Base description which applies to whole site

1. Inleiding en samenvatting

Tot en met de jaren 20 van de vorige eeuw kon de Belastingdienst op grond van de toen geldende Invorderingswet soldaten inlegeren bij weigerachtige belastingplichtigen. De nalatige belastingplichtige diende de ingelegerde krijgsman een nachtleger (slaapplaats), voeding en een plaats bij de haard te geven alsmede dagelijks vijftig cent.1 Heden ten dage bedient de fiscale wetgever en uitvoerder zich van andere instrumenten om belastingontwijking en -ontduiking te voorkomen. Dit belastingplan is mede gericht op constructie- en fraudebestrijding. Het gaat hierbij om constructies waarmee de belastingheffing wordt ontweken en fraude waarmee de belastingen (strafbaar) worden ontdoken. Het kabinet acht het wenselijk hiertegen maatregelen te treffen. Daarnaast treft het kabinet maatregelen ten behoeve van (innovatief) ondernemerschap en ter tijdelijke ondersteuning van de woningmarkt. De voorstellen ten behoeve van de woningmarkt komen mede tegemoet aan de motie van de leden Weekers en Blanksma-van den Heuvel.2 Het Belastingplan 2011 bevat voorts maatregelen in verband met het stilzetten van de voorbereiding van de invoering van kilometerbeprijzing en maatregelen ten behoeve van de koopkracht. Het fiscale pakket Belastingplan 2011, dat bestaat uit het Belastingplan 2011 en Overige fiscale maatregelen 2011 is dit jaar beleidsarmer dan in andere jaren door de demissionaire status van het kabinet.

Hierna wordt kort ingegaan op de hoofdonderwerpen van het fiscale pakket Belastingplan 2011.

Bestrijding constructies en fraude

In de sfeer van de overdrachtsbelasting, de vennootschapsbelasting, loonbelasting en inkomstenbelasting doen zich constructies ter ontwijking van belastingheffing voor. Het kabinet wil deze constructies tegengaan.

In de sfeer van de overdrachtsbelasting gaat het om constructies met rechtspersonen waarin onroerende zaken zijn ondergebracht. Alleen als het bezit van een lichaam voor 70% of meer bestaat uit in Nederland gelegen onroerende zaken, is sprake van een zogenaamde onroerende zaaklichaam waarover overdrachtsbelasting is verschuldigd. De meeste constructies zien op verwatering van dit bezit om zo overdrachtbelasting te ontwijken. In dit wetsvoorstel zijn maatregelen opgenomen om de belastingontwijking door deze constructies te voorkomen.

In de antimisbruikbepaling over de handel in vennootschappen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) blijkt een lacune te bestaan. Deze antimisbruikbepaling is onder meer gericht tegen de situatie dat een lege vennootschap die voorheen winst heeft behaald, wordt gekocht door een koper die daar verliesgevende activiteiten inbrengt. De bepaling werkt echter niet tegen de verrekening van winst en verlies binnen hetzelfde jaar. Hiervan blijkt in de praktijk in toenemende mate gebruik te worden gemaakt. Het kabinet acht het wenselijk om de antimisbruikbepaling op dit punt aan te scherpen.

Dit wetsvoorstel bevat twee maatregelen waarmee een ongewenste uitwerking van de zogenoemde regeling Hillen (aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld) wordt weggenomen. De eerste maatregel betreft het voorkomen van het vanwege vooruit- of achterafbetalen van rente op de eigenwoningschuld verkrijgen van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. De tweede maatregel betreft het voorkomen dat men sneller en tot een groter bedrag in aanmerking komt voor de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld vanwege het rentevoordeel van personeelsleningen voor de eigen woning.

Daarnaast stelt het kabinet een maatregel voor in het kader van fraudebestrijding. Het gaat om een uitbreiding van de grondslag voor automatische gegevensuitwisseling met de uitwisseling van bijvoorbeeld gegevens over spaartegoeden, effectenbezit en verzekeringsproducten. Een aantal verdragspartners van Nederland heeft reeds te kennen gegeven bereid te zijn tot wederkerige automatische verstrekking van dergelijke gegevens. Automatische gegevensuitwisseling is een effectiever middel in de strijd tegen zwartsparen en andere vormen van belastingfraude dan de traditionele gegevensuitwisseling.

Naast de aanpak via wettelijke maatregelen is de Belastingdienst in de toezichtsfeer actief om fraude bij de toepassing van de bestaande wet- en regelgeving te bestrijden en te voorkomen. In dit verband kunnen onder meer worden genoemd de acties gericht op de aanpak van onbekende buitenlandse bankrekeningen, op witwassen rondom vastgoed respectievelijk op de naleving van autogerelateerde belastingen.

(Innovatief) ondernemerschap en woningmarkt

Ondernemingen zorgen voor innovatie en werkgelegenheid. Daarmee zijn zij van groot belang voor de economie. Bij een pril herstel na een historische zware crisis, hebben bedrijven financiële ruimte nodig om hun huishoudboekjes op orde te krijgen en de basis te leggen voor investeringen en innovatie in de komende jaren.Daarom treft het kabinet een pakket maatregelen ten behoeve van (innovatief) ondernemerschap. Deze maatregelen zijn onder andere bedoeld als compensatie van hoger dan verwachte zorgpremies.

In de eerste plaats wordt innovatief ondernemerschap ook in 2011 extra gestimuleerd, waarbij de nadruk wordt gelegd op het midden- en kleinbedrijf. In dit kader wordt de voor 2009 geconstateerde budgetoverschrijding bij de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (een loonkostensubsidie) gedekt uit het belastingplan en niet door een verlaging van de percentages. Voorts worden met betrekking tot deze afdrachtvermindering de loongrens, de percentages en het plafond verhoogd. Tevens worden extra middelen gereserveerd voor voorziene budgetoverschrijdingen.

Het kabinet maakt de tijdelijk verlengde schijf van het MKB-tarief in de vennootschapsbelasting (20% tot een winst van € 200 000) structureel. Tevens wordt het algemene Vpb-tarief van 25,5% naar 25% verlaagd. Daarmee wordt de financiële positie van (MKB-)bedrijven en het Nederlandse vestigingsklimaat verbeterd.

Het kabinet versterkt de liquiditeitspositie van bedrijven door de verruimde mogelijkheden voor achterwaartse verliesverrekening en de tijdelijke willekeurige afschrijvingen met een jaar te verlengen en de verruimde mogelijkheid om de btw per kwartaal aan te geven, structureel te maken. De laatste maatregel zal overigens via een beleidsbesluit worden geregeld, maar budgettair worden gedekt binnen het Belastingplan 2011.

De woningmarkt ondervindt nog steeds gevolgen van de kredietcrisis. Bouwprojecten worden, al dan niet tijdelijk, stopgezet. De daling van huizenprijzen lijkt weliswaar gestopt, de verkoop van woningen trekt echter slechts mondjesmaat aan. Daarom treft het kabinet een aantal maatregelen om de woningmarkt een steun in de rug te geven. Daarmee wordt mede tegemoet gekomen aan de motie van de leden Weekers en Blanksma-van den Heuvel.2 De maatregelen zien op een verruiming van de termijnen voor het behoud van de hypotheekrenteaftrek bij verhuizing en een verlenging van de maatregel voor herleving van de hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur. De termijn van zes maanden in de overdrachtsbelasting voor de doorverkoop van woningen wordt tijdelijk verlengd van zes naar twaalf maanden. Verder wordt het btw-tarief voor de renovatie van woningen tijdelijk verlaagd van 19% naar 6%.

Vergroening en mobiliteit

Het project Anders Betalen voor Mobiliteit is controversieel verklaard. De hieruit voortvloeiende wetgevingsprocessen zijn stilgezet. Een onderdeel van dit project betreft de afbouw van de BPM onder gelijktijdige verhoging van de motorrijtuigenbelasting, vooruitlopend op de introductie van de kilometerbeprijzing. Deze afbouw van de BPM, die tot 2013 al in de wetgeving was vastgelegd, wordt derhalve stilgezet. De buiten het project Anders Betalen voor Mobiliteit per 1 januari 2010 in gang gezette ombouw van de BPM van een belasting gebaseerd op de catalogusprijs naar een belasting gebaseerd op absolute CO2-uitstoot blijft behouden. Daarbij wordt in de tariefstelling vanaf 2011 rekening gehouden met het stilzetten van de afbouw van de BPM. In het onderhavige belastingplan wordt meer zekerheid voor de toekomst gegeven met betrekking tot de fiscale faciliteiten voor zeer zuinige auto’s. Tevens wordt een onderzoek aangekondigd naar de wijze waarop de stimuleringsmaatregelen in de BPM, de MRB en de bijtelling ook in de toekomst een stimulans kunnen blijven om steeds te kiezen voor de zuinigste auto.

Overige wijzigingen

In dit belastingplan zijn zoals gebruikelijk wijzigingen van heffingskortingen en tarieven opgenomen. Deze wijzigingen komen tot uitdrukking in het standaardkoopkrachtbeeld als gevolg van het totale lastenbeeld van het kabinet. In de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt het standaardkoopkrachtbeeld voor 2011 weergegeven. Het onderhavige belastingplan bevat tevens een verruiming van de werkkostenregeling voor vakliteratuur, de kosten van inschrijving in beroepsregisters en werkkleding met een logo. Voorts wordt in verband met het aanvullend beleidsakkoord4 een verhoging van de tabaksaccijns voorgesteld.

Indeling fiscaal pakket Belastingplan 2011

Het fiscale pakket Belastingplan 2011 bestaat uit het Belastingplan 2011 en Overige fiscale maatregelen 2011. Het Belastingplan 2011 bevat, zoals gebruikelijk, maatregelen die primair betrekking hebben op het budgettaire en koopkrachtbeeld voor het komende jaar. De maatregelen die niet in het Belastingplan 2011 thuishoren, maar waarvoor inwerkingtreding op 1 januari 2011 wel wenselijk is, zijn opgenomen in Overige fiscale maatregelen 2011.

Het fiscale pakket Belastingplan 2011 bevat geen Fiscale onderhoudswet. Dit is niet nodig in verband met het op 7 juni 2010 ingediende wetsvoorstel tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010) (32 401). Met dit wetsvoorstel is het kabinet tegemoet gekomen aan de wens van de Eerste en Tweede Kamer naar een meer gespreide indiening van fiscale wetsvoorstellen.

Licence