Base description which applies to whole site

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tabel 48

In miljoenen euro's (excl. HGIS)

      

15. Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Uitgaven

2022

2023

2024

2025

2026

2027

       

Stand startnota 2022 (inclusief ISB's en extrapolatie)

51.891,2

47.458,8

47.940,0

48.966,1

49.889,5

49.935,3

       

Mutaties Besluitvorming Voorjaarsnota

75,1

96,1

181,7

146,7

159,1

128,6

Vervroeging stapsgewijze verhoging WML

1,9

‒ 21,4

29,2

‒ 25,0

‒ 24,0

‒ 22,0

Onderwijsroutes

15,0

9,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Uitvoeringskosten Wet toekomst pensioenen

0,9

3,1

5,1

7,0

9,1

4,9

Re-integratiebudget UWV

‒ 4,5

‒ 8,1

‒ 4,5

‒ 4,4

‒ 4,4

‒ 4,0

Dekking Loon- en prijsbijstelling

‒ 3,0

‒ 6,1

‒ 8,4

‒ 2,7

‒ 3,2

0,0

Bescherming arbeidsmigranten (commissie Roemer)

10,0

30,0

49,0

58,0

58,0

55,0

Loslaten koppeling gewerkte uren

3,0

43,0

83,0

103,0

105,0

106,0

Kinderopvang uitvoeringskosten

4,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Enveloppe arbeidsmarkt, armoede en schulden

13,5

2,1

4,1

4,4

4,6

4,8

Enveloppe Caribisch Nederland

0,6

8,2

10,0

10,6

11,0

11,4

Kwijtschelden schulden

0,0

24,0

14,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

33,7

12,4

0,1

‒ 4,2

2,8

‒ 27,5

       

Technische Mutaties Voorjaarsnota

346,0

‒ 325,7

‒ 141,4

‒ 55,4

‒ 141,1

‒ 41,2

Overboekingen andere begrotingen

‒ 11,7

2,0

‒ 5,7

‒ 8,2

‒ 4,0

‒ 3,3

Kasschuiven

‒ 101,5

‒ 5,8

‒ 72,4

110,9

‒ 3,1

71,9

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

285,9

‒ 254,0

9,9

2,6

1,3

0,0

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers

234,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Doorwerking CEP SZW-regelingen

22,7

59,5

67,1

63,3

42,6

35,1

Bijstelling bijstand

‒ 293,7

‒ 395,9

‒ 433,3

‒ 494,3

‒ 476,4

‒ 440,2

Diversen

‒ 39,2

14,1

‒ 0,3

‒ 0,3

0,0

0,0

       

Wajong

150,6

159,9

176,6

179,8

190,3

197,4

Kinderopvangtoeslag

91,8

98,3

97,9

79,8

64,9

61,0

Toeslagenwet

‒ 42,9

‒ 40,5

‒ 39,2

‒ 41,5

‒ 42,2

‒ 39,8

Overige uitvoeringsinformatie SZW

‒ 38,6

‒ 28,8

‒ 12,3

‒ 18,9

12,1

8,6

       

Loon- en prijsbijstelling

65,7

67,1

70,1

65,0

65,0

58,7

Eindejaarsmarge

22,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Desalderingen

0,6

‒ 1,5

0,2

6,4

8,4

9,4

       

Niet-plafondrelevant

‒ 2.567,5

‒ 1.021,8

‒ 1.178,8

‒ 1.334,8

‒ 1.489,6

‒ 698,4

Bijstelling Rijksbijdragen

‒ 2.567,5

‒ 1.021,8

‒ 1.178,8

‒ 1.334,8

‒ 1.489,6

‒ 698,4

       

Stand Voorjaarsnota

49.744,9

46.207,5

46.801,5

47.722,6

48.417,8

49.324,3

Tabel 49

In miljoenen euro's (excl. HGIS)

      

15. Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Niet-belastingontvangsten

2022

2023

2024

2025

2026

2027

       

Stand startnota 2022 (inclusief ISB's en extrapolatie)

1.883,6

2.282,4

1.972,8

2.056,1

2.026,4

1.990,2

       

Mutaties Besluitvorming Voorjaarsnota

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

       

Technische Mutaties Voorjaarsnota

1.905,2

‒ 330,0

‒ 15,6

‒ 80,0

‒ 40,1

‒ 0,5

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

1.691,5

‒ 388,3

‒ 46,2

‒ 88,9

‒ 50,2

‒ 11,7

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers

216,8

0,0

‒ 0,2

‒ 0,4

‒ 0,1

‒ 0,2

Doorwerking CEP SZW-regelingen

0,3

1,3

3,6

5,9

7,2

7,1

       

Kinderopvangtoeslag

‒ 18,5

20,7

2,6

‒ 14,6

‒ 15,7

‒ 16,3

Wet kindgebonden budget

18,3

38,1

25,1

13,3

12,6

13,3

Boete-ontvangsten

‒ 3,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Besluit bijstandverlening zelfstandigen

0,0

‒ 0,3

‒ 0,8

‒ 1,6

‒ 2,2

‒ 2,2

Desalderingen

0,6

‒ 1,5

0,2

6,4

8,4

9,4

       

Niet-plafondrelevant

0,0

0,0

‒ 1,5

‒ 3,0

‒ 3,2

‒ 3,2

Diverse bijstellingen

0,0

0,0

‒ 1,5

‒ 3,0

‒ 3,2

‒ 3,2

       

Stand Voorjaarsnota

3.788,9

1.952,3

1.955,7

1.973,1

1.983,2

1.986,5

Uitgaven

Mutaties besluitvorming Voorjaarsnota

Vervroeging stapsgewijze verhoging WML

De verhoging van het WML met 7,5 procent wordt een jaar eerder gestart en vindt plaats in drie stappen. Het WML wordt jaarlijks verhoogd met 2,5 procent in zowel 2023 als 2024 en met 2,32 procent in 2025. Dit leidt tot incidenteel hogere uitgaven in 2023 en 2024 aan onder andere de bijstand en Wajong. De verhoging in 2023 vindt plaats door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Hierdoor stijgen de loongerelateerde uitkeringen en het maximum dagloon automatisch mee. Dit leidt tot structureel hogere uitgaven. De verhoging in 2024 en 2025 vindt plaats door middel van een wetswijziging. Conform het coalitieakkoord stijgen de loongerelateerde uitkeringen en maximum dagloon in die jaren niet mee.

Onderwijsroutes

Gedurende de implementatie van het nieuwe inburgeringsstelsel is gebleken dat er knelpunten zijn waardoor het aanbod op de onderwijsroute niet tot stand komt. Om dit aanbod op korte termijn te stimuleren is in oktober 2021 toegezegd dat gemeenten eenmalig 24 miljoen euro extra krijgen, waarvan 15 miljoen euro in 2022 en 9 miljoen euro in 2023. De dekking is gevonden in de ruimte op het UWV re-integratiebudget. Dit heeft SZW eerder in een Kamerbrief gecommuniceerd en wordt nu in de begroting verwerkt.

Uitvoeringskosten Wetsvoorstel Toekomst pensioenen (WTP)

Het wetsvoorstel toekomst pensioenen (WTP) voorziet in een aanpassing van het fiscaal pensioenkader en heeft daarmee uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft de kosten voor de transitiefase en de structurele fase in de uitvoeringstoets in kaart gebracht. Daarnaast leidt het WTP naar verwachting tot extra kosten voor de rechtsketen. In overleg met het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt een reservering getroffen op de SZW-begroting voor een bijdrage aan deze kosten.

Re-integratiebudget UWV

Op basis van de realisatie van de afgelopen jaren is het re-integratiebudget UWV naar beneden bijgesteld. Dit betreft een bijstelling van 7 miljoen euro vanaf 2024 die afloopt naar 5,4 miljoen euro in 2059. De afloop in de dekking is ingebouwd omdat het re-integratiebudget ook iets terugloopt. In de toekomst is de doelgroep van het re-integratiebudget namelijk kleiner aangezien Wajongers met arbeidsvermogen vanaf 2015 onder de participatiewet vallen.

Dekking loon- en prijsbijstelling (LPO)

De dekking van de financiële gevolgen van het WTP voor de Belastingdienst en de rechterlijke macht wordt gevonden binnen de loon- en prijsbijstelling (LPO).

Bescherming arbeidsmigranten (commissie Roemer)

In het coalitieakkoord is geld vrijgemaakt voor de implementatie van de aanbevelingen van de Commissie Roemer over de bescherming van arbeidsmigranten. Met deze mutatie wordt een groot deel van deze middelen overgeheveld van de Aanvullende Post naar de begroting van SZW. De middelen worden aangewend voor trajecten zoals bijvoorbeeld de verplichte certificering van de uitzendbranche, de arbeidscommissie en de Wet Goed Verhuurderschap.

Loslaten koppeling gewerkte uren

In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt om vanaf 2023 de koppeling gewerkte uren (KGU) in de kinderopvangtoeslag los te laten. Dit is de verhouding tussen het aantal uren kinderopvangtoeslag waar ouders aanspraak op maken en het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder (140 procent). Met het loslaten van de KGU wordt het stelsel eenvoudiger en de neemt de toekenningszekerheid voor ouders toe. Met deze mutatie worden deze middelen overgeheveld van de Aanvullende post naar de begroting van SZW.

Kinderopvang uitvoeringskosten

In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt voor de uitvoering van een hervorming van het kinderopvangtoeslagstelsel. Het betreft hier de verwachte implementatiekosten en transitiekosten voor 2022 in aanloop naar het nieuwe stelsel.

Enveloppe arbeidsmarkt, armoede en schulden

In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt voor arbeidsmarkt-, armoede- en schuldenbeleid. Vanuit deze enveloppe worden voor Caribisch Nederland middelen geïnvesteerd om o.a. de minimumuitkeringen (onderstand, AOV en AWW) te verhogen. Tevens wordt er geïnvesteerd om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden en het aantal beschutte werkplekken uit te breiden.

Enveloppe Caribisch Nederland

In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt om voor Caribisch Nederland de arbeidsmarkt te versterken en toe te werken naar het ijkpunt sociaal minimum. Met deze middelen worden onder andere de minimumuitkeringen (onderstand, AOV en AWW) en de kinderbijslagvoorziening BES verhoogd. Tevens wordt er geïnvesteerd in het moderniseren van het sociale zekerheidsstelsel en de dienstverlening voor arbeidsbemiddeling.

Kwijtschelden schulden

Gemeenten schelden in het kader van de hersteloperatie kinderopvangstoeslag (KOT) alle schulden aan KOT-gedupeerden kwijt. Gemeenten worden achteraf gecompenseerd voor de kwijtscheldingen en uitvoeringskosten. De werkelijke kosten hangen af van het uiteindelijke aantal gedupeerden en de gemiddelde kwijtschelding. Ook verdeling over de jaren kan nog wijzigen.

Diversen

Dit betreft meerdere kleinere maatregelen op hoofdstuk 15 waar budget voor is vrij gemaakt. Zo wordt er onder andere budget vrijgemaakt voor de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) om extra inspecties uit te kunnen voeren. Dit komt door een wijziging van ARIE-wetgeving en een wijziging van het Arbobesluit en de Arboregeling die beoogt het asbestbeleid risicogerichter en éénduidiger te maken. Ook verlengt het kabinet het scholingsbudget voor WW-gerechtigden in 2022. Dit is een voortzetting van de tijdelijke regeling scholingsbudget UWV dat eindigde in 2021. Dit bedrag voor 2022 (14 miljoen euro) is inclusief uitvoeringskosten van het UWV. Daarnaast wordt er cumulatief 7 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het herdenkingsjaar slavernijverleden. In juli 2020 is de motie Klaver/Jetten over een herdenkingsjaar afschaffing van de slavernij door de Tweede Kamer met brede steun aangenomen. Deze motie verzoekt de regering om van het jaar 2023 een herdenkingsjaar te maken waarin de afschaffing van de slavernij, 150 jaar geleden, wordt herdacht.

Technische mutaties Voorjaarsnota

Overboekingen andere begrotingen

Hieronder vallen diverse overboekingen van en naar andere begrotingen. De grootste is een overboeking van 6 miljoen euro structureel van het ministerie van BZK voor het basisbudget informatiehuishouding. Daarnaast gaat er 3,8 miljoen euro van 2022 t/m 2025 naar het ministerie van EZK voor de aanvullende rijksbijdrage aan het programma TNO: Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden Daarnaast worden er middelen overgemaakt naar het gemeentefonds voor de leerbaarheidstoets en decentralisatie-uitkeringen Informele scholing en Online weerbaarheid. Ook vinden er herschikkingen plaats en worden er middelen overgemaakt naar het ministerie van Financiën voor de herijking en uitstel IKV.

Kasschuiven

Er worden enkele kasschuiven verwerkt op de begroting van SZW. De grootste is een kasschuif op het budget voor de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU); hier wordt bijna 144 miljoen euro herverdeeld over de jaren 2025 en 2027. Daarnaast wordt voor het SLIM-budget 40 miljoen euro van 2022 naar 2025 geschoven. Beide kasschuiven hebben als doel beter aan te sluiten bij uitkeringssystematiek van deze subsidies.

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)

Het budget voor de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de uitvoeringskosten hiervan zijn in een ander kasritme gezet, om beter aan te sluiten bij de systematiek van uitbetaling en verrekening tussen UWV en SZW. Daarnaast is op basis van realisaties van de vaststellingen NOW 1 en NOW 2 de totaalraming (saldo van nabetalingen en terugvorderingen) van deze NOW-tranches naar beneden bijgesteld. Verder is een deel van de uitvoeringskosten NOW ingezet voor het team fraudeaanpak NOW bij de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo)

Op basis van het Beeld van de Uitvoering 2021 worden de vorig jaar aan gemeentes verstrekte voorschotten voor de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo) bijgesteld. Dat leidt dit jaar tot een nabetaling. De terugvorderingen worden onder ontvangsten verwerkt.

Doorwerking CEP SZW-regelingen

De CEP-cijfers van het CPB zijn de eerste volledige doorrekening van het coalitieakkoord en een update van de economische vooruitzichten. Dit leidt onder andere tot een tegenvaller op de Kinderopvangtoeslag (KOT) en meevallers op de Toeslagenwet (TW), Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) en het kindgebondenbudget (WKB). Deze worden vooral veroorzaakt doordat de verwachte werkloosheid naar beneden is bijgesteld.

Bijstelling bijstand

Als gevolg van de lagere werkloosheidsraming van het CPB ten opzichte van de MEV is de raming voor de bijstand naar beneden bijgesteld. Naar aanleiding van de nieuwe uitvoeringsinformatie van gemeenten over 2021 worden de uitgaven aan de bijstand en LKS ook neerwaarts bijgesteld.

Diversen

Onder dit kopje vallen vooral verschillende coronagerelateerde mutaties. Een hiervan is een reservering voor de eenmalige toekenning van uitvoeringskosten aan gemeenten voor de toegenomen instroom in het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) in het eerste kwartaal van 2022. Deze instroom hing samen met het stopzetten van de Tozo en de vereenvoudiging van het Bbz. Ook worden er middelen voor uitvoeringskosten van de Belastingdienst/Toeslagen naar 2023 geschoven. Dit is omdat het bezwaar- en beroepsproces voor de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang (TTKO) in verband met de derde sluitingsperiode en de additionele tegemoetkomingsregeling voor de eerste en tweede sluitingsperiode deels in 2023 plaatsvindt. Daarnaast wordt er voor 2022 budget overgemaakt naar gemeenten via een decentrale uitkering om de aanpak jeugdwerkloosheid voort te zetten, als onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs. Tot slot wordt er een kasschuif gedaan op de middelen voor crisisdienstverlening. De huidige inzet van crisisdienstverlening loopt tot eind 2022. Omdat kosten die worden gemaakt door de partijen van de Regionale Mobiliteitsteams achteraf kunnen worden gedeclareerd, kan een deel van de kosten van de huidige inzet in 2023 vallen.

Wajong

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV is de raming van de Wajong bijgesteld. De tegenvaller op de Wajong wordt grotendeels veroorzaakt door een toename van de gemiddelde uitkeringshoogte in de oude Wajongregelingen. Dit komt onder andere doordat het aandeel personen met arbeidsvermogen lager ligt dan eerder geraamd. Een Wajonger zonder arbeidsvermogen krijgt een uitkering op 75 procent van het wettelijk minimumloon in plaats van 70 procent. Ook maken Wajongers die werken in hogere mate gebruik van inkomensondersteuning.

Kinderopvangtoeslag (KOT)

Op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst is de KOT bijgesteld. De uitgaven aan de KOT zijn naar boven bijgesteld. De bijstelling is het gevolg van verschillende effecten. Het gemiddelde aantal uren dat kinderen naar de kinderopvang gaan, is naar boven bijgesteld. Daarnaast heeft het CBS in de meest recente bevolkingsprognose van december 2021 het aantal geboortes naar boven bijgesteld, wat leidt tot een hoger gebruik van de kinderopvang in de komende jaren, met name onder 0- tot 4-jarigen. Tot slot is de gemiddelde prijs (toeslag per uur kinderopvang) iets naar boven bijgesteld, vooral doordat de gemiddelde uurtarieven licht hoger zijn uitgekomen dan waar rekening mee was gehouden.

Toeslagenwet (TW)

De meevaller op de toeslagenwet (TW) wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager verwachte gemiddelde uitkeringshoogte van TW-aanvullingen op basis van realisatiecijfers uit 2021. Dit doet zich vooral voor bij aanvulling op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Daarnaast wordt een lager aantal TW-aanvullingen verwacht vanwege de volumeontwikkelingen in de moederwetten.

Overige uitvoeringsinformatie SZW

Onder deze post zitten onder andere een tegenvaller op de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), inburgeringsvoorzieningen en het Loonkostenvoordeel (LKV), en meevallers op de Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW), Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeisongeschikte werknemers (IOAW), Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), en Lage-inkomensvoordeel (LIV).

Loon- en prijsbijstelling

Met deze overboeking worden de uitgaven op de begroting van het ministerie van SZW op het prijspeil 2022 gebracht.

Eindejaarsmarge

Conform de begrotingsregels wordt de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting van SZW (22,4 miljoen euro). Deze wordt ingezet op onder andere het dossier inburgering en kinderopvang.

Desalderingen

Het inkoopvoordeel wordt met ingang van 2022 in de tarieven van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) verwerkt. Dit leidt tot hogere ontvangsten bij de RSO. Dit inkoopvoordeel wordt met overboekingen weer verdeeld over de andere departementen (zie ook tegenhanger bij Ontvangsten). Verder worden de gevolgen voor de ontvangsten van het loslaten koppeling gewerkte uren bij de kinderopvangtoeslag (KOT) en van het verlagen van de invorderingsrente bij de KOT en het kindgebondenbudget (WKB) hiermee overgeboekt naar het ontvangstenartikel.

Niet-plafondrelevant

Bijstelling Rijksbijdragen Onder niet-plafondrelevant is het saldo weergegeven van de mutatie van Bijdrage in de kosten van de heffingskortingen (BIKK) en van Rijksbijdrage aan het ouderdomsfonds. De rijksbijdrage in de BIKK stijgt licht. Dat komt voornamelijk doordat de geraamde premie- en belastingontvangsten naar boven zijn bijgesteld. Hierdoor stijgt ook het gebruik van de heffingskortingen. Voor de gederfde inkomsten vanwege de heffingskortingen wordt de sociale fondsen (voor de AOW, de ANW en de Wlz) via de BIKK deels gecompenseerd. De uitgaven aan de BIKK nemen dus toe. De Rijksbijdrage aan het ouderdomsfonds daalt omdat de geraamde premie inkomsten naar boven zijn bijgesteld. De rijksbijdrage is bedoeld om het vermogenstekort van het Ouderdomsfonds aan te vullen. Als er meer premies binnen komen kan de rijksbijdrage dus lager zijn. In 2022 wordt de bijdrage extra verlaagd omdat het Ouderdomsfonds het jaar 2021 heeft afgesloten met een overschot. Een overschot (of tekort) wordt verwerkt via een lagere (of hogere) Rijksbijdrage in het daaropvolgende jaar.

Ontvangsten

Technische mutaties Voorjaarsnota

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)

Om volledig aan te sluiten bij de systematiek van uitbetaling en verrekening tussen UWV en SZW, worden de NOW-budgetten in een ander kasritme gezet. Feitelijk worden hiermee alle ontvangsten in de jaren 2023 t/m 2027 afgeboekt, omdat alle voorziene terugontvangsten reeds in 2022 worden afgewikkeld met UWV. Daarnaast is op basis van realisaties van de vaststellingen NOW 1 en NOW 2 de totaalraming (saldo van nabetalingen en terugvorderingen) van deze NOW-tranches naar beneden bijgesteld.

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo)

Op basis van het Beeld van de Uitvoering 2021 worden de vorig jaar aan gemeentes verstrekte voorschotten voor de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo) bijgesteld Dat leidt dit jaar tot een terugvordering. De nabetalingen worden onder uitgaven verwerkt.

Doorwerking CEP SZW-regelingen

De werkloze beroepsbevolking is in de laatste raming van het CPB naar beneden bijgesteld ten opzichte van de MEV. Dit leidt tot hogere uitgaven aan de kinderopvangtoeslag (KOT), waardoor er (met vertraging) ook hogere terugvorderingen en terugontvangsten zijn. Bij het kindgebondenbuget (WKB) doet zich het tegenovergestelde effect voor.

Kinderopvangtoeslag (KOT)

Op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst is de kinderopvangtoeslag (KOT) bijgesteld. Er is in de meeste jaren een tegenvaller op de ontvangsten. In 2023, en in mindere mate in 2024, is er juist een meevaller. De kinderopvangtoeslag die ouders tijdens het jaar als voorschot ontvangen sluit steeds beter aan bij het bedrag waar zij recht op hebben. Dit leidt tot minder terugvorderingen en, met vertraging, tot lagere terugontvangsten. De pauzering van de invorderingen (coronamaatregel) heeft geleid tot lagere ontvangsten in 2021 en leidt naar verwachting tot hogere ontvangsten in 2023 en 2024 als gevolg van een inhaaleffect.

Wet kindgebonden budget (WKB)

Op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst is de WKB bijgesteld. De ontvangsten zijn opwaarts bijgesteld. Dit komt onder meer voort uit de stijging in WKB-beschikkingen over tijd.

Boete-ontvangsten

Naar aanleiding van de realisaties over 2021 worden de boete-ontvangsten van de Nederlandse Arbeidsinspectie in 2022 neerwaarts bijgesteld. Gezien de uitzonderlijkheid van 2021 in verband met de coronacrisis wordt deze realisatie niet meerjarig doorgetrokken. In het voorjaar van 2023 zal bezien worden of een meerjarige bijstelling op zijn plaats is.

Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz)

Door de lagere gerealiseerde uitgegeven kapitaalverstrekkingen in 2021 en de doorwerking daarvan op de verwachte uit te geven kapitaalverstrekkingen in 2022 en verder, nemen de terugontvangsten voor toekomstige jaren af. Dit effect neemt over de jaren toe doordat er vanaf 2021 elk jaar minder kapitaalverstrekkingen worden uitgegeven. Dat telt op tot elk jaar iets minder baten dan eerder gedacht.

Desalderingen

Het inkoopvoordeel wordt met ingang van 2022 in de tarieven van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) verwerkt. Dit leidt tot hogere ontvangsten bij de RSO. Dit inkoopvoordeel wordt met overboekingen weer verdeeld over de andere departementen (zie ook tegenhanger bij Uitgaven).Verder worden de gevolgen voor de ontvangsten van het loslaten koppeling gewerkte uren bij de KOT en van het verlagen van de invorderingsrente bij de KOT en WKB hiermee overgeboekt naar het ontvangstenartikel.

Niet-plafondrelevant

Diverse bijstellingen Als gevolg van de verwerking van uitvoeringsinformatie van gemeenten worden er minder ontvangsten verwacht uit Tozo-kapitaalverstrekkingen.

Licence