De afgelopen jaren is de energierekening toegenomen. Huishoudens en bedrijven worden de komende jaren geconfronteerd met een verder stijgende energierekening mede door oplopende nettarieven voor elektriciteit.140 In dit licht neemt het kabinet verschillende maatregelen. Het kabinet zet onder meer in op gerichte maatregelen zoals een subsidie aan het tijdelijke noodfonds energie in 2025 en de komende jaren wordt met middelen uit het Social Climate Fund ingezet op een volledig publiek energiefonds.141 Daarnaast hecht het kabinet eraan om alle huishoudens op een eenvoudige wijze met een vast bedrag op de energierekening te compenseren.
De energiebelasting kent een belastingvermindering. Dit is een vast bedrag per jaar dat ongeacht de verbruikte hoeveelheid elektriciteit en aardgas in mindering wordt gebracht op de energierekening. In 2025 is het bedrag € 524,95 (excl. btw). In de praktijk wordt de belastingvermindering ook wel aangeduid als heffingskorting. Voorgesteld wordt om met ingang van 1 januari 2026 de belastingvermindering structureel te verhogen ten opzichte van het basispad voor een budgettaire omvang van € 100 miljoen.
De belastingvermindering wordt toegepast op elektriciteitsaansluitingen van objecten met een zogenoemde verblijfsfunctie. Dit zijn ongeveer negen miljoen aansluitingen. Het gaat om onroerende zaken die kunnen dienen tot woning of ten behoeve van een bedrijf of beroep of anderszins een verblijfsfunctie hebben. Het object moet geschikt zijn voor mensen om er langdurig te verblijven. Daarvoor dienen voorzieningen aanwezig te zijn die langdurig menselijk verblijf mogelijk maken, zoals sanitaire of keukenvoorzieningen. Het gaat om woningen en om het overgrote deel van de bedrijven en instellingen. Er is geen sprake van een verblijfsfunctie bij bijvoorbeeld een bedrijfspand dat slechts het doel heeft om goederen op te slaan of om kort te verblijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om garages, garageboxen, schuren, loodsen, werkplaatsen en algemene ruimten van een flat, waaronder liften en hallen.
Van het voordeel van de verhoging komt circa 91% terecht bij huishoudens en 9% bij bedrijven, instellingen en andere objecten met een elektriciteitsaansluiting. Dat betekent dat van de verhoging circa € 91 miljoen terechtkomt bij huishoudens en circa € 9 miljoen bij bedrijven, instellingen en andere objecten.
In tabel 11 wordt de hoogte van de belastingvermindering in de periode 2025–2030 weergegeven, zowel in het basispad dat is gebaseerd op eerdere wetswijzigingen als in de reeks zoals die is na de in onderhavig wetsvoorstel voorgestelde verhoging. De verhoging in 2026 is met een budgettaire omvang van € 100 miljoen per kwalificerende aansluiting € 9,30. Vanwege eerder in wetgeving opgenomen wijzigingen die resulteren in een verlaging is het verschil ten opzichte van 2025 per saldo – € 5,15 in plaats van de verlaging van € 14,45 die in het basispad zat.
| 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Basispad | 524,95 | 510,50 | 510,28 | 510,85 | 516,34 | 521,17 |
| Na verhoging uit BP 2026 | 524,95 | 519,80 | 519,58 | 520,15 | 525,64 | 530,47 |
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie
De verhoging van de belastingvermindering in de energiebelasting ten opzichte van het basispad is een doeltreffende manier om de energierekening van alle huishoudens te verlagen, omdat het voordeel bij alle huishoudens terechtkomt, onafhankelijk van het verbruik. Daarmee is de maatregel tegelijkertijd ongericht als het gaat om steun voor specifieke groepen huishoudens. De maatregel is redelijk doelmatig doordat een groot aandeel bij huishoudens terechtkomt (91%) en een kleiner deel bij bedrijven, instellingen en andere objecten met een elektriciteitsaansluiting (9%). Als het gaat om de vergelijking van mogelijke beleidsmaatregelen bínnen de energiebelasting merkt het kabinet het volgende op. Van de middelen die worden aangewend voor een verhoging van de belastingvermindering komt naar verhouding een groter deel terecht bij huishoudens met een lager inkomen die relatief minder verbruiken dan bij huishoudens met een hoger inkomen en bedrijven die relatief meer verbruiken, in vergelijking met een verlaging van energiebelastingtarieven. Het gaat bij de belastingvermindering namelijk om een vast bedrag dat losstaat van het verbruik. Bij een tariefverlaging hangt het voordeel af van de hoogte van het verbruik en hebben huishoudens met een hoger inkomen en bedrijven die relatief meer verbruiken naar verhouding meer profijt dan huishoudens met een lager inkomen die relatief minder verbruiken. Ten opzichte van maatregelen búiten de energiebelasting om huishoudens met een vast bedrag op hun energierekening te compenseren is een verhoging van de belastingvermindering een eenvoudig uitvoerbare maatregel.
Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Dienst Toeslagen en Douane
De verhoging van de belastingvermindering in de energiebelasting ten opzichte van het basispad is voor de Belastingdienst een parameterwijziging.