Base description which applies to whole site

3.1 Ontwikkeling overheidssaldo en schuld

Saldo en schuld tot en met 2029

Het overheidssaldo, ook wel het EMU-saldo genoemd, komt in 2024 naar verwachting uit op ‒ 2,5% bbp. Dit is te zien in tabel 5. Ten opzichte van de Miljoenennota 2024 is dit een verbetering van 0,4% bbp. Vanaf 2025 ligt het saldo tussen de ‒ 2,6% bbp en ‒ 3% bbp. 2026 is hierop een uitzondering met een saldo van ‒ 4% bbp. Dit komt mede door het omzetten van de begrotingsgefinancierde militaire pensioenen naar kapitaaldekking (affinancieren). Dit leidt tot een eenmalige kostenpost van 8,5 miljard euro.

De geraamde EMU-schuld ligt dit jaar naar verwachting op 47,2% bbp en loopt in latere jaren op naar 55,0% bbp.

Tabel 5 Kerngegevens EMU-saldo en EMU-schuld (- = tekort)

(- is tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-saldo (in miljarden euro)

‒ 27,1

‒ 31,8

‒ 47,2

‒ 31,8

‒ 37,6

‒ 39,9

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 2,5%

‒ 2,8%

‒ 4,0%

‒ 2,6%

‒ 3,0%

‒ 3,0%

       

EMU-schuld (in miljarden euro)

512,9

556,6

604,3

637,6

678,7

721,2

EMU-schuld (in procenten bbp)

47,2%

49,3%

51,4%

52,3%

53,7%

55,0%

Tabel 6 geeft een overzicht van de verschillende onderdelen van de overheidsfinanciën. De inkomsten worden opgeteld bij de uitgaven op de verschillende uitgavenplafonds, de overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo. Dit leidt tot het saldo van de centrale overheid. Hier wordt het EMU-saldo decentrale overheden bij opgeteld om tot het totale EMU-saldo voor de collectieve sector te komen.

Tabel 6 Ontwikkeling overheidsfinanciën (in miljarden euro, tenzij anders aangegeven)
 

(in miljarden euro, tenzij anders aangegeven)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

A

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

401,6

421,9

438,6

456,3

473,6

492,5

        

B

Reguliere uitgaven onder het uitgavenplafond

408,1

434,8

462,8

479,7

501,5

522,7

 

w.v. Rijksbegroting

177,1

187,8

196,1

202,1

211,8

219,4

 

w.v. Sociale zekerheid

108,5

114,6

121,7

128,5

134,4

141,0

 

w.v. Zorg

97,0

101,8

107,5

113,2

119,3

125,1

 

w.v. Investeringen

25,5

30,6

37,5

35,8

36,0

37,2

C

Nood- en steunmaatregelen corona (relevant voor het EMU-saldo)

1,6

0,3

0,0

‒ 0,1

0,0

0,0

D

Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

18,3

17,9

22,3

7,8

8,9

9,0

        

E

Totale netto-uitgaven (B+C+D)

428,0

453,0

485,0

487,4

510,4

531,7

        

F

EMU-saldo centrale overheid (A-E)

‒ 26,4

‒ 31,0

‒ 46,4

‒ 31,1

‒ 36,8

‒ 39,2

 

w.v. EMU-saldo Rijk

‒ 39,8

‒ 43,1

‒ 58,5

‒ 44,4

‒ 50,3

‒ 52,8

 

w.v. EMU-saldo sociale fondsen

13,4

12,1

12,1

13,4

13,5

13,7

G

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 0,7

‒ 0,7

‒ 0,7

‒ 0,8

‒ 0,8

‒ 0,7

        

H

EMU-saldo collectieve sector (F+G)

‒ 27,1

‒ 31,8

‒ 47,2

‒ 31,8

‒ 37,6

‒ 39,9

I

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) (H/L)

‒ 2,5%

‒ 2,8%

‒ 4,0%

‒ 2,6%

‒ 3,0%

‒ 3,0%

        

J

EMU-schuld

512,9

556,6

604,3

637,6

678,7

721,2

K

EMU-schuld (in procenten bbp) (J/L)

47,2%

49,3%

51,4%

52,3%

53,7%

55,0%

        

L

Bruto binnenlands product (bbp)

1.086

1.129

1.175

1.220

1.265

1.311

Verticale ontwikkeling overheidssaldo en schuld tussen Miljoenennota en Voorjaarsnota

Ten opzichte van de inschatting in de Miljoenennota verbetert het saldo in 2024 en 2028. In 2025 tot en met 2027 verslechtert het saldo. Dit is te zien in tabel 7. De inkomsten dalen in alle jaren met ‒ 0,1% bbp oplopend naar ‒ 0,4% bbp in 2028. Spiegelbeeldig daalt ook de loon- en prijsontwikkeling. Grosso modo strepen de effecten van de inkomsten en de loon- en prijsontwikkeling voor het saldo tegen elkaar weg. De inkomsten laten een eenmalige daling zien in 2025. Dit komt door het technisch effect van de omvorming van de rechtsvorm van Prorail. Bij deze omvorming hoort een eenmalige belastingafdracht waardoor gelijktijdig de inkomsten en uitgaven stegen met ongeveer 8,5 miljard. De middelen worden nu afgeboekt. Zodra er meer duidelijkheid is over de omvorming worden de middelen op basis van actuele standen opnieuw geraamd. Tegenover de lagere belastinginkomsten als gevolg hiervan staat hetzelfde bedrag als uitgavenverlaging in de reeks niet-plafondrelevante mutaties en correcties van het EMU-saldo.

De uitgaven onder het uitgavenplafond (inclusief plafondcorrectie voor bijvoorbeeld Oekraïne-steun) leiden vooral in eerdere jaren tot een saldoverbetering, vanwege de kasschuiven die gedaan zijn en de uitvoeringsinformatie. Zie hoofdstuk 4 uitgaven voor meer toelichting op deze ontwikkelingen. In de niet-plafondrelevante mutaties en correcties van het EMU-saldo is er een licht saldoverbeterend effect in 2024 en 2025. Onderliggend hieraan is enerzijds het saldoverslechterend effect van hogere Oekraïne-steunuitgaven en anderzijds een aantal saldoverbeterende technische kas-transverschillen en het eerder genoemde effect van het afboeken van de gereserveerde middelen voor de omvorming van Prorail.

Tabel 7 Verticale toelichting EMU-saldo (- is tekort, in % bbp)

(+ is overschot)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-saldo Miljoenennota 2024

‒ 2,9%

‒ 2,9%

‒ 3,6%

‒ 2,6%

‒ 3,2%

 

Noemereffect

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

Belasting- en premieinkomsten

‒ 0,1%

‒ 0,8%

‒ 0,4%

‒ 0,4%

‒ 0,4%

 

Loon-en prijsontwikkeling uitgaven

0,0%

0,1%

0,4%

0,4%

0,4%

 

Niet-beleidsmatige mutatie WW en Bijstand

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

Overige uitgavenmutaties op de plafonds

0,5%

0,3%

‒ 0,3%

‒ 0,1%

0,1%

 

Nood- en steunmaatregelen corona (uitgaven op kasbasis)

‒ 0,1%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

Niet-plafondrelevante uitgaven en correcties van EMU-saldo

0,1%

0,3%

‒ 0,2%

0,0%

‒ 0,1%

 

EMU-saldo decentrale overheden

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

EMU-saldo Voorjaarsnota 2024

‒ 2,5%

‒ 2,8%

‒ 4,0%

‒ 2,6%

‒ 3,0%

‒ 3,0%

Tabel 8 toont de ontwikkeling van de EMU-schuld in procenten bbp per jaar ten opzichte van de inschatting in de Miljoenennota 2024. De schuld in 2024 is iets lager dan geraamd werd in de Miljoenennota, in de jaren daarna is de inschatting hoger dan bij de Miljoenennota. Het gestegen bbp heeft een verlagend effect op de EMU-schuld: het zogenoemde noemereffect. Daarnaast leidt de vaststelling van de schuld 2023 door het CBS tot een neerwaartse doorwerking op de schuld in latere jaren. Per saldo valt de schuld meerjarig toch hoger uit dan in de Miljoenennota gedacht. Dit komt voornamelijk door het overbruggingskrediet van 25 miljard dat aan Tennet verstrekt is.

Tabel 8 Verticale toelichting EMU-schuld (+ is hogere schuld, in % bbp)

(+ is hogere schuld, in procenten bbp)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-schuld Miljoenennota 2024

47,3%

48,6%

50,4%

51,3%

52,9%

 

Noemereffect door bbp-ontwikkeling

‒ 0,3%

‒ 0,5%

‒ 0,6%

‒ 0,5%

‒ 0,6%

 

Doorwerking schuld t-1

‒ 0,9%

0,3%

1,2%

1,5%

1,5%

 

Mutatie EMU-saldo

‒ 0,4%

‒ 0,1%

0,4%

0,0%

‒ 0,1%

 

Financiële transacties en kastransverschillen

1,5%

0,9%

‒ 0,1%

0,0%

0,0%

 

Overige mutaties

0,1%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

 

EMU-schuld Voorjaarsnota 2024

47,2%

49,3%

51,4%

52,3%

53,7%

55,0%

Licence