Wanneer er sprake is privacy aspecten van een maatregel, wordt dat hieronder toegelicht. Wordt een maatregel niet toegelicht in deze paragraaf, dan zijn er geen noemenswaardige privacy aspecten.
Over het volledige pakket Belastingplan 2026 is advies gevraagd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De AP heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben bij de teksten van het BP 2026. Het volledige advies is opgenomen als bijlage bij dit wetsvoorstel.
Gelijkstelling voor de schenk- en erfbelasting van biologische kinderen met kinderen die in familierechtelijke betrekking staan
Er is één voorgestelde maatregel waarbij wel aspecten van privacy en gegevensbescherming aan de orde zijn. Dit betreft de uit de jurisprudentie van de HR179 voortvloeiende maatregel tot gelijkstelling voor de schenk- en erfbelasting van biologische kinderen die niet in familierechtelijke betrekking tot de ouder staan met kinderen die wel in familierechtelijke betrekking tot die ouder staan in het voorgestelde artikel 19, eerste lid, onderdeel f, juncto derde lid, SW 1956. De Belastingdienst beschikt niet over de expertise om te beoordelen of sprake is van biologisch ouderschap. Juist omdat in deze situaties geen sprake is van juridisch ouderschap zijn er geen andere bronnen voorhanden waarmee de Belastingdienst zou kunnen controleren of sprake is van biologisch ouderschap. Daarom wordt verlangd dat het kind dat biologische ouderschap met de uitslag van een genetische test (DNA-test) kan aantonen. Deze uitslag van een DNA-test, waaruit blijkt dat sprake is van een biologische ouder-kindrelatie, is een persoonsgegeven dat de Belastingdienst verwerkt bij de beoordeling of een belastingplichtige terecht een beroep doet op de gelijkstelling. Het voorschrift dat het biologische ouderschap uit de uitslag van een genetische test blijkt, is nodig omdat een dergelijke test de enige manier om biologisch ouderschap te kunnen vaststellen. Het aanleveren van de uitslag van de DNA-test voor het doen blijken van ouderschap is proportioneel nu de belastingplichtige aanspraak kan maken op een ruimere vrijstelling en lagere tarieven en er geen minder verstrekkende manier is om de verwantschap te doen blijken. Deze inbreuk op de privacy wordt gerechtvaardigd door de ruimere vrijstelling en het lagere tarief dat toegepast wordt in combinatie met het ontbreken van alternatieven die een kleinere inbreuk zijn. Gelet op het door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voorgeschreven vereiste van dataminimalisatie zal de Belastingdienst niet meer persoonsgegevens opvragen dan strikt noodzakelijk om het beroep van de belastingplichtige op de gelijkstelling te kunnen toetsen. Daarom hoeft aan de Belastingdienst niet de integrale genetische test te worden overlegd, het gaat om de uitslag van deze test met betrekking tot het biologische ouderschap.
AVG
Voorgenomen wet- en regelgeving inzake de verwerking van persoonsgegevens dient te worden getoetst aan de beginselen in en eisen van de AVG. Persoonsgegevens moeten volgens de AVG allereerst worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van een betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is. Voor een rechtmatige verwerking van alle persoonsgegevens is een grondslag vereist op grond van artikel 6, eerste lid, onder e, AVG. Deze grondslag berust op het voorgestelde artikel 19, eerste lid, onderdeel f, in combinatie met het derde lid, SW 1956. De verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang, te weten de juiste uitvoering van de SW 1956. Omdat er bijzondere persoonsgegevens (de genetische gegevens) worden verwerkt, dient rekening gehouden te worden met het verbod voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens, zoals opgenomen in artikel 9, eerste lid, AVG.
De grondslag voor de verwerking van de genetische gegevens vloeit voort uit de combinatie van het voorgestelde artikel 19, eerste lid, onderdeel f, en derde lid, SW 1956 en de uitzonderingsgrond in artikel 9, tweede lid, onder g, AVG (lidstatelijk recht) en artikel 28, eerste lid, Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensverwerking (UAVG). In dit artikel is bepaald dat het verbod om genetische gegevens te verwerken niet van toepassing is, indien deze verwerking plaatsvindt met betrekking tot de betrokkene bij wie de desbetreffende gegevens zijn verkregen. Bij deze maatregel is het de belastingplichtige die deze gegevens heeft verstrekt om een beroep te kunnen doen op de gelijkstelling voor de schenk- en/of erfbelasting. De beoogde verwerkingen door de Belastingdienst vinden enkel plaats voor zover dit noodzakelijk is voor het beoordelen van het beroep op de gelijkstelling. Omdat er geen andere manier is om biologische verwantschap te doen blijken, en sprake moet zijn van een biologische ouder/kindrelatie om voor de schenk- en erfbelasting hetzelfde behandeld te worden als een kind dat in familierechtelijke zin kind is van een schenker of erflater, is de uitslag van een genetische test benodigd voor een juiste belastingheffing.
De bepaling is verder voldoende duidelijk en nauwkeurig, zodat de toepassing ervan voldoende voorspelbaar is en in de nodige waarborgen wordt voorzien. De toepassing is gekoppeld aan het beoordelen van het beroep op de gelijkstelling door de belastingplichtige. Persoonsgegevens mogen volgens de AVG slechts worden verwerkt voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt (doelbinding). Uit de bepaling volgt dat deze gegevens, in dit kader de uitslag van de DNA-test, slechts worden verwerkt ten behoeve van het uitvoeren van de genoemde maatregel.
De Belastingdienst zal bij de verwerking van de gegevens tevens voorzien in de borging van de benodigde gegevensbeschermingsbeginselen uit de AVG, zoals opslagbeperking, integriteit en vertrouwelijkheid. Zo houdt de Belastingdienst zich aan de voorschriften uit de Archiefwet 1995 en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid.
Waarborgen
In de praktijk zal een belastingplichtige die niet in familierechtelijke betrekking tot zijn ouder staat en in de aangifte schenk- of erfbelasting een beroep doet op de toepassing van de kindvrijstelling en lagere tarieven worden gevraagd om de uitslag van de genetische test te overleggen. Het opvragen van de uitslag van een genetische test zal alleen plaatsvinden door medewerkers die werkzaam zijn bij de Belastingdienst eenheid Particulieren unit schenk- en erfbelasting en inzage is voorbehouden aan deze medewerkers. Het aanleveren van de uitslag van de genetische test door de belastingplichtige zal plaatsvinden op de gebruikelijke wijze, waarbij de belastingplichtige kan kiezen voor een beveiligde methode. Hier wordt de belastingplichtige ook op gewezen.