Base description which applies to whole site

4.1.4 Plafondtoets Investeringen

Tabel 11 Ontwikkeling uitgaven plafond Investeringen
 

(in miljoenen euro, min = onderschrijding)

2023

2024

2025

2026

2027

2028

1

Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2023

21.903

29.552

31.580

   
 

Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:

      

2

Extrapolatie

     

35.940

3

Overboekingen met plafond Rijksbegroting

‒ 211

‒ 229

‒ 231

‒ 190

‒ 187

‒ 186

4

Loon- en Prijsbijstelling

84

460

472

721

1.110

1.639

5

Kasschuif investeringsplafond

‒ 2.123

‒ 642

‒ 713

608

534

567

6

Plafondcorrecties (excl. corona en Oek)

43

99

183

119

58

17

7

Uitgavenplafond bij VJN 2023

19.696

29.240

31.291

   
        

8

Reguliere uitgaven bij MN 2023

22.028

29.720

31.544

35.180

35.466

 
 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond:

      

9

Extrapolatie

     

35.940

10

Overboekingen met plafond Rijksbegroting

‒ 211

‒ 229

‒ 231

‒ 190

‒ 187

‒ 186

11

Loon- en Prijsbijstelling

84

460

472

721

1.110

1.639

12

Kasschuif investeringsplafond

‒ 2.123

‒ 642

‒ 713

608

534

567

13

Plafondcorrecties (excl. corona en Oek)

43

99

183

119

58

17

        
 

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte:

      

14

Aanvullende Post

‒ 1.378

15

BZK (incl. KR, BES)

150

‒ 50

‒ 100

16

Defensie

646

17

EZK (incl. NGF en KF)

156

‒ 92

‒ 205

‒ 341

‒ 263

‒ 118

18

IenW (incl. MF en DF)

389

‒ 161

‒ 160

‒ 160

‒ 161

‒ 173

19

LNV (incl. DGF en TF)

96

‒ 86

2

3

‒ 7

‒ 4

20

OCW

53

21

Overig

1

‒ 0

‒ 0

22

Reguliere uitgaven bij VJN 2023

19.933

29.017

30.792

35.939

36.550

37.681

23

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2023 (=8-1)

125

168

‒ 36

   

24

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2023 (=22-7)

237

‒ 223

‒ 499

   

25

Totale uitgaven bij Miljoenennota 2023

19.933

29.017

30.792

35.939

36.550

37.681

Totaaloverzicht plafond I

Bij de Voorjaarsnota is in 2023 bij het investeringsplafond een overschrijding zichtbaar van circa 237 miljoen euro. Dit komt onder andere door een kasschuif naar voren bij BZK voor het pakket energie (lokale isolatie aanpak van gemeenten in de kwetsbare koop en voor de opschaling van energiefixers en energiefixteams (150 miljoen euro)), kasschuiven naar voren bij EZK voor IPCEI waterstof (circa 64 miljoen euro), het NGF-project Photondelta (circa 52 miloen euro) en het NGF-project circulaire plastics Nederland (circa 31 miljoen euro). Daarnaast worden de eindejaarsmarges onder plafond Investeringen overgeheveld (circa 1,4 miljard euro). Aan de andere kant wordt de in=uittaakstelling geboekt (circa 1,4 miljard euro). In 2024 en 2025 is een onderschrijding zichtbaar van respectievelijk circa 223 miljoen euro en 499 miljoen euro. In 2024 wordt dit onder andere veroorzaakt door bijdrages aan de Rijksbrede dekkingsopgave van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. In 2025 wordt de onderschrijding groter, onder andere door de eerder genoemde kasschuif naar voren van BZK.

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

9. Extrapolatie

Ter invoeging van een nieuw begrotingsjaar in de meerjarige begrotingsperiode zijn de begrotingstanden 2027 geëxtrapoleerd naar 2028.

10. Overboeking naar andere plafonds

Per saldo worden in 2023 middelen van plafond Investeringen overgeboekt naar plafond Rijksbegroting. De overboekingen zijn nodig omdat middelen op de departementale begrotingen worden uitgegeven. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat in 2023 75 miljoen euro voor de transitievergoeding-OV (TVOV) wordt overgeheveld van het Mobiliteitsfonds naar de beleidsbegroting van Infrastructuur en Waterstaat.

11. Loon- en prijsontwikkeling

De uitgavenraming voor de loon- en prijsontwikkeling is geactualiseerd op basis van de economische ramingen van het CPB.

12. Kasschuiven investeringsplafond naar achter

In 2023 wordt circa 1,8 miljard euro naar achter geschoven. Dit komt met name door een kasschuif van 1,3 miljard euro van Defensie voor investeringen in grootmaterieel. Ook zijn er kasschuiven bij OCW (circa 150 miljoen euro), het Deltafonds (circa 133 miljoen euro), EZK (circa 100 miljoen euro) en nog enkele andere kleine kasschuiven. In 2024 en 2025 wordt in totaal ook circa 1,3 miljard euro naar achter geschoven. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een andere kasschuif voor vastgoed bij Defensie. Ook wordt bij het Deltafonds in 2024 200 miljoen euro naar achter geschoven. In 2025 komt er bij het Deltafonds 50 miljoen euro bij en bij OCW in 2024 en 2025 totaal 138 miljoen euro. Daarnaast zijn er nog enkele andere kleine kasschuiven. De kasschuiven worden uitgebreider toegelicht in de monitor hieronder en de verticale toelichting van de respectievelijke begrotingen.

13. Plafondcorrecties (excl. corona en OEK)

In 2023 is er een totaal van circa 43 miljoen euro aan overige plafondcorrecties. Dit wordt veroorzaakt door dekking voor de werkkostenregeling bij EZK (-241 miljoen euro), het opkopen van landbouwgrond door LNV om de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) te behalen (200 miljoen euro) en compensatie van valuta bij Defensie (circa 84 miljoen euro).

Uitgaven met beslag op budgettaire ruimte

14. Aanvullende Post

De eindejaarsmarges worden toegevoegd aan de begrotingen. Als tegenhanger van de eindejaarsmarge wordt een in=uittaakstelling geboekt op de Aanvullende Post. De gedachte achter de in=uittaakstelling is dat aan het einde van dit jaar weer in dezelfde mate als in 2022 sprake zal zijn van onderbesteding. Door hiervoor alvast een in=uittaakstelling in te boeken zorgt het uitkeren van de eindejaarsmarge niet voor een belasting van het uitgavenplafond in 2023.

15. BZK (incl. KR, BES)

Het kabinet stelt in totaal 300 miljoen euro beschikbaar in 2023 voor de lokale isolatie aanpak van gemeenten in de kwetsbare koop en voor de opschaling van energiefixers en energiefixteams. Hiermee wordt getracht de energiekosten zoveel mogelijk te verminderen. Deze kosten worden gedekt uit het budget voor het Nationaal Isolatieprogramma en uit een deel van de Prinsjesdagmiddelen bestemd voor kwetsbare huishoudens, en hiervoor worden middelen vanuit 2024 (50 miljoen euro) en 2025 (100 miljoen euro) naar 2023 geschoven.

16. Defensie

Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van 2022 van circa 646 miljoen euro aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

17. EZK (incl. NGF en KF)

De belangrijkste mutaties die vallen binnen de reeks van EZK zijn: de kasschuif IPCEI waterstof golf 2 (64 miljoen euro in 2023 en doorlopend), de kasschuif voor het NGF-project Photondelta (51,5 miljoen euro in 2023 en doorlopend), de kasschuif voor het NGF-project Circulaire Plastics NL (30,8 miljoen euro in 2023 en doorlopend) en het opvragen van eindejaarsmarge voor het NGF-project QuantumDeltaNL (21,9 miljoen euro in 2023). Het resterende bedrag in de reeks bestaat voornamelijk uit het opvragen van onbenutte klimaatfondsmiddelen, welke zijn verspreid over meerdere kleine mutaties

18. IenW (incl. MF en DF)

Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van 2022 op de beleidsbegroting (circa 12 miljoen euro), het Mobiliteitsfonds (circa 291 miljoen euro) en het Deltafonds (circa 231 miljoen euro). Ook wordt de Rijksbrede dekkingsopgave ingevuld door IenW. Van het Mobiliteitsfonds wordt in 2023 circa 97 miljoen euro bijgedragen en van het Deltafonds wordt in 2023 circa 21 miljoen euro bijgedragen.

19. LNV (incl. DGF en TF)

Sinds Voorjaarsnota 2022 hebben enkele overhevelingen van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting plaatsgevonden. Hierbij is budget geschoven om het in het juiste kasritme te zetten. Zo is er per Nota van Wijziging budget naar voren geschoven voor de uitvoeringskosten van provincies en LNV. In de Voorjaarsnota 2023 wordt er budget naar voren geschoven voor de piekbelastersaanpak en de uitvoering daarvan. Verder wordt er budget naar voren geschoven voor cellulaire agricultuur en uitvoeringskosten van waterschappen en gemeenten. Tot slot wordt er budget dat niet tot besteding is gekomen in 2022 opnieuw aan de begroting van LNV toegevoegd voor het betalen van overlopende verplichtingen.

20. OCW

Er zijn in 2022 voor verschillende NGF projecten middelen aan de OCW-begroting toegevoegd, zoals de projecten ontwikkelkracht, collectief laaggeletterdheid, digitaliseringsimpuls en de nationale LLO Katalysator. In 2022 zijn niet alle middelen besteed, bijvoorbeeld doordat projecten nog in de opstartfase zitten. Middelen uit het Nationaal Groeifonds kunnen middels de 100% eindejaarsmarge op het investeringsplafond worden doorgeschoven naar 2023. Dit is het geval voor afgerond 53 miljoen euro, verdeeld over verschillende projecten.

21. Overig

Dit betreft kleine mutaties van onder andere SZW en VWS.

Monitor Investeringen

Figuur 3 Overzicht investeringen bij VJN 2023 vergeleken met stand VJN 2022 (bedragen x € 1.000)

Algemeen

Figuur 3 geeft het totaal aan investeringen weer onder het investeringsplafond bij de Voorjaarsnota 2023. Het kabinet Rutte IV investeert historisch veel om grote maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden. Deze investeringen zijn voor een groot deel in 2022 toegevoegd aan de investeringsfondsen. Het jaar 2022 geeft de realisatiecijfers weer. De jaren 2023 tot en met 2028 laten de begrote cijfers zien voor deze jaren. De stippellijn geeft aan wat de begrote stand voor deze jaren was bij de Voorjaarsnota in 2022. Hieruit blijkt dat de begrotingen in de jaren 2023 tot en met 2025 ten opzichte van de verwachting bij Voorjaarsnota 2022 naar beneden zijn bijgesteld. Voor de jaren 2026 tot en met 2028 is de verwachting ten opzichte van Voorjaarsnota 2022 naar boven bijgesteld. Voor 2027 is de verwachting dat circa 1,9 miljard euro meer wordt uitgegeven dan vorig jaar geraamd.

Figuur 4 Overzicht investeringen bij VJN 2023 vergeleken met stand VJN 22

Figuur 4 geef een overzicht van de ontwikkeling voor Mobiliteit, Defensie en Delta. De drie verschillende lijnen weerspiegelen de begrootte stand bij Voorjaarsnota 2023 (voor 2023 tot en met 2027) ten opzichte van de begrote stand bij Voorjaarsnota 2022 (voor 2023 tot en met 2027). De lijn Ratio 100% betekent dat de begrote stand bij Voorjaarsnota 2023 niet veranderd is ten opzichte van Voorjaarsnota 2022. Als de lijn onder de 100% zit betekent het dat de begroting sinds Voorjaarsnota 2022 naar beneden is bijgesteld en middelen naar latere jaren zijn geschoven. Voor Defensie is de begrote stand bij Voorjaarsnota 2023 circa 87% van de begrote stand bij Voorjaarsnota 2022. De lichtroze lijn laat de ratio van alle middelen onder het investeringsplafond zien. In 2023 tot en met 2025 is bij Voorjaarsnota 2023 minder begroot dan bij Voorjaarsnota 2022. In 2026 en 2027 is de stand bij Voorjaarsnota 2023 hoger dan bij Voorjaarsnota 2022. In de praktijk blijkt het lastig om de investeringen volgens het beoogde, ambitieuze tempo uit te voeren. Onder het investeringsplafond blijven middelen beschikbaar voor het oorspronkelijke doel. Hieronder wordt per fonds nader toegelicht wat de ontwikkeling in de uitgaven is.

Toelichting per fonds

Mobiliteitsfonds

Bij de Voorjaarsnota is het totaal aan uitgaven in 2023 op het Mobiliteitsfonds geraamd op circa 9,0 miljard euro. Bij de Voorjaarsnota zijn de reguliere loon- en prijsbijstelling (circa 415 miljoen euro in 2023) en de extra prijsbijstelling over 2022 (circa 62 miljoen euro in 2023) overgeheveld (de reguliere loon- en prijsbijstelling staat nog op de beleidsbegroting). Ook zijn instandhoudingsmiddelen vanaf 2026 van de Aanvullende Post overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds (circa 700 miljoen euro per jaar voor de jaren 2026-2028; structureel circa 1,3 miljard euro vanaf 2038). Daarnaast wordt 75 miljoen euro overgeheveld van het Mobiliteitsfonds naar de beleidsbegroting van IenW ten behoeve van de transitievergoeding-OV (TVOV). Tot slot is de eindejaarsmarge van circa 291 miljoen euro opgeboekt.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Bij de Miljoenennota is het totaal aan uitgaven in 2023 op het Defensiematerieelbegrotingsfonds geraamd op circa 6,5 miljard euro. In de Voorjaarsnota is de prijsbijstelling, valutacompensatie en de eindejaarsmarge toegevoegd. Daarnaast zijn de coalitieakkoordmiddelen voor vastgoed overgeheveld vanuit de Aanvullende Post. Diverse kasschuiven zijn doorgevoerd om de middelen in het juiste kasritme te zetten. Er wordt in lijn met het Strategisch vastgoedplan voor 265 miljoen euro uit 2023, 1,36 miljard euro uit 2024 en 1,42 miljard euro uit 2025 aan vastgoeduitgaven verschoven naar latere jaren. Verder wordt voor 1,4 miljard euro aan instandhoudings- en investeringenuitgaven van 2023 naar 2024 en 2025 geschoven. Dit is onder andere het gevolg van krapte op de arbeids- en defensiemarkten. Per saldo is de begroting voor 2023 bij de Voorjaarsnota met circa 1,4 miljard euro gedaald. In 2024 en 2025 is de begroting circa gelijk aan de begrote stand bij VJN 2022. In 2026 en verder neemt deze toe.

Nationaal Groeifonds

Tijdens de Voorjaarsbesluitvorming 2023 hebben verschillende projecten (deels) een definitieve toekenning gekregen. Dit betreft onder andere de projecten Health RI (47 miljoen euro) en GroenvermogenNL (119 miljoen euro) (EZK), Groeiplan Watertechnologie (135 miljoen euro), Dutch Metropolitan Innovations (85 miljoen euro) en NL2120 (70 miljoen euro) (I&W) en Toekomstbestendige leefomgeving (60 miljoen euro) (BZK). De middelen hiervoor zijn overgeboekt naar de desbetreffende begrotingen. Ook zijn middelen en verplichtingen in het juiste ritme geplaatst. Tot slot is dit voorjaar ook de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting van het NGF. Een deel hiervan is ingezet voor andere doeleinden binnen de begroting van EZK, waarna er tot en met 2028 nog 28 miljoen aan LPO voor het NGF beschikbaar is.

Deltafonds

Bij de Voorjaarsnota is het totaal aan uitgaven in 2023 op het Deltafonds geraamd op circa 2,0 miljard euro. Bij de Voorjaarsnota zijn de reguliere loon- en prijsbijstelling (circa 86 miljoen euro in 2023) en de extra prijsbijstelling over 2022 (circa 12 miljoen euro in 2023) overgeheveld (dit staat nog op de beleidsbegroting). Ook zijn alle instandhoudingsmiddelen vanaf 2026 overgeheveld van de Aanvullende Post naar het Deltafonds (circa 220 miljoen euro per jaar voor de jaren 2026-2028; structureel circa 262 miljoen euro vanaf 2038). Ook heeft een kasschuif plaatsgevonden. Er zijn vertragingen door capaciteitsproblemen, langere doorloop van besluitvorming en herziene uitvoeringstermijnen. In 2023 en 2024 is daarom respectievelijk circa 133 miljoen euro en 180 miljoen euro naar achter verschoven. Tot slot is de eindejaarsmarge van circa 231 miljoen euro opgeboekt.

Klimaatfonds

Bij de Voorjaarsnota is circa 954 miljoen euro beschikbaar binnen het Klimaatfonds voor het jaar 2023. Dit loopt op tot circa 6 miljard in 2028. Sinds de Miljoenennota zijn middelen op de EZK begroting (en andere begrotingen) omgezet naar de categorie Klimaatfonds. Op deze manier kan er beter onderscheid worden gemaakt tussen de middelen binnen het Klimaatfonds en middelen binnen de begroting van EZK (en andere begrotingen). Dit gaat in 2023 bij EZK om circa 557 miljoen euro aan herschikkingen. Sinds de Miljoenennota zijn er ook kasschuiven geweest binnen het Klimaatfonds. Er is onder andere 100 miljoen euro van 2025 naar 2023 geschoven voor het Nationale Isolatieprogramma en circa 64 miljoen wordt van 2026 naar 2023 geschoven voor IPCEI waterstof golf 2.

Transitiefonds

Sinds Voorjaarsnota 2022 hebben enkele overhevelingen van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting plaatsgevonden. Hierbij is budget naar voren geschoven. Zo is een uitvraag gedaan onder provincies, terreinbeheerders en waterschappen voor versnellingsvoorstellen, vooruitlopend op de nog op te leveren gebiedsprogramma’s. Het kabinet heeft hier vervolgens een bedrag van 504 miljoen euro uit het transitiefonds beschikbaar voor gesteld. Daarnaast heeft het kabinet middelen ingezet voor de uitvoering van de transitie. Ook is in het kader van de piekbelastersaanpak cumulatief 1 miljard euro overgeheveld van de Aanvullende Post (Transitiefonds) naar de LNV-begroting voor de landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties-plus. Verder is bij Nota van Wijziging cumulatief 226,6 miljoen euro overgeheveld van de Aanvullende Post (Transitiefonds) naar de LNV-begroting ten behoeve van maatregelen voor de toekomst van de landbouw. Ook is voor de verkoop van (landbouw)grond (voor het mogelijk maken van verplaatsing) 200 miljoen euro geraamd middels een plafondcorrectie. Tot slot is er budget dat in 2022 niet tot uitgave is gekomen toegevoegd aan de begroting voor 2023. Dit betreft circa 30 miljoen euro voor overlopende verplichtingen.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft reserveringen voor loon- en prijsbijstelling tranches in de komende jaren. Deze worden herijkt op basis van MEV 2023 en CEP 2024.

Overig

Dit zijn overige bedragen onder plafond Investeringen. Dit betreft met name middelen voor het opkopen van landbouwgrond (200 miljoen euro) door LNV om de doelen van het NPLG te realiseren en een pakket van voorstellen voor de integrale aanpak voor stikstof, klimaat en water.

Licence