worden opgeheven en de steunpakketten vanaf 1 juli 2021 niet worden verlengd. Onder deze aannames is het geraamde economische herstel voorspoedig. De verlenging van de steunpakketten in het derde kwartaal en lagere realisatiecijfer van de economisch krimp dan in de raming van het CPB (-0,5 procent ten opzichte van ‒ 1,9 procent) zal vermoedelijk tot een opwaartse bijstelling van het groeicijfer leiden.

De oorzaken van de lagere groeiverwachting voor 2021 in het CEP zijn met name de neerwaarts bijgestelde raming van de particuliere consumptie en de uitvoer. De particuliere consumptie blijft langer gedempt door de tweede golf aan coronabesmettingen. Tegelijkertijd zorgt de sterke toename van de overheidsuitgaven voor een stimulerend effect, zowel via hogere inkomensoverdrachten, hogere subsidies aan bedrijven als meer overheidsconsumptie. De investeringen blijven naar verwachting toenemen, maar minder sterk dan eerder geraamd. De werkloosheid stijgt in 2021 minder hard dan verwacht ten tijde van de Miljoenennota 2021, namelijk tot 4,4 procent in plaats van tot 5,9 procent. De schade van de coronacrisis is in dit opzicht veel minder groot dan eerder voorspeld: de Nederlandse economie blijkt inherent veerkrachtig.

Tabel 2.1 Macro-economische kerngegevens

2021 (mutaties per jaar in %)

Miljoenennota 2021

Voorjaarsnota 2021

Volume bbp en bestedingen

  

Bruto binnenlands product

3,5

2,2

Consumptie huishoudens

4,4

0,6

Consumptie overheid

1,9

5,7

Investeringen (incl. voorraden)

6,9

2,3

Uitvoer van goederen en diensten

4,7

2,6

Invoer van goederen en diensten

5,8

3,0

Inflatie (hicp)

1,4

1,4

Lange rente Nederland (niveau in %)

‒ 0,3

‒ 0,2

Relevante wereldhandelsvolume

6,8

6,0

Werkloosheid (% beroepsbevolking)

5,9

4,4

Contractloon marktsector

1,4

1,7

Epidemiologische scenario’s

De ontwikkeling van het COVID-19 virus blijft onzeker, wat leidt tot onzekerheid over het economisch herstel. Vanwege deze onzekerheid bevat de raming, naast het hierboven omschreven basispad, ook een optimistisch en pessimistisch scenario (tabel 2.2).

Tabel 2.2 Epidemiologische scenario's
 

2021

2022

2021

2022

2021

2022

 

Basisraming

Optimistisch scenario

Pessimistisch scenario

Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %)

2,2

3,5

2,6

5,1

‒ 0,8

0,8

Consumptie huishoudens (volume in %)

0,6

6,1

1,2

8,9

‒ 3,3

1,6

Investeringen (inclusief voorraden, volume in %)

2,3

2,8

3,1

5,8

‒ 3,0

‒ 2,0

Uitvoer van goederen en diensten (volume in %)

2,6

5,2

2,9

6,9

‒ 1,0

0,8

Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking)

4,4

4,7

4,4

4,2

4,6

6,1

Werkgelegen-heid (in uren, mutatie in %)

2,0

1,5

2,1

2,2

0,1

‒ 1,8

EMU-saldo (niveau in % bbp)

‒ 5,9

‒ 1,7

‒ 5,7

‒ 0,9

‒ 7,8

‒ 5,7

EMU-schuld (ultimo jaar, niveau in % bbp)

58,6

56,9

58,2

54,7

62,2

66,7

In het optimistische scenario zal het opheffen van de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus de economie snel laten terugveren. In dit scenario zal het consumenten- en producentenvertrouwen sterk stijgen en zetten huishoudens eerdere besparingen in voor extra consumptie. Bedrijven investeren meer, mede door de lage financieringskosten. In het optimistische scenario herstellen ook andere Europese landen voorspoedig en neemt als gevolg de export sterk toe. De werkgelegenheid en de lonen nemen toe, wat de consumptie en daarmee de economische groei vergroot. Het bbp groeit in dit scenario met 2,6 procent in 2021, terwijl de geraamde werkloosheid net als in de basisraming 4,4 procent bedraagt.

In het pessimistische scenario zal het coronavirus blijven muteren en vaccinaties ineffectief maken. Een nieuwe uitbraak van het virus leidt in dit scenario tot een nieuwe economische recessie. Huishoudens en bedrijven zullen voorzichtiger en onzeker worden, waardoor consumptie en investeringen afnemen. De overheid blijft verstrekkende maatregelen nemen om verspreiding van het virus tegen te gaan, waardoor consumptie verder afneemt. De bbp-ontwikkeling is ‒ 0,8 procent in 2021 en de werkloosheid stijgt tot 4,6 procent in 2021.

Steun- en herstelpakketten

Het kabinet zet zich sinds de uitbraak van de het coronavirus in om de negatieve gevolgen van de crisis te verzachten. Nederland heeft in internationaal opzicht relatief weinig economische schade geleden, mede dankzij de steunpakketten en automatische stabilisatoren. De bbp-krimp van 3,7 procent in 2020 was een van de laagste krimpcijfers in de Europese Unie. Ter vergelijking: de economie van Duitsland kromp 4,0 procent, de economie van Frankrijk 8,1 procent en de economie van het Verenigd Koninkrijk met 9,9 procent in 2020. De steunpakketten hebben de schade van de crisis beperkt, maar zijn ten laste van het EMU-saldo gegaan en hebben daarmee de overheidsschuld vergroot.

De werkloosheidcijfers en het aantal faillissementen zijn bijzonder laag gegeven de omvang van de crisis. Het geraamde werkloosheidspercentage van 4,4 procent in 2021 en het aantal faillissementen van minder dan 200 per maand sinds medio 2020 liggen significant onder het langjarige gemiddelde. Daarnaast valt de gerealiseerde economische krimp in het eerste kwartaal van 2021 (-0,5%) veel lager uit dan initieel geraamd door het CPB (-1,9%). De economie heeft zich dus beter staande gehouden dan werd voorzien. Het kabinet verwacht aantrekkende bedrijvigheid als de economie weer open kan, net als in het derde kwartaal van 2020 het geval was. De vooruitzichten voor de economie op korte termijn zijn gunstig zijn, maar wel met onzekerheid omgeven.

De verschillende sectoren in de Nederlandse economie zijn niet in gelijke mate geraakt door de coronacrisis. Veel ondernemers die hard getroffen zijn door de crisis, zullen de gevolgen daarvan nog blijven merken. Dit brengt het risico met zich mee dat bedrijven die in de kern gezond zijn, alsnog failliet gaan. Dat zou kunnen leiden tot een toename van het aantal faillissementen en oplopende werkloosheid. Vanaf het eerste steunpakket heeft het kabinet moeten manoeuvreren om zo veel mogelijk onnodige faillissementen te voorkomen en tegelijkertijd de gezonde dynamiek in de economie, waar onder normale omstandigheden faillissementen aan bijdragen, zo min mogelijk te hinderen. Het kabinet heeft zich zo veel mogelijk willen richten op schade door corona; ook tijdens normale economische tijden hebben bedrijven tenslotte te maken met omzetfluctuaties. Steun die te lang wordt doorgezet, zal het potentieel van de Nederlandse economie op de langere termijn schaden.

In deze context wil het kabinet het steunpakket in het derde kwartaal van dit jaar behouden. Daarnaast zijn enkele maatregelen genomen die significant bijdragen aan de solvabiliteit van bedrijven en daarmee het toekomstperspectief voor Nederlandse bedrijven verbeteren.

Licence